Bijlagen bij COM(2011)164 - GROENBOEK Het EU-kader inzake corporate governance

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

dossier COM(2011)164 - GROENBOEK Het EU-kader inzake corporate governance.
document COM(2011)164 NLEN
datum 5 april 2011
BIJLAGE 1: Vragenlijst

Algemene punten

26. Moeten EU-maatregelen inzake corporate governance rekening houden met de grootte van beursgenoteerde ondernemingen? Hoe moet dat gebeuren? Moet een gedifferentieerde en evenredige regeling voor kleine en middelgrote beursgenoteerde ondernemingen worden vastgesteld? Zo ja, zijn er dan passende definities of drempels? Zo ja, gelieve dan bij het beantwoorden van de onderstaande vragen aan te geven hoe deze zo nodig aan mkb-ondernemingen kunnen worden aangepast.

27. Moeten op EU-niveau maatregelen inzake corporate governance voor niet-beursgenoteerde ondernemingen worden genomen? Moet de EU zich richten op het bevorderen van de ontwikkeling en de toepassing van vrijwillige codes voor niet-beursgenoteerde ondernemingen?

De raad van bestuur

28. Moet de EU ernaar streven dat de functies en taken van de voorzitter van de raad van bestuur en die van de algemeen directeur in financiële instellingen duidelijker van elkaar gescheiden worden?

29. Moet in het wervingsbeleid specifieker worden aangegeven welk profiel de leden van de raad van bestuur, waaronder de voorzitter, moeten hebben om te waarborgen dat personen met de juiste vaardigheden worden gekozen en dat de samenstelling van de raad voldoende divers is? Zo ja, hoe kan hier het beste voor worden gezorgd en op welk overheidsniveau (nationaal, EU of internationaal) zou dit moeten gebeuren?

30. Moeten beursgenoteerde bedrijven worden verplicht bekend te maken of zij een diversiteitsbeleid hebben en, als zij dit hebben, de doelstellingen en hoofdpunten ervan beschrijven en regelmatig verslag doen van de vorderingen?

31. Moeten beursgenoteerde bedrijven worden verplicht in hun raad van bestuur en raad van commissarissen te zorgen voor een beter evenwicht van mannen en vrouwen? Zo ja, hoe?

32. Bent u van mening dat er op EU-niveau een maatregel moet zijn om het toegestane aantal bestuursfuncties van niet bij het dagelijks bestuur betrokken bestuurders te beperken? Zo ja, hoe moet deze maatregel worden geformuleerd?

33. Moeten beursgenoteerde ondernemingen worden aangemoedigd regelmatig (bv. om de drie jaar) een externe evaluatie te laten uitvoeren? Zo ja, op welke wijze?

34. Moet het verplicht worden het beloningsbeleid, het jaarverslag over de beloningen (een verslag over de uitvoering van het beloningsbeleid in het afgelopen jaar) en de individuele beloning van al dan niet bij het dagelijks bestuur betrokken bestuurders openbaar te maken?

35. Moet het verplicht worden de aandeelhouders te laten stemmen over het beloningsbeleid en het verslag over de beloningen?

36. Bent u het ermee eens dat de raad van bestuur de “risicobereidheid” van de onderneming moet goedkeuren, hiervoor de verantwoordelijkheid op zich moet nemen en hiervan op zinvolle wijze verslag moet doen aan de aandeelhouders? Moet deze openbaarmakingsregeling ook gelden voor belangrijke maatschappelijke risico’s?

37. Bent u het ermee eens dat de raad van bestuur ervoor moet zorgen dat de onderneming over effectieve risicobeheerregelingen beschikt die op het risicoprofiel van de onderneming zijn afgestemd?

Aandeelhouders

38. Welke bestaande EU-voorschriften kunnen volgens u onwenselijke kortzichtigheid van beleggers in de hand werken en hoe zouden deze voorschriften kunnen worden gewijzigd om dergelijk gedrag te voorkomen?

39. Moeten er maatregelen worden genomen voor de stimuleringsstructuren en de beoordeling van de prestaties van vermogensbeheerders die portefeuilles van institutionele langetermijnbeleggers beheren, en zo ja welke?

40. Moet in de EU-wetgeving worden bevorderd dat institutionele beleggers doeltreffender toezicht houden op vermogensbeheerders op het punt van strategieën, kosten, handel en betrokkenheid van vermogensbeheerders bij de ondernemingen waarin wordt geïnvesteerd? Zo ja, hoe?

41. Zouden EU-voorschriften moeten zorgen voor een zekere onafhankelijkheid van het bestuurslichaam van de vermogensbeheerder, bijvoorbeeld ten opzichte van de moederonderneming, of zijn er andere (wettelijke) maatregelen nodig om de bekendmaking en het beheer van belangenconflicten te verbeteren?

42. Hoe kan de EU het best samenwerking tussen aandeelhouders bevorderen?

43. Moeten volmachtadviseurs door de EU-wetgeving worden verplicht grotere openheid te betrachten, bijvoorbeeld over hun analysemethoden, belangenconflicten en hun beleid voor de omgang met belangenconflicten en/of de eventuele toepassing van een gedragscode? Zo ja, hoe kan hier het best voor worden gezorgd?

44. Bent u van mening dat er andere (wettelijke) maatregelen nodig zijn, bijvoorbeeld om volmachtadviseurs te beperken in hun mogelijkheden adviesdiensten te verlenen aan de onderneming waarin wordt geïnvesteerd?

45. Is het volgens u nodig dat er een technisch en/of juridisch Europees instrument komt om emittenten te helpen bij de identificatie van hun aandeelhouders teneinde de dialoog over aspecten van corporate governance te bevorderen? Zo ja, denkt u dat hierdoor ook de samenwerking tussen beleggers zal verbeteren? Gelieve uw antwoord toe te lichten (bv. beoogde doelstelling(en), voorkeur voor een instrument, frequentie, gedetailleerdheid en kostentoewijzing).

46. Bent u van mening dat minderheidsaandeelhouders meer rechten moeten krijgen om hun belangen doeltreffend te verdedigen in ondernemingen die aandeelhouders met zeggenschap of dominante aandeelhouders hebben?

47. Bent u van mening dat minderheidsaandeelhouders beter beschermd moeten worden tegen transacties met verbonden partijen? Zo ja, welke maatregelen moeten er worden genomen?

48. Moeten er maatregelen worden genomen om werknemersaandelen op EU-niveau te bevorderen, en zo ja welke?

Toezicht op en uitvoering van codes voor corporate governance

49. Bent u het ermee eens dat ondernemingen die afwijken van de aanbevelingen in codes voor corporate governance, moeten worden verplicht hierop een uitvoerige toelichting te geven en te beschrijven welke alternatieve oplossing zij hebben toegepast?

50. Bent u het ermee eens dat de toezichthoudende instanties moeten worden gemachtigd de informatiekwaliteit van de toelichtingen in de verklaringen inzake corporate governance te controleren en ondernemingen zo nodig te verplichten de toelichtingen aan te vullen? Zo ja, welke rol moeten zij precies hebben?

BIJLAGE 2: Lijst van EU-maatregelen op het gebied van corporate governance

- Richtlijn 2006/46/EG van het Europees Parlement en de Raad van 14 juni 2006 tot wijziging van de Richtlijnen 78/660/EEG van de Raad betreffende de jaarrekening van bepaalde vennootschapsvormen, 83/349/EEG van de Raad betreffende de geconsolideerde jaarrekening, 86/635/EEG van de Raad betreffende de jaarrekening en de geconsolideerde jaarrekening van banken en andere financiële instellingen en 91/674/EEG van de Raad betreffende de jaarrekening en de geconsolideerde jaarrekening van verzekeringsondernemingen (PB L 224 van 16.8.2006, blz. 1 – 7).

