Bijlagen bij COM(1996)356 - Sluiting van de Overeenkomst inzake de visserij tussen de EG en Litouwen - Hoofdinhoud
Dit is een beperkte versie
U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.
dossier | COM(1996)356 - Sluiting van de Overeenkomst inzake de visserij tussen de EG en Litouwen. |
---|---|
document | COM(1996)356 |
datum | 2 december 1996 |
3. Als onderdeel van haar beleid voor de herstructurering van haar vloot, vergemakkelijkt de Gemeenschap de overneming van vaartuigen uit de Gemeenschap door in Litouwen gevestigde of te vestigen ondernemingen. Daartoe zal Litouwen, als onderdeel van zijn beleid voor technische modernisering van zijn visserij-industrie, vangstvergunningen overdragen en de vereiste nieuwe vergunningen afgeven zoals in de Overeenkomst is bepaald.
4. Vaartuigen uit de Gemeenschap die op grond van het bepaalde in artikel 5 in de Litouwse visserijvloot zijn opgenomen en waarvoor de financiële bijstand als bedoeld in bijlage IV is verleend, mogen niet opnieuw in de vloot van de Gemeenschap worden opgenomen.
Artikel 3
1. De overeenkomstsluitende partijen selecteren de projecten voor tijdelijke samenwerkingsverbanden en gemengde vennootschappen als bedoeld in artikel 2. Daartoe wordt een Gemengde Commissie opgericht om
- de projecten die door de overeenkomstsluitende partijen worden ingediend met het oog op de oprichting van tijdelijke samenwerkingsverbanden of gemengde vennootschappen als bedoeld in artikel 2 van het protocol te evalueren op basis van de in bijlage II vermelde criteria;
- te verifiëren dat de projecten correct worden beheerd en toe te zien op de uit hoofde van artikel 5 van dit protocol toegekende financiële bijstand;
- de activiteiten in Litouwse wateren van vaartuigen uit de Gemeenschap die deel uitmaken van een tijdelijk samenwerkingsverband te evalueren voordat hun contract afloopt.
2. De Gemengde Commissie komt eenmaal per jaar bijeen, afwisselend in Vilnius en in Brussel, en kan uitzonderlijk ook op verzoek van een van de overeenkomstsluitende partijen bijeenkomen.
Artikel 4
1. Teneinde de oprichting van tijdelijke samenwerkingsverbanden als bedoeld in artikel 2 te stimuleren, wordt voor door de overeenkomstsluitende partijen geselecteerde projecten op de in bijlage III bepaalde voorwaarden financiële bijstand verleend.
2. De Gemeenschap verleent de Litouwse onderneming die met een reder uit de Gemeenschap een tijdelijk samenwerkingsverband vormt, een financiële bijdrage die overeenkomt met vijftien procent (15 %) van de aan de reder uit de Gemeenschap toegekende bijdrage.
Artikel 5
1. Teneinde de oprichting van gemengde vennootschappen als bedoeld in artikel 2 te stimuleren, wordt voor de door de overeenkomstsluitende partijen geselecteerde projecten op de in bijlage IV bepaalde voorwaarden financiële bijstand verleend.
2. Teneinde de oprichting en de ontwikkeling van gemengde vennootschappen te stimuleren, verleent de Commissie aan nieuwe vennootschappen die in Litouwen worden opgericht een financiële bijdrage die overeenkomt met vijftien procent (15 %) van het aan de eigenaar uit de Gemeenschap toegekende bedrag. Deze financiële bijdrage, die wordt uitgekeerd als bedrijfskapitaal, wordt door de Gemeenschap uitbetaald aan de Directie Visserij van het Ministerie van Landbouw van de Republiek Litouwen, die bepaalt op welke wijze het geld wordt besteed en beheerd. Litouwen deelt de Gemengde Commissie mede op welke wijze dit geld wordt besteed.
Artikel 6
De oprichting van gemengde vennootschappen mag niet leiden tot een verhoging van de capaciteit van de Litouwse vloot.
Artikel 7
De voorwaarden voor de oprichting van tijdelijke samenwerkingsverbanden en gemengde vennootschappen en voor de toegang ervan tot de bestanden, zijn vastgesteld in bijlage V.
Artikel 8
De financiële bijstand als bedoeld in de artikelen 4 en 5 van dit protocol wordt aan de reder van het vaartuig uit de Gemeenschap verleend als gedeeltelijke vergoeding voor zijn aandeel in de kosten voor de oprichting van een gemengde vennootschap of een tijdelijk samenwerkingsverband in Litouwen en voor het schrappen van het betrokken vaartuig uit het communautaire vlootregister.
Artikel 9
De Europese Commissie zal voor de looptijd van dit protocol 2 500 000 ecu ter beschikking stellen voor het financieren van de financiële bijstand voor de oprichting van tijdelijke samenwerkingsverbanden en gemengde vennootschappen als bedoeld in artikel 5 van de Overeenkomst en in de artikelen 4 en 5 van dit protocol.
