Bijlagen bij COM(2000)495 - Onderlinge erkenning van definitieve beslissingen in strafzaken

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

dossier COM(2000)495 - Onderlinge erkenning van definitieve beslissingen in strafzaken.
document COM(2000)495 NLEN
datum 26 juli 2000
BIJLAGE

Bijdrage van de Commissie aan het programma van maatregelen om het beginsel van wederzijdse erkenning toe te passen

De werkzaamheden in verband met de wederzijdse erkenning van definitieve beslissingen in strafzaken kunnen worden verdeeld in "pakketten" met betrekking tot zaken in verband waarmee dezelfde of soortgelijke vragen moeten worden beantwoord. Uit elk pakket kunnen een of meer rechtsinstrumenten voortkomen. Bij de discussies over de pakketten moet rekening worden gehouden met een aantal fundamentele vraagstukken in verband met wederzijdse erkenning, met name dubbele strafbaarheid, volledige of gedeeltelijke erkenning, de geldigverklaringsprocedure en de procedurele voorwaarden

Het gaat om de volgende pakketten:

- Wederzijdse erkenning van beslissingen waarbij geldboetes in het algemeen worden opgelegd (behalve voor verkeersovertredingen).

- Maatregelen in verband met het criminele verleden van een persoon. In een eerste fase moeten Europese formulieren worden opgesteld waarmee gerechtelijke en vervolgende instanties gemakkelijk een verzoek om informatie kunnen toezenden aan de bevoegde (hopelijk centrale) autoriteiten van alle andere EU-lidstaten om na te gaan of iemand daar een strafblad heeft. In een tweede fase zou een centraal Europees strafregister moeten worden opgezet.

- EU-regels inzake uitsluitende bevoegdheid voor definitieve beslissingen in strafzaken. Wanneer er de voorkeur aan wordt gegeven geen gezamenlijke EU-bevoegdheidsregels op te stellen, moet in plaats daarvan worden gewerkt aan de verduidelijking van het ne bis in idem beginsel en aan de coördinatie van vervolging. Dit werk moet parallel lopen aan de werkzaamheden in verband met EUROJUST, waarvoor de Europese Raad van Tampere eind 2001 als einddatum heeft vastgesteld.

- Ontzettingen, alternatieve straffen en gerechtelijk toezicht op personen. Wellicht moet een inventaris van bestaande straffen worden opgemaakt. Samenwerking met het toekomstige Europese forum inzake misdaadpreventie kan worden overwogen.

- Inbeslagneming na het bevriezen van activa. Met de resultaten van de werkzaamheden inzake het bevriezen van activa moet rekening worden gehouden om ervoor te zorgen dat zich tussen deze twee stadia geen strijdigheden voordoen.

- Tenuitvoerlegging van in andere lidstaten opgelegde gevangenisstraffen. Dit onderwerp moet worden behandeld in het kader van de maatregelen inzake de overdracht van personen (in plaats van formele uitlevering). Wellicht is het nodig de huidige situatie wat betreft uitlevering tussen de lidstaten van de EU, inclusief de bestaande rechtsinstrumenten, te evalueren.

Aangezien deze mededeling de wederzijdse erkenning slechts gedeeltelijk behandelt, heeft het volgens de Commissie geen zin om voor de hierboven genoemde maatregelen termijnen vast te stellen. Het heeft alleen zin om termijnen vast te stellen voor afzonderlijke maatregelen ter voorbereiding van het programma dat betrekking zal hebben op alle maatregelen die inzake wederzijdse erkenning moeten worden getroffen.


De Commissie verzoekt alle belanghebbende partijen om uiterlijk op 31 oktober 2000 schriftelijk hun opmerkingen over deze mededeling toe te zenden aan:


De directeur-generaal

Directoraat-generaal Justitie en binnenlandse zaken

Europese Commissie

Wetstraat 200B-1049 Brussel

Fax: (+32 2) 296.74.81

E-mail: Adrian.Fortescue@cec.eu.int