- Richtlijn 2004/109/EG van het Europees Parlement en de Raad van 15 december 2004 betreffende de transparantievereisten die gelden voor informatie over uitgevende instellingen waarvan effecten tot de handel op een gereglementeerde markt zijn toegelaten en tot wijziging van Richtlijn 2001/34/EG (PB L 390 van 31.12.2004, blz. 38 – 57).

- Richtlijn 2007/36/EG van het Europees Parlement en de Raad van 11 juli 2007 betreffende de uitoefening van bepaalde rechten van aandeelhouders in beursgenoteerde vennootschappen (PB L 184 van 14.7.2007, blz. 17 – 24).

- Richtlijn 2004/25/EG van het Europees Parlement en de Raad van 21 april 2004 betreffende het openbaar overnamebod (PB L 142 van 30.4.2004, blz. 12 – 23)

- Aanbeveling 2005/162/EG van de Commissie van 15 februari 2005 betreffende de taak van niet bij het dagelijks bestuur betrokken bestuurders of commissarissen van beursgenoteerde ondernemingen en betreffende de comités van de raad van bestuur of van de raad van commissarissen (PB L 52 van 25.2.2005, blz. 51–63)

- Aanbeveling 2004/913/EG van de Commissie van 14 december 2004 ter bevordering van de toepassing van een passende regeling voor de beloning van bestuurders van beursgenoteerde ondernemingen (PB L 385 van 29.12.2004, blz. 55–59).

- Aanbeveling 2009/385/EG van de Commissie van 30 april 2009 ter aanvulling van Aanbeveling 2004/913/EG en Aanbeveling 2005/162/EG wat betreft de regeling voor de beloning van bestuurders van beursgenoteerde ondernemingen (PB L 120 van 15.5.2009, blz. 28–31).

-

[1] Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s “Naar een Single Market Act voor een sociale markteconomie met een groot concurrentievermogen”, COM(2010) 608 definitief/2, blz. 32.

[2] Zie de conclusies van de Europese Raad van 17 juni 2010, te raadplegen op http://www.consilium.europa.eu/ueDocs/cms_Data/docs/pressData/en/ec/115346.pdf

[3] De raadpleging over de “bekendmaking van niet-financiële informatie door ondernemingen” werd in januari 2011 afgesloten; zie http://ec.europa.eu/internal_market/consultations/2010/non-financial_reporting_en.htm

[4] Zie bijvoorbeeld ook OESO, “Corporate Governance and the Financial Crisis - Conclusions and emerging good practices to enhance implementation of the Principles”, februari 2010.

[5] Rapport van het Comité inzake de financiële aspecten van corporate governance (het Cadbury-rapport), 1992, blz. 15, te raadplegen op http://www.ecgi.org/codes/documents/cadbury.pdf

[6] OECD Principles of Corporate Governance, 2004, blz. 11, te raadplegen ophttp://www.oecd.org/dataoecd/32/18/31557724.pdf

[7] Zie bijlage 2 voor een lijst van EU-maatregelen op het gebied van corporate governance.

[8] Deze aanpak betekent dat een onderneming die van een code voor corporate governance afwijkt, moet uitleggen van welke onderdelen van de code voor corporate governance zij is afgeweken en de redenen hiervoor aangeven.

[9] COM(2010) 284, zie ook de desbetreffende feedbackverklaring (“Feedback Statement — Summary of responses to the Commission Green Paper on Corporate Governance in Financial Institutions”), te raadplegen ophttp://ec.europa.eu/internal_market/consultations/docs/2010/governance/feedback_statement_en.pdf

[10] Zie het bovengenoemde groenboek, punten 3.5 en 5.5.