Artikel 10
1. De bepalingen van dit protocol treden in werking op de dag waarop de overeenkomstsluitende partijen elkaar meedelen dat zij de voor de inwerkingtreding vereiste procedures hebben voltooid.
2. Dit protocol geldt voor een periode van drie jaar. Vóór het einde van de looptijd van dit protocol plegen de overeenkomstsluitende partijen overleg om na te gaan of voor de daaropvolgende periode het protocol en/of de bijlagen moeten worden gewijzigd.
Artikel 11
Dit protocol wordt opgesteld in twee exemplaren, in de Spaanse, de Deense, de Duitse, de Griekse, de Engelse, de Franse, de Italiaanse, de Nederlandse, de Portugese, de Finse, de Zweedse en de Litouwse taal, zijnde alle teksten gelijkelijk authentiek.
Voor de Europese Gemeenschap
Voor de Republiek Litouwen
BIJLAGE I
VANGSTMOGELIJKHEDEN VOOR GEMENGDE ONDERNEMINGEN
Overeenkomstig artikel 5 van de Overeenkomst en artikel 2, lid 2, van dit protocol stimuleert Litouwen de totstandkoming en de instandhouding van een gunstig en stabiel klimaat voor de vestiging en de exploitatie van tijdelijke samenwerkingsverbanden en gemengde vennootschappen.
Daartoe zal Litouwen garanderen dat dergelijke tijdelijke samenwerkingsverbanden en gemengde vennootschappen op niet-discriminerende, rechtvaardige en billijke wijze worden behandeld. Litouwen zal ervoor zorgen dat de omgevlagde vaartuigen uit de Gemeenschap toegang hebben tot Litouwse visbestanden en zal hen de quota en vergunningen van uit de vaart genomen Litouwse vaartuigen overdragen.
BIJLAGE II
VOORSCHRIFTEN EN CRITERIA VOOR DE SELECTIE VAN PROJECTEN
1. De overeenkomstsluitende partijen wisselen informatie uit over de projecten die zijn ingediend voor de oprichting van tijdelijke samenwerkingsverbanden en gemengde vennootschappen als bedoeld in artikel 2 van dit protocol, waarvoor financiële bijstand van de Gemeenschap kan worden verleend.
2. De projecten worden door de bevoegde autoriteiten van de betrokken Lid-Staat of Lid-Staten bij de Gemeenschap ingediend.
3. De Gemeenschap legt aan de Gemengde Commissie de lijst voor van projecten die voor financiële bijstand als bedoeld in de artikelen 4 en 5 van dit protocol in aanmerking komen. De Gemengde Commissie evalueert de projecten in hoofdzaak op basis van de onderstaande criteria:
a) de overeenstemming tussen de beschikbare technieken en de voorgenomen visserijactiviteiten;
b) de doelsoorten en de visserijzone;
c) de ouderdom van het vaartuig;
d) voor tijdelijke samenwerkingsverbanden: de totale looptijd van het samenwerkingsverband en de duur van de visserijactiviteiten;
e) de ervaring op visserijgebied van de reder uit de Gemeenschap en eventueel van de Litouwse partner.
4. De Gemengde Commissie beveelt aan de overeenkomstsluitende partijen de projecten aan die zij op basis van de in punt 3 genoemde criteria heeft geselecteerd.
5. Zodra de projecten door de Litouwse autoriteit en door de Gemeenschap zijn goedgekeurd, deelt de Gemeenschap de Litouwse autoriteit de lijst mee van de projecten waarvoor de nodige visvergunningen zullen moeten worden overgedragen of afgegeven.
BIJLAGE III
BIJSTAND VOOR TIJDELIJKE SAMENWERKINGSVERBANDEN
>RUIMTE VOOR DE TABEL>
De Lid-Staten van de Europese Gemeenschap verlenen een bijdrage van 25 % van de bovenvermelde bedragen voor projecten waarbij vaartuigen zijn betrokken die hun vlag voeren.
BIJLAGE IV
BIJSTAND VOOR GEMENGDE VENNOOTSCHAPPEN
>RUIMTE VOOR DE TABEL>
De premies die aan de begunstigden worden betaald voor de oprichting van gemengde vennootschappen, mogen niet hoger zijn dan:
- voor vijftien jaar oude vaartuigen: zie bovenstaande tabel;
- voor vaartuigen van minder dan vijftien jaar: de in bovenstaande tabel vermelde bedragen worden verhoogd met 1,5 % per jaar minder dan 15; elke steun voor de bouw of modernisering van het vaartuig die in de aan de oprichting van de gemengde vennootschap voorafgaande tien jaar voor het vaartuig zijn verleend, wordt evenwel pro rata temporis op de premiebedragen in mindering gebracht en voor vaartuigen van vijf jaar of jonger wordt geen bijstand verleend;
- voor vaartuigen van meer dan vijftien jaar oud: de in bovenstaande tabel vermelde bedragen worden verminderd met 1,5 % per jaar boven 15.
