Bijlagen bij COM(2008)215 - Werking van Verordening 1606/2002 betreffende de toepassing van internationale standaarden voor jaarrekeningen

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

bijlage 1)

CESR-leden | Ondernemingen met beursgenoteerde aandelen | Ondernemingen met beursgenoteerde obligaties[11] | Totaal |

Oostenrijk | 72 | 11 | 83 |

België | 144 | 2 | 146 |

Bulgarije | 369 | 60 | 429 |

Cyprus | 141 | 0 | 141 |

Tsjechië | 66 | 24 | 90 |

Denemarken | 140 | 8 | 148 |

Estland | 16 | 6 | 22 |

Finland | 135 | 15 | 150 |

Frankrijk | 680 | 200 | 880 |

Duitsland | 768 | 172 | 940 |

Griekenland | 356 | 0 | 356 |

Hongarije | 34 | 1 | 35 |

IJsland | 23 | 8 | 31 |

Ierland | 43 | 40 | 83 |

Italië | 288 | 65 | 353 |

Letland | 13 | 4 | 17 |

Litouwen | 43 | 4 | 47 |

Luxemburg | 35 | 200 | 235 |

Malta | 15 | 19 | 34 |

Noorwegen | 188 | 0 | 188 |

Polen | 197 | 0 | 197 |

Portugal | 50 | 28 | 78 |

Roemenië | N/M | N/M | N/M |

Slowakije | N/M | N/M | N/M |

Slovenië | 60 | 6 | 66 |

Spanje | 190 | 120 | 310 |

Zweden | 350 | 35 | 385 |

Nederland | 165 | 25 | 190 |

Verenigd Koninkrijk | 953 | 778 | 1 731 |

TOTAAL | 5 534 | 1 831 | 7 365 |

N/M: niet meegedeeld. |

Op 31 december 2005 waren de volgende standaarden en interpretaties goedgekeurd: IAS 1 tot en met 41, IFRS 1 tot en met 6, SIC 7 tot en met 32 en IFRIC 1 tot en met 5, exclusief de standaarden en interpretaties die voor of na die datum zijn vervangen of ingetrokken[12]. In 2006 en 2007 zijn nog meer standaarden en interpretaties goedgekeurd (IFRS 7 en IFRIC 6 tot en met 9 in 2006 en IFRS 8, IFRIC 10 en IFRIC 11 in 2007), alsook wijzigingen in eerder goedgekeurde standaarden. Sommige standaarden (IFRS 6), wijzigingen in standaarden (in IAS 39) en interpretaties (IFRIC 4 en IFRIC 5) welke in 2005 waren goedgekeurd, konden met ingang van 1 januari 2006 worden toegepast. Het was ook mogelijk IFRS 7, IFRIC 6 en de wijzigingen in sommige standaarden welke op 11 januari 2006 zijn goedgekeurd, op jaarrekeningen van 2005 toe te passen.

De CESR-leden hebben de IFRS-jaarrekeningen voor 2005 van 1 410 ondernemingen grondig doorgelicht en een thematische toetsing verricht van de IFRS-jaarrekeningen voor 2005 van nog eens 920 ondernemingen. Zij hebben een databank opgezet waarin eind augustus 2007 85 besluiten betreffende de toepassing van de standaarden waren opgenomen.

2.4. Consistente toepassing van de IFRS in de EU

Op grond van de informatie afkomstig uit de in punt 2.2 vermelde bronnen heeft de Commissie onderzocht in hoeverre de goedgekeurde standaarden en interpretaties in het boekjaar 2005 consistent werden toegepast in de EU. Zij is daarbij tot de volgende conclusies gekomen.

