Overwegingen bij COM(2006)259 - Standpunt van de EG in het Comité douanesamenwerking EG-Turkije inzake een besluit tot vaststelling van toepassingsbepalingen van Besluit nr. 1/95 van de Associatieraad EG-Turkije

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

 
 
:

(1) Het Comité douanesamenwerking heeft, teneinde passende maatregelen vast te stellen ter uitvoering van de bepalingen van de douane-unie bedoeld in de artikelen 3, 13 en 28 van Besluit nr. 1/95, zijn goedkeuring gehecht aan Besluit nr. 1/2001 houdende wijziging van Besluit nr. 1/96 tot vaststelling van toepassingsbepalingen van Besluit nr. 1/95 van de Associatieraad EG–Turkije[2].

(2) Besluit nr. 1/2001 moet worden gewijzigd om deze uitvoeringsbepalingen te harmoniseren met de recente wijzigingen van Verordening (EEG) nr. 2454/93 van de Commissie van 2 juli 1993 houdende vaststelling van enkele bepalingen ter uitvoering van Verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad tot vaststelling van het communautair douanewetboek[3], met name wat betreft de mogelijke weigering van de berekening van de gedeeltelijke vrijstelling van rechten in het kader van de regeling passieve veredeling volgens de methode van de toegevoegde waarde. Ook moet in het besluit een nieuwe bepaling worden opgenomen die het mogelijk maakt dat de douane van een lidstaat aan toegelaten exporteurs “grensoverschrijdende vergunningen” afgeeft en dat Turkije certificaten inzake goederenverkeer A.TR. aanvaardt die op basis van dergelijke vergunningen zijn afgegeven.

(3) Voorts moet in verband met de uitbreiding van de Europese Unie de tekst worden ingevoegd van een aantal aantekeningen in de nieuwe talen van de EU.

(4) Besluit nr. 1/1999 van het Comité douanesamenwerking EG–Turkije van 28 mei 1999 betreffende de procedures ter vereenvoudiging van de afgifte van certificaten inzake goederenverkeer EUR.1 en het opstellen van factuurverklaringen ter uitvoering van de bepalingen inzake het preferentiële handelsverkeer tussen de Europese Unie, Turkije en bepaalde Europese landen[4] is gericht op vereenvoudiging van de afgifte van dergelijke preferentiële oorsprongsbewijzen door de Gemeenschap respectievelijk Turkije in het kader van preferentiële handelsovereenkomsten die zij beide met bepaalde landen hebben gesloten en die voorzien in een stelsel voor de cumulatie van de oorsprong op basis van identieke oorsprongsregels en een verbod op teruggave of vrijstelling van douanerechten voor de betrokken goederen. Overeenkomstig het besluit kunnen exporteurs in de EG en Turkije gebruik maken van leveranciersverklaringen waarin volgens de desbetreffende regels wordt vermeld dat goederen afkomstig van leveranciers in het andere deel van de douane-unie de status van product van oorsprong hebben. Ook voorziet het besluit in regelingen voor administratieve samenwerking op dit gebied.

(5) Besluit nr. 1/2000 van het Comité douanesamenwerking EG–Turkije van 25 juli 2000 betreffende de aanvaarding ter staving van de oorsprong uit de Gemeenschap of uit Turkije van certificaten inzake goederenverkeer EUR.1 en van factuurverklaringen die zijn afgegeven door bepaalde landen die met de Gemeenschap of met Turkije een preferentiële overeenkomst hebben ondertekend[5], bepaalt dat goederen die onder de douane-unie vallen in aanmerking komen voor de bepalingen inzake vrij verkeer die in het basisbesluit zijn opgenomen, ook indien zij bij de invoer in een deel van de douane-unie vergezeld gaan van een oorsprongsbewijs dat is afgegeven in een land waarmee zowel de Gemeenschap als Turkije een preferentiële handelsovereenkomst hebben gesloten die voorziet in cumulatie van de oorsprong op basis van identieke oorsprongsregels en een verbod op teruggave of vrijstelling van douanerechten voor de betrokken goederen.

(6) Deze twee besluiten zijn vastgesteld ter vereenvoudiging van de gezamenlijke toepassing van de douane-unie en de preferentiële handelsregelingen van de Gemeenschap en Turkije met bepaalde landen. De bepalingen van de Besluiten nr. 1/1999 en nr. 1/2000 moeten, aangepast om deze in overeenstemming te brengen met het acquis van de Gemeenschap, in dit besluit worden opgenomen, en de Besluiten nr. 1/1999 en nr. 1/2000 moeten worden ingetrokken.

(7) Nu het stelsel van pan-Europese cumulatie van de oorsprong is uitgebreid tot de andere landen die deelnemen aan het Euro-mediterrane partnerschap dat gebaseerd is op de Verklaring van Barcelona die is aangenomen op de Euro-mediterrane Conferentie van 27 en 28 november 1995, moeten in de tekst de nodige verwijzingen naar bewijzen van oorsprong EUR-MED worden opgenomen.

(8) Teneinde de tenuitvoerlegging van de uitvoeringsbepalingen van Besluit nr. 1/95 te vereenvoudigen, dient Besluit nr. 1/2001 door een nieuw besluit te worden vervangen.

(9) De tekst van het nieuwe besluit, waarin de noodzakelijke wijzigingen zijn opgenomen, is met Turkije overeengekomen op de vijfendertigste vergadering van het Comité Douanesamenwerking EG–Turkije van 20 januari 2006.