Overwegingen bij COM(2022)732 - Wijziging van Richtlijn 2011/36/EU inzake de voorkoming en bestrijding van mensenhandel en de bescherming van slachtoffers daarvan

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

 
 
1) Mensenhandel is een ernstig, veelal in het kader van georganiseerde misdaad gepleegd misdrijf, een grove schending van de grondrechten en uitdrukkelijk verboden bij het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie. Het voorkomen en bestrijden van mensenhandel blijft een prioriteit voor de Unie en de lidstaten.

2) Richtlijn 2011/36/EU van het Europees Parlement en de Raad 28 is het belangrijkste rechtsinstrument van de Unie voor het voorkomen en bestrijden van mensenhandel en de bescherming van slachtoffers van dit misdrijf. Die richtlijn voorziet in een breed kader voor de aanpak van mensenhandel door minimumvoorschriften vast te stellen voor de definitie van strafbare feiten en sancties. Zij bevat ook gemeenschappelijke bepalingen ter versterking van de preventie en de bescherming van slachtoffers, waarbij rekening wordt gehouden met het genderperspectief.

3) De EU-strategie voor de bestrijding van mensenhandel 2021–2025 29 bevat een beleidsrespons die gebaseerd is op een multidisciplinaire en brede aanpak, welke zowel voorkoming en bescherming van slachtoffers als vervolging en veroordeling van mensenhandelaars bestrijkt. Deze strategie omvat een reeks acties die in nauw overleg met maatschappelijke organisaties moeten worden uitgevoerd. Om de veranderende trends op het gebied van mensenhandel en de door de Commissie vastgestelde tekortkomingen aan te pakken, en nog krachtiger tegen dit misdrijf op te treden, is het niettemin noodzakelijk Richtlijn 2011/36/EU te wijzigen. De geconstateerde dreigingen en trends waarvoor nieuwe regels moeten worden vastgesteld, hebben met name betrekking op de werkwijzen van mensenhandelaars, met inbegrip van het plegen of faciliteren van strafbare feiten in verband met mensenhandel door middel van informatie- en communicatietechnologieën. De geconstateerde tekortkomingen in de strafrechtelijke respons die een aanpassing van het rechtskader vereisen, hebben betrekking op strafbare feiten in verband met mensenhandel die in het belang van rechtspersonen zijn gepleegd, op het systeem voor gegevensverzameling en op de nationale systemen voor de vroegtijdige identificatie van, bijstand aan en ondersteuning van slachtoffers van mensenhandel.

4) Voor de aanpak van strafbare feiten in verband met mensenhandel gepleegd voor andere doeleinden dan seksuele of arbeidsuitbuiting, die gestaag in aantal toenemen en aan belang winnen, is het noodzakelijk gedwongen huwelijken en illegale adoptie toe te voegen aan de vormen van uitbuiting die uitdrukkelijk in de richtlijn worden genoemd, en ervoor te zorgen dat de lidstaten in hun nationale rechtsstelsels een zo breed mogelijk scala aan vormen van uitbuiting aanpakken, voor zover die de constitutieve bestanddelen van mensenhandel omvatten.

5) Een toenemend aantal strafbare feiten in verband met mensenhandel wordt gepleegd met behulp van of gefaciliteerd door informatie- of communicatietechnologieën. Mensenhandelaars gebruiken internet en sociale media onder meer om slachtoffers te werven, aan te bieden of uit te buiten, controle uit te oefenen en vervoer te organiseren. Internet en sociale media worden ook gebruikt voor de verspreiding van aan exploitatie gerelateerd materiaal. Informatietechnologie belemmert ook de tijdige opsporing van het misdrijf en de identificatie van de slachtoffers en daders. Daarom is het belangrijk de onlinedimensie van het misdrijf uitdrukkelijk in het rechtskader op te nemen.

6) Om te zorgen voor een krachtigere strafrechtelijke respons op ten voordele van rechtspersonen gepleegde strafbare feiten in verband met mensenhandel en om het plegen van die strafbare feiten te ontmoedigen, moet de sanctieregeling voor rechtspersonen worden aangescherpt met een evenredige verplichte aanpak. Daarom wordt de facultatieve sanctieregeling van Richtlijn 2011/36/EU vervangen door een verplichte sanctieregeling, die van toepassing is wanneer een rechtspersoon aansprakelijk wordt gesteld op grond van artikel 5, leden 1 en 2.

7) Bij de bestrijding van mensenhandel moet ten volle gebruik worden gemaakt van de bestaande instrumenten voor de bevriezing en confiscatie van opbrengsten van en hulpmiddelen bij misdrijven, zoals Richtlijn EU/XX/YY van het Europees Parlement en de Raad [voorgestelde richtlijn betreffende de ontneming en confiscatie van vermogensbestanddelen] 30 . Het gebruik van bevroren en geconfisqueerde hulpmiddelen en de opbrengsten van in Richtlijn 2011/36/EU bedoelde strafbare feiten om slachtoffers bij te staan en te beschermen, onder meer door middel van schadevergoeding van slachtoffers en grensoverschrijdende wetshandhavingsactiviteiten in de Unie ter bestrijding van mensenhandel, moet worden aangemoedigd.