- Al met al is de toepassing van de IFRS voor alle belanghebbenden een belangrijke uitdaging gebleken, maar deze is tot een goed einde gebracht zonder dat zich verstoringen op de markten of in de verslaggevingscycli hebben voorgedaan. Dit is een hele prestatie, vooral omdat de toepassing van de IFRS neerkwam op een algehele herziening van het EU-verslaggevingskader voor de binnen de werkingssfeer van de IAS-verordening vallende ondernemingen. De overgang naar de IFRS heeft zware inspanningen en aanzienlijke middelen van de betrokken ondernemingen, en met name van de kleinere beursgenoteerde ondernemingen, gevergd[13].

- Onder opstellers, auditors, beleggers, investeerders en toezichthouders heerst de algemene perceptie dat de toepassing van de IFRS niet alleen de vergelijkbaarheid en de kwaliteit van de financiële verslaggeving ten goede is gekomen, maar ook tot een grotere transparantie heeft geleid.

- Van de geboden mogelijkheden om de reikwijdte van de IAS-verordening uit te breiden, is in de verschillende lidstaten op uiteenlopende wijze gebruikgemaakt (zie punt 2.1), al naargelang hun specifieke economische en juridische situatie. Dankzij deze flexibele benadering kon de toepassing worden toegesneden op de kenmerken en eigenheden van het verslaggevingskader in elke lidstaat, en met name de verbanden tussen de belastingwetgeving en het vennootschapsrecht. Van de mogelijkheid om de verplichte toepassing van de IFRS tot niet-beursgenoteerde ondernemingen en/of enkelvoudige jaarrekeningen uit te breiden, lijkt slechts in beperkte mate gebruik te zijn gemaakt.

- De meeste belanghebbenden zijn van mening dat de begrijpelijkheid van de jaarrekeningen er over het algemeen op vooruit is gegaan. Op sommige terreinen lijkt er evenwel nog ruimte voor verbetering te bestaan (met name wat financiële instrumenten, bedrijfscombinaties en op aandelen gebaseerde betalingen betreft).

- De IFRS-jaarrekeningen worden nog steeds door nationale verslaggevingsgewoonten beïnvloed. Een van de redenen hiervoor is het gebrek aan ervaring en het ontbreken van een gemeenschappelijke doctrine voor de financiële verslaggeving. In de praktijk is de invoering van deze op beginselen gebaseerde verslaggevingsbenadering, die een aanzienlijke mate van professionele oordeelsvorming vereist, in sommige lidstaten een hele uitdaging gebleken. Naarmate opstellers en auditors beter met de IFRS vertrouwd raken, zouden er voor de aanvankelijke problemen met de toepassing ervan oplossingen moeten worden gevonden.

- De IFRS-bepalingen inzake opname en waardering lijken consequenter en helderder te zijn toegepast dan sommige voorschriften inzake informatieverschaffing. Met name de informatieverschaffing over de algemene grondslagen voor financiële verslaggeving is voor verdere verbetering vatbaar. De effectentoezichthouders hebben nota genomen van deze problemen, maar kwamen tot de conclusie dat zij geen afbreuk hebben gedaan aan de algemene inachtneming van de IFRS.

- De ondernemingen hebben op uiteenlopende wijze gebruikgemaakt van de door de IFRS geboden keuzemogelijkheden, zoals onder meer die met betrekking tot personeelsbeloningen, financieringskosten en joint ventures. Ook van de mogelijkheden voor eerdere toepassing van de IFRS is veel gebruikgemaakt. Van de opties voor de uitbreiding van de waardering tegen reële waarde is niet zo veel gebruikgemaakt en slechts zeer weinig banken hebben zich op de uitzonderingen ("carve-outs") op IAS 39 beroepen. De toezichthouders hebben hun bezorgdheid uitgesproken over het grote aantal opties dat door de IFRS wordt geboden en de wens uitgedrukt dat dit aantal in de toekomst wordt verminderd.

