Overwegingen bij COM(2023)161 - Kader van maatregelen ter versterking van het Europese ecosysteem voor de productie van nettonultechnologieproducten (verordening voor een nettonulindustrie)

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

 
 
(1) De Unie heeft zich verbonden tot een versnelde decarbonisatie van haar economie en tot een ambitieuze uitrol van hernieuwbare energiebronnen om tegen 2050 tot klimaatneutraliteit of een nettonuluitstoot (emissies na aftrek van verwijderingen) te komen. Die doelstelling vormt de kern van de Europese Green Deal en de geactualiseerde industriestrategie van de EU, en strookt met de verbintenis tot mondiale klimaatactie die de EU in het kader van de Overeenkomst van Parijs31 is aangegaan. Om de doelstelling van klimaatneutraliteit te bereiken, is in Verordening (EU) 2021/1119 van het Europees Parlement en de Raad32 een bindende klimaatdoelstelling op het niveau van de Unie vastgesteld om de netto broeikasgasemissies tegen 2030 met ten minste 55 % te verminderen ten opzichte van 1990. Het voorgestelde “Fit for 55”-pakket33 heeft tot doel de klimaatdoelstelling van de Unie voor 2030 te verwezenlijken en bij dit pakket wordt in dit verband Uniewetgeving herzien en geactualiseerd.

(2) De eengemaakte markt biedt een passend klimaat om op de vereiste schaal en het vereiste tempo toegang te bieden tot de technologieën die nodig zijn om de klimaatambitie van de Unie te verwezenlijken. Gezien de complexiteit en het transnationale karakter van nettonultechnologieën zouden ongecoördineerde nationale maatregelen om de toegang tot die technologieën te waarborgen zeer waarschijnlijk de concurrentie verstoren en de eengemaakte markt fragmenteren. Om de werking van de eengemaakte markt te waarborgen, is het derhalve noodzakelijk een gemeenschappelijk rechtskader van de Unie tot stand te brengen om deze centrale opgave gezamenlijk aan te pakken door de veerkracht en de voorzieningszekerheid van de Unie op het gebied van nettonultechnologieën te vergroten.

(3) Wat de externe aspecten betreft, met name met betrekking tot opkomende markten en ontwikkelingslanden, zal de EU in het kader van haar Global Gateway-strategie streven naar wederzijds voordelige partnerschappen, die bijdragen tot de diversificatie van haar toeleveringsketen van grondstoffen en tot de inspanningen van de partnerlanden om een dubbele transitie te realiseren, en tot de ontwikkeling van lokale toegevoegde waarde.

(4) Om deze verbintenissen na te komen, moet de Unie haar transitie naar schone energie versnellen, met name door de energie-efficiëntie en het aandeel hernieuwbare energiebronnen te vergroten. Hiermee zal worden bijgedragen tot de verwezenlijking van de EU-doelstellingen van het actieplan voor de Europese pijler van sociale rechten voor 2030 van een arbeidsparticipatie van ten minste 78 % en een deelname aan opleidingen door ten minste 60 % van de volwassenen. Dit zal er ook toe bijdragen dat de groene transitie eerlijk en billijk is34.

(5) De hogere energieprijzen na de ongerechtvaardigde en onwettige militaire agressie van de Russische Federatie tegen Oekraïne hebben een sterke impuls gegeven om de uitvoering van de Europese Green Deal te versnellen en de veerkracht van de energie-unie te versterken door de transitie naar schone energie te versnellen en een einde te maken aan elke afhankelijkheid van uit de Russische Federatie aangeleverde fossiele brandstoffen. Het REPowerEU-plan35 speelt een sleutelrol bij de respons op de beproevingen en de verstoring van de mondiale energiemarkt als gevolg van de invasie van Oekraïne door de Russische Federatie. Dat plan heeft tot doel de energietransitie in de Europese Unie te versnellen, teneinde het gas- en elektriciteitsverbruik van de Unie te verminderen en investeringen in de uitrol van energie-efficiënte en koolstofarme oplossingen te stimuleren. In dat plan zijn onder meer de doelstellingen vastgesteld om de fotovoltaïsche capaciteit te verdubbelen tegen 2025, en tegen 2030 een fotovoltaïsche capaciteit van 600 GW te installeren; om de uitrol van warmtepompen te verdubbelen; om tegen 2030 10 miljoen ton binnenlandse hernieuwbare waterstof te produceren, en om de productie van biomethaan aanzienlijk te verhogen. In dat plan is ook opgenomen dat, om de REPowerEU-doelstellingen te verwezenlijken, de levering van apparatuur voor koolstofarme energie en van kritieke grondstoffen moet worden gediversifieerd, de afhankelijkheid van sectoren moet worden verminderd, knelpunten in de toeleveringsketen moeten worden weggewerkt en de productiecapaciteit van de Unie voor technologie op het gebied van schone energie moet worden uitgebreid. Als onderdeel van haar inspanningen om het aandeel van hernieuwbare energie in de elektriciteitsopwekking, de industrie, gebouwen en vervoer te verhogen, stelt de Commissie voor de doelstelling in de richtlijn hernieuwbare energie op te trekken tot 45 % tegen 2030 en de doelstelling in de richtlijn energie-efficiëntie tot 13 %. Dit zou de totale opwekkingscapaciteit van hernieuwbare energie tegen 2030 op 1 236 GW brengen, in vergelijking met 1 067 GW tegen 2030 zoals voorzien in het voorstel van 2021, en zal leiden tot een grotere behoefte aan opslag via batterijen om de fluctuerende niveaus in het elektriciteitsnet te ondervangen. Evenzo zullen beleidsmaatregelen in verband met het koolstofvrij maken van de wegvervoersector, zoals Verordening (EU) 2019/631 en Verordening (EU) 2019/1242, sterke drijvende krachten zijn voor een verdere elektrificatie van de wegvervoersector en zo de vraag naar batterijen doen toenemen.

(6) De transitie naar nettonul leidt nu al tot enorme industriële, economische en geopolitieke verschuivingen over de hele wereld, die alleen maar groter zullen worden naarmate de wereldwijde decarbonisatie-inspanningen vorderen. De weg naar een nettonuluitstoot vertaalt zich in goede kansen voor de uitbreiding van de nettonulindustrie in de Unie, waarvoor gebruik wordt gemaakt van de kracht van de eengemaakte markt door investeringen in technologieën te bevorderen, op het gebied van hernieuwbare-energietechnologieën, technologieën voor elektriciteits- en warmteopslag, warmtepompen, nettechnologieën, technologieën voor hernieuwbare brandstoffen van niet-biologische oorsprong, elektrolyse-installaties en brandstofcellen, fusie, kleine modulaire reactoren en aanverwante brandstoffen met voor hun categorie uitstekende prestaties, technologieën voor koolstofafvang, -gebruik en -opslag, en energiesysteemgerelateerde technologieën voor energie-efficiëntie en de toeleveringsketens daarvan, waardoor onze economische sectoren gedecarboniseerd kunnen worden, van energievoorziening tot vervoer, gebouwen en industrie. Een sterke nettonulindustrie binnen de Europese Unie kan aanzienlijk bijdragen tot de doeltreffende verwezenlijking van de klimaat- en energiedoelstellingen van de Unie, alsook tot de ondersteuning van andere doelstellingen van de Green Deal, en tegelijkertijd banen en groei genereren.

(7) Om de klimaat- en energiedoelstellingen voor 2030 te halen, moet prioriteit worden gegeven aan energie-efficiëntie. Energie besparen is de goedkoopste, veiligste en schoonste manier om deze doelstellingen te verwezenlijken. “Energie-efficiëntie eerst” is een algemeen beginsel in het energiebeleid van de EU en is belangrijk bij zowel praktische toepassingen als bij beleids- en investeringsbeslissingen. Daarom is het van essentieel belang de productiecapaciteit van de Unie voor energie-efficiënte technologieën zoals warmtepompen en technologieën voor slimme netwerken, die de EU helpen haar energieverbruik te verminderen en te beheersen, uit te breiden.

(8) De decarbonisatiedoelstellingen van de Unie, de energievoorzieningszekerheid, de digitalisering van het energiesysteem en de elektrificatie van de vraag, bijvoorbeeld op het gebied van mobiliteit en de behoefte aan snelle oplaadpunten, vereisen een enorme uitbreiding van de elektriciteitsnetten in de Europese Unie, zowel op transmissieniveau als op distributieniveau. Op transmissieniveau zijn hoogspanningsgelijkstroomsystemen (HVDC-systemen) nodig om hernieuwbare energiebronnen op zee aan te sluiten; op distributieniveau is het aansluiten van elektriciteitsleveranciers en de omgang met flexibiliteit aan de vraagzijde afhankelijk van investeringen in innovatieve nettechnologieën, zoals slimme oplaadmogelijkheden voor elektrische voertuigen (EVSC), energie-efficiënte gebouwen en automatisering van industrie, en slimme regelaars, slimme-meterinfrastructuur (AMI) en energiebeheersystemen voor woningen (HEMS). Het elektriciteitsnet moet kunnen communiceren met tal van actoren of apparaten op basis van een nauwkeurige waarneembaarheid — m.a.w. op basis van gegevens — om flexibiliteit, slim laden en slimme gebouwen mogelijk te maken, waarbij aan de vraagzijde slimme elektriciteitsnetten een respons van consumenten en het gebruik van hernieuwbare energiebronnen mogelijk maken. De aansluiting van nettonultechnologieën op het net van de Europese Unie vereist een aanzienlijke uitbreiding van de productievermogens voor elektriciteitsnetten, bijvoorbeeld wat betreft offshore- en onshore-kabels, verdeelstations en transformatoren.

