Overwegingen bij COM(2018)657 - Standpunt EU over goedkeuring van richtlijnen voor de milieuverantwoorde tijdelijke opslag van kwik, anders dan kwikafval, per art. 10 leden 2, 3, van het Verdrag van Minamata

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

 
 
(1) Het Verdrag van Minamata inzake kwik 6 (hierna 'de overeenkomst' genoemd) is door de Unie gesloten bij Besluit (EU) 2017/939 van de Raad 7 en is op 16 augustus 2017 in werking getreden.

(2) Overeenkomstig Besluit MC1/1 betreffende het reglement van orde dat de Conferentie van de partijen bij de overeenkomst op haar eerste vergadering heeft goedgekeurd, stellen de partijen alles in het werk om over alle inhoudelijke aangelegenheden bij consensus overeenstemming te bereiken.

(3) Tijdens haar tweede vergadering op 1923 november 2018 moet de Conferentie van de partijen bij de overeenkomst richtlijnen aannemen voor de milieuverantwoorde tijdelijke opslag van kwik, anders dan kwikafval.

(4) Het vaststellen van een door de Unie op de Conferentie van de partijen in te nemen standpunt is nodig omdat deze richtlijnen voor de milieuverantwoorde tijdelijke opslag van kwik, anders dan kwikafval, rechtsgevolgen zullen hebben, omdat de partijen bij de overeenkomst deze richtlijnen in acht zullen moeten nemen wanneer zij maatregelen voor tijdelijke opslag treffen.

(5) In het kader van de tussentijdse werkzaamheden van deskundigen uit hoofde van Besluit MC1/18 8 dat de Conferentie van de partijen tijdens de eerste vergadering heeft aangenomen, heeft de Unie bijgedragen tot de herziening van de ontwerprichtlijnen voor de milieuverantwoorde tijdelijke opslag. De Unie vond het niet nodig nog meer wijzigingen voor te stellen van de ontwerprichtlijnen die uit deze tussentijdse werkzaamheden waren voortgevloeid.

(6) De voorgestelde richtlijnen voor de milieuverantwoorde tijdelijke opslag van kwik, anders dan kwikafval, moeten derhalve worden gesteund.