Bijlagen bij COM(1999)55 - Gemeenschappelijke marktordening in de sector visserijproducten en producten van de aquacultuur

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

BIJLAGE I


>RUIMTE VOOR DE TABEL>


BIJLAGE II


>RUIMTE VOOR DE TABEL>


BIJLAGE III

Tonijn (van het geslacht Thunnus), boniet (Euthynnus (Katsuwonus) pelamis) en andere soorten van het geslacht Euthynnus, vers, gekoeld of bevroren, bestemd voor de industriële vervaardiging van producten van post 1604 en vallende onder een van de onderstaande GN-codes:


>RUIMTE VOOR DE TABEL>


BIJLAGE IV


>RUIMTE VOOR DE TABEL>


BIJLAGE V

MAATREGELEN, ALS BEDOELD IN ARTIKEL 28, MET BETREKKING TOT DE RECHTEN VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK DOUANETARIEF

1. Het douanerecht voor bevroren filets, aangeboden in industriële blokken, van Alaska koolvis (Theragra chalcogramma), vallende onder GN-code ex 0304 20 85, bestemd voor verwerking, wordt verlaagd tot 3,5% voor onbepaalde tijd.

2. Het douanerecht voor bevroren visvlees, aangeboden in industriële blokken, van Alaska koolvis (Theragra chalcolgramma), vallende onder GN-code ex 0304 90 61, bestemd voor verwerking, wordt verlaagd tot 3,5% voor onbepaalde tijd.

3. Het douanerecht voor vis, vers, gekoeld of bevroren, van de soorten Gadus morhua, Gadus ogac, Gadus macrocephalus en Boreogadus saida, met uitzondering van levers, hom en kuit, bestemd voor verwerking, vallende onder GN-codes:

ex 0302 50 10

ex 0302 50 90

ex 0302 69 35

ex 0303 60 11

ex 0303 60 19

ex 0303 60 90

ex 0303 79 41

wordt verlaagd tot 3% voor onbepaalde tijd.

4. Het douanerecht voor surimi, vallende onder GN-code ex 0304 90 05, bestemd voor verwerking, wordt verlaagd tot 3,5% voor onbepaalde tijd.

5. Het douanerecht voor bevroren filets van blauwe grenadier (Macruronus novaezealandiae), vallende onder GN-code ex 0304 20 91, bestemd voor verwerking, wordt verlaagd tot 3,5% voor onbepaalde tijd.

6. Het douanerecht voor bevroren visvlees van blauwe grenadier (Macruronus novaezealandiae), vallende onder GN-code ex 0304 90 97, bestemd voor verwerking, wordt verlaagd tot 3,5% voor onbepaalde tijd.

7. Het douanerecht voor filets van tonijn en boniet, vallende onder GN-code ex 1604 14 16, bestemd voor verwerking, wordt verlaagd tot 6% voor onbepaalde tijd. Dit recht zal opnieuw worden bekeken in het licht van de ontwikkeling van het SAP en de invulling van het nieuwe, vanaf 2002 toe te passen schema.

8. De heffing van het douanerecht voor ongepelde garnalen van de soort Pandalus borealis, vers, gekoeld of bevroren, bestemd voor verwerking, vallende onder GN-codes:

ex 0306 13 10

ex 0306 23 10

wordt geschorst voor onbepaalde tijd.

9. Het douanerecht voor haring (Clupea harengus, Clupea pallasi), vers, gekoeld of bevroren, in gehele staat, met een gewicht van meer dan 140 g per stuk (geheel) of in filets, met een gewicht van meer dan 80 g per stuk (filet), vlinders daaronder begrepen, met uitzondering van levers, hom en kuit, bestemd voor verwerking, vallende onder de GN-codes:

ex 0302 40 98

ex 0303 50 98

ex 0304 10 96

ex 0304 90 27

wordt verlaagd tot 5% voor onbepaalde tijd.

De controle op het gebruik van de bovengenoemde producten voor het doel waarvoor zij bestemd zijn, geschiedt overeenkomstig de ter zake geldende Gemeenschapsbepalingen. De volledige of gedeeltelijke schorsing van de rechten wordt verleend voor de betrokken producten die bestemd zijn om eender welke bewerking te ondergaan, behalve wanneer de bewerking uitsluitend bestaat uit een of meer van de volgende handelingen:

_ schoonmaken, verwijderen van ingewanden, staarten en koppen,

_ versnijden, met uitzondering van fileren of versnijden van vriesblokken,

_ bemonsteren, sorteren,

_ etiketteren,

_ verpakken,

_ koelen,

_ invriezen,

_ diepvriezen,

_ ontdooien, losmaken.

