Overwegingen bij COM(2022)37 - Toekenning van macrofinanciële bijstand aan Oekraïne

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

 
dossier COM(2022)37 - Toekenning van macrofinanciële bijstand aan Oekraïne.
document COM(2022)37 EN
datum 24 februari 2022
 
(1) De betrekkingen tussen de Europese Unie (“de Unie”) en Oekraïne blijven zich ontwikkelen in het kader van het Europees nabuurschapsbeleid en het Oostelijk Partnerschap. Op 1 september 2017 is een associatieovereenkomst tussen de Unie en Oekraïne in werking getreden, met inbegrip van een diepe en brede vrijhandelsruimte.

(2) In het voorjaar van 2014 is Oekraïne begonnen met de uitvoering van een ambitieus hervormingsprogramma waarmee wordt beoogd de economie te stabiliseren en de levensstandaard van de burgers te verhogen. Corruptiebestrijding en grondwettelijke, electorale en justitiële hervormingen behoren tot de topprioriteiten op de agenda. De uitvoering van deze hervormingen is ondersteund door vijf opeenvolgende programma’s voor macrofinanciële bijstand, in het kader waarvan Oekraïne in totaal 5 miljard EUR aan bijstandsleningen heeft ontvangen. De meest recente nood-MFB in verband met COVID-19 1 verstrekte 1,2 miljard EUR aan leningen en werd in september 2021 voltooid.

(3) De economie van Oekraïne is getroffen door de recessie van 2020 ten gevolge van de COVID-19-pandemie en door aanhoudende veiligheidsdreigingen aan zijn grens met Rusland. De voortdurende toename van de onzekerheid heeft geleid tot een recent verlies van vertrouwen, met negatieve gevolgen voor de economische vooruitzichten, en sinds medio januari 2022 heeft het land de toegang tot de internationale kapitaalmarkten verloren. De sterk verslechterende financieringsvoorwaarden dragen bij tot een omvangrijk en toenemend resterend extern financieringstekort en wegen zwaar op de investeringen, waardoor de weerbaarheid ten aanzien van toekomstige economische en politieke schokken verzwakt.

(4) De Oekraïense regering heeft blijk gegeven van een sterke bereidheid om verdere hervormingen door te voeren; op de korte termijn ligt in de huidige kritieke omstandigheden de focus op belangrijke beleidsterreinen zoals economische veerkracht en stabiliteit, bestuur en rechtsstaat, en energie.

(5) Met een hernieuwde hervormingsbereidheid en een sterke politieke wil hebben de autoriteiten sinds de zomer van 2021 de uitvoering van de hervormingen versneld, waardoor Oekraïne ook de MFB-operatie met betrekking tot COVID-19 met succes heeft kunnen afronden, aangezien alle hervormingsmaatregelen die in het memorandum van overeenstemming met de Unie waren overeengekomen, zijn uitgevoerd.

(6) Om meer flexibiliteit in het beleid mogelijk te maken in de context van de COVID-19-crisis, heeft het Internationaal Monetair Fonds (“IMF”) in juni 2020 met Oekraïne een stand-by-overeenkomst van 18 maanden goedgekeurd voor een equivalent van 5 miljard USD. De overeengekomen beleidsmaatregelen zijn toegespitst op vier prioriteiten: i) verzachting van de economische gevolgen van de crisis, onder meer door ondersteuning van huishoudens en bedrijven; ii) waarborging van de voortdurende onafhankelijkheid van de centrale bank en van een flexibele wisselkoers; iii) vrijwaring van de financiële stabiliteit en terugvordering van de kosten voor bankafwikkelingen; en iv) vooruitgang met belangrijke governance- en anticorruptiemaatregelen om recent geboekte resultaten te vrijwaren en te verdiepen. Als gevolg van een ongelijkmatige uitvoering werd de eerste evaluatie van het programma, waarbij ook een verlenging van het programma tot eind juni 2022 werd overeengekomen, pas afgerond in november 2021. Hierdoor kwam het totaal van de uitbetalingen in het kader van het huidige IMF-programma tot dusver uit op het equivalent van 2,8 miljard USD. Tegen het einde van het tweede kwartaal van 2022 zijn nog twee evaluaties gepland.

(7) Gezien de hoge risico’s voor de financiering van de begroting heeft Oekraïne, in de context van het trage herstel uit de COVID-19-recessie en de opflakkerende inflatie, de Unie op 16 november 2021 verzocht om een nieuw programma voor langlopende macrofinanciële bijstand voor een bedrag van maximaal 2,5 miljard EUR. Met deze noodoperatie wordt echter met name gereageerd op de sterke en onverwachte toename van de externe financieringsbehoeften van het land, die veroorzaakt is door het feitelijke verlies van toegang tot de financiële markten, en op de onderliggende onmiddellijke uitdagingen.