(9) Er zijn aanvullende beleidsinspanningen nodig ter ondersteuning van technologieën die commercieel beschikbaar zijn en snel opgeschaald kunnen worden om de klimaatdoelstellingen van de Unie voor 2030 te ondersteunen, de voorzieningszekerheid wat betreft nettonultechnologieën en de toeleveringsketens daarvan te verbeteren en de algehele veerkracht en het concurrentievermogen van het energiesysteem van de Unie te waarborgen of te versterken. Daartoe behoort toegang tot een veilige en duurzame bron van brandstoffen met voor hun categorie uitstekende prestaties, zoals beschreven in overweging 8 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2022/1214 van de Commissie.

(10) Om de doelstellingen voor 2030 te verwezenlijken, moet aan een aantal van de nettonultechnologieën bijzondere aandacht worden besteed, mede gezien de aanzienlijke bijdrage die zij op het traject naar klimaatneutraliteit tegen 2050 kunnen leveren. Tot deze technologieën behoren technologieën voor fotovoltaïsche en thermische zonne-energie, hernieuwbare energie op land of zee, batterijen en opslag, warmtepompen en geothermische energie, elektrolyse-installaties en brandstofcellen, duurzaam biogas/biomethaan, koolstofafvang en -opslag en voor het elektriciteitsnet. Deze technologieën spelen een belangrijke rol voor de open strategische autonomie van de Unie en zorgen ervoor dat burgers toegang hebben tot schone en betaalbare energie en een zekere energievoorziening. Gezien die rol moeten voor deze technologieën nog snellere vergunningsprocedures worden geregeld, moeten zij binnen het respectieve nationale recht de status van het hoogst mogelijke nationale belang krijgen, en moeten zij aanvullende steun krijgen zodat investeringen kunnen worden aangetrokken.

(11) Om ervoor te zorgen dat het toekomstige energiesysteem van de Unie veerkrachtig is, moet in de hele toeleveringsketen van de desbetreffende technologieën worden opgeschaald, in volledige complementariteit met de verordening kritieke grondstoffen.

(12) In 2020 heeft de Europese Commissie een EU-strategie voor een geïntegreerd energiesysteem goedgekeurd. Daarin werd een visie uiteengezet over hoe de transitie naar een beter geïntegreerd energiesysteem, een systeem dat klimaatneutraliteit in alle economische sectoren ondersteunt tegen de laagste kosten, kan worden versneld. Integratie van het energiesysteem omvat drie concepten die elkaar aanvullen en versterken. Ten eerste een meer “circulair” energiesysteem, waarin energie-efficiëntie centraal staat. Ten tweede een grotere directe elektrificatie van eindgebruikerssectoren. Ten derde het gebruik van hernieuwbare en koolstofarme brandstoffen, waaronder waterstof, voor eindtoepassingen waarin directe verwarming of elektrificatie niet haalbaar, niet efficiënt of duurder zijn. Bij de integratie van het energiesysteem gaat het bijvoorbeeld om oplossingen voor de volledige integratie in het bredere energiesysteem van alle elektriciteit die door installaties voor hernieuwbare energie wordt opgewekt. Dit betekent bijvoorbeeld dat technische oplossingen moeten worden vastgesteld die het mogelijk maken de door installaties voor hernieuwbare elektriciteit opgewekte overtollige elektriciteit te integreren, onder meer met opslag in allerlei vormen en sturing aan de vraagzijde.

(13) Bij de ontwikkeling van oplossingen voor koolstofafvang en -opslag voor de industrie spelen grote coördinatieproblemen. Ondanks de steeds sterkere prikkel van CO2-beprijzing in het kader van het EU-emissiehandelssysteem, loopt de industrie bij het investeren in afvang van CO2-emissies en het economisch levensvatbaar maken daarvan een aanzienlijk risico dat zij geen vergunde geologische opslaglocatie kunnen krijgen. Tegelijkertijd krijgen investeerders bij nieuwe CO2-opslaglocaties nog voordat zij een wettelijke opslagvergunning kunnen aanvragen te maken met aanloopkosten in verband met het vinden, ontwikkelen en evalueren van locaties. Transparantie over de potentiële CO2-opslagcapaciteit in de zin van de geologische geschiktheid van beoogde gebieden en toegang tot geologische gegevens, met name gegevens die bij de exploratie van koolwaterstofproductielocaties zijn gegenereerd, kan marktdeelnemers helpen bij het plannen van investeringen. De lidstaten moeten dergelijke gegevens openbaar toegankelijk maken en regelmatig verslag uitbrengen in de vorm van een toekomstgericht perspectief betreffende de voortgang bij de ontwikkeling van CO2-opslaglocaties en de overeenkomstige behoeften wat betreft de bovengenoemde injectie- en opslagcapaciteit, teneinde de Uniewijde doelstelling voor CO2-injectiecapaciteit gezamenlijk te kunnen bereiken.

(14) Een belangrijk knelpunt voor investeringen in koolstofafvang, die op dit moment steeds economisch haalbaarder worden, is de beschikbaarheid van operationele CO2-opslaglocaties in Europa, die essentieel zijn voor de stimulansen van Richtlijn 2003/87/EG. De EU moet een toekomstgericht aanbod ontwikkelen van locaties voor permanente geologische CO2-opslag waarvoor overeenkomstig Richtlijn 2009/31/EU36 een vergunning is verleend, zodat de technologie kan worden opgeschaald en de EU haar toonaangevende productiecapaciteit kan uitbreiden. De doelstelling van de EU om tegen 2030 te beschikken over een jaarlijkse operationele CO2-injectiecapaciteit van 50 miljoen ton, wat overeenkomt met de capaciteit die naar verwachting tegen die tijd nodig zal zijn, stelt de betrokken sectoren in staat hun investeringen af te stemmen op een Europese waardeketen voor CO2-vervoer en opslag die op een nettonuluitstoot ingericht is en die bedrijven kunnen gebruiken om hun activiteiten koolstofvrij te maken. Deze eerste aanzet zal ook verdere CO2-opslag tegen 2050 ondersteunen. Volgens de ramingen van de Commissie zou de Unie tegen 2050 tot 550 miljoen ton CO2 per jaar moeten afvangen om de doelstelling van een nettonuluitstoot te halen37, onder meer door koolstofverwijderingen. Met deze eerste opslagcapaciteit op industriële schaal zal het minder risicovol worden te investeren in het afvangen van CO2-emissies als belangrijk instrument om klimaatneutraliteit te bereiken. Wanneer deze verordening in de EER-overeenkomst wordt opgenomen, zal de Unie-doelstelling van een jaarlijkse operationele CO2-injectiecapaciteit van 50 miljoen ton tegen 2030 dienovereenkomstig worden aangepast.

(15) CO2-opslaglocaties die bijdragen tot de doelstelling van de Unie voor 2030 aanmerken als strategische nettonulprojecten kan de ontwikkeling van CO2-opslaglocaties versnellen en vergemakkelijken, en op die manier kan de toenemende vraag naar opslaglocaties vanuit de industrie worden opgevangen met de meest kosteneffectieve opvanglocaties. Steeds grotere delen van de gas- en olievelden die tot veilige CO2-opslaglocaties zouden kunnen worden omgevormd, bevinden zich aan het einde van hun productieve levensduur. Daarnaast heeft de olie- en gasindustrie bevestigd vastbesloten te zijn een energietransitie aan te vatten en beschikt zij over de middelen, vaardigheden en kennis die nodig zijn om extra opslaglocaties te verkennen en te ontwikkelen. Om de doelstelling van de Unie van een jaarlijkse operationele CO2-injectiecapaciteit van 50 miljoen ton tegen 2030 te kunnen verwezenlijken, moet de sector de krachten bundelen en zorgen voor koolstofafvang en -opslag als klimaatoplossing, nog voordat die nodig wordt. Om te zorgen voor tijdige, Uniebrede en kosteneffectieve ontwikkeling van CO2-opslaglocaties overeenkomstig de EU-doelstelling voor injectiecapaciteit, moeten vergunninghouders voor olie- en gasproductie in de EU aan deze doelstelling bijdragen naar rato van hun olie- en gasproductiecapaciteit, en tegelijkertijd de flexibiliteit bieden om samen te werken en rekening te houden met bijdragen van derden.

(16) De Unie heeft bijgedragen tot de opbouw van een mondiaal economisch systeem dat gebaseerd is op open en op regels gebaseerde handel, heeft zich sterk gemaakt voor de eerbiediging en bevordering van sociale en milieuduurzaamheidsnormen en zet zich ten volle in voor die waarden.