De schorsing van de douanerechten wordt evenwel niet verleend voor producten die zijn bestemd om te worden verwerkt (of bewerkt) op een wijze die recht geeft op de schorsing indien de verwerking (of bewerking) plaatsvindt in de detailhandel of in het restaurantwezen. De schorsing geldt uitsluitend voor vis die bestemd is voor menselijke consumptie.

BIJLAGE VI


A. Berekeningswijze voor de vergoeding als bedoeld in artikel 11

(in euro per aangesloten vaartuig)


>RUIMTE VOOR DE TABEL>


B. Berekeningswijze voor de vergoeding als bedoeld in artikel 12

(in euro per aangesloten vaartuig)

Aantal vaartuigen // Jaarlijks bedrag

1-50 // 1000

51-100 // 500

101-500 // 250

501 en meer // 0

BIJLAGE VI

Concordantietabel

Verordening (EEG) nr. 3759/92 // Deze verordening

Artikel 1 // Artikel 1

Artikel 2 // Artikel 2

Artikel 3 // Artikel 3

Artikel 4 // Artikel 5

Artikel 4 bis // Artikel 6

Artikel 5 // Artikel 8

Artikel 5 bis // -

Artikel 6 // Artikel 9

Artikel 7 // -

Artikel 7 bis // Artikel 7

Artikel 7 ter // -

Artikel 8 // Artikel 17

Artikel 9 // Artikel 18

Artikel 10 // Artikel 19

Artikel 11 // Artikel 20

Artikel 12 // Artikel 21

Artikel 12 bis // -

Artikel 13 // Artikel 22

Artikel 14 // Artikel 23

Artikel 15 // Artikel 24

Artikel 16 // Artikel 25

Artikel 17 // Artikel 26

Artikel 18 // Artikel 27

Artikel 19 // -

Artikel 20 // -

Artikel 21 // -

Artikel 22 // Artikel 29

Artikel 23 // Artikel 29

Artikel 24 // Artikel 30

Artikel 25 // Artikel 35

Artikel 26 // Artikel 33

Artikel 27 // Artikel 32

Artikel 28 // Artikel 31

Artikel 29 // -

Artikel 30 // Artikel 34

Artikel 31 // Artikel 37

Artikel 32 // Artikel 38

Artikel 33 // Artikel 39

Artikel 34 // Artikel 40

Artikel 35 // Artikel 42

Artikel 36 // Artikel 43

Bijlage I // Bijlage I

Bijlage II // Bijlage II

Bijlage III // Bijlage III

Bijlage IV // -

Bijlage V // -

Bijlage VI // Bijlage IV

Bijlage VII // Bijlage V


>RUIMTE VOOR DE TABEL>


Bijlage

1. BEREKENINGSMETHODE M.B.T DE MAATREGELEN VAN DE GMO-HERVORMING

Het voorstel omvat twee categorieën maatregelen die uitgaven meebrengen:

_ interventiemechanismen: sommige ondergaan ten opzichte van de huidige GMO technische veranderingen die - bij constante marktomstandigheden - tot een aanzienlijke daling van de uitgaven zullen leiden. De uitgavenramingen voor deze mechanismen zijn gebaseerd op de in de voorgaande jaren genoteerde effectieve uitgaven.

_ nieuwe maatregelen van tijdelijke aard (5 jaar), ter ondersteuning van de acties van de producentenorganisaties voor een betere productieplanning en voor een beter anticiperend beleid van afstemming van het aanbod op de vraag; deze maatregelen moeten het mogelijk maken de rol van de organisaties in de aangegeven zin te heroriënteren en een duurzame vermindering van het beroep op de interventiemechanismen, en bijgevolg van de ermee verbonden uitgaven, te bewerkstelligen.

Een overzicht van de geraamde uitgaven is te vinden achteraan deze bijlage.

1) Interventiemechanismen

a) Communautaire ophoudmaatregelen en verkoopuitstel

De uitgaven evolueren van 12 mln euro in 2000 naar 7 mln euro vanaf 2003; hierbij is uitgegaan van een gemiddeld gunstige markt zonder ernstige verstoringen.

Binnen deze bedragen zal de verhouding tussen het aandeel van de compenserende vergoeding voor ophoudmaatregelen en dat van de steun voor verkoopuitstel anders komen te liggen; het voorstel voorziet immers in een vermindering van de hoeveelheden die voor de ophoudvergoeding in aanmerking komen en van het vergoedingsbedrag, en in een verhoging van de hoeveelheden die voor verkoopuitstel in aanmerking komen.Dit zou normaliter moeten leiden, enerzijds, tot minder interventie in het algemeen en, anderzijds, tot grotere valorisatie van de hoeveelheden die toch in interventie moeten worden genomen.

b) Autonome ophoudmaatregelen en verkoopuitstel

Aan het mechanisme wordt niet geraakt, zodat een budget van 3,5 mln euro wordt gehandhaafd, uitgaande van het gemiddelde van de uitgaven over de jongste drie jaren waarvoor gegevens beschikbaar zijn.

c) Steun voor particuliere opslag

Het mechanisme wordt technisch zo aangepast dat producentenorganisaties er sneller een beroep op kunnen doen wanneer de marktsituatie zulks vereist.

Het uitgavenbudget wordt opgetrokken tot 2 mln euro, omdat wordt verwacht dat het mechanisme aanzienlijk meer dan nu zal worden aangesproken.

d) Compenserende vergoeding voor tonijn

Voor dit mechanisme, waarvan de uitgaven zoals de marktsituatie een sterk wisselende ontwikkeling te zien hebben gegeven in de laatste jaren, wordt de volgende technische aanpassing voorgesteld: de interventiedrempel wordt verlaagd van 91% naar 85% van de communautaire productieprijs, om te voorkomen dat het mechanisme te snel en op onverantwoorde wijze vanaf de eerste marktfluctuaties in werking treedt. Deze aanpassing zal de betrokken uitgaven aanzienlijk doen afnemen, tot gemiddeld 2,5 mln euro per jaar.


2) Nieuwe maatregelen

Om de uitgaven voor deze maatregelen te ramen, is gebruikgemaakt van een degressief forfaitair bedrag per bij de producentenorganisaties aangesloten vaartuig.

a) Vergoeding voor producentenorganisaties

Het betreft hier steun met een tijdelijk en degressief karakter, die de producentenorganisaties gedurende 5 jaar kunnen ontvangen. De organisaties krijgen immers de taak opgedragen om ieder jaar een werkprogramma per visseizoen op te stellen en te beheren dat het voorzien en plannen van de productie van de aangesloten vaartuigen volgens de vraag en volgens de beschikbare hulpbronnen omvat.Deze verplichting brengt extra kosten en extra werk met zich mee. De maatregel is bedoeld om de betrokken organisaties te helpen ze na te komen.

Het aantal bij de organisaties aangesloten leden en het aantal vissoorten waarover het gaat, maken de taak er niet eenvoudiger op. Er moet worden voor gezorgd dat producentenorganisaties met een relatief gering aantal leden toch kunnen beschikken over een bedrag dat groot genoeg is om de nakoming van de verplichting mogelijk te maken; anderzijds mag het steunbedrag dat organisaties met veel leden ontvangen ook niet onverantwoord hoog zijn.

De uitkomst van deze overwegingen is de volgende vergoedingsregeling:

(in euro per aangesloten vaartuig)


>RUIMTE VOOR DE TABEL>


Deze bedragen worden voorts aangevuld met een forfaitair bedrag van 500 euro per vissoort waarvoor een visplan moet worden opgesteld, zijnde 10 soorten, hetgeen voor ongeveer 150 betrokken producentenorganisaties het volgende totaal oplevert:

500 x 10 x 150 = 0,75 miljoen euro (Totaal B)

Berekening van de totale jaarlijkse kosten:

_ aantal vaartuigen in tranche 1: 5520

_ aantal vaartuigen in tranche 2: 2991

_ aantal vaartuigen in tranche 3: 5813


>RUIMTE VOOR DE TABEL>


Daarna zullen enkel nog de nieuw opgerichte organisaties de vergoeding ontvangen, waardoor de uitgaven te verwaarlozen zullen worden.

b) Aanvullende vergoeding voor de sluiting van contracten met de industrie

Het doel van deze maatregel, die volgens het voorstel voor 5 jaar zou gelden, is de producentenorganisaties te stimuleren meer leveringsconctracten te sluiten om tot een betere, meer op de behoeften van de markt afgestemde planning van de productie van hun leden te komen; de vergoeding is een aanvulling op de onder a) bedoelde vergoeding, heeft een facultatief karakter en is gekoppeld aan de voorwaarde dat de producentenorganisatie voor de afzet van ten minste 10% van haar productie contracten afsluit die ook worden uitgevoerd.

