Overwegingen bij COM(2023)197 - Standpunt in het Gemengd Comité EU-Zwitserland inzake de koppeling van hun regelingen voor de handel in broeikasgasemissierechten

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

 
 
(1) De Overeenkomst tussen de Europese Unie en de Zwitserse Bondsstaat inzake de koppeling van hun regelingen voor de handel in broeikasgasemissierechten (“de overeenkomst”)4 is op 23 november 2017 ondertekend overeenkomstig Besluit (EU) 2017/2240 van de Raad5.

(2) De overeenkomst is gesloten bij Besluit (EU) 2018/219 van de Raad6 en is in werking getreden op 1 januari 2020.

(3) Op grond van artikel 12, lid 3, van de overeenkomst kan het Gemengd Comité besluiten vaststellen die zodra zij in werking zijn getreden, bindend moeten zijn voor de partijen.

(4) In artikel 13, lid 2, van de overeenkomst is bepaald dat het Gemengd Comité de bijlagen bij de overeenkomst kan wijzigen.

(5) Het is passend de samenhang te herstellen met de wettelijke bepalingen die van toepassing zijn op de regelingen voor de handel in emissierechten van de Europese Unie en de Zwitserse Bondsstaat na het begin van de nieuwe handelsperiode op 1 januari 2021, en om bijlage IV bij de overeenkomst te verduidelijken.

(6) Het Gemengd Comité moet tijdens zijn zesde vergadering, of eerder via de schriftelijke procedure van artikel 8, lid 4, van het reglement van orde van het Gemengd Comité, een besluit met betrekking tot het wijzigen van de bijlagen I en IV bij de overeenkomst vaststellen.

(7) Het is passend het standpunt te bepalen dat namens de Unie moet worden ingenomen in het Gemengd Comité, met betrekking tot het wijzigen van de bijlagen I en IV bij de overeenkomst, aangezien de gewijzigde bijlagen voor de Unie bindend zullen zijn.

(8) Het standpunt van de Unie in het Gemengd Comité moet derhalve worden gebaseerd op het aangehechte ontwerpbesluit.