De Lid-Staten van de Europese Gemeenschap verlenen een bijdrage van 25 % van bovenvermelde bedragen voor projecten waarbij vaartuigen betrokken zijn die worden omgevlagd van hun vlag naar die van de Republiek Litouwen.
BIJLAGE V
VOORWAARDEN VOOR DE OPRICHTING VAN TIJDELIJKE SAMENWERKINGSVERBANDEN EN GEMENGDE VENNOOTSCHAPPEN IN LITOUWEN EN VOOR DE TOEGANG ERVAN TOT DE VISBESTANDEN
A. Geselecteerde projecten
Nadat de in bijlage II bij dit protocol vastgestelde procedure voor de selectie van projecten is voltooid, deelt de Commissie de Litouwse autoriteit een lijst mede van de vaartuigen uit de Gemeenschap die zijn geselecteerd om te worden opgenomen in een tijdelijk samenwerkingsverband of een gemengde vennootschap, om er de desbetreffende visserijactiviteiten uit te oefenen.
B. Vergunningen
De Litouwse autoriteit zal onverwijld een visvergunning overdragen en afgeven. Voor tijdelijke samenwerkingsverbanden zal de looptijd van de afgegeven visvergunningen overeenkomen met de periode waarvoor de tijdelijke samenwerkingsverbanden zijn opgericht en zal worden gevist op door de Litouwse autoriteit toegewezen quota.
C. Vervanging van vaartuigen
Een vaartuig uit de Gemeenschap dat vist in het kader van een tijdelijk samenwerkingsverband mag alleen door een ander vaartuig uit de Gemeenschap met gelijkwaardige capaciteit en gelijkwaardige technische kenmerken worden vervangen indien daarvoor gegronde redenen bestaan en de andere Partij ermee instemt.
D. Uitrusting
Vaartuigen die vissen in het kader van tijdelijke samenwerkingsverbanden moeten voldoen aan de voorschriften en bepalingen die in de Republiek Litouwen gelden ten aanzien van de uitrusting, en deze voorschriften en bepalingen moeten worden toegepast zonder discriminatie tussen de vaartuigen uit Litouwen en die uit de Gemeenschap.
E. Vangstaangifte
1. Alle vaartuigen van de Gemeenschap zenden de Litouwse autoriteit een vangstaangifte overeenkomstig de Litouwse visserijvoorschriften.
2. Een kopie van de vangstaangifte wordt aan de Europese Commissie in Brussel toegezonden.
3. Bij niet-naleving van deze bepalingen kan de Litouwse autoriteit de visvergunning van het betrokken vaartuig schorsen totdat aan vorengenoemde formaliteiten is voldaan.
F. Duur van de tijdelijke samenwerkingsverbanden
De tijdelijke samenwerkingsverbanden worden opgericht voor ten hoogste één jaar en zij blijven in geen geval voortbestaan na de datum waarop dit protocol afloopt.
G. Wetenschappelijke waarnemers
Op verzoek van de Litouwse autoriteit staan vaartuigen uit de Gemeenschap die in het kader van dit protocol vissen, toe dat een door die autoriteit aangewezen wetenschappelijk waarnemer aan boord komt en er zijn werkzaamheden verricht. De waarnemer krijgt de beschikking over alle voorzieningen die voor de uitoefening van zijn taken nodig zijn.
De wetenschappelijke waarnemer geniet aan boord dezelfde behandeling als de officieren van het vaartuig. Het salaris en de sociale lasten voor de waarnemers zijn voor rekening van de Litouwse autoriteiten. De kosten voor zijn verblijf aan boord zijn voor rekening van de reder van het vaartuig.
H. Aanwerving van bemanningsleden
1. De bemanning van vaartuigen uit de Gemeenschap die behoren tot tijdelijke samenwerkingsverbanden bestaat voor ten minste dertig procent (30 %) uit bemanningsleden met de Litouwse nationaliteit. De bemanning dient over de nodige kennis te beschikken om haar taak naar behoren te vervullen.
2. De bemanning en de kapitein van omgevlagde vaartuigen die behoren tot tijdelijke samenwerkingsverbanden moeten van Litouwse nationaliteit zijn.
3. De arbeidscontracten van vorengenoemde bemanningsleden worden in Litouwen gesloten tussen de vertegenwoordigers van de reders en de betrokken bemanningsleden en deze contracten moeten met name voorzien in een regeling inzake sociale zekerheid en in een levens- en een ongevallenverzekering overeenkomstig de Litouwse wetgeving.