[11] Studie betreffende “Monitoring and Enforcement Practices in Corporate Governance in the Member States”, te raadplegen ophttp://ec.europa.eu/internal_market/company/docs/ecgforum/studies/comply-or-explain-090923_en.pdf

[12] Er bestaan evenwel uitzonderingen: volgens artikel 41, lid 1, tweede alinea, van Richtlijn 2006/43/EG van het Europees Parlement en de Raad van 17 mei 2006 betreffende de wettelijke controles van jaarrekeningen en geconsolideerde jaarrekeningen, tot wijziging van de Richtlijnen 78/660/EEG en 83/349/EEG van de Raad en houdende intrekking van Richtlijn 84/253/EEG van de Raad (PB L 157 van 9.6.2006, blz. 87) mogen lidstaten beursgenoteerde mkb-ondernemingen toestaan geen afzonderlijk auditcomité in te stellen.

[13] Zie bijvoorbeeld “Code de gouvernement d’entreprise pour les valeurs moyennes et petites”, december 2009, Middlenext, te raadplegen op http://www.middlenext.com/

[14] Zie bijvoorbeeld de “UK Corporate Governance Code”, te raadplegen ophttp://www.frc.org.uk/corporate/ukcgcode.cfm

[15] De logica van de lastenvermindering voor kleine en middelgrote ondernemingen is ook aanwezig in de lopende evaluatie van de jaarrekeningenrichtlijnen (Richtlijnen 78/66/EEG en 83/349/EEG van de Raad), hoewel deze hoofdzakelijk op niet-beursgenoteerde ondernemingen gericht zal zijn, alsook in het in 2010 gepubliceerde groenboek inzake auditbeleid (COM(2010) 561), dat te raadplegen is ophttp://ec.europa.eu/internal_market/consultations/docs/2010/audit/green_paper_audit_nl.pdf

[16] Corporate Governance Guidance and Principles for Unlisted Companies in Europe”, European Confederation of Directors’ Associations (EcoDa), te raadplegen op http://www.ecoda.org/docs/ECODA_WEB.pdf

[17] Zie bijvoorbeeld in België de “Code Buysse: Corporate governance — Aanbevelingen voor niet-beursgenoteerde ondernemingen” (http://www.codebuysse.be/downloads/CodeBuysse_NL.pdf); in Finland het initiatief van de centrale kamers van koophandel “Improving corporate governance of unlisted companies” (http://www.keskuskauppakamari.fi/content/download/19529/421972); en in het Verenigd Koninkrijk “Corporate Governance Guidance and Principles for Unlisted Companies in the UK”, Institute of Directors(http://www.iod.com/MainWebsite/Resources/Document/corp_gov_guidance_and_principles_for_unlisted_companies_in_the_uk_final_1011.pdf)

[18] Dit groenboek heeft geen betrekking op de functies die in het nationale recht aan de verschillende ondernemingsorganen en de participatie van werknemers in de raad van bestuur zijn toegewezen.

[19] Vermeldenswaard is dat sommige lidstaten voorzien in regelingen voor werknemersparticipatie in de raden van bestuur.

[20] “Enhancing stakeholder diversity in the Board room”, The Erfurt meetings series, No 1, maart 2008, European Citizens’ Seminars e.V. (Erfurt, Duitsland).

[21] Heidrick & Struggles, “Corporate Governance Report 2009 — Boards in turbulent times” , waarvoor een selectie van 371 topondernemingen in 13 landen op basis van de referentie-effectenbeurs is gebruikt.

[22] Zie Heidrick & Struggles.

[23] Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s “Strategie voor de gelijkheid van vrouwen en mannen 2010-2015”, COM(2010) 491 definitief.

[24] Zie voor bijzonderheden het werkdocument van de diensten van de Commissie over het genderevenwicht bij het leidinggeven aan bedrijven, SEC(2011) 246 definitief.

[25] Europese Commissie, databank over de participatie van vrouwen en mannen in de besluitvorming, http://ec.europa.eu/social/main.jsp?catId=764&langId=en

[26] “Women matter”, McKinsey & Company 2007, 2010.

[27] Zie bovengenoemd werkdocument van de diensten van de Commissie.

[28] “Women matter”, McKinsey & Company 2008.