8) Om de nationale capaciteit om slachtoffers in een vroeg stadium te identificeren, te vergroten en om slachtoffers door te verwijzen naar de passende beschermings-, bijstands- en ondersteuningsdiensten, is het noodzakelijk om bij wettelijke of bestuursrechtelijke bepalingen nationale verwijzingsmechanismen in de lidstaten in te stellen. Het instellen van formele nationale verwijzingsmechanismen en het aanwijzen van nationale contactpunten voor de doorverwijzing van slachtoffers zijn essentiële maatregelen ter verbetering van de grensoverschrijdende samenwerking.

9) Teneinde de strafrechtelijke inspanningen om de vraag in alle lidstaten terug te dringen, verder te versterken en te harmoniseren, is het van belang het gebruikmaken van diensten die het voorwerp zijn van uitbuiting, in de wetenschap dat de betrokkene het slachtoffer is van een strafbaar feit op het gebied van mensenhandel, strafbaar te stellen. De strafbaarstelling van dit feit maakt deel uit van een brede aanpak om de grote vraag terug te dringen waardoor alle vormen van uitbuiting in de hand worden gewerkt.

10) De verzameling van correcte en coherente gegevens en de tijdige publicatie van verzamelde gegevens en statistieken zijn van fundamenteel belang om precies te weten op welke schaal mensenhandel in de Unie plaatsvindt. De lidstaten verplichten om jaarlijks op geharmoniseerde wijze statistische gegevens over mensenhandel te verzamelen en aan de Commissie mee te delen, zal naar verwachting de algemene kennis over het verschijnsel sterk bevorderen en ervoor zorgen dat beleid en strategieën op gegevens worden gebaseerd. Aangezien het belangrijk is zo snel mogelijk over actuele statistische gegevens te beschikken, is het passend te bepalen dat het artikel over gegevensverzameling zo spoedig mogelijk van toepassing wordt, dat wil zeggen bij de inwerkingtreding van deze richtlijn.

11) Aangezien de doelstellingen van deze richtlijn, te weten het voorkomen en bestrijden van mensenhandel, en het beschermen van de slachtoffers van dit misdrijf, niet voldoende door de lidstaten kan worden verwezenlijkt en derhalve vanwege de omvang en het effect van de maatregelen beter op het niveau van de Unie kan worden bereikt, kan de Unie overeenkomstig het in artikel 5 van het Verdrag betreffende de Europese Unie neergelegde subsidiariteitsbeginsel maatregelen nemen. Overeenkomstig het in hetzelfde artikel neergelegde evenredigheidsbeginsel, gaat deze richtlijn niet verder dan wat nodig is om deze doelstelling te verwezenlijken.

12) De richtlijn is in overeenstemming met de grondrechten en strookt met de beginselen die zijn erkend in het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, met name waar het gaat om de eerbiediging en bescherming van de menselijke waardigheid, het verbod op slavernij, dwangarbeid en mensenhandel, het recht op menselijke integriteit, het verbod op foltering en onmenselijke of vernederende behandelingen of bestraffingen, het recht op vrijheid en veiligheid, de bescherming van persoonsgegevens, de vrijheid van meningsuiting en van informatie, de vrijheid van beroep en het recht te werken, de gelijkheid van vrouwen en mannen, de rechten van het kind, de rechten van personen met een handicap, het verbod op kinderarbeid, het recht op een doeltreffende voorziening in rechte en op een eerlijk proces, het legaliteitsbeginsel en het evenredigheidsbeginsel inzake delicten en straffen. Deze richtlijn strekt er in het bijzonder toe de volledige eerbiediging te waarborgen van die rechten en beginselen, die dienovereenkomstig moeten worden toegepast.

13) Overeenkomstig de artikelen 1 en 2 en artikel 4 bis, lid 1, van Protocol nr. 21 betreffende de positie van het Verenigd Koninkrijk en Ierland ten aanzien van de ruimte van vrijheid, veiligheid en recht, gehecht aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en onverminderd artikel 4 van dat protocol, neemt Ierland niet deel aan de vaststelling van deze richtlijn en is deze niet bindend voor, noch van toepassing op Ierland. [Of] Overeenkomstig artikel 3 en artikel 4 bis, lid 1, van Protocol nr. 21 betreffende de positie van het Verenigd Koninkrijk en Ierland ten aanzien van de ruimte van vrijheid, veiligheid en recht, gehecht aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, heeft Ierland [bij brief van ...] te kennen gegeven dat het aan de vaststelling en toepassing van deze richtlijn wenst deel te nemen.

14) Overeenkomstig de artikelen 1 en 2 van het Protocol betreffende de positie van Denemarken, gehecht aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, neemt Denemarken niet deel aan de vaststelling van deze richtlijn, die derhalve niet bindend is voor, noch van toepassing is in deze lidstaat.

15) Overeenkomstig de gezamenlijke politieke verklaring van 28 september 2011 van de lidstaten en de Commissie over toelichtende stukken 31 hebben de lidstaten zich ertoe verbonden om in gerechtvaardigde gevallen de kennisgeving van hun omzettingsmaatregelen vergezeld te doen gaan van één of meer stukken waarin het verband tussen de onderdelen van een richtlijn en de overeenkomstige delen van de nationale omzettingsinstrumenten wordt toegelicht. Met betrekking tot deze richtlijn acht de wetgever de toezending van die stukken gerechtvaardigd.

16) Richtlijn 2011/36/EU moet derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd.