Overwegingen bij COM(2024)527 - - Hoofdinhoud
Dit is een beperkte versie
U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.
dossier | COM(2024)527 - . |
---|---|
document | COM(2024)527 |
datum | 11 november 2024 |
(2) Aangezien het EHV sinds de jaren 1990 niet wezenlijk is geactualiseerd, is het steeds meer achterhaald geraakt.
(3) In artikel 49 EHV wordt bepaald dat de regering van de Portugese Republiek de depositaris van het EHV is. Op 1 februari 2024 heeft de Portugese Republiek kennisgegeven van haar voornemen om zich terug te trekken uit het EHV en dus niet langer haar taak als depositaris te vervullen. De terugtrekking van de Portugese Republiek uit het EHV treedt in werking op 2 februari 2025.
(4) Artikel 49 EHV moet worden gewijzigd om een nieuwe depositaris van het EHV aan te wijzen. De verdragsluitende partijen bij het EHV (“verdragsluitende partijen”) zijn tijdens de onderhandelingen overeengekomen een dergelijke wijziging aan te brengen in de gemoderniseerde tekst van het EHV en hebben voorgesteld het secretariaat van het Energiehandvest (“secretariaat”) aan te wijzen als nieuwe depositaris. Zij zijn ook overeengekomen een nieuw memorandum met betrekking tot artikel 49 EHV over de rol van het secretariaat ter goedkeuring voor te leggen aan de Conferentie over het Energiehandvest. Aangezien niet alle verdragsluitende partijen het gemoderniseerde EHV na de aanneming ervan voorlopig zullen toepassen, zijn zij bovendien overeengekomen de Conferentie over het Energiehandvest een besluit ter goedkeuring voor te leggen waarbij het secretariaat wordt aangewezen als voorlopige depositaris vanaf 2 februari 2025, in afwachting van de inwerkingtreding van de wijzigingen van het EHV.
(5) Overeenkomstig artikel 34 EHV neemt de Conferentie over het Energiehandvest teksten van wijzigingen van het EHV aan.
(6) De Conferentie over het Energiehandvest zal de voorgestelde handelingen tijdens haar vergadering op 3 december 2024 aannemen. De door de Conferentie over het Energiehandvest aan te nemen handelingen zullen bindend zijn voor Euratom.
(7) Het is passend dat Euratom haar stemrecht tijdens de stemming in de Conferentie over het Energiehandvest over de voorgestelde wijziging van het EHV niet uitoefent en het standpunt bepaalt dat moet worden ingenomen door de lidstaten die gezamenlijk optredende verdragsluitende partijen zijn voor aangelegenheden die onder de bevoegdheid van Euratom vallen. Dit standpunt laat de bevoegdheidsverdeling tussen Euratom en de lidstaten onverlet. Het vormt een aanvulling op Besluit (Euratom) 2024/1645 van de Raad8.
(8) De lidstaten die verdragsluitende partij zijn en die op de Conferentie over het Energiehandvest aanwezig zijn, moeten een standpunt innemen dat geen belemmering vormt voor de aanneming of goedkeuring van de voorgestelde handelingen.