Bijlagen bij COM(2013)897 - Evaluatie van het Europees kwalificatiekader (EKK) - Uitvoering van de aanbeveling tot vaststelling van een Europees kwalificatiekader voor een leven lang leren

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

bijlage II genoemde descriptor niet volledig strookt met de definitie van "competentie" in bijlage I. De descriptor "competentie" dient derhalve te worden verduidelijkt.

De gemeenschappelijke beginselen voor kwaliteitsborging hebben landen geholpen de relatering aan het EKK tot stand te brengen. Hoewel deze beginselen uitsluitend bedoeld waren voor kwalificaties van beroepsonderwijs, beroepsopleiding en hoger onderwijs, zijn zij uiteraard ook relevant voor andere kwalificaties. Er zou uitdrukkelijk moeten worden vermeld dat zij sturing kunnen bieden voor alle niveaus en voor alle soorten kwalificaties. Sommige kwesties die grondiger op Europees niveau zijn besproken, houden verband met kwalificaties op EKK-niveau 2-3 - einddiploma's van het verplichte onderwijs en op EKK-niveau 3-5 - waaronder einddiploma's die toegang verschaffen tot hoger onderwijs, en kwalificaties van hogere beroepsopleidingen ("Master craftsman").

Volgens de erkenningsovereenkomst van Lissabon zijn einddiploma's die toegang tot hoger onderwijs verschaffen, grotendeels gelijkwaardig. Zij bieden toegang tot hoger onderwijs in heel Europa en daarbuiten. Wanneer deze kwalificaties worden gekoppeld aan verschillende EKK-niveaus, wordt er gesuggereerd dat er niveauverschillen bestaan in de bereikte leerresultaten. Dat kan de mobiliteit belemmeren van schoolverlaters die hoger onderwijs in een ander land willen volgen.

In sommige gevallen verschillen nationale kwalificaties met dezelfde naam/titel qua inhoud en complexiteit. In andere gevallen hebben landen verschillende ideeën over hoe leerresultaten het best aan een EKK-niveau worden gekoppeld. Ook als deze verschillen legitiem zijn, zullen zij onbegrijpelijk zijn voor mensen die er op grond van de identieke titels van uitgaan dat ook de kwalificaties gelijk zouden moeten zijn. Informatie-uitwisseling en het verstrekken van richtsnoeren op Europees niveau moeten inzicht en vertrouwen in de besluiten met betrekking tot de relatering aan het EKK blijven bevorderen.

Het EKK-ontwerp is volledig compatibel met het EHOR-kwalificatiekader. Een coherente uitvoering is gegarandeerd, vooral omdat de Raad van Europa aan de vergaderingen van de AG en NCP's deelneemt en omdat de Commissie de bijeenkomsten over het EHOR-kwalificatiekader bijwoont. Dankzij deze samenhang konden de meeste landen hun EKK-relatering en zelfcertificering op grond van het EHOR-kwalificatiekader in één proces uitvoeren en één verslag overleggen met daarin de criteria van beide processen. Verscheidene landen die wel aan het Bolognaproces en niet aan het EKK deelnemen, hebben eveneens NKK's voor een leven lang leren op basis van leerresultaten ontwikkeld. Het zou nuttig zijn vast te stellen hoe landen denken over de toegevoegde waarde van twee overkoepelende Europese kwalificatiekaders.

2.4 Het EKK als belangrijk hulpmiddel om kwalificaties te erkennen en transparantie te waarborgen

Het EKK heeft betrekking op alle niveaus en soorten van kwalificaties. De samenhang van het EKK met ander Europees beleid en instrumenten[5] waarmee wordt getracht vaardigheden en kwalificaties transparanter te maken (bv. het EHOR-kwalificatiekader, Europass, ECTS, Ecvet, Richtlijn 2005/36, ESCO, validatie van informeel en niet-formeel leren) alsmede met kaderregelingen en beginselen voor kwaliteitsborging (Eqavet en de Europese standaarden en richtsnoeren), is van fundamenteel belang voor de doeltreffendheid en het effect ervan. Dit alles bevordert het vrije verkeer van personen en een leven lang leren en bij sommige van deze instrumenten wordt de op leerresultaten gebaseerde aanpak gehanteerd.

