Overwegingen bij COM(2021)736 - Wijziging van Uitvoeringsbesluit 2009/1008/EU waarbij Letland wordt gemachtigd een maatregel te blijven toepassen die afwijkt van artikel 193 van de btw-richtlijn - Hoofdinhoud
Dit is een beperkte versie
U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.
dossier | COM(2021)736 - Wijziging van Uitvoeringsbesluit 2009/1008/EU waarbij Letland wordt gemachtigd een maatregel te blijven toepassen die ... |
---|---|
document | COM(2021)736 |
datum | 18 januari 2022 |
(2) Bij brief, ingekomen bij de Commissie op 4 april 2021, heeft Letland verzocht om de bijzondere maatregel te mogen blijven toepassen. Samen met deze brief heeft Letland ook een verslag over de toepassing van die bijzondere maatregel voorgelegd.
(3) Overeenkomstig artikel 395, lid 2, tweede alinea, van de Richtlijn 2006/112/EG heeft de Commissie de overige lidstaten bij brief van 9 augustus 2021, en Spanje bij brief van 10 augustus 2021, van het verzoek van Letland in kennis gesteld. Bij brief van 10 augustus 2021 heeft de Commissie Letland meegedeeld dat zij over alle gegevens beschikte die zij nodig achtte voor de beoordeling van het verzoek.
(4) Volgens Letland is de houtmarkt (een van de belangrijkste sectoren van de economie van het land) bijzonder gevoelig voor btw-fraude, omdat die markt wordt gekenmerkt door veel kleine lokale bedrijven en individuele leveranciers. Door het specifieke karakter van de markt en het soort bedrijven dat erop actief is, is er btw-fraude ontstaan waarop de Letse belastingautoriteiten moeilijk vat konden krijgen. Om dit misbruik te bestrijden, hebben de Letse belastingautoriteiten de verleggingsregeling ingevoerd voor de betaling van de btw bij houttransacties, hetgeen volgens het door Letland ingediende verslag zeer doeltreffend is gebleken en de btw-fraude op die markt aanzienlijk heeft verminderd.
(5) Derogaties worden gewoonlijk voor een beperkte periode toegestaan, zodat kan worden nagegaan of de bijzondere maatregel passend en doeltreffend is. Derogaties geven lidstaten de tijd om op nationaal niveau andere klassieke maatregelen in te voeren om goederenbewegingen, de betaling van btw en de naleving door belastingplichtigen te monitoren, teneinde het probleem in kwestie op te lossen tegen de tijd dat de derogatiemaatregel verstrijkt, zodat deze niet hoeft te worden verlengd. Een derogatie op grond waarvan de verleggingsregeling kan worden gebruikt, wordt slechts bij uitzondering verleend voor specifieke fraudegebieden en moet als een laatste redmiddel worden gezien. Letland dient derhalve, tegen de tijd dat de verlenging van de bijzondere maatregel op grond van dit uitvoeringsbesluit verstrijkt, andere klassieke maatregelen ten uitvoer te leggen om btw-fraude op de houtmarkt te bestrijden en te voorkomen, zodat de bijzondere maatregel niet nog eens hoeft te worden verlengd.
(6) Letland moet daarom worden gemachtigd de bijzondere maatregel tot en met uiterlijk 31 december 2024 toe te passen.
(7) De bijzondere maatregel zal geen negatieve gevolgen hebben voor de eigen middelen van de Unie uit de btw.
(8) Uitvoeringsbesluit 2009/1008/EU moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd.