Overwegingen bij COM(2019)4 - Voorwaarden voor toegang tot andere EU-informatiesystemen voor de doeleinden van Etias

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

 
 
(1) Bij Verordening (EU) 2018/1240 van het Europees Parlement en de Raad 31 is een Europees reisinformatie- en -autorisatiesysteem (Etias) ingesteld voor onderdanen van derde landen die zonder visum de buitengrenzen mogen overschrijden. In die verordening zijn de voorwaarden en procedures voor de afgifte of weigering van een reisautorisatie vastgesteld.

(2) Met Etias kan worden beoordeeld of de aanwezigheid van die onderdanen van derde landen op het grondgebied van de lidstaten een veiligheidsrisico, een risico uit het oogpunt van illegale immigratie of een hoog epidemiologisch risico zou vormen.

(3) Om de in artikel 20 van Verordening (EU) 2018/1240 bedoelde verificatie mogelijk te maken, moet de interoperabiliteit bedoeld in artikel 11 van die verordening tot stand worden gebracht. Zonder die interoperabiliteit kan Etias niet in gebruik worden genomen.

(4) De verordening bepaalt de wijze waarop er uitvoering moet worden gegeven aan deze interoperabiliteit en de voorwaarden voor de raadpleging van in andere EU-informatiesystemen opgeslagen gegevens en Europol-gegevens door middel van de geautomatiseerde procedure van Etias voor het vaststellen van hits. Dit noopt tot wijziging van Verordeningen (EU) 2018/1240, (EG) nr. 767/2008 32 , (EU) 2017/2226 33 en (EU) 2018/1861 (SIS-verordening grenscontroles) 34 van het Europees Parlement en de Raad (EU), teneinde het centrale Etias-systeem te verbinden met de andere EU-informatiesystemen en met Europol-gegevens en te specificeren welke gegevens vanuit en naar die informatiesystemen en Europol-gegevensbestanden zullen worden verzonden.

(5) Omwille van de efficiëntie en om de kosten te beperken, dient Etias overeenkomstig artikel 6, lid 3, van Verordening (EU) 2018/1240, de voor het inreis-uitreissysteem (EES) ontwikkelde hardware- en softwarecomponenten te hergebruiken voor de ontwikkeling van het gedeelde identiteitsregister. Dit register, dat wordt gebruikt voor de opslag van de alfanumerieke identiteitsgegevens van zowel Etias-aanvragers als in het EES geregistreerde onderdanen van derde landen, dient zodanig te worden ontwikkeld dat het in de toekomst kan uitgroeien tot het gemeenschappelijk identiteitsregister. In dezelfde geest dient het in te stellen instrument waarmee Etias zijn gegevens door middel van één zoekopdracht kan vergelijken met die van elk ander systeem, zodanig te worden ontwikkeld dat het kan uitgroeien tot het toekomstige Europese zoekportaal.

(6) Daarbij moeten technische modaliteiten worden gedefinieerd op grond waarvan Etias regelmatig en automatisch in andere systemen kan verifiëren of nog steeds wordt voldaan aan de voorwaarden voor de bewaring van aanvraagdossiers, als vastgesteld in Verordening (EU) 2018/1240.

(7) Om te waarborgen dat de doelstellingen van Etias volledig worden verwezenlijkt en die van het Schengeninformatiesysteem (SIS) te bevorderen, dient aan de automatische verificaties een nieuwe signaleringscategorie te worden toegevoegd, die bij de recente herziening van het SIS is ingevoerd, namelijk de signalering van personen die aan een onderzoekscontrole moeten worden onderworpen.

(8) Een Etias-reisautorisatie kan worden ingetrokken na de registratie in het SIS van nieuwe signaleringen in verband met de weigering van toegang en verblijf, of in verband met een reisdocument dat is geregistreerd als verloren, gestolen, verduisterd of ongeldig verklaard. Om ervoor te zorgen dat het SIS dergelijke nieuwe signaleringen automatisch meldt aan het centrale Etias-systeem, dient een geautomatiseerde procedure te worden opgezet tussen het SIS en Etias.

(9) Teneinde het werk van de grenswachters te rationaliseren en vereenvoudigen door voor alle onderdanen van derde landen die binnenkomen voor een kort verblijf een meer uniforme grenscontroleprocedure ten uitvoer te leggen, is het – nu Verordening (EU) 2017/2226 en Verordening (EU) 2018/1240 zijn vastgesteld – thans wenselijk om de samenwerking tussen EES en Etias af te stemmen op de wijze waarop EES en VIS zijn geïntegreerd met het oog op de grenscontroleprocedure en de registratie van grensoverschrijdingen in het EES.

(10) De voorwaarden waaronder de centrale Etias-eenheid en de nationale Etias-eenheden de in andere EU-informatiesystemen opgeslagen gegevens ten behoeve van Etias mogen raadplegen, dienen te worden gewaarborgd door middel van duidelijke en precieze voorschriften inzake de toegang van de centrale Etias-eenheid en de nationale Etias-eenheden tot de in andere EU-informatiesystemen opgeslagen gegevens, het soort zoekopdrachten en gegevenscategorieën; de toegang dient steeds beperkt te blijven tot hetgeen strikt noodzakelijk is voor de uitoefening van hun taken. Evenzo dienen de in het Etias-aanvraagdossier opgeslagen gegevens alleen zichtbaar te zijn voor de lidstaten die de onderliggende informatiesystemen beheren, overeenkomstig de modaliteiten van hun deelname. Zo gaat het bij de bepalingen van deze verordening die betrekking hebben op het Schengeninformatiesysteem en het Visuminformatiesysteem bijvoorbeeld om bepalingen die voortbouwen op alle bepalingen van het Schengenacquis waarvoor de besluiten van de Raad 35 inzake de toepassing van de bepalingen van het Schengenacquis die betrekking hebben op het Schengeninformatiesysteem en het Visuminformatiesysteem relevant zijn.