[29] Adams en Ferreira, “Women in the boardroom and their impact on governance and performance”, in Journal of Financial Economics 94 (2009).

[30] Woolley, Chabris, Pentland, Hashmi en Malone, “Evidence for a Collective Intelligence Factor in the Performance of Human Groups”, Sciencexpress, 30 september 2010.

[31] “Women matter”, McKinsey & Company 2007; “Female Leadership and Firm Profitability”, Finnish Business and Policy Forum — EVA 2007; “The Bottom Line: Connecting Corporate Performance and Gender Diversity”, Catalyst 2004.

[32] Zie Adams en Ferreira.

[33] “Gecontroleerde onderneming” zoals gedefinieerd in artikel 2, lid 1, onder f), van Richtlijn 2004/109/EG van het Europees Parlement en de Raad van 15 december 2004 betreffende de transparantievereisten die gelden voor informatie over uitgevende instellingen waarvan effecten tot de handel op een gereglementeerde markt zijn toegelaten en tot wijziging van Richtlijn 2001/34/EG. Zie ook de uitleg over de relatie tussen moeder- en dochteronderneming in artikel 1 van Richtlijn 83/349/EEG betreffende de geconsolideerde jaarrekening.

[34] Aanbeveling 2005/162/EG van de Commissie van 15 februari 2005 betreffende de taak van niet bij het dagelijks bestuur betrokken bestuurders of commissarissen van beursgenoteerde ondernemingen en betreffende de comités van de raad van bestuur of van de raad van commissarissen.

[35] OESO, “Corporate governance and the financial crisis: Conclusions and emerging good practices to enhance implementation of the Principles”, 24 februari 2010, blz. 20.

[36] Zie Higgs, D., “Review of the role and effectiveness of non-executive directors”, januari 2003.

[37] Aanbevelingen 2004/913/EG, 2005/162/EG en 2009/385/EG van de Commissie.

[38] Verslagen SEC(2007) 1022 en COM(2010) 285 van de Commissie.

[39] Verklaring van het Europees corporate governance forum van 23 maart 2009.

[40] Zie vraag 7.1. De respondenten waren over het algemeen van mening dat prikkels voor bestuurders goed gestructureerd moesten zijn om duurzame prestaties van bedrijven op lange termijn te bevorderen. De meerderheid was echter tegen het nemen van wettelijke maatregelen voor de beloningsstructuur van beursgenoteerde bedrijven. Bepaalde respondenten gaven wel aan dat zij voorstander waren van een transparanter beloningsbeleid voor bestuurders van beursgenoteerde bedrijven en voor stemrecht voor aandeelhouders.

[41] Bv. veerkracht van de investeringen van de onderneming in klimaatverandering en financiële of andere gevolgen van regelgeving voor de uitstoot van broeikasgassen.

[42] EU-webpagina over de bescherming van cruciale infrastructuur:http://europa.eu/legislation_summaries/justice_freedom_security/fight_against_terrorism/jl0013_en.htm

[43] Zo blijkt uit de gesprekken die de Commissie heeft gevoerd.

[44] Zo kunnen typische institutionele kortetermijnbeleggers, zoals “activistische” hedgefondsen, een gunstige invloed hebben doordat zij als katalysator voor veranderingen in het bestuur fungeren en andere aandeelhouders wakker schudden.

[45] Zie Stewardship Code in het Verenigd Koninkrijk.

[46] Beleggers met langetermijnverplichtingen jegens hun begunstigden, zoals pensioenfondsen, levensverzekeraars, pensioenreservefondsen van de overheid en staatsbeleggingsfondsen.

[47] In dit groenboek heeft “institutionele belegger” een brede betekenis en worden hiermee alle instellingen aangeduid die (mede) namens klanten en begunstigden beroepsmatig beleggen.

[48] Paul Woolley, “Why are financial markets so inefficient and exploitative — and a suggested remedy”, in The Future of Finance: The LSE Report , 2010.