Het EKK en de Europese systemen voor het verzamelen en overdragen van studiepunten, namelijk het ECTS en het Ecvet, zijn coherent in hun onderliggende beginselen, maar in de praktische uitvoering zijn zij nog niet volledig op elkaar afgestemd. Het ECTS wordt gebruikt voor ongeveer 75 % van de opleidingen in het hoger onderwijs. Momenteel worden de meeste programma's beschreven in termen van beoogde leerresultaten, maar de uitdaging is om de op leerresultaten gebaseerde aanpak ook bij het opstellen en beoordelen van de programma's te hanteren. De lopende herziening van de ECTS-handleiding zal hier in Europees verband extra licht op werpen. Het Ecvet is volledig gebaseerd op leerresultaten, maar bevindt zich in een eerdere uitvoeringsfase.

De gemeenschappelijke beginselen van het EKK inzake kwaliteitsborging zijn grotendeels verenigbaar met de Europese standaarden en richtsnoeren en met Eqavet. De beginselen van al deze drie instrumenten hebben echter uitsluitend betrekking op kwaliteitsborging in onderwijs en opleiding in het algemeen, en bieden geen specifieke richtsnoeren voor het garanderen van de kwaliteit van de op leerresultaten gebaseerde aanpak, kwalificaties en kwalificatiekaders. Aan de hand van de lopende evaluaties van het EKK en Eqavet en de herziening van de Europese standaarden en richtsnoeren moet worden nagegaan waar verdere synergieën tussen Europese kwalificatiekaders en regelingen voor kwaliteitsborging kunnen worden bewerkstelligd.

Het EKK strookt met de erkenningsovereenkomst van Lissabon[6], die de erkenning van kwalificaties in het hoger onderwijs in Europa en de toegankelijkheid daarvan bevordert. In de aanvullende tekst bij de erkenningsovereenkomst van Lissabon over het gebruik van kwalificatiekaders bij de erkenning van buitenlandse kwalificaties, die in juni 2013 werd goedgekeurd, wordt opgeroepen tot een nauwere koppeling tussen kwalificatiekaders en de erkenning van kwalificaties voor verdere leerdoeleinden. Bij de erkenning op institutioneel niveau wordt echter zelden rekening gehouden met kwalificatiekaders en de versterkte transparantie die door Europese kaderregelingen tot stand is gebracht.

Er is minder overeenstemming met de richtlijn betreffende de erkenning van beroepskwalificaties. Deze richtlijn werkt met vijf niveaus en criteria zoals de duur van de opleiding om kwalificaties op de arbeidsmarkt te erkennen, terwijl het EKK acht op leerresultaten gebaseerde niveaus kent. Dit heeft onder belanghebbenden onzekerheid veroorzaakt. Daarom wordt in de nieuwe richtlijn[7] aangestuurd op synergieën met het EKK. Het op vijf niveaus gebaseerde stelsel blijft intact, maar het wordt mogelijk "gemeenschappelijke opleidingskaders" op te zetten waarmee landen overeenstemming kunnen bereiken over minimumniveaus van kennis, vaardigheden en competenties, die aan EKK-niveaus zijn gekoppeld. Op grond hiervan kunnen landen automatisch beroepskwalificaties erkennen.

De aanbeveling beoogt een nauwe koppeling met Europass. De Europass-supplementen moeten naar het bijbehorende EKK-niveau verwijzen, maar dat gebeurt zelden omdat de tweede EKK-mijlpaal slechts in beperkte mate is gerealiseerd.

Ten slotte bestaat er een nauw verband tussen de ontwikkeling van de Europese meertalige classificatie van vaardigheden/competenties, kwalificaties en beroepen (ESCO) en het EKK. Kwalificaties die aan het EKK zijn gekoppeld, worden indirect in ESCO opgenomen. Dit gebeurt via het EKK-portaal, dat verbonden zal worden met nationale kwalificatiedatabanken. Internationale kwalificaties die niet in NKK's zijn geïntegreerd, worden rechtstreeks in ESCO opgenomen. Coördinatie is wenselijk van de op leerresultaten gebaseerde aanpak die in het EKK wordt gehanteerd, en ESCO.

2.5 Beheer

Het EKK wordt beheerd door de AG en de NCP's (punt 2.1).

De AG bestaat uit vertegenwoordigers van:

· 36 landen (28 lidstaten, vijf kandidaat-lidstaten, Liechtenstein, Noorwegen en Zwitserland);

· Europese sociale partners (EVV, BusinessEurope, UEAPME, CEEP);

· Europese koepelorganisaties die kwalificaties toekennen (Eurochambres, EUCIS-LLL, EUA); en

· overige belanghebbenden (overheidsdiensten voor arbeidsvoorziening, European Students' Union, Europees vrijwilligerscentrum, Europees Jeugdforum).

De Raad van Europa participeert in de adviesgroep om de samenhang tussen het EKK en het EHOR-kwalificatiekader te waarborgen.

Cedefop en de Europese Stichting voor opleiding ondersteunen de AG.

De AG verschaft effectieve richtsnoeren voor relatering aan het EKK op nationaal niveau en werkt aan vertrouwen en begrip tussen de deelnemende landen. Zijn mandaat werd in 2012 uitgebreid en omvat nu ook het toezicht op de uitvoering van de aanbeveling van de Raad betreffende de validatie van niet-formeel en informeel leren[8]. Dit heeft tot doel de banden tussen kwalificatiekaders en validatieregelingen, die in de meeste landen nog moeten worden ontwikkeld, verder te verstevigen.

In 36 landen zijn NCP's opgezet. Zij zijn ingebed in diverse institutionele structuren, waaronder ministeries, nationale agentschappen, nationale kwalificatieautoriteiten, instellingen voor onderzoek op onderwijsgebied en centra voor informatie over onderwijs. Hoe doeltreffend zij zijn, hangt voor een groot deel af van hoe nauw zij verbonden zijn met het nationale beheer van het NKK/EKK-proces. De NCP's richten bij de meeste werkzaamheden hun aandacht op de communicatie met belanghebbenden, maar zij zien het als een uitdaging om contact te leggen met de sociale partners en hebben niet genoeg ervaring als het gaat om communiceren met het grote publiek. De nationale autoriteiten moeten vaststellen hoe de NCP's beter met uiteenlopende belanghebbenden kunnen communiceren en communicatiestrategieën kunnen opstellen.

Vanwege aanvankelijke organisatorische problemen en wijzigingen in het tijdschema voor de relatering aan het EKK hebben de NCP's de afgelopen drie jaar slechts ongeveer 75 % van hun beschikbare budget gebruikt. Toch werden hun activiteiten als essentieel beschouwd voor de uitvoering van het EKK op nationaal niveau.

Het EKK-portaal verschaft informatie over het EKK en de resultaten van de nationale relateringsprocessen. Op het portaal kunnen nationale kwalificatieniveaus met het EKK worden vergeleken en er kan op kwalificaties worden gezocht. De vergelijking betreft negen van de twintig landen die hun kwalificaties aan het EKK hebben gerelateerd. Zoeken naar afzonderlijke kwalificaties wordt pas eind 2013 mogelijk. Hier ligt een grote uitdaging: er bestaan nog geen nationale kwalificatiedatabanken in alle landen en de al wel aanwezige databanken bestrijken niet alle kwalificaties van de NKK's. Het potentieel van dit portaal kan pas ten volle worden benut wanneer een flinke meerderheid van de landen meedoet.

2.6 Effect en duurzaamheid

Er bestaan geen statistieken over welk effect het EKK heeft op een leven lang leren en mobiliteit; de uitvoering van het EKK bevindt zich nog in een pril stadium. Niettemin is er met de overgang naar een op leerresultaten gebaseerde aanpak een belangrijke prestatie geleverd. Die heeft de weg vrijgemaakt voor flexibelere leertrajecten en de validatie van niet-formeel en informeel leren.

Het EKK heeft ook buiten de 36 deelnemende landen effect gesorteerd. Diverse landen die een partnerschap met de EU zijn aangegaan, hebben EKK-concepten goedgekeurd met het oog op hun eigen nationale en regionale ontwikkeling, en landen uit andere regio's in de wereld streven naar een dialoog over het EKK.

Gezien de mate van politieke betrokkenheid bij het EKK zou het gemeenschappelijke referentiehulpmiddel ook zonder financiële steun vanuit Europa duurzaam zijn, maar de belanghebbenden zien in dat een krachtige coördinatie op het niveau van de EU onmisbaar is voor een coherente en transparante uitvoering.