(8) Omdat Oekraïne onder het Europees nabuurschapsbeleid valt, moet het worden beschouwd als een land dat voor macrofinanciële bijstand van de Unie in aanmerking komt.

(9) De macrofinanciële bijstand van de EU moet een uitzonderlijk financieel instrument zijn van ongebonden en niet-toegewezen betalingsbalanssteun, gericht op het lenigen van de onmiddellijke externe financieringsbehoeften van de begunstigde, en moet de uitvoering ondersteunen van een beleidsprogramma met krachtige directe aanpassings- en structurele hervormingsmaatregelen die afgestemd zijn op het verbeteren van de betalingsbalans op de korte termijn en van de economische veerkracht op de middellange termijn.

(10) Aangezien het verlies van markttoegang en de kapitaaluitstroom hebben geleid tot een aanzienlijk resterend extern financieringstekort op de betalingsbalans van Oekraïne dat de door het IMF en andere multilaterale instellingen verstrekte middelen te boven gaat, wordt de snelle verlening van macrofinanciële noodhulp van de Unie aan Oekraïne, onder de huidige uitzonderlijke omstandigheden, beschouwd als een passende kortetermijnreactie op de aanzienlijke risico’s voor het land. De macrofinanciële bijstand van de Unie zou de economische stabilisatie ondersteunen en gericht zijn op het versterken van de onmiddellijke veerkracht van het land, alsook, indien dit momenteel haalbaar is, de agenda van structurele hervormingen van Oekraïne versterken, als aanvulling op de middelen die in het kader van de financiële regeling van het IMF beschikbaar worden gesteld.

(11) De macrofinanciële bijstand van de Unie moet gericht zijn op het helpen herstellen van een houdbare externe financiële positie voor Oekraïne en aldus de economische en sociale ontwikkeling van het land ondersteunen.

(12) Verwacht wordt dat de macrofinanciële bijstand van de EU hand in hand zal gaan met het verrichten van de uitbetalingen van begrotingssteunoperaties in het kader van het instrument voor nabuurschapsbeleid, ontwikkeling en internationale samenwerking dat is ingesteld bij Verordening (EU) 2021/947 van het Europees Parlement en de Raad 2 .

(13) Het bedrag van de macrofinanciële bijstand van de Unie is vastgesteld op basis van een kwantitatieve beoordeling van de resterende externe financieringsbehoeften van Oekraïne. Daarbij is rekening gehouden met het vermogen van het land zichzelf te financieren met eigen middelen, met name met de internationale reserves waarover het beschikt. De macrofinanciële bijstand van de Unie moet complementair zijn aan de programma's van het IMF en de Wereldbank en de door hen verstrekte middelen. Bij de vaststelling van het bedrag van de bijstand wordt ook rekening gehouden met verwachte financiële bijdragen van multilaterale donoren en met de noodzaak te zorgen voor een billijke lastendeling tussen de Unie en andere donoren, alsook met de reeds bestaande inzet van de andere externe financieringsinstrumenten van de Unie in Oekraïne en met de meerwaarde die over het geheel genomen door de betrokkenheid van de Unie wordt geboden.

(14) De Commissie moet ervoor zorgen dat de macrofinanciële Uniebijstand juridisch en materieel verenigbaar is met de hoofdbeginselen, -doelstellingen en -maatregelen die zijn vastgesteld op het gebied van de verschillende onderdelen van het externe optreden en andere relevante beleidsdomeinen van de Unie.

(15) De macrofinanciële bijstand van de Unie moet het externe beleid van de Unie jegens Oekraïne ondersteunen. De diensten van de Commissie en de Europese Dienst voor extern optreden moeten gedurende de hele macrofinanciële bijstandsoperatie nauw samenwerken om het externe beleid van de EU te coördineren en de consistentie ervan te waarborgen.

(16) De macrofinanciële bijstand van de EU moet Oekraïne ondersteunen in zijn inspanningen met betrekking tot waarden die het land met de EU deelt, waaronder democratie, de rechtsstaat, behoorlijk bestuur, eerbiediging van de mensenrechten, duurzame ontwikkeling en armoedebestrijding, en ook in zijn inspanningen met betrekking tot de beginselen van open, op regels gebaseerde en eerlijke handel.

