Bijlagen bij COM(2010)450 - Negende mededeling over de toepassing van de artikelen 4 en 5 van Richtlijn 89/552/EEG, als gewijzigd bij Richtlijn 97/36/EG en Richtlijn 2007/65/EG, voor de periode 2007-2008 (Bevordering van Europese en onafhankelijke audiovisuele producties)

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

bijlage 1 – Werkdocument van de diensten van de Commissie: totaal aantal geïdentificeerde kanalen min het aantal niet-operationele kanalen en het aantal vrijgestelde kanalen (wegens de aard van hun programma's) of uitgesloten kanalen (wegens juridische uitzonderingen).

[8] Om de gegevens met elkaar te kunnen vergelijken en het totale aantal kanalen voor 2005 en 2006 te berekenen, is rekening gehouden met de gegevens die Bulgarije en Roemenië vrijwillig hebben meegedeeld voor deze twee jaren.

[9] Zie bijlage 3, blz. 120 (Cyprus). Deze wetgeving zal in de komende maanden worden gewijzigd.

[10] Zie http://ec.europa.eu/avpolicy/docs/reg/tvwf/eu_works/controle45_en.pdf.

Alleen lokale (subregionale) kanalen worden uitgesloten van het toepassingsgebied van de artikelen 4 en 5, alsook kanalen die in een andere taal dan die van de lidstaten uitzenden en kanalen die uitsluitend voor ontvangst in derde landen bestemd zijn en die niet in de EU kunnen worden ontvangen.

[11] De Commissie heeft Duitsland en Portugal een brief gestuurd over de noodzaak om de artikelen 4 en 5 toe te passen op respectievelijk regionale kanalen en filmkanalen, die door de nationale autoriteiten waren vrijgesteld. Na ontvangst van de brief van de Commissie heeft Portugal de gegevens met betrekking tot filmkanalen voor 2008 ingediend; Duitsland zal voor de volgende rapporteringsperiode ook statistische gegevens met betrekking tot regionale kanalen verzamelen.

[12] Alleen kanalen die uitsluitend nieuws, sport, spelletjes, reclame, teleshopping en teletekst uitzenden, zijn vrijgesteld van de verplichting om de artikelen 4 en 5 toe te passen.

[13] In dit geval is de EU-25 in aanmerking genomen voor de periode 2007-2008, zodat de gegevens kunnen worden vergeleken met die van de vorige referentieperiode. De cijfers zijn trouwens hetzelfde voor de periode 2007-2008 in de EU-27.

[14] Estland, Ierland, Griekenland, Cyprus, Letland, Litouwen, Luxemburg, Malta, Oostenrijk, Polen, Finland en het VK. Het VK heeft gegevens verstrekt voor alle 396 onder de richtlijn vallende kanalen in 2007 en voor op twee na alle onder de richtlijn vallende kanalen in 2008.

[15] Frankrijk en Italië hebben in de vorige referentieperiode aangekondigd dat ze voor de tweede optie hebben gekozen. Zie achtste mededeling.

[16] Dit is het geval in Frankrijk voor digitale terrestrische kanalen. Het percentage wordt berekend op basis van de omzet van het voorgaande jaar, hetgeen een ruimere beoordelingsbasis is dan die welke in de richtlijn is vastgesteld. In het werkdocument van de diensten van de Commissie dat de achtste mededeling vergezelt, heeft de Commissie Frankrijk al verzocht om zijn gegevens in te dienen op een manier die accuraat weergeeft of de Franse kanalen artikel 5 van de richtlijn naleven.

[17] Zie voetnoot 10.

[18] Zie bijlage 1, werkdocument van de diensten van de Commissie.

[19] De cijfers op EU-niveau zijn het mathematische gemiddelde van alle nationale gemiddelden, berekend op basis van de door de lidstaten meegedeelde statistische gegevens. Ze zijn niet gewogen omdat niet alle parameters voor een correcte weging voorhanden zijn voor alle kanalen.

[20] 2004 is het eerste jaar waarin de gegevens (EU-25) kunnen worden vergeleken met die van de periode 2007-2008. Om een vergelijking mogelijk te maken, is het gemiddelde voor 2008 berekend voor de EU-25 (zonder Bulgarije en Roemenië).

[21] EU-15 (oorspronkelijke lidstaten), EU-10 (lidstaten die in 2004 zijn toegetreden tot de EU) en de twee meest recente lidstaten (Bulgarije en Roemenië), die in 2007 zijn toegetreden tot de EU.

[22] Zie de grafieken in punt 2 van het werkdocument van de diensten van de Commissie: 'Application of Articles 4 and 5: detailed analysis'.

[23] Zie bijlage 1 - Indicator 3 - Werkdocument van de diensten van de Commissie.

[24] Cyprus (in 2007 werd 27,9% van de zendtijd aan Europese producties besteed, in 2008 30%), Zweden (45,1% in 2007, 45,5% in 2008) en Slovenië (34,1% in 2007, 44,6% in 2008).

[25] Slovenië in 2005 en Zweden in 2006.

[26] Om een vergelijking mogelijk te maken, omvatten de gemiddelden voor 2005 en 2006 de gegevens die vrijwillig zijn ingediend door Bulgarije en Roemenië, die op 1.1.2007 zijn toegetreden tot de EU.

[27] In Cyprus bedroeg het aandeel onafhankelijke producties 9,7% in 2005 en 6,5% in 2006, terwijl tijdens de referentieperiode het gemiddelde 39,6% in 2007 en 41,9% in 2008 bedroeg.

[28] De EU-25 is als basis genomen om een vergelijking met de periode 2004-2008 mogelijk te maken.

[29] Met het oog op de berekening van deze indicator wordt ervan uitgegaan dat kanalen waarvoor geen gegevens zijn meegedeeld niet aan de richtlijn voldoen – zie bijlage 1: Prestatie-indicatoren – Indicator 5.

[30] Producties die uiterlijk vijf jaar na de productie zijn uitgezonden.

[31] Om een vergelijking mogelijk te maken zijn de cijfers berekend voor de EU-27.

[32] De EU-25 wordt als basis genomen om een vergelijking met het cijfer van 2004 mogelijk te maken.

[33] Zie punt 2 van het werkdocument van de diensten van de Commissie: Toepassing van de artikelen 4 en 5: gedetailleerde analyse.