3. conclusies

Uit de bevindingen blijkt dat het EKK breed wordt aanvaard als referentiepunt voor de ontwikkeling van kwalificatiekaders, het hanteren van de op leerresultaten gebaseerde aanpak en het vergroten van de transparantie en de erkenning van vaardigheden en competenties. Binnen een toekomstige Europese ruimte van vaardigheden en kwalificaties zou het een centrale plaats kunnen innemen. Vertragingen in de uitvoering hebben echter voor een besef van urgentie gezorgd. De EU moet het mogelijk maken dat lerenden en werkenden hun vaardigheden beter voor het voetlicht brengen ongeacht waar zij deze hebben verworven. Zij dient het EKK zo snel mogelijk volledig operationeel te maken.

Op grond van de resultaten van de evaluatie stelt de Commissie de volgende maatregelen voor om de relevantie, de doeltreffendheid en het effect van het EKK te vergroten:

Versnelde relatering aan het EKK en ontwikkeling van nationale kwalificatiekaders

Alle landen moeten solide NKK's creëren die door belanghebbenden worden gebruikt en begrepen. Zij moeten voortbouwen op nationale raadplegingen, tot een brede consensus komen over hoe nationale kwalificatieniveaus aan het EKK moeten worden gerelateerd en hun eerste relateringsverslag uiterlijk 2014 trachten af te ronden.

Versterking van de rol en het effect van op leerresultaten gebaseerde kwalificatiekaders op nationaal en Europees niveau

Regeringen moeten zich ertoe verbinden de op leerresultaten gebaseerde aanpak in alle subsystemen van onderwijs en opleiding te hanteren, door alomvattende NKK's uit te voeren met daarin kwalificaties die zowel binnen als buiten traditionele formele onderwijs- en opleidingsstelsels worden toegekend. NKK's moeten worden geïntegreerd in het algehele beleid inzake onderwijs, opleiding en werkgelegenheid. Op Europees niveau moet de descriptor "competentie" in de bijlagen I en II van de aanbeveling worden verduidelijkt.

Versterking van de transparante en coherente relatering aan het EKK, met inachtneming van het veranderende karakter van kwalificatiesystemen

Relatering aan het EKK moet als een continu proces worden beschouwd en mag niet beperkt blijven tot het overleggen van één relateringsverslag. De AG moet richtsnoeren aandragen voor criteria 3 en 4 en een alomvattende strategie ontwikkelen voor het opvolgen van relateringsverslagen in de toekomst. Hiertoe behoren ook een strenger toezicht op hoe landen rekening houden met de opmerkingen van de AG over nationale relateringsverslagen en het aanpakken van inconsistenties in de relatering die zich tussen landen voordoen. De AG dient tevens de onderlinge communicatie van belanghebbenden over problematische relateringskwesties te ondersteunen.

Versterking van de banden tussen Europese kwaliteitsborging en kwalificatiekaders

De gemeenschappelijke beginselen van het EKK inzake kwaliteitsborging, Eqavet en de Europese standaarden en richtsnoeren moeten meer op elkaar worden afgestemd en de op leerresultaten gebaseerde aanpak ondersteunen, om coherente beginselen betreffende kwaliteitsborging voor een leven lang leren op te stellen. Behalve een groeiend vertrouwen in kwalificaties, kwalificatiekaders en relatering aan het EKK kan dit ook leiden tot groeiend vertrouwen en een betere doorstroming tussen subsystemen van onderwijs en opleiding.

Verbetering van de communicatie over het EKK om lerenden, werkenden en andere belanghebbenden beter te ondersteunen en te informeren over de voordelen van het EKK

Wanneer landen hun kwalificaties aan het EKK hebben gerelateerd, moeten zij ervoor zorgen dat alle nieuwe getuigschriften, diploma's en Europass-supplementen een verwijzing naar het desbetreffende EKK-niveau bevatten. Landen moeten nationale kwalificatiedatabanken of -registers opzetten en deze met het EKK-portaal verbinden. Het EKK-portaal moet op zijn beurt worden gekoppeld aan het Europese portaal voor leermogelijkheden (Ploteus) en ESCO. De Commissie zal onderzoeken hoe webinstrumenten kunnen worden gebruikt om lerenden, werkenden en andere belanghebbenden diensten op het gebied van vaardigheden te bieden ter ondersteuning van de mobiliteit, een leven lang leren en de inzetbaarheid op de arbeidsmarkt.