- Het CESR heeft een aantal specifieke punten van zorg geconstateerd op bepaalde terreinen, zoals bedrijfscombinaties (goodwill, alsook feitelijke en gezamenlijke zeggenschap), financiële instrumenten (bijzondere waardevermindering), vaste activa en informatieverschaffing over de grondslagen voor financiële verslaggeving, schattingen en veronderstellingen. De toezichthouders bevelen tevens aan de informatieverschaffing over pensioenstelsels en op aandelen gebaseerde betalingen te verbeteren en de presentatie van de balans en de winst-en-verliesrekening verder te stroomlijnen.

- Er zijn maar weinig technische verslaggevingsvraagstukken doorverwezen naar de rondetafelbijeenkomst ter bevordering van de consistente toepassing van de IFRS in de EU. Ook het aantal vraagstukken dat voor interpretatie naar het IFRIC is doorverwezen, is verminderd. Dit lijkt erop te wijzen dat de op beginselen gebaseerde benadering over het algemeen naar behoren heeft gefunctioneerd.

- Academici zijn begonnen met het analyseren van de invloed van de invoering van de IFRS op de effectenmarkten, maar deze analyses hebben nog geen definitieve resultaten opgeleverd. Vooronderzoeken wijzen evenwel uit dat er sprake is van een algemene daling van de kapitaalkosten van ondernemingen die IFRS-jaarrekeningen opstellen.

2.5. Werking van het goedkeuringsproces en daarmee samenhangende administratieve formaliteiten

In dit deel van het verslag wordt de werking van het goedkeuringsproces onder de loep genomen. Daarbij wordt nader ingegaan op onder meer de technische analyse, de voorbereiding van de politieke besluiten en de flankerende administratieve en praktische werkzaamheden. Het verslag heeft vooral betrekking op de periode tot 1 juli 2007, maar voor de volledigheid zijn ook andere elementen van latere datum erin opgenomen.

De Commissie heeft de volgende opmerkingen in verband met de verschillende aspecten van het goedkeuringsproces:

- Technische analyses en goedkeuringsadviezen: De European Financial Reporting Advisory Group (EFRAG) heeft te gepasten tijde analyses en goedkeuringsadviezen van hoge kwaliteit ingediend bij de Commissie. De goedkeuringsadviezen bevatten de technische informatie die het Regelgevend Comité voor financiële verslaglegging en het Europees Parlement nodig hadden om hun besluiten te nemen. In alle goedkeuringsadviezen, met uitzondering van dat voor IAS 39, werd duidelijk aangegeven of de standaard in kwestie diende te worden goedgekeurd. De EFRAG heeft de structuur van zijn adviezen mettertijd verbeterd. Deze bevatten thans regelmatig een basis voor conclusies. Elke maand vindt een driedaagse vergadering van de werkgroep van technische deskundigen (Technical Expert Group – TEG) van EFRAG plaats.

- Toetsing door de werkgroep voor de beoordeling van adviezen over verslaggevingsstandaarden (Standards Advice Review Group – SARG): de SARG is in het leven geroepen om te garanderen dat de van de EFRAG ontvangen goedkeuringsadviezen evenwichtig en neutraal zijn. De SARG heeft efficiënte werkprocedures ingesteld en tijdig evaluaties afgeleverd. In de loop van 2007 is de groep driemaal bijeengekomen.

- Goedkeuringsprocedure en comitéprocedure: De goedkeuringsprocedure heeft goed gefunctioneerd en de meeste standaarden en interpretaties zijn goed op tijd goedgekeurd. Bij de goedkeuring van de standaarden en interpretaties in overeenstemming met de IAS-verordening zijn de bestaande comitéprocedures gevolgd[14]. Deze procedures zullen worden gewijzigd[15], waarbij in de toekomst sterker de nadruk zal worden gelegd op de toetsing door het Parlement en de Raad. Het Parlement volgt de ontwikkelingen op het gebied van de financiële verslaggeving op de voet en neemt actief deel aan het goedkeuringsproces. Het heeft ook gevraagd dat in het kader van het goedkeuringsproces effectbeoordelingen worden verricht.

