Bijlagen bij COM(2009)483 - Standpunt van de EG in de Commissie voor de instandhouding en het beheer van de over grote afstanden trekkende visbestanden in de westelijke en centrale Stille Oceaan

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

BIJLAGE

Het standpunt van de Gemeenschap in de Commissie voor de instandhouding en het beheer van de over grote afstanden trekkende visbestanden in de westelijke en centrale Stille Oceaan

1. BEGINSELEN

In het kader van de WCPFC dient de Europese Gemeenschap:

a) te handelen overeenkomstig de door de Gemeenschap in het kader van het gemeenschappelijk visserijbeleid nagestreefde doelstellingen, met name door het hanteren van de voorzorgsaanpak om een duurzame exploitatie van de door de WCPFC gereguleerde soorten te garanderen, de geleidelijke tenuitvoerlegging van een op het ecosysteem gebaseerde aanpak van het visserijbeheer te bevorderen en het effect van visserijactiviteiten op het mariene ecosysteem zoveel mogelijk te beperken, alsmede door het bevorderen van een economisch levensvatbare en concurrerende visserijsector in de Gemeenschap, daarbij zorgend voor een redelijke levensstandaard voor degenen die van visserijactiviteiten afhankelijk zijn en rekening houdend met de belangen van de consumenten;

b) erop toe te zien dat de maatregelen van de WCPFC in overeenstemming zijn met het Verdrag inzake de instandhouding en het beheer van over grote afstanden trekkende visbestanden in het westelijke en centrale deel van de Stille Oceaan;

c) erop toe te zien dat de maatregelen van de WCPFC in overeenstemming zijn met het internationaal recht en met name met de bepalingen van het VN-verdrag inzake het recht van de zee, de VN-overeenkomst betreffende de instandhouding en het beheer van de grensoverschrijdende en de over grote afstanden trekkende visbestanden en de Overeenkomst om de naleving van de internationale instandhoudings- en beheersmaatregelen door vissersvaartuigen op de volle zee te bevorderen;

d) aan te sturen op consistentie van de standpunten die in de verschillende regionale organisaties voor visserijbeheer worden ingenomen;

e) te streven naar synergie met het beleid dat de Gemeenschap voert in het kader van haar bilaterale visserijrelaties met derde landen en te zorgen voor coherentie met haar beleid inzake buitenlandse betrekkingen;

f) erop toe te zien dat de internationale verbintenissen van de Gemeenschap worden nageleefd.

2. Richtsnoeren

De Europese Gemeenschap zet zich waar passend in om ervoor te zorgen dat de WCPFC werk maakt van de volgende acties:

a) strikte instandhoudings- en beheersmaatregelen voor de visbestanden, gericht op de duurzaamheid daarvan op lange termijn en rekening houdend met het beste beschikbare wetenschappelijke advies, onder meer in de vorm van de tijdelijke sluiting van de visserij met ringzegenvaartuigen die op grootoog-, geelvin- en gestreepte tonijn vissen, en van gelijkwaardige maatregelen met betrekking tot beuglijnvaartuigen die op tonijn of zwaardvis vissen. Indien nodig moeten, voor bestanden die te lijden hebben van overbevissing, specifieke maatregelen worden overwogen om elke toename van de visserijactiviteiten te vermijden;

b) maatregelen ter regulering van de visserijinspanning om te garanderen dat deze op de bestaande vangstmogelijkheden is afgestemd;

c) ontwikkeling en tenuitvoerlegging van monitoring-, controle- en bewakingsmaatregelen, onder meer met betrekking tot een gecentraliseerd satellietvolgsysteem, een waarnemersregeling, maatregelen van de havenstaat, een stringente regeling voor de controle van overladingen op zee en een vangstregistratieregeling voor bepaalde soorten;

d) intensivering van de maatregelen ter bestrijding van IOO-visserij;

e) aanvragen van landen die op verantwoordelijke manier visserij bedrijven, om toe te treden tot de WCPFC aanvaarden.

[1] PB L 358 van 31.12.2002, blz. 59.

[2] PB L 32 van 4.2.2005, blz. 1.