[49] Tot de voorstanders behoorden met name beleggers, vermogensbeheerders, ondernemingen (in de financiële dienstensector) en bedrijfsspecialisten.

[50] Zie ook punt 7.3.4 van de openbare raadpleging over de herziening van de richtlijn betreffende markten voor financiële instrumenten: http://ec.europa.eu/internal_market/consultations/docs/2010/mifid/consultation_paper_en.pdf

[51] Op 31 januari 2010 heeft het Shareholder Responsibilities Committee van het ICGN opgeroepen informatie te geven over de modelvoorwaarden voor contracten tussen vermogensbezitters en hun fondsenbeheerders: http://www.icgn.org/policy_committees/shareholder-responsibilities-committee/-/page/307/

[52] Zie voor meer informatie het werkdocument van de diensten van de Commissie “The review of the operation of Directive 2004/109/EC: emerging issues” bij het verslag van de Commissie aan de Raad, het Europees Parlement, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s over de werking van Richtlijn 2004/109/EG betreffende de transparantievereisten die gelden voor informatie over uitgevende instellingen waarvan effecten tot de handel op een gereglementeerde markt zijn toegelaten, SEC(2009) 611, blz. 88-94.

[53] Deze vraag is ook gesteld in het groenboek Corporate governance in financiële instellingen en het beloningsbeleid, COM(2010) 284, dat echter alleen betrekking had op financiële instellingen.

[54] In de raadpleging over de transparantierichtlijn heeft de Commissie al aandacht besteed aan het risico van misbruik in verband met “empty voting”. In die raadpleging bleek het probleem gelegen te zijn in het moment van vastlegging van de gegevens (“record date capture”).

[55] Zie voor meer details “Market analysis of shareholder transparency regimes in Europe”, ECB T2S Taskforce on Shareholder Transparency, 9 december 2010: http://www.ecb.int/paym/t2s/progress/pdf/subtrans/mtg7/2010-t2s-tst-questionnaire-response-analysis.pdf?d6cc9adf38f63d24897c94e379213b81

[56] Richtlijn 2004/109/EG.

[57] Bij de voor 2011 geplande herziening van de transparantierichtlijn wil de Commissie het bekendmakingsvoorschrift uitbreiden tot langdurige economische posities met een soortgelijk economisch effect als het houden van aandelen.

[58] Zie artikel 43, lid 1, onder 7 ter, van de Vierde Richtlijn 78/660/EEG van de Raad van 25 juli 1978 op de grondslag van artikel 54, lid 3, sub g), van het Verdrag betreffende de jaarrekening van bepaalde vennootschapsvormen en artikel 34, punt 7 ter, van de Zevende Richtlijn 83/349/EEG van de Raad van 13 juni 1983 op de grondslag van artikel 54, lid 3, sub g), van het Verdrag betreffende de geconsolideerde jaarrekening.

[59] Zie de verklaring over de rechten van minderheidsaandeelhouders van het Europees corporate governance forum.

[60] Mededeling Een kader voor de bevordering van de financiële participatie van werknemers, COM(2002) 364, vierde PEPPER-rapport: “Benchmarking of Employee Participation in Profits and Enterprise Results in the Member and Candidate Countries of the European Union”, 2008.

[61] Onderzoek naar “Monitoring and Enforcement Practices in Corporate Governance in the Member States”, te raadplegen op http://ec.europa.eu/internal_market/company/ecgforum/studies_en.htm.

[62] Zie http://www.corporategovernanceboard.se/the-code/current-code, punt 10.2.

[63] Op de rol van auditors wordt hier niet ingegaan, aangezien een afzonderlijk groenboek is gepubliceerd om een raadpleging over de rol van de wettelijke controles te starten, ziehttp://ec.europa.eu/internal_market/consultations/docs/2010/audit/green_paper_audit_nl.pdf

[64] Zoals bijvoorbeeld in Spanje gebeurt; zie de “Study on Monitoring and Enforcement Practices in Corporate Governance in the Member States”, blz. 63.