Overwegingen bij COM(2024)387 - - Hoofdinhoud
Dit is een beperkte versie
U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.
dossier | COM(2024)387 - . |
---|---|
document | COM(2024)387 |
datum | 4 september 2024 |
(2) In Beschikking 2008/971/EG van de Raad0 zijn de voorwaarden vastgesteld wat de toelating en registratie van uitgangsmateriaal en de daaropvolgende productie van bosbouwkundig teeltmateriaal uit dat uitgangsmateriaal betreft, waaronder bosbouwkundig teeltmateriaal van de categorieën “van bekende origine”, “geselecteerd” en “gekeurd”, dat is geproduceerd in derde landen die zijn opgenomen in de lijst van bijlage I bij die beschikking, naar de Unie mag worden ingevoerd. De betrokken derde landen voeren de OESO-regeling voor de certificering van bosbouwkundig teeltmateriaal in de internationale handel0 (de “OESO-regeling voor bosbouwkundig zaaizaad en plantgoed”) uit.
(3) De OESO-regeling voor bosbouwkundig zaaizaad en plantgoed is in 2013 gewijzigd om bosbouwkundig teeltmateriaal van de categorie “getest” op te nemen naast bosbouwkundig teeltmateriaal van de categorieën “van bekende origine”, “geselecteerd” en “gekeurd”, die sinds 2011 in de regeling zijn opgenomen.
(4) De nationale voorschriften voor de certificering van bosbouwkundig teeltmateriaal in Canada, Zwitserland, het Verenigd Koninkrijk, Noorwegen, Servië, Turkije en de Verenigde Staten (“de gespecificeerde derde landen”) voorzien in de uitvoering van een officiële veldkeuring tijdens de winning en de verwerking van zaaizaad en de productie van plantgoed.
(5) Overeenkomstig die nationale voorschriften moeten de systemen voor de toelating en de registratie van bosbouwkundig teeltmateriaal de OESO-regeling voor bosbouwkundig zaaizaad en plantgoed volgen. Bovendien vereisen die nationale voorschriften dat zaaizaad en plantgoed van de categorieën “van bekende origine”, “geselecteerd”, “gekeurd” en “getest” officieel worden gecertificeerd en de zaaizaadverpakkingen officieel worden gesloten overeenkomstig de OESO-regeling voor bosbouwkundig zaaizaad en plantgoed.
(6) Bij gebrek aan een besluit op het niveau van de Unie over de gelijkwaardigheid van bosbouwkundig teeltmateriaal van de categorie “getest”, waren de lidstaten op grond van Uitvoeringsbesluit (EU) 2021/773 van de Commissie0 tijdelijk, tot en met 31 december 2024, gemachtigd om een besluit nemen over de gelijkwaardigheid van bosbouwkundig teeltmateriaal van de categorie “getest”, dat is geproduceerd in de derde landen die zijn opgenomen in de lijst van bijlage I bij Beschikking 2008/971/EG, waaronder de gespecificeerde derde landen. Die machtiging was nodig om risico’s op verstoring van de invoer van dat bosbouwkundig teeltmateriaal naar de lidstaten te voorkomen.
(7) Uit bestudering van de nationale regels van de gespecificeerde derde landen met betrekking tot de categorie “getest” is gebleken dat de voorwaarden voor goedkeuring van uitgangsmateriaal als gelijkwaardig aan die van Richtlijn 1999/105/EG moeten worden beschouwd, mits aan de in bijlage II bij Beschikking 2008/971/EG genoemde voorwaarden met betrekking tot zaaizaad en plantgoed wordt voldaan.
(8) De in bijlage I bij Beschikking 2008/971/EG vermelde namen en adressen van bepaalde voor de goedkeuring van en het toezicht op de productie verantwoordelijke autoriteiten zijn gewijzigd; deze moeten daarom worden bijgewerkt.
(9) Het is ook mogelijk genetische modificatie te gebruiken voor de productie van zaaizaad of plantgoed van de categorie “getest”. Daarom, en om ervoor te zorgen dat de gebruikers van bosbouwkundig teeltmateriaal weloverwogen keuzes kunnen maken, moet op het etiket van de OESO en op het etiket of document van de leverancier worden vermeld of dat soort modificatie bij de productie van het uitgangsmateriaal voor deze categorie is gebruikt, zoals momenteel het geval is voor de categorie “gekeurd”.
(10) Als gevolg van de toevoeging van de categorie “getest” aan bijlage II bij Beschikking 2008/971/EG, moet, om ervoor te zorgen dat die beschikking duidelijk is en correct wordt toegepast, een nieuwe bijlage aan die beschikking worden toegevoegd met een tabel waarin de categorieën zijn aangegeven waaronder bosbouwkundig teeltmateriaal dat van de diverse typen uitgangsmateriaal is afgeleid, naar de Unie mag worden ingevoerd. Dit is nodig om te zorgen voor juridische duidelijkheid, voor samenhang met Richtlijn 1999/105/EG, en voor de correcte toepassing van de voorschriften en weloverwogen keuzes door de exploitanten die de beschikking toepassen.
(11) Beschikking 2008/971/EG moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd.
(12) Aangezien Uitvoeringsbesluit (EU) 2021/773 op 31 december 2024 verstrijkt, moet dit besluit met ingang van 1 januari 2025 van toepassing zijn, om de juridische duidelijkheid en continuïteit van de desbetreffende regels te waarborgen.