Overwegingen bij COM(2024)541 - - Hoofdinhoud
Dit is een beperkte versie
U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.
dossier | COM(2024)541 - . |
---|---|
document | COM(2024)541 |
datum | 13 november 2024 |
(2) De Unie bevordert de versterking van de Internationale Gezondheidsregeling (2005) en de doeltreffende uitvoering ervan.
(3) De Unie heeft de afgelopen jaren haar kader voor gezondheidsbeveiliging aanzienlijk versterkt door een aantal handelingen aan te nemen, met name Verordening (EU) 2022/2371 van het Europees Parlement en de Raad van 23 november 2022 inzake ernstige grensoverschrijdende gezondheidsbedreigingen en tot intrekking van Besluit nr. 1082/2013/EU0, en Verordening (EU) 2022/2372 van de Raad van 24 oktober 2022 betreffende een kader van maatregelen ter waarborging van de levering van in een crisissituatie relevante medische tegenmaatregelen in geval van een noodsituatie op het gebied van de volksgezondheid op Unieniveau0.
(4) Bij de vaststelling van Besluit (EU) 2022/451 van de Raad van 3 maart 20220 heeft de Raad van de Europese Unie de Commissie gemachtigd om namens de Unie te onderhandelen, wat betreft aangelegenheden die onder de bevoegdheid van de Unie vallen, over een internationale overeenkomst inzake pandemiepreventie, -paraatheid en -respons, alsook over aanvullende wijzigingen van de Internationale Gezondheidsregeling (2005).
(5) De meeste op 1 juni 2024 aangenomen wijzigingen hebben betrekking op aangelegenheden waarvoor de Unie op grond van artikel 168, lid 5, VWEU bevoegd is en waarvoor regels van de Unie bestaan, met name op het gebied van ernstige grensoverschrijdende gezondheidsbedreigingen. Daarnaast sluiten sommige wijzigingen aan bij gebieden die onder het Unierecht vallen met betrekking tot de levering van in een crisissituatie relevante medische tegenmaatregelen, de bescherming van de volksgezondheid in geval van een noodsituatie op het gebied van de volksgezondheid, het vrije verkeer van personen, civiele bescherming of ontwikkelingssamenwerking.
(6) De lidstaten blijven bevoegd voor de bepaling van hun gezondheidsbeleid alsook de organisatie en verstrekking van gezondheidsdiensten en geneeskundige verzorging overeenkomstig artikel 168, lid 7, VWEU.
(7) Overeenkomstig het beginsel van loyale samenwerking moeten de lidstaten, handelend in het belang van de Unie, de wijzigingen van de Internationale Gezondheidsregeling (2005) die in de bijlage bij resolutie WHA 77.17 zijn opgenomen, aanvaarden.
(8) Geen van de wijzigingen is in strijd met het Unierecht en er is daarom geen voorbehoud vereist bij de wijzigingen die onder de bevoegdheid van de Unie vallen.
(9) De Unie is geen partij bij de Internationale Gezondheidsregeling (2005), aangezien alleen staten partij kunnen zijn bij deze regeling. Alle lidstaten zijn partij bij de Internationale Gezondheidsregeling (2005).
(10) Onder deze omstandigheden kan de externe bevoegdheid van de Unie worden uitgeoefend via de lidstaten die optreden als intermediairs.