- Beoordeling van het effect van de invoering van nieuwe standaarden en interpretaties noodzakelijk: Effectbeoordelingen maken al jarenlang een integrerend deel uit van het algemene wetgevingsproces op communautair en nationaal niveau. De Commissie voegt dergelijke effectbeoordelingen bij al haar wetgevingsvoorstellen. Het wordt steeds duidelijker dat het ook noodzakelijk is de effecten van de standaarden voor jaarrekeningen te analyseren. De effectbeoordelingen dienen in een vroeg stadium van het opstellingsproces van de standaarden te worden uitgevoerd. Daarom heeft de Commissie de IASB verzocht om in het kader van het opstellingsproces van nieuwe standaarden dergelijke effectbeoordelingen te verrichten. De International Accounting Standards Committee Foundation (IASCF)[16] heeft toegezegd dit voor toekomstige standaarden te zullen doen. Na overleg met het Europees Parlement heeft de Commissie ermee ingestemd dat zolang dit nog niet het geval is, de effectbeoordelingen van binnenkort verschijnende belangrijke standaarden en interpretaties op EU-niveau zullen worden uitgevoerd. De betrokken diensten van de Commissie hebben inmiddels de laatste hand gelegd aan een effectbeoordeling voor IFRS 8 ("Operationele segmenten") en zullen soortgelijke effectbeoordelingen uitvoeren voor IFRIC 12 ("Dienstverlening uit hoofde van concessieovereenkomsten") en IAS 23 ("Financieringskosten"). Voor later verschijnende standaarden waarvoor het goedkeuringsproces al aan de gang is, zal de EFRAG, in nauwe samenwerking met de betrokken diensten van de Commissie, in het kader van de voorbereiding van haar goedkeuringsadviezen aan de effectbeoordelingen meewerken.

- Goedkeuringen en uitzonderingen ("carve-outs"): De grondgedachte achter de IAS-verordening is dat de IFRS en IFRIC van hoge kwaliteit moeten zijn en op zodanige algemene steun moeten kunnen rekenen dat zij in de EU kunnen worden goedgekeurd. Alle standaarden en interpretaties, met uitzondering van beperkte delen van IAS 39, zijn goedgekeurd. Ten tijde van de goedkeuring van IAS 39 werd uitdrukkelijk gesteld dat de uitzonderingen op IAS 39 beperkt dienden te zijn in tijd en reikwijdte. Wat de eerste uitzondering met betrekking tot de mogelijkheid van waardering tegen reële waarde betreft, is de IASB na contacten met bankentoezichthouders en centrale banken snel met een nieuwe oplossing gekomen die vervolgens voor toepassing in de EU is goedgekeurd. Voor de tweede uitzondering met betrekking tot bepaalde voorschriften voor de administratieve verwerking van afdekkingstransacties ("hedge accounting") is het moeilijker gebleken een oplossing te vinden. Ondanks de zware inspanningen die de IASB en de banksector zich hebben getroost, is tot dusver nog geen oplossing uit de bus gekomen. De Commissie heeft er dan ook bij beide zijden op aangedrongen nieuwe oplossingen voor dit vraagstuk voor te stellen.

- Consolidatie en vertaling van de IFRS: Elke IFRS is bij verordening voor toepassing in de EU goedgekeurd. Dit betekent dat geen volledige geconsolideerde versie van de goedgekeurde IFRS voorhanden is. Bovendien is de kwaliteit van sommige talenversies van de goedgekeurde IFRS door zowel lidstaten als belanghebbenden in twijfel getrokken. Om deze problemen te verhelpen, hebben de verantwoordelijke diensten van de Commissie de aanzet gegeven tot een grootschalig consolidatieproject in combinatie met een nauwgezette taalkundige revisie van alle goedgekeurde standaarden en interpretaties.

