Overwegingen bij COM(2024)161 - Sluiting van de Overeenkomst met Servië inzake operationele activiteiten van het Europees Grens- en kustwachtagentschap in Servië - Hoofdinhoud
Dit is een beperkte versie
U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.
dossier | COM(2024)161 - Sluiting van de Overeenkomst met Servië inzake operationele activiteiten van het Europees Grens- en kustwachtagentschap in ... |
---|---|
document | COM(2024)161 |
datum | 18 maart 2024 |
(2) Op grond van artikel 73, lid 3, van Verordening (EU) 2019/1896 van het Europees Parlement en de Raad3 moet, als de omstandigheden vereisen dat grensbeheerteams van het permanente korps worden ingezet in een derde land waar de teamleden uitvoerende bevoegdheden zullen uitoefenen, tussen de Unie en het desbetreffende derde land een statusovereenkomst worden gesloten op grond van artikel 218 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.
(3) Dit besluit vormt een ontwikkeling van de bepalingen van het Schengenacquis waaraan Ierland niet deelneemt, overeenkomstig Besluit 2002/192/EG van de Raad4; Ierland neemt derhalve niet deel aan de vaststelling van dit besluit en dit is niet bindend voor, noch van toepassing op Ierland.
(4) Overeenkomstig de artikelen 1 en 2 van Protocol nr. 22 betreffende de positie van Denemarken, gehecht aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, neemt Denemarken niet deel aan de vaststelling van dit besluit en is het besluit noch bindend voor, noch van toepassing op deze lidstaat. Aangezien dit besluit voortbouwt op het Schengenacquis, beslist Denemarken overeenkomstig artikel 4 van het bovengenoemde protocol binnen een termijn van zes maanden nadat de Raad heeft beslist over dit besluit, of het dit in zijn interne recht zal omzetten.
(5) De overeenkomst moet namens de Unie worden goedgekeurd.