Gesteld dat dit het geval zou zijn, bedragen de theoretische maximale uitgaven voor de vergoeding, die eveneens degressief is per tranche aangesloten vaartuigen en op het onder a) uiteengezette beginsel steunt:


>RUIMTE VOOR DE TABEL>


Het is evenwel erg onwaarschijnlijk dat alle producentenorganisaties aan de voorwaarden voldoen. De uitgaven worden daarom geraamd op de orden van grootte die zijn aangegeven in de tabel "uitgavenramingen periode 2000-2006".


2. ELEMENTEN VOOR DE ANALYSE VAN DE KOSTENEFFECTIVITEIT

Eén van de hoofddoelstellingen die met de GMO-hervorming wordt nagestreefd, is een beter evenwicht tussen vraag en aanbod op de markt tot stand te brengen en zodoende vernietiging en verspilling van niet-onuitputtelijke natuurlijke rijkdommen te voorkomen.

De in dat verband genomen nieuwe, tijdelijke, maatregelen zijn bedoeld om de producentenorganisaties te helpen de nodige knowhow en middelen te verwerven waarmee aan anticiperend aanbodbeheer kan worden gedaan, zodat interventie tot een minimum kan worden beperkt.

Interventie volledig afschaffen is echter ondenkbaar, in het bijzonder voor de vissoorten waarvan de aanvoer seizoengebonden is.De hervorming houdt daarom de mechanismen om producten uit de markt te nemen in stand, maar begunstigt het middel van verkoopuitstel, dat het mogelijk maakt om producten die niet dagvers op de markt kunnen worden afgezet, op de markt voor verwerkte producten te valoriseren.

Slechts in laatste instantie mag ertoe worden overgegaan producten definitief uit de markt te nemen, en daarom wordt de desbetreffende vergoeding verlaagd.

Om het gestelde doel te bereiken, moeten de producentenorganisaties tijdens een overgangsperiode worden geholpen om het anticiperende beleid te voeren dat vanaf de inwerkingtreding van de hervorming moet leiden tot een aanzienlijke vermindering van het aantal definitieve ophoudmaatregelen alsmede van de daarmee samenhangende uitgaven in het kader van de GMO, en tot een betere benutting en valorisatie van een schaars goed.


GMO visserijproducten - uitgavenramingen

Periode 2000-2006(1) (in miljoen euro - maximumbedragen)


>RUIMTE VOOR DE TABEL>


(1) Voor deze ramingen is ervan uitgegaan dat de GMO-hervorming op 1.1.2001 in werking treedt en is geen rekening gehouden met de specifieke steunmaatregelen voor de ultraperifere gebieden.


Voorstel voor een

VERORDENING (EG) VAN DE RAAD

houdende een gemeenschappelijke ordening van de markten

in de sector visserij- en aquacultuurproducten


Evaluatie van de gevolgen van het voorstel

voor de kleine en middelgrote ondernemingen

1. Het voorstel past in het kader van het gemeenschappelijk visserijbeleid en betreft de hervorming van de bestaande gemeenschappelijke ordening van de markten voor visserij- en aquacultuurproducten.

2. Gevolgen voor het bedrijfsleven

Het voorstel heeft directe gevolgen voor de productiebedrijven en voor de producentenorganisaties.

Het voorstel heeft eveneens gevolgen voor de ondernemingen die op de markten voor visserijproducten opereren, in het bijzonder de ondernemingen die visserijproducten verwerken.

Nagenoeg alle betrokken ondernemingen behoren tot het midden- en kleinbedrijf.

Het voorstel zal geen nadelige gevolgen hebben voor de werkgelegenheid, de investeringen of het concurrentievermogen van de ondernemingen: de voorgestelde hervorming is bedoeld om de mechanismen beter in overeenstemming te brengen met de situatie op de markt voor de betrokken producten, om de producentenorganisaties te stimuleren en te helpen het aanbod beter op de vraag af te stemmen en om bijgevolg de regulering en het peil van de prijzen te verbeteren.

Voorts zullen de op het gebied van de douanetarieven voorgestelde maatregelen de internationale concurrentiepositie van de verwerkingsindustrie verbeteren en de grondstoffenvoorziening ervan waarborgen.

Tot slot is het voorstel erop gericht de mechanismen overeenkomstig de verwachtingen van de betrokken ondernemingen eenvoudiger, doorzichtiger en zodoende efficiënter te maken.