Overwegingen bij COM(2024)264 - - Hoofdinhoud
Dit is een beperkte versie
U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.
dossier | COM(2024)264 - . |
---|---|
document | COM(2024)264 |
datum | 26 juni 2024 |
(2) Het verdrag bevat algemene beginselen en verplichtingen die de partijen bij het verdrag moeten naleven om met betrekking tot de activiteiten binnen de levenscyclus van artificiële-intelligentiesystemen (“AI-systemen”) de bescherming van de mensenrechten, de democratie en de rechtsstaat te waarborgen.
(3) Op 12 juni 2024 heeft de Unie, in hoofdzaak op basis van artikel 114 VWEU, Verordening (EU) 2024/... (“de AI-verordening”)27 vastgesteld, waarin volledig geharmoniseerde regels voor het in de handel brengen, het in gebruik stellen en het gebruik van AI-systemen in de Unie zijn vastgelegd die rechtstreeks in de lidstaten toepasselijk zijn, tenzij de AI-verordening uitdrukkelijk anders bepaalt. Het verdrag wordt in de Unie uitsluitend door middel van de AI-verordening en ander toepasselijk acquis van de Unie uitgevoerd.
(4) Aangezien het personele en het materiële toepassingsgebied van het verdrag samenvallen met die van de AI-verordening en ander toepasselijk acquis van de Unie, kan de sluiting van het verdrag gevolgen hebben voor gemeenschappelijke regels van de Unie of de strekking daarvan wijzigen in de zin van artikel 3, lid 2, VWEU. Bijgevolg heeft de Unie exclusieve externe bevoegdheid om het verdrag te ondertekenen, en derhalve mag alleen de Unie partij bij het verdrag worden, onder voorbehoud van de sluiting op een latere datum.
(5) Overeenkomstig de Verdragen is het aan de Europese Commissie om te zorgen voor de ondertekening van het verdrag, onder voorbehoud van de sluiting ervan op een latere datum,