(17) De productiecapaciteit voor nettonultechnologie in de Unie moet worden uitgebreid om problemen in verband met de voorzieningszekerheid aan te pakken en bij te dragen tot het ondersteunen van de veerkracht van het energiesysteem van de Unie en de inspanningen voor decarbonisatie en modernisering. De fabrikanten van technologieën voor fotovoltaïsche zonne-energie in de Unie moeten hun concurrentievoordeel vergroten en de vooruitzichten voor de voorzieningszekerheid verbeteren door ernaar te streven tegen 2030 ten minste 30 gigawatt operationele productiecapaciteit voor fotovoltaïsche zonne-energie te bereiken in de gehele waardeketen, in overeenstemming met de doelstellingen van de Europese alliantie voor de fotovoltaïsche zonne-energiesector, die wordt ondersteund in het kader van de EU-strategie voor zonne-energie38. Fabrikanten van windenergie- en warmtepomptechnologieën in de Unie moeten hun concurrentievoorsprong dit decennium consolideren en hun huidige marktaandeel handhaven of uitbreiden, in overeenstemming met de prognoses van de Unie voor de uitrol van technologie voor haar energie- en klimaatdoelstellingen voor 203039. Dit komt neer op een productiecapaciteit binnen de Unie van ten minste 36 GW voor windenergie en van ten minste 31 GW voor warmtepompen in 2030. Fabrikanten van batterijen en elektrolyse-installaties in de Unie moeten hun technologisch leiderschap consolideren en deze markten actief mede vormgeven. Voor batterijtechnologieën zou dit betekenen dat wordt bijgedragen aan de doelstellingen van de Europese alliantie voor batterijen en dat ernaar wordt gestreefd dat bijna 90 % van de jaarlijkse vraag naar batterijen in de Unie zal worden vervuld door de batterijfabrikanten in de Unie, wat neerkomt op een productiecapaciteit van ten minste 550 GWh in de Unie in 2030. Voor producenten van elektrolyse-installaties in de Unie wordt in het REPowerEU-plan uitgegaan van 10 miljoen ton eigen productie van hernieuwbare waterstof en nog eens tot 10 miljoen ton aan invoer van hernieuwbare waterstof tegen 2030. Om ervoor te zorgen dat het technologische leiderschap van de EU zich vertaalt in commercieel leiderschap, zoals in het kader van de gezamenlijke verklaring van de Commissie over elektrolyse-installaties en de Europese alliantie voor schone waterstof wordt ondersteund, moeten de fabrikanten van elektrolyse-installaties in de EU hun capaciteit verder vergroten, zodat de totale elektrolysecapaciteit tegen 2030 ten minste 100 GW aan waterstof bereikt.

(18) Gezien deze reeks doelstellingen en rekening houdend met het feit dat de productiecapaciteit van de Unie voor bepaalde elementen van de toeleveringsketen (zoals omvormers en zonnecellen, wafers en ingots voor fotovoltaïsche zonne-energie of kathoden en anoden voor batterijen) zwak is, moet voor de jaarlijkse capaciteit van de Unie voor nettonultechnologieën worden uitgegaan van het tegen 2030 benaderen of bereiken van een jaarlijkse productiebenchmark van ten minste 40 % van de jaarlijkse behoeften op dat vlak.

(19) Het vergroten van de productiecapaciteit voor nettonultechnologieën in de Europese Unie zal ook de mondiale voorziening van nettonultechnologieën en de overschakeling op schone energiebronnen wereldwijd vergemakkelijken.

(20) Tegelijkertijd zullen nettonultechnologieproducten bijdragen tot de veerkracht van de Unie en een zekere voorziening van schone energie. Een zekere voorziening van schone energie is een voorwaarde voor economische ontwikkeling en voor de openbare orde en veiligheid. Nettonultechnologieproducten zullen ook voordelen opleveren voor andere economische sectoren van groot strategisch belang, zoals landbouw en voedselproductie, door de toegang tot schone energie en apparatuur tegen concurrerende prijzen te waarborgen en aldus op duurzame wijze bij te dragen tot de voedselzekerheid in de EU en tot steeds betere afzetmogelijkheden voor biogebaseerde alternatieven via de circulaire economie. De verwezenlijking van de klimaatambities van de Unie zal zich evenzeer vertalen in zowel economische groei als sociaal welzijn.

(21) Wil de Unie haar concurrentievermogen behouden en de huidige strategische afhankelijkheid van de invoer van essentiële nettonultechnologieproducten en de bijbehorende toeleveringsketens verminderen, en tegelijkertijd nieuwe afhankelijkheden voorkomen, dan moet zij haar industriële basis op het gebied van nettonultechnologie blijven versterken en concurrerender en innovatievriendelijker worden. De Unie moet ervoor zorgen dat de productiecapaciteit zich sneller, eenvoudiger en voorspelbaarder kan ontwikkelen.

(22) De lidstaten moeten in juni 2023 geactualiseerde ontwerpversies van hun nationale energie- en klimaatplannen voor de periode 2021-2030 indienen40. Zoals in de richtsnoeren van de Commissie aan de lidstaten voor het actualiseren van de nationale energie- en klimaatplannen voor de periode 2021-203041 is benadrukt, moeten in de geactualiseerde plannen de doelstellingen en beleidslijnen van de lidstaten worden beschreven om de opschaling van productieprojecten voor commercieel beschikbare energie-efficiënte en koolstofarme technologieën, apparatuur en belangrijke componenten op hun grondgebied te vergemakkelijken. In die plannen moeten ook de doelstellingen en beleidslijnen van de lidstaten worden beschreven om een dergelijke opschaling tot stand te brengen door middel van diversificatie-inspanningen in derde landen, en om hun industrieën in staat te stellen CO2-emissies af te vangen en permanent op te slaan in geologische opslaglocaties.

(23) Daarnaast bevat de mededeling over een industrieel plan voor de Green Deal voor het nettonultijdperk42 een alomvattende aanpak ter ondersteuning van een opschaling van schone-energietechnologie die steunt op vier pijlers. De eerste pijler heeft tot doel een regelgevingskader tot stand te brengen dat de vergunningverlening voor nieuwe productie- en assemblagelocaties voor nettonultechnologie vereenvoudigt en versnelde trajecten mogelijk maakt, en dat de opschaling van de nettonulindustrie van de Unie vergemakkelijkt. De tweede pijler van het plan is het stimuleren van investeringen in en de financiering van de productie van nettonultechnologie aan de hand van het in maart 2023 aangenomen herziene tijdelijke crisis- en transitiekader en de oprichting van een Europees soevereiniteitsfonds om de Europese voorsprong te behouden op het gebied van kritieke en opkomende technologieën die relevant zijn voor de groene en de digitale transitie. De derde pijler heeft betrekking op de ontwikkeling van de vaardigheden die nodig zijn om de transitie tot stand te brengen en het aantal gekwalificeerde werknemers in de sector schone energietechnologie te verhogen. De vierde pijler is gericht op de handel en op de diversificatie van de toeleveringsketen voor kritieke grondstoffen. In dat kader wordt een samenwerkingsverband met betrekking tot kritieke grondstoffen opgericht en wordt samengewerkt met gelijkgestemde partners om de toeleveringsketens collectief te versterken, en wordt ingezet op diversificatie wat betreft leveranciers voor kritieke input.

(24) In het kader van de eerste pijler moet de Unie een industriële basis ontwikkelen en in stand houden voor de levering van oplossingen op basis van nettonultechnologie om haar energievoorziening veilig te stellen, en tegelijkertijd haar ambities op het gebied van klimaatneutraliteit waarmaken. Om dat doel te ondersteunen en afhankelijkheden bij de toelevering van nettonultechnologieën te voorkomen die de inspanningen van de Unie op het gebied van broeikasgasemissiereductie zouden vertragen of de energievoorzieningszekerheid in gevaar zouden brengen, worden in deze verordening bepalingen vastgesteld om de vraag naar duurzame en veerkrachtige nettonultechnologieën te stimuleren.

(25) Op grond van de Richtlijnen 2014/23/EU, 2014/24/EU en 2014/25/EU mogen aanbestedende diensten en aanbestedende instanties die via openbare aanbestedingsprocedures overheidsopdrachten gunnen, zich bij de selectie van de economisch meest voordelige inschrijving, naast prijzen of kosten, reeds op aanvullende criteria baseren. Zulke criteria betreffen bijvoorbeeld de kwaliteit van de inschrijving, met inbegrip van sociale, milieu- en innovatieve kenmerken. Bij de gunning van opdrachten voor nettonultechnologie via openbare aanbestedingen moeten aanbestedende diensten en aanbestedende instanties de bijdragen van de inschrijvingen op het gebied van duurzaamheid en veerkracht naar behoren beoordelen aan de hand van een reeks criteria met betrekking tot de milieuduurzaamheid, innovatie, systeemintegratie en veerkracht.

(26) Sociale duurzaamheidscriteria kunnen al worden toegepast in het kader van de bestaande wetgeving, en die kunnen arbeidsomstandigheden en collectief onderhandelen omvatten in overeenstemming met de Europese pijler van sociale rechten overeenkomstig de artikelen 30, lid 3, van Richtlijn 2014/23/EU, 18, lid 2, van Richtlijn 2014/24/EU en 36, lid 2, van Richtlijn 2014/25/EU. Aanbestedende diensten moeten bijdragen tot sociale duurzaamheid door passende maatregelen te nemen om ervoor te zorgen dat ondernemers bij de uitvoering van overheidsopdrachten voldoen aan de toepasselijke verplichtingen op het gebied van sociaal en arbeidsrecht uit hoofde van het Unierecht, het nationale recht, collectieve overeenkomsten of de internationale milieu-, sociale en arbeidsrechtelijke bepalingen zoals die zijn opgenomen in bijlage X bij Richtlijn 2014/23/EU, bijlage X bij Richtlijn 2014/24/EU en bijlage XIV bij Richtlijn 2014/25/EU43.

(27) Onverminderd de wetgeving van de Unie die van toepassing is op een specifieke technologie, onder meer in het kader van het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende de totstandbrenging van een kader voor het vaststellen van vereisten inzake ecologisch ontwerp voor duurzame producten44 en het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad inzake batterijen en afgedankte batterijen45, en tenzij daarin anders is aangegeven, kunnen aanbestedende diensten en instanties bij de beoordeling van de milieuduurzaamheid van de op basis van deze verordening aangekochte oplossingen rekening houden met verschillende elementen die gevolgen hebben voor het klimaat en het milieu. Hierbij kan het bijvoorbeeld gaan om de duurzaamheid en betrouwbaarheid van de oplossing; het gemak van reparatie en onderhoud; het gemak van upgraden en opknappen; het gemak waarmee recycling plaatsvindt en de kwaliteit ervan; het gebruik van stoffen; het verbruik van energie, water en andere hulpbronnen in een of meer stadia van de levenscyclus van het product; het gewicht en het volume van het product en de verpakking ervan; de inbouw van gebruikte componenten; de hoeveelheid, kenmerken en beschikbaarheid van de verbruiksgoederen die nodig zijn voor correct gebruik en onderhoud; de milieuvoetafdruk van het product en de milieueffecten ervan gedurende de levenscyclus; de koolstofvoetafdruk van het product; het vrijkomen van microplastics; de emissies in de lucht, het water of de bodem in een of meer levenscyclusfasen van het product; de hoeveelheden afval die wordt gegenereerd; de gebruiksvoorwaarden.

(28) Om in het kader van een openbare aanbestedingsprocedure rekening te houden met de noodzaak om de toeleveringsketens van nettonultechnologieën te diversifiëren en voor de toelevering van die technologieën minder vaak afhankelijk te zijn van één enkele bron in de zin van artikel 19, lid 2, en onverminderd de internationale verbintenissen van de Unie, moet de toelevering ten minste als onvoldoende gediversifieerd worden beschouwd wanneer voor meer dan 65 % van de vraag voor een specifieke nettonultechnologie in de Unie wordt voorzien uit één enkele bron.

(29) Met het oog op het opzetten van regelingen die ten goede komen aan huishoudens of consumenten en die de aankoop van eindproducten met nettonultechnologie stimuleren, en onverminderd de internationale verbintenissen van de Unie, moet de toelevering als onvoldoende gediversifieerd worden beschouwd wanneer voor meer dan 65 % van de totale vraag voor een specifieke nettonultechnologie in de Unie wordt voorzien uit één enkele bron. Met het oog op een consistente toepassing moet de Commissie vanaf de datum van toepassing van deze verordening jaarlijks een lijst bekendmaken met de herkomst van de onder deze categorie vallende eindproducten met nettonultechnologie, uitgesplitst naar het aandeel van het aanbod in de Unie dat afkomstig is uit verschillende bronnen, op basis van het laatste jaar waarvoor gegevens beschikbaar zijn.

(30) Bij Besluit 2014/115/EU van de Raad is met name de wijziging van de Overeenkomst inzake overheidsopdrachten van de Wereldhandelsorganisatie (hierna de “GPA-overeenkomst” genoemd)46, goedgekeurd. De GPA-overeenkomst beoogt de invoering van een multilateraal kader van evenwichtige rechten en verplichtingen met betrekking tot overheidsopdrachten met het oog op de liberalisering en de expansie van de wereldhandel. Voor opdrachten die onder aanhangsel I van de Europese Unie van de GPA-overeenkomst vallen, alsmede onder andere toepasselijke internationale overeenkomsten waardoor de Unie gebonden is, met inbegrip van vrijhandelsovereenkomsten en artikel III:8, punt a), van de Algemene Overeenkomst betreffende tarieven en handel 1994 voor de aanschaffing door overheidsinstanties van producten die worden aangekocht niet met het oog op commerciële wederverkoop of het gebruik bij de productie van goederen voor commerciële verkoop, mogen aanbestedende diensten en aanbestedende instanties de voorschriften van artikel 19, lid 1, punt d), niet toepassen op de bij toeleveringsbronnen behorende ondernemers die de overeenkomsten hebben ondertekend.

(31) De toepassing van de bepalingen inzake veerkracht bij openbare aanbestedingen overeenkomstig artikel 19 mag geen afbreuk doen aan de toepassing van artikel 25 van Richtlijn 2014/24/EU van het Europees Parlement en de Raad47 en artikel 43 en artikel 85 van Richtlijn 2014/25/EU van het Europees Parlement en de Raad48, overeenkomstig de richtsnoeren van de Commissie van 201949. Evenzo moeten bepalingen inzake openbare aanbestedingen van toepassing blijven op werkzaamheden, leveringen en diensten die vallen onder artikel 19, met inbegrip van artikel 67, lid 4, van Richtlijn 2014/24/EU en alle uitvoeringsmaatregelen die voortvloeien uit het voorstel voor een verordening betreffende de totstandbrenging van een kader voor het vaststellen van vereisten inzake ecologisch ontwerp voor duurzame producten.

(32) De weging van criteria van openbare aanbestedingsprocedures voor de bijdrage van de inschrijving wat betreft duurzaamheid en veerkracht doet geen afbreuk aan de mogelijkheid voor aanbestedende diensten en aanbestedende instanties om een hogere drempel vast te stellen voor de criteria met betrekking tot milieuduurzaamheid en innovatie, in overeenstemming met artikel 41, lid 3, en overweging 64 van Richtlijn 2014/23/EU van het Europees Parlement en de Raad50, artikel 67, lid 5, van Richtlijn 2014/24/EU en artikel 82, lid 5, van Richtlijn 2014/25/EU.

(33) Ter beperking van de administratieve lasten als gevolg van de noodzaak om rekening te houden met criteria met betrekking tot de bijdrage van de aanbesteding wat betreft duurzaamheid en veerkracht, met name voor kleinere overheidsafnemers en voor opdrachten die een lagere waarde vertegenwoordigen en die geen belangrijke gevolgen hebben voor de markt, moet de toepassing van de desbetreffende bepalingen van deze verordening voor overheidsafnemers die geen aankoopcentrale zijn en voor opdrachten met een waarde van minder dan 25 miljoen EUR met twee jaar worden uitgesteld.

(34) Voor de toepassing van de bepalingen inzake openbare aanbestedingen overeenkomstig artikel 19 mogen aanbestedende diensten of aanbestedende instanties, wanneer een product onder een krachtens Verordening (EU) 2017/1369 van het Europees Parlement en de Raad51 vastgestelde gedelegeerde handeling valt, alleen die producten aankopen die aan de verplichting van artikel 7, lid 2, van die verordening voldoen.

(35) Huishoudens en eindgebruikers vormen een essentieel deel van de vraag van de Unie naar eindproducten met nettonultechnologie en overheidssteunregelingen om de aankoop van dergelijke producten door huishoudens te stimuleren, met name voor kwetsbare huishoudens en consumenten en huishoudens en consumenten met een laag en lager middeninkomen, zijn belangrijke instrumenten om de groene transitie te versnellen. In het kader van het in de EU-strategie voor zonne-energie52 aangekondigde initiatief voor zonnepaneeldaken moeten de lidstaten bijvoorbeeld nationale steunprogramma’s opzetten om de grootschalige uitrol van zonne-energie op daken te ondersteunen. In het REPowerEU-plan riep de Commissie de lidstaten op om ten volle gebruik te maken van ondersteunende maatregelen die de omschakeling op warmtepompen aanmoedigen. Dergelijke steunregelingen die op nationaal niveau door de lidstaten of lokaal door lokale of regionale overheden worden opgezet, moeten ook bijdragen tot het vergroten van de duurzaamheid en veerkracht van de nettonultechnologieën van de EU. Overheidsinstanties moeten begunstigden bijvoorbeeld een hogere financiële compensatie bieden voor de aankoop van eindproducten met nettonultechnologie die een grotere bijdrage zullen leveren aan de veerkracht in de Unie. Overheidsinstanties moeten ervoor zorgen dat hun regelingen open, transparant en niet-discriminerend zijn, zodat zij bijdragen tot een grotere vraag naar nettonultechnologieproducten in de Unie. Overheidsinstanties moeten daarnaast de aanvullende financiële compensatie voor dergelijke producten beperken om de uitrol van nettonultechnologieën in de Unie niet te vertragen. Om de efficiëntie van dergelijke regelingen te vergroten, moeten de lidstaten ervoor zorgen dat informatie gemakkelijk toegankelijk is voor zowel consumenten als fabrikanten van nettonultechnologie op een gratis website. Gebruikmaking door overheidsinstanties van de bijdrage wat betreft duurzaamheid en veerkracht in het kader van op consumenten of huishoudens gerichte regelingen mag geen afbreuk doen aan de staatssteunregels en de WTO-regels inzake subsidies.

(36) Bij het vormgeven van regelingen die ten goede komen aan huishoudens of consumenten en die de aankoop van in de bijlage vermelde eindproducten met nettonultechnologie stimuleren, moeten lidstaten, regionale of lokale autoriteiten, publiekrechtelijke instellingen of samenwerkingsverbanden bestaande uit een of meer van deze autoriteiten of een of meer van deze instellingen, ervoor zorgen dat de internationale verbintenissen van de Unie worden nageleefd, onder meer door ervoor te zorgen dat de regelingen niet een omvang bereiken die de belangen van WTO-leden ernstig schaadt.

(37) De Commissie moet de lidstaten ook bijstaan bij het ontwerpen van op huishoudens en consumenten gerichte regelingen om synergieën tot stand te brengen en beste praktijken uit te wisselen. Het platform voor nettonultechnologie in Europa moet ook een belangrijke rol spelen om ervoor te zorgen dat de bijdrage wat betreft duurzaamheid en weerbaarheid door lidstaten en overheidsinstanties in hun praktijken inzake openbare aanbestedingen en veilingen wordt geïntegreerd. Het platform moet richtsnoeren verstrekken en beste praktijken vaststellen voor het definiëren en toepassen van de bijdrage, met concrete en specifieke voorbeelden.

(38) Om de industrie in staat te stellen zijn productie tijdig aan te passen, moeten aanbestedende diensten en aanbestedende instanties de markt vooraf informeren over hun geraamde aankoopbehoeften inzake nettonultechnologieproducten.

(39) Zoals aangegeven in de op 1 februari 2023 bekendgemaakte mededeling over een industrieel plan voor de Green Deal voor het nettonultijdperk staat het marktaandeel van de EU-industrie onder sterke druk, omdat subsidies in derde landen het speelveld verstoren. Dit vertaalt zich in de behoefte aan een snelle en ambitieuze reactie van de Unie betreffende de modernisering van haar rechtskader.

(40) Toegang tot financiering is van cruciaal belang voor het waarborgen van de open strategische autonomie van de Unie en voor het tot stand brengen van een solide productiebasis voor nettonultechnologieën en de bijbehorende toeleveringsketens in de hele Unie. De meeste van de investeringen die nodig zijn om de doelstellingen van de Green Deal te verwezenlijken, zullen afkomstig zijn van particulier kapitaal53 dat wordt aangetrokken door het groeipotentieel van het nettonulecosysteem. Goed functionerende, diepe en geïntegreerde kapitaalmarkten zullen daarom van essentieel belang zijn om de benodigde middelen voor de groene transitie en nettonulproductieprojecten aan te trekken en naar de juiste projecten te helpen voeren. Snelle vooruitgang in de richting van de kapitaalmarktenunie is dus noodzakelijk om de EU in staat te stellen haar doelstellingen inzake een nettonuluitstoot te verwezenlijken. De agenda voor duurzame financiering (en gemengde financiering) speelt eveneens een cruciale rol bij het opschalen van investeringen in nettonultechnologieën, en waarborgt het concurrentievermogen van de sector.

(41) Wanneer particuliere investeringen alleen niet volstaan, kan voor de effectieve uitrol van nettonulproductieprojecten overheidssteun in de vorm van staatssteun nodig zijn. Dergelijke steun moet een stimulerend effect hebben en noodzakelijk, passend en evenredig zijn. De bestaande richtsnoeren inzake staatssteun, die onlangs grondig zijn herzien in overeenstemming met de doelstellingen van de dubbele transitie, bieden ruime mogelijkheden om onder bepaalde voorwaarden investeringen te ondersteunen voor projecten die binnen het toepassingsgebied van deze verordening vallen. De lidstaten kunnen een belangrijke rol spelen bij het vergemakkelijken van de toegang tot financiering voor projecten voor de productie van nettonultechnologieën door marktfalen aan te pakken met gerichte inzet van staatssteun. Het op 9 maart 2023 aangenomen tijdelijke crisis- en transitiekader voor staatssteun moet zorgen voor een gelijk speelveld binnen de interne markt, gericht op de sectoren waar een risico van verplaatsing naar een derde land is vastgesteld, dat ook evenredig is in termen van steunbedragen. Het zou de lidstaten in staat stellen regelingen in te voeren ter ondersteuning van nieuwe investeringen in productiefaciliteiten in welomschreven strategische nettonulsectoren, onder meer via belastingvoordelen. Het toegestane steunbedrag kan worden gemoduleerd met hogere steunintensiteiten en steunplafonds indien de investering plaatsvindt in steungebieden, om bij te dragen tot de doelstelling van convergentie tussen lidstaten en regio’s. Er moeten passende voorwaarden gelden om de concrete risico’s van verlegging van de investering buiten de EER te verifiëren en om na te gaan of er geen risico van verplaatsing binnen de EER bestaat. Om daartoe nationale middelen vrij te maken, kunnen de lidstaten een deel van de ETS-inkomsten gebruiken die de lidstaten in dat geval moeten toewijzen voor klimaatgerelateerde doeleinden.

(42) Verschillende financieringsprogramma’s van de Unie, zoals de herstel- en veerkrachtfaciliteit, InvestEU, de programma’s van het cohesiebeleid, of het innovatiefonds, zijn ook inzetbaar voor de financiering van investeringen in projecten voor de productie van nettonultechnologie.

(43) In het kader van de gewijzigde verordening betreffende de herstel- en veerkrachtfaciliteit54 werd aan de lidstaten nog eens 20 miljard EUR aan niet-terugvorderbare steun ter beschikking gesteld om de energie-efficiëntie te bevorderen en fossiele brandstoffen te vervangen, onder meer via projecten van de EU met betrekking tot de nettonulindustrie. Zoals vermeld in de richtsnoeren van de Commissie betreffende de REPowerEU-hoofdstukken55 worden de lidstaten aangemoedigd om in het REPowerEU-hoofdstuk van hun herstel- en veerkrachtplannen maatregelen op te nemen ter ondersteuning van investeringen in de productie van nettonultechnologieën en industriële innovatie, overeenkomstig Verordening (EU) 2021/241 van het Europees Parlement en de Raad56.

(44) InvestEU is het toonaangevende programma van de EU op het gebied van het stimuleren van investeringen, met name in de groene en de digitale transitie, door financiering en technische bijstand te verlenen, bijvoorbeeld door middel van blendingmechanismen. Een dergelijke aanpak draagt bij tot het aantrekken van extra publiek en particulier kapitaal. Daarnaast worden de lidstaten aangemoedigd om bij te dragen via het lidstaatcompartiment van InvestEU om ondersteuning te bieden voor financiële producten die beschikbaar zijn voor de productie van nettonultechnologie, onverminderd de toepasselijke staatssteunregels.

(45) De lidstaten kunnen steun verlenen uit programma’s in het kader van het cohesiebeleid, in overeenstemming met de toepasselijke regels van Verordening (EU) 2021/1060 van het Europees Parlement en de Raad57, om de benutting van strategische nettonulprojecten in minder ontwikkelde en overgangsregio’s aan te moedigen door middel van investeringspakketten voor infrastructuur, productieve investeringen in innovatie, productiecapaciteit in kmo’s, diensten, opleidings- en bijscholingsmaatregelen, met inbegrip van steun voor capaciteitsopbouw bij overheidsinstanties en promotoren. De in de programma’s vastgestelde toepasselijke medefinancieringspercentages kunnen tot 85 % oplopen voor minder ontwikkelde regio’s en tot 60 % of 70 % voor overgangsregio’s, afhankelijk van het desbetreffende fonds en de status van de regio, maar de lidstaten mogen deze plafonds op het niveau van het project overschrijden, waar dat op grond van de staatssteunregels toegestaan is. Het instrument voor technische ondersteuning kan de lidstaten en de regio’s helpen bij het opstellen van groeistrategieën voor een nettonulindustrie, het verbeteren van het ondernemingsklimaat, het beperken van de administratieve formaliteiten en het versnellen van de vergunningverlening. De lidstaten moeten worden aangemoedigd om de duurzaamheid van strategische nettonulprojecten te bevorderen door deze investeringen in Europese waardeketens te integreren, met name waar op interregionale en grensoverschrijdende samenwerkingsnetwerken kan worden voortgebouwd.

(46) Het innovatiefonds biedt nog een veelbelovende en kostenefficiënte manier om de opschaling van de productie en toepassing van hernieuwbare waterstof en andere strategische nettonultechnologieën in Europa te ondersteunen, waardoor de soevereiniteit van Europa op het gebied van cruciale technologieën voor klimaatactie en energiezekerheid wordt versterkt.