(11) Overeenkomstig artikel 73 van Verordening (EU) 2018/1240 dient het Europees Agentschap voor het operationeel beheer van grootschalige IT-systemen op het gebied van vrijheid, veiligheid en recht (eu-LISA), dat is opgericht bij Verordening 2018/1726 van het Europees Parlement en de Raad 36 , verantwoordelijk te zijn voor de ontwerp- en ontwikkelingsfase van het Etias-informatiesysteem.

(12) Deze verordening laat Richtlijn 2004/38/EG onverlet 37 .

(13) Overeenkomstig de artikelen 1 en 2 van Protocol nr. 22 betreffende de positie van Denemarken, gehecht aan het VEU en het VWEU, neemt Denemarken niet deel aan de vaststelling van deze verordening en is deze bijgevolg niet bindend voor noch van toepassing in deze lidstaat. Aangezien deze verordening voortbouwt op het Schengenacquis, beslist Denemarken overeenkomstig artikel 4 van het bovengenoemde protocol binnen een termijn van zes maanden nadat de Raad heeft beslist over deze verordening of het deze in zijn interne recht zal omzetten.

(14) Deze verordening vormt een ontwikkeling van de bepalingen van het Schengenacquis waaraan het Verenigd Koninkrijk niet deelneemt, overeenkomstig Besluit 2000/365/EG van de Raad 38 ; het Verenigd Koninkrijk neemt derhalve niet deel aan de vaststelling van deze verordening en deze is niet bindend voor, noch van toepassing op deze lidstaat.

(15) Deze verordening vormt een ontwikkeling van de bepalingen van het Schengenacquis waaraan Ierland niet deelneemt, overeenkomstig Besluit 2002/192/EG van de Raad 39 ; Ierland neemt derhalve niet deel aan de vaststelling van deze verordening en deze is niet bindend voor, noch van toepassing op deze lidstaat.

(16) Wat IJsland en Noorwegen betreft, vormt deze verordening een ontwikkeling van de bepalingen van het Schengenacquis in de zin van de Overeenkomst tussen de Raad van de Europese Unie en de Republiek IJsland en het Koninkrijk Noorwegen inzake de wijze waarop IJsland en Noorwegen worden betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis 40 die vallen onder het gebied bedoeld in artikel 1, onder A en B, van Besluit 1999/437/EG van de Raad 41 .

(17) Wat Zwitserland betreft, houdt deze verordening een ontwikkeling in van de bepalingen van het Schengenacquis in de zin van de Overeenkomst tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de wijze waarop Zwitserland wordt betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis 42 , die vallen onder het gebied bedoeld in artikel 1, onder A en B, van Besluit 1999/437/EG juncto artikel 3 van Besluit 2008/146/EG van de Raad 43 en artikel 3 van Besluit 2008/149/JBZ van de Raad 44 .

(18) Wat Liechtenstein betreft, houdt deze verordening een ontwikkeling in van de bepalingen van het Schengenacquis in de zin van het Protocol tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap, de Zwitserse Bondsstaat en het Vorstendom Liechtenstein betreffende de toetreding van het Vorstendom Liechtenstein tot de Overeenkomst tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de wijze waarop Zwitserland wordt betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis 45 , die vallen onder het gebied bedoeld in artikel 1, onder A en B, van Besluit 1999/437/EG juncto artikel 3 van Besluit 2011/350/EU van de Raad 46 en artikel 3 van Besluit 2011/349/EU van de Raad 47 .

(19) Wat betreft Bulgarije, Cyprus, Kroatië en Roemenië vormen de bepalingen van deze verordening die de verordening tot oprichting van Etias wijzigen, bepalingen die voortbouwen op het Schengenacquis of op een andere wijze daaraan zijn gerelateerd, in de zin van, respectievelijk, artikel 3, lid 1, van de Toetredingsakte van 2003, artikel 4, lid 1, van de Toetredingsakte van 2005 en artikel 4, lid 1, van de Toetredingsakte van 2011.

(20) Wat betreft Bulgarije, Cyprus, Kroatië en Roemenië vormen de bepalingen van deze verordening in verband met het SIS, het VIS en het EES bepalingen die voortbouwen op het Schengenacquis of op een andere wijze daaraan zijn gerelateerd, in de zin van, respectievelijk, artikel 3, lid 2, van de Toetredingsakte van 2003, artikel 4, lid 2, van de Toetredingsakte van 2005 en artikel 4, lid 2, van de Toetredingsakte van 2011, in samenhang met Besluit 2010/365/EU van de Raad 48 , Besluit (EU) 2017/733 49 van de Raad, Besluit (EU) 2017/1908 van de Raad 50 en Besluit (EU) 2018/934 51 van de Raad.

(21) Dit noopt tot wijziging van Verordeningen (EU) 2018/1240, (EG) nr. 767/2008, (EU) 2017/2226 en (EU) 2018/1861 (SIS-verordening grenscontroles) van het Europees Parlement en de Raad.

(22) De Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming is geraadpleegd overeenkomstig artikel 41, lid 2, van Verordening (EU) nr. 2018/1725 van het Europees Parlement en de Raad 52 .