- Totale duur van de goedkeuringsprocedure: Gemiddeld verstrijken er acht à tien maanden tussen de bekendmaking door de IASB en de aanneming door de EU van een goedgekeurde standaard. De beslissing om effectbeoordelingen op EU-niveau uit te voeren zal dit proces waarschijnlijk nog met circa zes maanden verlengen. In de toekomst zullen dergelijke effectbeoordelingen echter deel gaan uitmaken van het door de IASB gevolgde opstellingsproces. In dat geval zou de goedkeuring door de EU dus wederom acht à tien maanden in beslag nemen. In dringende gevallen hebben de lidstaten en het Parlement blijk gegeven van flexibiliteit om de snelle aanneming van goedkeuringsbesluiten mogelijk te maken (dit was bijvoorbeeld het geval voor IFRS 7 "Financiële instrumenten: informatieverschaffing"). Iedereen heeft er belang bij dat het goedkeuringsproces zo vlot mogelijk verloopt. Zowel bij IFRS 7 als bij IFRS 8 heeft een aantal beursgenoteerde ondernemingen de Commissie benaderd met het verzoek deze standaarden zo spoedig mogelijk goed te keuren zodat zij snel konden worden toegepast.

3. CONCLUSIES

Tijdens het eerste jaar van de verplichte toepassing van de IFRS in de EU hebben er zich vrijwel geen problemen voorgedaan, ook al vormden de wijzigingen in de regelgeving en het gebrek aan ervaring een hele uitdaging voor de eerste toepassers. De kwaliteit van de verstrekte boekhoudkundige informatie is erop vooruitgegaan en de IFRS zijn algemeen genomen in de hele EU op eenvormige wijze toegepast. De consistentie tussen de IFRS-jaarrekeningen zal wellicht mettertijd verbeteren naarmate opstellers en auditors meer ervaring opdoen met de toepassing van het nieuwe verslaggevingskader.

Het EU-goedkeuringsproces op zichzelf staat borg voor de technische kwaliteit, de politieke legitimiteit en de relevantie voor het bedrijfsleven van de standaarden. Het mechanisme heeft naar behoren gefunctioneerd en de standaarden zijn goed op tijd goedgekeurd. Het goedkeuringsmechanisme is flexibel en heeft reeds een aantal veranderingen ondergaan (opname van de SARG, nieuwe werkmethoden in de EFRAG, nieuwe regels inzake comitéprocedures, uitvoering van effectbeoordelingen enz.). Het nettoresultaat is een efficiënte structuur aan de legitimiteit waarvan niet wordt getwijfeld.

Om de hoge mate van acceptatie van de IFRS in de EU te bestendigen, is het van belang dat de belanghebbenden vinden dat het werkprogramma van de IASB de juiste vraagstukken aanpakt en dat de toekomstige standaarden en interpretaties passende oplossingen voor verslaggevingsproblemen verschaffen. Sommige belanghebbenden hebben evenwel twijfels geuit ten aanzien van sommige projecten die momenteel door de IASB worden voorbereid. Het is daarom van cruciaal belang dat EU-instellingen, lidstaten en belanghebbenden in een zo vroeg mogelijk stadium bij het opstellingsproces van de standaarden worden betrokken omdat zulks de kwaliteit van het geleverde werk ten goede komt en tot de legitimiteit en acceptatie van toekomstige standaarden en interpretaties bijdraagt. Voorts zal nauw worden gelet op de wijze waarop de IASB in de toekomst te werk zal gaan bij het uitvoeren van effectbeoordelingen.

Om de algemene kwaliteit van toekomstige IFRS en IFRIC te garanderen, is het tevens van belang dat de IASB/IASCF over een geschikte bestuursstructuur en voldoende financiële middelen beschikt. De betrokken diensten van de Commissie evalueren regelmatig het bestuur en de financiering van de IASB/IASCF en publiceren daarover verslagen die van de website van de Commissie kunnen worden gedownload[17].

[1] Verordening (EG) nr. 1606/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 19 juli 2002 betreffende de toepassing van internationale standaarden voor jaarrekeningen, PB L 243 van 11.9.2002, blz. 1.