(17) Een noodzakelijke randvoorwaarde voor toekenning van de macrofinanciële bijstand van de Unie moet zijn dat Oekraïne doeltreffende democratische mechanismen – waaronder een parlementair meerpartijenstelsel – en de rechtsstaat eerbiedigt, en dat het de naleving van de mensenrechten garandeert. Bovendien moeten de specifieke doelstellingen van de macrofinanciële bijstand van de Unie de efficiëntie, de transparantie en de verantwoording inzake de beheersystemen voor de overheidsfinanciën bevorderen en bijdragen aan structurele hervormingen die gericht zijn op de bevordering van duurzame en inclusieve groei, het scheppen van werkgelegenheid en begrotingsconsolidatie. De Commissie en de Europese Dienst voor extern optreden moeten er regelmatig op toezien dat aan de randvoorwaarden is voldaan en dat die doelstellingen worden verwezenlijkt.

(18) Om te verzekeren dat de financiële belangen van de Unie in het kader van de macrofinanciële bijstand van de Unie op efficiënte wijze worden beschermd, moet Oekraïne passende maatregelen nemen in verband met de preventie en bestrijding van fraude, corruptie en andere onregelmatigheden met betrekking tot deze bijstand. Daarnaast moet worden bepaald dat de Commissie controles verricht en de Rekenkamer audits uitvoert.

(19) De uitbetaling van de macrofinanciële bijstand van de EU laat de bevoegdheden van het Europees Parlement en de Raad onverlet.

(20) De bedragen van de voorziening voor de macrofinanciële bijstand moeten stroken met de in het meerjarig financieel kader vastgestelde begrotingskredieten.

(21) De macrofinanciële bijstand van de Unie moet door de Commissie worden beheerd. Om ervoor te zorgen dat het Europees Parlement en de Raad de uitvoering van dit besluit kunnen volgen, moet de Commissie hen regelmatig inlichten over ontwikkelingen met betrekking tot de bijstand en hun relevante documenten daarover verstrekken.

(22) Om eenvormige voorwaarden voor de uitvoering van dit besluit te waarborgen, moeten aan de Commissie uitvoeringsbevoegdheden worden toegekend. Deze bevoegdheden moeten worden uitgeoefend in overeenstemming met Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad 3 .

(23) De macrofinanciële bijstand van de Unie moet onderworpen zijn aan economische beleidsvoorwaarden, die in een memorandum van overeenstemming moeten worden vastgelegd. Ter wille van de efficiëntie en om eenvormige uitvoeringsvoorwaarden te waarborgen, moet de Commissie worden gemachtigd om met de Oekraïense autoriteiten onderhandelingen over die voorwaarden te voeren onder toezicht van het comité van vertegenwoordigers van de lidstaten waarin Verordening (EU) nr. 182/2011 voorziet. Uit hoofde van die verordening moet in alle andere gevallen dan die waarin die verordening voorziet, in de regel de raadplegingsprocedure worden gebruikt. Gezien de mogelijk belangrijke gevolgen van bijstand van meer dan 90 miljoen EUR, is het passend dat de onderzoeksprocedure wordt gebruikt voor verrichtingen boven die drempel. Gezien het bedrag van de macrofinanciële bijstand van de Unie aan Oekraïne moet op de goedkeuring van het memorandum van overeenstemming en voor het verlagen, schorsen of annuleren van de bijstand de onderzoeksprocedure worden toegepast,

(24) Daar de doelstelling van dit besluit, namelijk voorzien in noodbijstand aan Oekraïne om zijn veerkracht en stabiliteit te ondersteunen, met name niet voldoende door de lidstaten alleen kan worden verwezenlijkt, maar vanwege de omvang en de gevolgen ervan beter door de Unie kan worden verwezenlijkt, kan de Unie, overeenkomstig het in artikel 5 van het Verdrag betreffende de Europese Unie (“VEU”) neergelegde subsidiariteitsbeginsel, maatregelen nemen. Overeenkomstig het in hetzelfde artikel neergelegde evenredigheidsbeginsel gaat dit besluit niet verder dan nodig is om die doelstelling te verwezenlijken.

(25) Gezien de urgentie die voortvloeit uit de uitzonderlijke omstandigheden ten gevolge van de COVID‐19-pandemie en de daarmee gepaard gaande economische gevolgen, werd het nodig geacht een uitzondering te maken op de periode van acht weken bedoeld in artikel 4 van Protocol nr. 1 betreffende de rol van de nationale parlementen in de Europese Unie, gehecht aan het VEU, aan het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie en aan het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie.

(26) Dit besluit moet met spoed in werking treden op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.