(47) Een Europees soevereiniteitsfonds zou een structureel antwoord bieden voor de investeringsbehoeften. Het zal bijdragen tot het behoud van een Europese voorsprong op het gebied van kritieke en opkomende technologieën die relevant zijn voor de groene en de digitale transitie, met inbegrip van nettonultechnologieën. Dit structurele instrument bouwt voort op de ervaring met gecoördineerde meerlandenprojecten in het kader van belangrijke projecten van gemeenschappelijk Europees belang en beoogt de toegang van alle lidstaten tot dergelijke projecten te verbeteren en aldus de cohesie en de eengemaakte markt te beschermen tegen risico’s als gevolg van de ongelijke beschikbaarheid van staatssteun.

(48) Om de beperkingen van de huidige versnipperde inspanningen op het gebied van publieke en particuliere investeringen weg te nemen en integratie en rendement op investering te bevorderen, moeten de Commissie en de lidstaten de bestaande financieringsprogramma’s op Unie- en nationaal niveau beter coördineren en synergieën tot stand brengen en zorgen voor een betere coördinatie en samenwerking met de industrie en belangrijke belanghebbenden uit de particuliere sector. Het platform voor nettonultechnologie in Europa heeft een belangrijke rol te spelen bij het opstellen van een alomvattend overzicht van de beschikbare en relevante financieringsmogelijkheden en bij het overleg over de individuele financieringsbehoeften van strategische nettonulprojecten.

(49) Teneinde zo snel mogelijk projecten voor de productie van nettonultechnologie op gang te brengen of uitgebreid te zien worden om de toeleveringszekerheid voor nettonultechnologieën in de Unie te waarborgen, is het belangrijk om zekerheid voor de planning en investeringen te creëren door de administratieve lasten voor projectpromotoren tot een minimum te beperken. Daarom moeten de vergunningverleningsprocessen van de lidstaten voor projecten voor de productie van nettonultechnologie worden gestroomlijnd, waarbij wel moet worden gewaarborgd dat die projecten veilig, betrouwbaar en milieuvriendelijk zijn en voldoen aan de milieu-, sociale en veiligheidseisen. In de milieuwetgeving van de Unie zijn gemeenschappelijke voorwaarden voor de vorm en de inhoud van nationale vergunningverleningsprocessen vastgesteld, waarmee een hoog niveau van milieubescherming wordt gewaarborgd. De toekenning van de status van strategisch nettonulproject mag geen afbreuk doen aan de toepasselijke vergunningsvoorwaarden voor de desbetreffende projecten, met inbegrip van die welke zijn vastgesteld in Richtlijn 2011/92/EU van het Europees Parlement en de Raad58, Richtlijn 92/43/EEG van de Raad59, Richtlijn 2000/60/EG van het Europees Parlement en de Raad60, Richtlijn 2004/35/EG van het Europees Parlement en de Raad61 en Richtlijn 2010/75/EU van het Europees Parlement en de Raad62.

(50) Tegelijkertijd ondermijnt de onvoorspelbaarheid, complexiteit en soms buitensporig lange duur van nationale vergunningverleningsprocessen de voor de doeltreffende ontwikkeling van projecten voor de productie van nettonultechnologieën benodigde investeringszekerheid. Om te zorgen voor en vaart te zetten achter doeltreffende uitvoering van die projecten, moeten de lidstaten daarom gestroomlijnde en voorspelbare vergunningsprocedures toepassen. Daarnaast moet op nationaal niveau prioriteit worden gegeven aan strategische nettonulprojecten om te zorgen voor een snelle administratieve afhandeling en een dringende behandeling van alle gerechtelijke en geschillenbeslechtingsprocedures in verband met die projecten, zonder dat de bevoegde autoriteiten worden belet de vergunningverlening voor andere projecten voor de productie van nettonultechnologieën dan strategische nettonulprojecten, of meer in het algemeen, te stroomlijnen.

(51) Gezien de rol van strategische nettonulprojecten bij het waarborgen van de voorzieningszekerheid van de Unie wat betreft nettonultechnologieën en hun bijdrage aan de open strategische autonomie van de Unie en de groene en de digitale transitie, moeten de verantwoordelijke vergunningverlenende instanties deze projecten beschouwen als in het algemeen belang. Op basis van haar beoordeling per geval kan een bevoegde vergunningverlenende instantie concluderen dat het door het project gediende algemeen belang prevaleert boven het algemeen belang dat verband houdt met de bescherming van de natuur en het milieu en dat bijgevolg een vergunning voor het project kan worden verleend, mits aan alle relevante voorwaarden van Richtlijn 2000/60/EG, Richtlijn 92/43/EEG en Richtlijn 2009/147/EG63 is voldaan. 

(52) Om het proces te vereenvoudigen en de efficiëntie en transparantie te vergroten, moet het voor projectpromotoren van projecten voor de productie van nettonultechnologieën mogelijk zijn te communiceren met slechts één nationale instantie die verantwoordelijk zal zijn voor de coördinatie van het gehele vergunningverleningsproces en het uitvaardigen van een raambesluit binnen de toepasselijke termijn. Daartoe moeten de lidstaten één nationale bevoegde instantie aanwijzen. De taken van de nationale bevoegde instantie moeten onder dezelfde voorwaarden aan een andere autoriteit kunnen worden gedelegeerd, in overeenstemming met de interne organisatie van een lidstaat. Om de doeltreffende uitvoering van hun verantwoordelijkheden te waarborgen, moeten de lidstaten hun nationale bevoegde instantie, of elke autoriteit die namens hen optreedt, voorzien van voldoende personeel en middelen.

(53) Om duidelijkheid over de vergunningsstatus van strategische nettonulprojecten te verschaffen en om de doeltreffendheid van mogelijke onrechtmatige rechtzaken te beperken, zonder afbreuk te doen aan doeltreffende rechterlijke toetsing, moeten de lidstaten ervoor zorgen dat geschillen met betrekking tot het vergunningverleningsproces tijdig worden opgelost. Daartoe moeten de nationale bevoegde instanties ervoor zorgen dat aanvragers en projectpromotoren toegang hebben tot een eenvoudige geschillenbeslechtingsprocedure en dat strategische nettonulprojecten met spoed worden behandeld in alle hen betreffende gerechtelijke en geschillenbeslechtingsprocedures, terwijl tegelijkertijd de eerbiediging van de rechten van verdediging gegarandeerd blijft. 

(54) Om bedrijven en projectpromotoren rechtstreeks te doen profiteren van de voordelen van de interne markt zonder onnodige extra administratieve lasten, voorziet Verordening (EU) 2018/1724 van het Europees Parlement en de Raad64 in algemene regels voor de toegang tot onlineprocedures die relevant zijn voor de werking van de interne markt, ook voor grensoverschrijdende projecten. De informatie die bij de nationale bevoegde instanties moet worden ingediend in het kader van de vergunningverleningsprocessen in het kader van deze verordening, moet worden opgenomen in bijlage I bij Verordening (EU) 2018/1724 na de wijziging daarvan bij deze verordening, en de desbetreffende procedures zijn opgenomen in bijlage II bij die verordening om ervoor te zorgen dat projectpromotoren kunnen profiteren van procedures die volledig online worden doorlopen en van het technisch systeem voor de toepassing van het eenmaligheidsbeginsel. De nationale bevoegde instanties die overeenkomstig deze verordening als centraal aanspreekpunt optreden, worden opgenomen in de lijst van diensten voor ondersteuning en probleemoplossing in bijlage III bij Verordening (EU) 2018/1724.

(55) Projecten voor de productie van nettonultechnologie hebben te maken met lange en complexe vergunningsprocedures die 2 tot 7 jaar kunnen duren, afhankelijk van de lidstaat, de technologie en het segment van de waardeketen. Gezien de omvang van de vereiste investeringen — met name voor projecten van gigafabriekomvang, die nodig zijn om de verwachte schaalvoordelen te behalen — zorgen tekortkomingen bij de vergunningverlening voor een extra en vaak schadelijke belemmering voor het vergroten van de productiecapaciteit voor nettonultechnologie in de Unie. Om projectpromotoren en andere investeerders de benodigde zekerheid en duidelijkheid te bieden om de ontwikkeling van projecten voor de productie van nettonultechnologieën te bevorderen, moeten de lidstaten ervoor zorgen dat bij het vergunningverleningsproces met betrekking tot dergelijke projecten de vooraf vastgestelde termijnen niet worden overschreden. Voor strategische nettonulprojecten mag de duur van het vergunningverleningsproces niet langer zijn dan twaalf maanden voor installaties met een jaarlijkse productieoutput van meer dan 1 GW, en negen maanden voor installaties met een jaarlijkse productieoutput van minder dan 1 GW. Voor alle andere projecten voor de productie van nettonultechnologie mag de duur van het vergunningverleningsproces niet langer zijn dan 18 maanden voor installaties met een jaarlijkse productieoutput van meer dan 1 GW, en twaalf maanden voor installaties met een jaarlijkse productieoutput van minder dan 1 GW. Voor nettonultechnologieën waarvoor het aantal GW niet relevant is, zoals netwerken en technologieën voor koolstofafvang en -opslag (CCS) of koolstofafvang en -gebruik (CCU), moeten de bovengrenzen van de bovengenoemde termijnen van toepassing zijn. Voor de uitbreiding van bestaande productielijnen moet elk van de bovengenoemde termijnen worden gehalveerd.

(56) Gezien het belang van strategische nettonulprojecten voor de energievoorziening van de Unie moet bovendien een reeks administratieve beperkingen gedeeltelijk worden opgeheven of vereenvoudigd om de uitvoering van die projecten te versnellen.

(57) De krachtens het Unierecht vereiste milieubeoordelingen en -vergunningen, onder meer met betrekking tot water, lucht, ecosystemen, habitats, biodiversiteit en vogels, maken integraal deel uit van de vergunningsprocedure voor projecten voor de productie van nettonultechnologie en vormen een essentiële waarborg om ervoor te zorgen dat negatieve milieueffecten worden voorkomen of tot een minimum worden beperkt. Om er echter voor te zorgen dat de vergunningsprocedures voor projecten voor de productie van nettonultechnologieën voorspelbaar zijn en tijdig worden afgerond, moet elk potentieel om de vereiste beoordelingen en vergunningen te stroomlijnen zonder dat het niveau van milieubescherming daardoor wordt verlaagd, worden benut. In dat verband moet ervoor worden gezorgd dat de vereiste beoordelingen worden gebundeld om onnodige overlappingen te voorkomen en van projectpromotoren en verantwoordelijke instanties worden verlangd uitdrukkelijk overeen te komen wat de reikwijdte van de gebundelde beoordeling moet zijn alvorens die beoordeling wordt uitgevoerd, om onnodige follow-up te voorkomen.

(58) Conflicten over grondgebruik kunnen belemmeringen vormen bij de uitrol van projecten voor de productie van nettonultechnologieën. Goed opgezette plannen, met inbegrip van bestemmingsplannen en plannen voor ruimtelijke ordening, waarin rekening wordt gehouden met het potentieel voor de uitvoering van projecten voor de productie van nettonultechnologieën, waarvan de potentiële milieueffecten worden beoordeeld, kunnen bijdragen tot het bewaren van het evenwicht tussen collectieve goederen en openbare belangen, het risico op conflicten verminderen en de duurzame uitrol van projecten voor de productie van nettonultechnologieën in de Unie versnellen. De verantwoordelijke nationale, regionale en lokale autoriteiten moeten daarom overwegen om bij de ontwikkeling van dergelijke plannen bepalingen op te nemen met betrekking tot projecten voor de productie van nettonultechnologieën.

(59) Ruimtegegevens en -diensten die zijn afgeleid van de in het kader van het ruimtevaartprogramma van de EU, en met name Copernicus, geleverde gegevens, worden voor zover mogelijk gebruikt om informatie te verstrekken met betrekking tot de geologie, biologie, ecologie, sociaal-economische ontwikkeling en de beschikbaarheid van hulpbronnen voor milieubeoordelingen en -vergunningen; dergelijke gegevens en diensten, en met name de capaciteit in het kader van Copernicus voor monitoring en verificatie van antropogene CO2-emissies, zijn van het grootste belang voor de beoordeling van het effect van industriële projecten en het effect van putten van antropogene CO2 op de mondiale concentraties en stromen van broeikasgassen.

(60) Overeenkomstig artikel 10, lid 1, van Verordening (EU) nr. 1025/2012 moet de Commissie een of meer Europese normalisatieorganisaties verzoeken Europese normen op te stellen ter ondersteuning van de doelstellingen van deze verordening.

(61) Waterstofvalleien met toepassingen voor eindgebruik in de industrie spelen een belangrijke rol bij het koolstofvrij maken van de energie-intensieve industrieën. In REPowerEU is de doelstelling opgenomen om het aantal waterstofvalleien in de Unie te verdubbelen. Om deze doelstelling te verwezenlijken, moeten de lidstaten de vergunningverleningsprocessen versnellen, testomgevingen overwegen en toegang tot financiering tot een prioriteit maken. Om de veerkracht van de nettonulindustrie te vergroten, moeten de lidstaten ervoor zorgen dat de waterstofvalleien over de grenzen van de lidstaten heen met elkaar verbonden worden. Industriële installaties die hun eigen energie produceren en een positieve bijdrage kunnen leveren aan de productie van elektriciteit, moeten worden aangemoedigd om als energieproducenten te leveren aan het slimme elektriciteitsnet door de regelgevingsvereisten te vereenvoudigen.

(62) Testomgevingen voor nettonultechnologie kunnen een belangrijk instrument zijn om innovatie op het gebied van nettonultechnologieën en leren op regelgevingsgebied te bevorderen. Innovatie moet vooruit worden geholpen door ruimte te bieden voor experimenten, omdat de beschikbare wetenschappelijke resultaten nog in een gecontroleerde reële omgeving moeten worden getest. Er moeten testomgevingen voor nettonultechnologie worden opgezet om innovatieve nettonultechnologieën gedurende een beperkte periode te kunnen testen in een gecontroleerde omgeving. Er moet daarvoor een evenwicht worden gevonden tussen rechtszekerheid voor deelnemers aan de testomgevingen voor nettonultechnologie en de verwezenlijking van de doelstellingen van het Unierecht. Aangezien testomgevingen voor nettonultechnologie in elk geval moeten voldoen aan de essentiële eisen inzake nettonultechnologie zoals die zijn vastgelegd in het Unierecht en het nationale recht, is het passend te bepalen dat deelnemers die aan de toelatingsvoorwaarden voor testomgevingen voor nettonultechnologie voldoen en die te goeder trouw de richtsnoeren van de bevoegde instanties opvolgen en zich aan de voorwaarden van het met die instanties overeengekomen plan houden, geen administratieve boetes of sancties opgelegd kunnen krijgen. Dit is gerechtvaardigd omdat de bestaande waarborgen in principe zullen zorgen voor de effectieve naleving van de wetgeving van de Unie of de lidstaten inzake de nettonultechnologie waarop in de testomgevingen toezicht wordt gehouden. De Commissie zal in 2023 richtsnoeren voor testomgevingen uitbrengen, zoals aangekondigd in de nieuwe Europese innovatieagenda, om de lidstaten te ondersteunen bij de voorbereiding van de testomgevingen voor nettonultechnologie. Die innovatieve technologieën kunnen uiteindelijk essentieel worden om de doelstelling van de Unie inzake klimaatneutraliteit te verwezenlijken, de voorzieningszekerheid en de veerkracht van het energiesysteem van de Unie te waarborgen en bijgevolg in het domein van strategische nettonultechnologieën terechtkomen.

(63) Er worden een algemene benchmark en indicatieve doelstellingen voor de productie van belangrijke nettonultechnologieproducten in de Europese Unie voorgesteld om de problemen op het gebied van invoerafhankelijkheid en kwetsbaarheid aan te pakken en ervoor te zorgen dat de klimaat- en energiedoelstellingen van de Unie worden verwezenlijkt.

(64) De opschaling van de industrieën voor nettonultechnologie in Europa vereist aanzienlijke extra aantallen gekwalificeerde werknemers, wat significante investeringsbehoeften met zich meebrengt op het gebied van bij- en omscholing, onder meer voor beroepsonderwijs en -opleiding. Dit moet bijdragen tot het scheppen van hoogwaardige werkgelegenheid, in overeenstemming met de doelstellingen betreffende werkgelegenheid en opleiding van de Europese pijler van sociale rechten. De energietransitie vraagt om een aanzienlijke toename van het aantal gekwalificeerde werknemers in een flink aantal sectoren, waaronder hernieuwbare energie en energieopslag, en biedt een groot potentieel voor het scheppen van hoogwaardige werkgelegenheid. Volgens het Europees strategisch plan voor energietechnologie van de Commissie65 zijn er tegen 2030 alleen al voor de productie in de subsector voor waterstoftechnologieën op basis van brandstofcellen naar schatting 180 000 opgeleide werknemers, technici en ingenieurs nodig. In de sector voor fotovoltaïsche zonne-energie zouden alleen al in de productie tot 66 000 banen moeten worden ingevuld. Het Europees netwerk van diensten voor arbeidsvoorziening (Eures) verstrekt informatie en advies en richt zich op werving of plaatsing ten gunste van werknemers en werkgevers, en is ook grensoverschrijdend op de interne markt actief.

