Overwegingen bij COM(2024)78 - EU-standpunt in de 231e bijeenkomst van de Raad van de Internationale Burgerluchtvaartorganisatie (ICAO) met betrekking tot het voorgenomen amendement van bijlage 13 - Onderzoek naar ongevallen en incidenten met luchtvaartuigen - Hoofdinhoud
Dit is een beperkte versie
U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.
dossier | COM(2024)78 - EU-standpunt in de 231e bijeenkomst van de Raad van de Internationale Burgerluchtvaartorganisatie (ICAO) met betrekking tot ... |
---|---|
document | COM(2024)78 |
datum | 11 maart 2024 |
(2) De lidstaten zijn verdragsluitende partijen bij het Verdrag van Chicago en leden van de ICAO, terwijl de Unie de status van waarnemer heeft in bepaalde organen van de ICAO. Zes lidstaten zijn vertegenwoordigd in de ICAO-Raad.
(3) Overeenkomstig artikel 54 van het Verdrag van Chicago kan de ICAO-Raad internationale normen en aanbevolen praktijken (SARP’s) vaststellen; deze worden vastgelegd in de bijlagen bij het Verdrag van Chicago.
(4) De ICAO-Raad zal tijdens zijn 231e bijeenkomst amendement 19 van bijlage 13 bij het Verdrag van Chicago - Onderzoek naar ongevallen en incidenten met luchtvaartuigen aannemen.
(5) Het belangrijkste doel van amendement 19 van bijlage 13 - Onderzoek naar ongevallen en incidenten met luchtvaartuigen bij het Verdrag van Chicago is de veiligheid van de luchtvaart te verbeteren door een hoog niveau van efficiëntie, doelmatigheid en kwaliteit van veiligheidsonderzoeken in de burgerluchtvaart te waarborgen.
(6) De voorgestelde wijzigingen hebben tot doel deze doelstellingen te bereiken door de veiligheidsonderzoeksinstanties van de lidstaten te helpen bij hun onderzoeken naar op afstand bestuurde luchtvaartuigen (RPAS), en door onverwijld informatie en gegevens van in luchtvaartuigen geïnstalleerde opnameapparatuur beschikbaar te stellen. Het amendement erkent ook de verwachtingen van het publiek en de media om geïnformeerd te worden en bevat daarom bepalingen om tijdig feitelijke informatie te verstrekken tijdens veiligheidsonderzoeken. Bovendien kan de raadplegingsperiode worden verkort door het gebruik van moderne technologieën, waardoor het eindverslag sneller kan worden gepubliceerd. Bovendien kunnen de eindverslagen gemakkelijker naar de centrale ICAO-databank worden geüpload wanneer ze in elektronische vorm worden verzonden.
(7) Het bij artikel 7 van Verordening (EU) nr. 996/20103 opgerichte Europees netwerk van instanties voor veiligheidsonderzoek in de burgerluchtvaart (ENCASIA), dat onder meer tot taak heeft de instellingen van de Unie te adviseren over alle aspecten van de ontwikkeling en uitvoering van het beleid en de regels van de Unie met betrekking tot veiligheidsonderzoeken en de preventie van ongevallen en incidenten, heeft bijgedragen tot de ontwikkeling van het voorstel voor amendement 19.
(8) Het is passend het standpunt te bepalen dat namens de Unie moet worden ingenomen in de ICAO-Raad, aangezien amendement 19 van bijlage 13 bij het Verdrag van Chicago — Onderzoek naar ongevallen en incidenten met luchtvaartuigen uit hoofde van het internationaal recht bindend zal zijn overeenkomstig artikel 90, punt a), van het Verdrag van Chicago en een beslissende invloed kan hebben op het EU-recht, met name Verordening (EU) nr. 996/2010.
(9) Het standpunt van de Unie tijdens de 231e zitting van de ICAO-Raad of een daaropvolgende zitting met betrekking tot de vaststelling van het beoogde amendement 19 van bijlage 13 bij het Verdrag van Chicago — Onderzoek naar ongevallen en incidenten met luchtvaartuigen, moet erin bestaan dit amendement in zijn geheel te steunen en na te leven.
(10) Overeenkomstig artikel 38 van het Verdrag van Chicago moet elke staat die oordeelt dat het onmogelijk is om in alle opzichten te voldoen aan een internationale norm of procedure, of om zijn eigen regels of praktijken volledig in overeenstemming te brengen met een internationale norm of procedure, of die het nodig acht om regels of praktijken vast te stellen die in enig specifiek opzicht verschillen van die welke bij een internationale norm zijn vastgesteld, de ICAO onmiddellijk in kennis stellen van de verschillen tussen zijn eigen praktijk en die welke bij de internationale norm is vastgesteld.
(11) Overeenkomstig artikel 90 van het Verdrag van Chicago treedt een bijlage of een amendement van een bijlage in werking binnen drie maanden na de voorlegging ervan aan de verdragsluitende staten van de ICAO of na afloop van een langere termijn zoals de ICAO-Raad die kan voorschrijven, tenzij in de tussentijd een meerderheid van de verdragsluitende staten van de ICAO zijn afkeuring kenbaar maakt.
(12) Het standpunt van de Unie na de vaststelling door de ICAO-Raad van amendement 19 van bijlage 13 bij het Verdrag van Chicago — Onderzoek naar ongevallen en incidenten met luchtvaartuigen, dat door de secretaris-generaal van de ICAO moet worden aangekondigd via een ICAO-staatsbrief, moet erin bestaan geen afkeuring te registreren en de wijzigingen na te leven. Als de Uniewetgeving na de beoogde toepassingsdatum van de nieuwe SARP’s van die SARP’s zou afwijken, moet de ICAO in kennis worden gesteld van een verschil met die specifieke SARP’s. Het standpunt van de Unie met betrekking tot dit verschil moet worden gebaseerd op een schriftelijk document dat de Commissie ter bespreking en goedkeuring aan de Raad voorlegt.
(13) Dat standpunt moet tot uiting worden gebracht door alle lidstaten van de Unie die gezamenlijk optreden in het belang van de Unie,