Overwegingen bij COM(2024)505 - - Hoofdinhoud
Dit is een beperkte versie
U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.
dossier | COM(2024)505 - . |
---|---|
document | COM(2024)505 |
datum | 31 oktober 2024 |
(2) Krachtens artikel 98 van de EER-overeenkomst kan het bij artikel 92 van de EER-overeenkomst ingestelde Gemengd Comité van de EER (“het Gemengd Comité”) besluiten Protocol 4 bij die overeenkomst te wijzigen.
(3) Op zijn volgende vergadering of via briefwisseling zal het Gemengd Comité een besluit vaststellen over de wijziging van Protocol 4 bij de EER-overeenkomst.
(4) Het is passend het standpunt te bepalen dat namens de Unie in het Gemengd Comité moet worden ingenomen, aangezien het besluit voor de Unie bindend zal zijn.
(5) De Regionale Conventie betreffende de pan-Euro-mediterrane preferentiële oorsprongsregels (“de conventie”) is door de Unie gesloten bij Besluit 2013/94/EU van de Raad0 en trad voor de Unie op 1 mei 2012 in werking. Deze conventie bevat bepalingen over de oorsprong van goederen die op grond van de desbetreffende bilaterale vrijhandelsovereenkomsten tussen de overeenkomstsluitende partijen bij de conventie worden verhandeld en deze bepalingen zijn van toepassing onverminderd de beginselen die zijn opgenomen in die bilaterale overeenkomsten.
(6) De conventie is gewijzigd bij Besluit nr. 1/2023 van het Gemengd Comité van de Regionale Conventie betreffende de pan-Euro-mediterrane preferentiële oorsprongsregels van 7 december 20230. De huidige toepasselijke oorsprongsregels in Protocol 4 moeten door de gewijzigde bepalingen van de conventie worden vervangen.
(7) De wijziging van de conventie treedt op 1 januari 2025 voor alle partijen, met inbegrip van de partijen bij de EER-overeenkomst, in werking. Voor een doeltreffende en onmiddellijke toepassing van de wijziging van de conventie tussen de partijen bij de EER-overeenkomst moet in Protocol 4 een verwijzing naar de conventie worden opgenomen, zodat altijd naar de recentste versie van de geldende conventie wordt verwezen. Zonder een dergelijke verwijzing zou de effectieve toepassing van de wijziging van de conventie niet kunnen worden gegarandeerd, waardoor een situatie zou ontstaan waarin de gemeenschappelijke oorsprong in de EER zou worden bepaald op basis van andere oorsprongsregels dan de oorsprongsregels van de gewijzigde conventie.
(8) Naast de verwijzing naar de conventie moeten de EER-specifieke bepalingen in Protocol 4 behouden blijven en moeten de gezamenlijke verklaringen in het protocol ongewijzigd blijven.
(9) In artikel 6 van de conventie is bepaald dat elke partij de nodige maatregelen neemt om ervoor te zorgen dat de conventie daadwerkelijk wordt toegepast. Daartoe moet het Gemengd Comité een besluit vaststellen waarbij in Protocol 4 bij de EER-overeenkomst een verwijzing naar de conventie wordt opgenomen, zodat altijd naar de recentste versie van de geldende conventie wordt verwezen.