Beter gebruik van het EKK in beleid en instrumenten voor mobiliteit en een leven lang leren

Het EKK kan fungeren als spil voor andere Europese beleidsmaatregelen en ‑instrumenten, zoals overdracht en erkenning van studiepunten. Kwalificatiekaders en studiepuntensystemen die op leerresultaten zijn gebaseerd, bevorderen flexibelere individuele leertrajecten in verschillende instellingen, sectoren en landen. De Commissie, lidstaten en belanghebbenden moeten de verbanden tussen het EKK en de Europese systemen voor het verzamelen en overdragen van studiepunten versterken en toelichten. Landen moeten het EKK meer als aanvullende informatiebron gaan gebruiken voor de bevoegde autoriteiten die onderzoek doen naar de erkenning van kwalificaties die in andere lidstaten in het kader van de richtlijn betreffende de erkenning van beroepskwalificaties en in ET 2020-landen in het kader van de erkenningsovereenkomst van Lissabon zijn afgegeven.

Verduidelijking van de rol van het EKK met betrekking tot internationale kwalificaties en voor landen en regio's buiten Europa

Het EKK wordt steeds meer gebruikt als referentiepunt voor het vergelijken van kwalificaties. Via de bestaande relatering aan het EKK en de bijbehorende criteria moet ervoor worden gezorgd dat het EKK alle soorten kwalificaties, met inbegrip van internationale kwalificaties, omvat. Er moet verder worden onderzocht op welke wijze het EKK de vergelijking en erkenning van buiten Europa verkregen kwalificaties kan ondersteunen.

Betere afstemming van het EKK op huidige ontwikkelingen op het gebied van onlineleren en internationale kwalificaties

Het EKK moet betrekking hebben op internationale kwalificaties en kwalificaties waarbij sprake is van modules die in verschillende landen zijn voltooid of waarbij contactonderwijs en onlineleren worden gecombineerd. Het EKK kan pas werkelijk een alomvattend kader worden als het zich aan deze nieuwe ontwikkelingen aanpast en de veranderingen in het aanbod van onderwijs en opleiding kan blijven bijhouden.

In "Een andere kijk op onderwijs" lag de nadruk op de rol van onderwijs in economische groei, concurrentievermogen en werkgelegenheid. Een van de voorstellen van dit initiatief behelst de uitvoering van verkennend onderzoek naar verdere synergieën tussen EU-instrumenten voor transparantie en erkenning van vaardigheden en kwalificaties. Dit moet ten slotte uitmonden in het creëren van een Europese ruimte van vaardigheden en kwalificaties waarin iedereen zich vrij kan bewegen en zijn/haar competenties en kwalificaties snel erkend worden zodat hij/zij verder kan gaan met leren en zodat werkgevers voldoende begrijpen wat deze inhouden.

De Commissie zal de in dit verslag gepresenteerde conclusies ook tijdens het openbare debat over de Europese ruimte van vaardigheden en kwalificaties in de winter van 2013/2014 met de relevante belanghebbenden bespreken. Afhankelijk van de conclusies van dit debat en van een effectbeoordeling kan de Commissie overwegen een herziening voor te stellen van de huidige rechtsgrondslag van het EKK, de aanbeveling van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2008 (2008/C 111/01).

[1] http://ec.europa.eu/education/lifelong-learning-policy/eqf_en.htm.

[2] COM(2012) 669 final.

[3] http://www.ehea.info/Uploads/qualification/QF-EHEA-May2005.pdf.

[4] http://ec.europa.eu/eqf/documentation_nl.htm

[5] http://ec.europa.eu/education/lifelong-learning-policy/mobility_en.htm

[6] ETS 165 — Recognition Qualifications 1997 Higher Education in the European Region, 11.IV.1997.

[7] http://eur-lex.europa.eu/LexUriServ/LexUriServ.do?uri=CELEX:52011PC0883:NL:NOT

[8] http://eur-lex.europa.eu/LexUriServ/LexUriServ.do?uri=OJ:C:2012:398:0001:0005:NL:PDF