Bijlagen bij COM(2009)386 - Standpunt van de EG in de Visserijorganisatie voor het noordwestelijke deel van de Atlantische Oceaan

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

BIJLAGE

Standpunt van de Gemeenschap in de visserijcommissie van de Visserijorganisatie voor het noordwestelijke deel van de Atlantische Oceaan

1. BEGINSELEN

In het kader van de NAFO dient de Europese Gemeenschap:

a) te handelen overeenkomstig de door de Gemeenschap in het kader van het gemeenschappelijk visserijbeleid nagestreefde doelstellingen, met name door het hanteren van de voorzorgsaanpak om een duurzame exploitatie van de door de NAFO gereguleerde soorten te garanderen, de geleidelijke tenuitvoerlegging van een op het ecosysteem gebaseerde aanpak van het visserijbeheer te bevorderen en het effect van visserijactiviteiten op mariene ecosystemen zoveel mogelijk te beperken, alsmede door het bevorderen van een economisch levensvatbare en concurrerende visserijsector in de Gemeenschap, daarbij zorgend voor een redelijke levensstandaard voor degenen die van visserijactiviteiten afhankelijk zijn en rekening houdend met de belangen van de consumenten;

b) erop toe te zien dat de maatregelen van de NAFO in overeenstemming zijn met de doelstellingen van het NAFO-verdrag;

c) erop toe te zien dat de maatregelen van de NAFO in overeenstemming zijn met het internationaal recht en met name met de bepalingen van het VN-Verdrag inzake het recht van de zee, de VN-Overeenkomst betreffende de instandhouding en het beheer van de grensoverschrijdende en de over grote afstanden trekkende visbestanden en de Overeenkomst om de naleving van de internationale instandhoudings- en beheersmaatregelen door vissersvaartuigen op de volle zee te bevorderen;

d) aan te sturen op consistentie van de standpunten die in de verschillende regionale organisaties voor visserijbeheer worden ingenomen;

e) te streven naar synergie met het beleid dat de Gemeenschap voert in het kader van haar bilaterale visserijrelaties met derde landen en te zorgen voor coherentie met haar beleid inzake buitenlandse betrekkingen;

f) erop toe te zien dat de internationale verbintenissen van de Gemeenschap worden nageleefd.

2. ORIËNTATIES

De Europese Gemeenschap zet zich waar passend in om ervoor te zorgen dat de NAFO werk maakt van de volgende acties:

a) instandhoudings- en beheersmaatregelen voor visbestanden in het gereglementeerde gebied van de NAFO en in voorkomend geval het verdragsgebied van de NAFO op basis van het beste beschikbare wetenschappelijk advies, inclusief TAC's en quota voor soorten in het door de NAFO gereglementeerde gebied. Indien nodig moeten, voor bestanden die te lijden hebben van overbevissing, specifieke maatregelen worden overwogen om elke toename van de visserijactiviteiten te vermijden;

b) herziening van monitoring-, controle- en bewakingsmaatregelen in het gereglementeerde gebied van de NAFO om de doeltreffendheid van controlemaatregelen te vergroten en de naleving van NAFO-maatregelen te verbeteren;

c) versterking van de maatregelen ter bestrijding van IOO-visserijactiviteiten;

d) beschermende maatregelen voor kwetsbare mariene ecosystemen in het gereglementeerde gebied van de NAFO in overeenstemming met de resoluties van de AVVN;

e) ontwikkeling van een gemeenschappelijke benadering met andere regionale organisaties voor visserijbeheer, waaronder de Visserijcommissie voor het noordoostelijke deel van de Atlantische Oceaan, de Organisatie voor de instandhouding van zalm in de Noord-Atlantische Oceaan en de Internationale Commissie voor de instandhouding van Atlantische tonijnen;

f) aanvullende technische maatregelen op basis van advies van de Wetenschappelijke Raad van de NAFO.

[1] PB L 358 van 31.12.2002, blz. 59.

[2] PB L 378 van 30.12.1978, blz. 1.