[2] De eerste International Accounting Standards (IAS) zijn uitgevaardigd door het International Accounting Standards Committee (IASC), de voorganger van de International Accounting Standards Board (IASB). De IASB vaardigt International Financial Reporting Standards (IFRS) uit.

[3] Het Standing Interpretations Committee (SIC) was de voorganger van het International Financial Reporting Interpretations Committee (IFRIC).

[4] Deze informatie is afkomstig uit een door de Commissie bestelde studie van het Institute of Chartered Accountants of England and Wales (ICAEW) met als titel "EU Implementation of IFRS and the Fair Value Directive", 2007, blz. 24.

[5] Voor nadere informatie, zie: http://www.efrag.org/homepage.asp.

[6] Voor nadere informatie, zie: http://ec.europa.eu/internal_market/accounting/ias_en.htm#standards.

[7] Voor nadere informatie, zie: http://ec.europa.eu/internal_market/accounting/committees_en.htm#arc.

[8] Voor nadere informatie, zie: http://ec.europa.eu/internal_market/accounting/ias_en.htm#060609.

[9] Met name het in voetnoot 4 vermelde verslag. Dit verslag bevat een volledige lijst van de andere studies die over dit onderwerp zijn verricht.

[10] Deze evaluatie is op 7 november 2007 gepubliceerd als document CESR/07-352 en kan worden ingezien op de website van het CESR: http://www.cesr-eu.org/index.php?page=contenu_search_res&doconly=all&searchdatefromday=1&searchdatefrommonth=1&searchdatefromyear=1970&searchdatetoday=29&searchdatetomonth=2&searchdatetoyear=2008&searchkeyword=07-352 .

[11] Sommige ondernemingen met beursgenoteerde obligaties kunnen overeenkomstig artikel 9 van Verordening (EG) nr. 1606/2002 van het Europees Parlement en de Raad hebben besloten de toepassing van de IFRS tot 2007 uit te stellen.

[12] IAS 3 tot en met 6, IAS 9, IAS 13, IAS 14, IAS 15, IAS 22, IAS 25, IAS 30, IAS 35, IFRIC 3, SIC 1 tot en met 6, SIC 8, SIC 9, SIC 11, SIC 14, SIC 16 tot en met 20, SIC 22, SIC 23, SIC 24, SIC 26, SIC 28, SIC 30 en SIC 33.

[13] Uit de in de ICAEW-studie (zie voetnoot 4) vervatte analyse van de tenuitvoerleggingskosten en de latere recurrente toepassingskosten is gebleken dat deze met respectievelijk 0,31% en 0,06% van de omzet weliswaar hoger lijken voor kleinere ondernemingen (omzet van minder dan 500 miljoen EUR), maar toch op een aanvaardbaar niveau blijven. Ook hebben kleinere beursgenoteerde ondernemingen meer moeilijkheden ondervonden bij het toepassen van de IFRS, omdat zij over beperkte middelen beschikken en weinig eerdere ervaring hadden met de IFRS.

[14] Besluit 1999/468/EG van de Raad van 28 juni 1999 tot vaststelling van de voorwaarden voor de uitoefening van de aan de Commissie verleende uitvoeringsbevoegdheden, PB L 184 van 17.7.1999, blz. 23.

[15] Besluit 2006/512/EG van de Raad van 17 juli 2006 tot wijziging van Besluit 1999/468/EG tot vaststelling van de voorwaarden voor de uitoefening van de aan de Commissie verleende uitvoeringsbevoegdheden, PB L 200 van 22.7.2006, blz. 11.

Meest recente ontwikkeling: de verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1606/2002 betreffende de toepassing van internationale standaarden voor jaarrekeningen, wat de aan de Commissie verleende uitvoeringsbevoegdheden betreft is aangenomen en op 9 april 2008 in het Publicatieblad bekendgemaakt.

[16] De IASCF is de stichting achter de IASB.

[17] Voor nadere informatie, zie: http://ec.europa.eu/internal_market/accounting/ias_en.htm#070112.