(65) Aangezien een versterking van de productiecapaciteit van belangrijke nettonultechnologieën in de Unie niet mogelijk zal zijn zonder een aanzienlijke gekwalificeerde beroepsbevolking, is het noodzakelijk maatregelen te nemen om de activering van meer mensen op de arbeidsmarkt te stimuleren, met name wat betreft vrouwen en NEET-jongeren (jongeren die geen onderwijs en geen opleiding volgen en geen werk hebben), onder meer door op kwalificaties gebaseerde aanwerving aan te vullen met werkwijzen gericht op vaardigheden. Daarnaast is, voor werknemers in teruglopende of overbodig geworden sectoren, specifieke steun bij de overstap naar een nieuwe baan belangrijk, in overeenstemming met de doelstellingen van de aanbeveling van de Raad inzake het garanderen van een rechtvaardige transitie naar klimaatneutraliteit. Dit betekent dat moet worden geïnvesteerd in vaardigheden en in het scheppen van de hoogwaardige werkgelegenheid die voor de nettonultechnologieën in de Unie nodig zijn. Voortbouwend op en met de opgedane kennis in het kader van bestaande initiatieven zoals het Europees pact voor vaardigheden, activiteiten op EU-niveau op het gebied van informatie over en prognoses betreffende vaardigheden, bijvoorbeeld door het Europees Centrum voor de ontwikkeling van de beroepsopleiding (Cedefop) en de Europese Arbeidsautoriteit, en de blauwdrukken voor sectorale samenwerking op het gebied van vaardigheden, is het de bedoeling alle actoren te mobiliseren: de instanties van de lidstaten, ook op regionaal en lokaal niveau, aanbieders van onderwijs en opleidingen, sociale partners en het bedrijfsleven, en met name kmo’s, om de behoeften aan vaardigheden vast te stellen, onderwijs- en opleidingsprogramma’s te ontwikkelen en deze snel operationeel te krijgen en op grote schaal in te zetten. Strategische nettonulprojecten spelen in dit verband een belangrijke rol. De lidstaten en de Commissie kunnen zorgen voor financiële steun, onder meer door de mogelijkheden van de Uniebegroting te benutten via instrumenten zoals het Europees Sociaal Fonds Plus, het Fonds voor een rechtvaardige transitie, Europese fondsen voor regionale ontwikkeling, de herstel- en veerkrachtfaciliteit, het moderniseringsfonds, REPowerEU en het programma voor de eengemaakte markt.

(66) Voortbouwend op eerdere ervaringen, zoals die van het EU-pact voor vaardigheden en de Europese alliantie voor batterijen, moeten de academies voor nettonultechnologie leerinhoud voor onderwijs en opleidingen ontwikkelen en verspreiden zodat die kan worden ingezet om de voor belangrijke waardeketens voor nettonultechnologie benodigde werknemers bij en om te scholen, bijvoorbeeld op het gebied van fotovoltaïsche en thermische zonne-energietechnologieën, technologieën voor hernieuwbare waterstof en grondstoffen. De desbetreffende academies zouden ernaar streven binnen drie jaar na hun oprichting elk opleidingen en onderwijs voor 100 000 lerenden mogelijk te maken om bij te dragen tot de beschikbaarheid van voor de nettonultechnologieën vereiste vaardigheden, waaronder in kleine en middelgrote ondernemingen. Die leerinhoud moet in samenwerking met aanbieders van onderwijs en opleidingen in de lidstaten, de desbetreffende instanties van de lidstaten en de sociale partners worden ontwikkeld en verspreid. De door de academies samen te stellen leerinhoud moet door aanbieders van onderwijs en opleidingen, marktdeelnemers in de industrie en andere actoren op het gebied van bij- en omscholing in de lidstaten, zoals openbare diensten voor arbeidsvoorziening, worden aangeleverd Om de transparantie en overdraagbaarheid van vaardigheden en de mobiliteit van werknemers te waarborgen, zullen de academies voor nettonultechnologie credentials, en bijvoorbeeld ook microcredentials, ontwikkelen en uitrollen die de leerprestaties inzichtelijk maken. Zij moeten worden afgegeven in de vorm van Europese credentials voor leerprestaties en zouden kunnen worden geïntegreerd in Europass-profielen en, indien van toepassing, worden opgenomen in nationale kwalificatiekaders. De lidstaten worden aangemoedigd om, via nationale programma’s evenals financiering van de Unie, onder meer uit het Europees Sociaal Fonds Plus, de herstel- en veerkrachtfaciliteit, het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het mechanisme voor een rechtvaardige transitie, het moderniseringsfonds en het instrument voor technische ondersteuning, steun te verlenen voor voortdurende om- en bijscholing die via de academies en de desbetreffende aanbieders van onderwijs en opleidingen voor hun grondgebied wordt aangeboden. Het platform voor nettonultechnologie in Europa moet helpen de werkzaamheden van de academies aan te sturen en daarop toezicht te houden.

(67) Hoewel het bij gebrek aan specifieke bepalingen in het Unierecht met minimumopleidingseisen voor de toegang tot of de uitoefening van een gereglementeerd beroep aan de lidstaten is om te beslissen of en hoe een beroep wordt gereglementeerd, mogen nationale regels voor de toegang tot gereglementeerde beroepen geen ongerechtvaardigde of onevenredige belemmering voor de uitoefening van die grondrechten vormen. De bevoegdheid om de toegang tot een beroep te reglementeren moet worden uitgeoefend binnen de grenzen van de beginselen van non-discriminatie en evenredigheid, overeenkomstig Richtlijn (EU) 2018/958 van het Europees Parlement en de Raad van 28 juni 2018 betreffende een evenredigheidsbeoordeling voorafgaand aan de vaststelling van een nieuwe reglementering van beroepen. Bij hun beoordeling moeten de lidstaten rekening houden met de nadelige gevolgen die het reglementeren van beroepen zou kunnen hebben op de beschikbaarheid van vaardigheden in de nettonulindustrie en ernaar streven het reglementeren op deze gebieden zoveel mogelijk te beperken. 

(68) Wanneer de door de Europese academies voor nettonultechnologie ontwikkelde leerprogramma’s leiden tot credentials die nuttig zouden zijn voor personen die toegang willen krijgen tot een gereglementeerd beroep, moeten de lidstaten, om de mobiliteit in beroepen in strategische nettonulindustrieën te vergemakkelijken, deze credentials aanvaarden als voldoende bewijs van de kennis, vaardigheden en competenties waarvoor zij zijn afgegeven.

(69) Op het niveau van de Unie moet een platform voor nettonultechnologie in Europa worden opgericht, dat zal bestaan uit de lidstaten en wordt voorgezeten door de Commissie. Het platform voor nettonultechnologie in Europa kan de Commissie en de lidstaten adviseren en bijstaan bij specifieke kwesties en een referentie-instantie vormen waarbinnen de Commissie en de lidstaten hun optreden coördineren en de uitwisseling van informatie over kwesties in verband met deze verordening vergemakkelijkt wordt. Het platform voor nettonultechnologie in Europa moet de in de verschillende artikelen van deze verordening beschreven taken verder uitvoeren, met name met betrekking tot vergunningen, met inbegrip van centrale aanspreekpunten, strategische nettonulprojecten, coördinatie van financiering, markttoegang, vaardigheden en testomgevingen voor innovatieve nettonultechnologieën. Indien nodig kan het platform permanente of tijdelijke subgroepen oprichten en derden uitnodigen, zoals deskundigen of vertegenwoordigers van nettonulindustrieën.

(70) In het kader van het industrieel plan voor de Green Deal kondigde de Commissie al haar voornemen aan om industriële partnerschappen te ontwikkelen met betrekking tot nettonultechnologieën, om de wereldwijde toepassing van nettonultechnologieën te bevorderen en de rol van de industriële capaciteiten van de EU bij het effenen van de weg voor de wereldwijde transitie naar schone energie te ondersteunen. De Commissie en de lidstaten kunnen de partnerschappen binnen het platform coördineren door relevante bestaande partnerschappen en processen te bespreken, zoals groene partnerschappen, energiedialogen en andere vormen van bestaande bilaterale contractuele regelingen, alsook mogelijke synergieën met relevante bilaterale overeenkomsten van de lidstaten met derde landen te onderzoeken.

(71) De Unie moet ernaar streven de internationale handel en investeringen in nettonultechnologieën te diversifiëren en wereldwijd hoge sociale en milieunormen te bevorderen, in nauwe samenwerking en in partnerschap met gelijkgezinde landen. Evenzo moeten in nauwe samenwerking met partnerlanden en als deel van een open maar assertieve aanpak, sterkere inspanningen worden geleverd op het gebied van onderzoek en innovatie om nettonultechnologieën te ontwikkelen en uit te rollen.

(72) In het geval dat in deze verordening aan de Commissie de bevoegdheid wordt verleend om overeenkomstig artikel 290 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie handelingen vast te stellen, is het van bijzonder belang dat de Commissie bij haar voorbereidende werkzaamheden tot passende raadplegingen overgaat, onder meer op deskundigenniveau, en dat die raadplegingen gebeuren in overeenstemming met de in het interinstitutionele akkoord over beter wetgeven van 13 april 2016 vastgelegde beginselen. Met name om te zorgen voor gelijke deelname aan de voorbereiding van gedelegeerde handelingen ontvangen het Europees Parlement en de Raad alle documenten op hetzelfde tijdstip als de deskundigen van de lidstaten, en hebben hun deskundigen systematisch toegang tot de vergaderingen van de deskundigengroepen van de Commissie die de gedelegeerde handelingen voorbereiden.

(73) Voor zover een van de in deze verordening bedoelde maatregelen staatssteun vormt, doen de bepalingen betreffende dergelijke maatregelen geen afbreuk aan de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag.

(74) Daar de doelstelling van deze verordening niet voldoende door de lidstaten kan worden verwezenlijkt maar wegens de omvang of de gevolgen van het optreden beter door de Unie kunnen worden verwezenlijkt, kan de Unie, overeenkomstig het in artikel 5 van het Verdrag neergelegde subsidiariteitsbeginsel, maatregelen nemen. Overeenkomstig het in hetzelfde artikel neergelegde evenredigheidsbeginsel gaat deze verordening niet verder dan nodig is om die doelstelling te verwezenlijken.