Overwegingen bij COM(2020)613 - Aanpak van crisis- en overmachtsituaties op het gebied van migratie en asiel

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

 
 
(1) Bij de totstandbrenging van een ruimte van vrijheid, veiligheid en recht moet de Unie ervoor zorgen dat er geen personencontroles aan de binnengrenzen plaatsvinden en een gemeenschappelijk beleid inzake asiel, immigratie en controle aan de buitengrenzen uitstippelen op basis van solidariteit tussen de lidstaten, op een wijze die billijk is ten aanzien van onderdanen van derde landen.

(2) Dit vereist een brede aanpak die ten doel heeft het wederzijdse vertrouwen tussen de lidstaten te versterken.

(3) In de brede aanpak moeten de beleidsterreinen inzake asiel, migratiebeheer, terugkeer, bescherming van de buitengrenzen en partnerschap met de betrokken derde landen samenkomen, in het besef dat de effectiviteit van de algehele aanpak afhangt van alle aspecten die gezamenlijk en op geïntegreerde wijze worden aangepakt. De brede aanpak moet waarborgen dat de Unie beschikt over specifieke regels voor een doeltreffend migratiebeheer, onder meer met betrekking tot de activering van een verplicht solidariteitsmechanisme, en dat alle nodige maatregelen worden getroffen om crises te voorkomen.

(4) Ook als de nodige preventieve maatregelen worden getroffen, kan niet worden uitgesloten dat zich een crisis- of overmachtsituatie op het gebied van migratie en asiel voordoet als gevolg van omstandigheden waarop de Unie en haar lidstaten geen vat hebben.

(5) Deze verordening moet bijdragen tot de brede aanpak en deze vervolledigen door vaststelling van de specifieke procedures en mechanismen op het gebied van internationale bescherming en terugkeer die in de uitzonderlijke omstandigheden van een crisissituatie van toepassing moeten zijn. Zij moet met name waarborgen dat het beginsel van solidariteit en billijke verdeling van de verantwoordelijkheid daadwerkelijk wordt toegepast en dat de toepasselijke regels inzake de asiel- en terugkeerprocedures zodanig worden aangepast dat de lidstaten en de Unie over de nodige instrumenten beschikken, met inbegrip van voldoende tijd om deze procedures uit te voeren.

(6) Een massale toestroom van personen die in een kort tijdsbestek irregulier de grens overschrijden, kan leiden tot een crisissituatie in een bepaalde lidstaat. Dit kan ook gevolgen hebben voor de werking van het asiel- en migratiestelsel, niet alleen in die lidstaat, maar ook in de gehele Unie, vanwege niet-toegestane verplaatsingen en het tekortschieten van de capaciteit in de lidstaat van eerste binnenkomst om de verzoeken om internationale bescherming van de betrokken onderdanen van derde landen te behandelen. Er moeten specifieke regels en mechanismen worden vastgesteld die het mogelijk maken effectieve maatregelen te treffen voor de aanpak van dergelijke situaties.

(7) De lidstaten kunnen naast crisissituaties ook geconfronteerd worden met abnormale en onvoorzienbare omstandigheden waarop zij geen vat hebben en waarvan de gevolgen ondanks alle zorgvuldigheid niet konden worden voorkomen. Dergelijke overmachtsituaties zouden het onmogelijk kunnen maken om de termijnen in acht te nemen die bij de Verordeningen (EU) XXX/XXX [verordening asielprocedures] en (EU) XXX/XXX [asiel- en migratiebeheer] zijn vastgesteld voor de registratie van verzoeken om internationale bescherming of de uitvoering van de procedures om te bepalen welke lidstaat verantwoordelijk is voor de behandeling van een verzoek om internationale bescherming. Om te waarborgen dat het gemeenschappelijk asielstelsel efficiënt en eerlijk blijft functioneren en tegelijkertijd te garanderen dat de behoeften op het gebied van internationale bescherming tijdig worden onderzocht en dat de rechtszekerheid in acht wordt genomen, moeten in dergelijke situaties langere termijnen gelden voor de registratie van verzoeken en voor de procedurele stappen die nodig zijn om te bepalen welke lidstaat verantwoordelijk is en verzoekers over te dragen aan de verantwoordelijke lidstaat. Lidstaten die met een overmachtsituatie worden geconfronteerd, moeten ook in staat worden gesteld de solidariteitsmaatregelen die zij moeten treffen op grond van het bij deze verordening en bij Verordening (EU) XXX/XXX [asiel- en migratiebeheer] vastgestelde solidariteitsmechanisme uit te voeren, indien nodig binnen een verlengde termijn.

(8) Het solidariteitsmechanisme voor situaties van migratiedruk als bedoeld in Verordening (EU) XXX/XXX [asiel- en migratiebeheer] moet worden aangepast aan de specifieke behoeften van crisissituaties door het persoonlijke toepassingsgebied van de solidariteitsmaatregelen waarin die verordening voorziet uit te breiden en kortere termijnen vast te stellen.

(9) De vaststelling van maatregelen ten aanzien van een bepaalde lidstaat mag geen afbreuk doen aan de mogelijkheid dat de Raad op voorstel van de Commissie voorlopige maatregelen vaststelt overeenkomstig artikel 78, lid 3, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie indien een lidstaat ten gevolge van een plotselinge toestroom van onderdanen van derde landen in een noodsituatie terechtkomt.

(10) Om snel de druk te verlichten waarmee een lidstaat in een crisissituatie wordt geconfronteerd, moet de herplaatsing gelden voor alle categorieën verzoekers om internationale bescherming, met inbegrip van personen aan wie onmiddellijke bescherming wordt verleend, alsook personen die internationale bescherming genieten en irreguliere migranten. Voorts moet een lidstaat die terugkeersponsoring aanbiedt, de illegaal verblijvende onderdaan van een derde land overdragen van de begunstigde lidstaat indien de betrokkene niet binnen vier maanden terugkeert of niet binnen vier maanden wordt verwijderd, in plaats van acht maanden zoals bepaald in Verordening (EU) XXX/XXX [asiel- en migratiebeheer].

(11) De procedureregels voor herplaatsing en terugkeersponsoring die bij Verordening (EU) XXX/XXX [asiel- en migratiebeheer] zijn vastgesteld, moeten worden toegepast met het oog op de correcte uitvoering van de solidariteitsmaatregelen in een crisissituatie, zij het in aangepaste vorm om rekening te houden met de ernst en de urgentie van die situatie.

(12) In crisissituaties kan het voorkomen dat de lidstaten behoefte hebben aan een breder pakket maatregelen om een massale toestroom van onderdanen van derde landen op ordelijke wijze te beheren en niet-toegestane verplaatsingen te beperken. Dergelijke maatregelen moeten ook de toepassing van een crisisbeheerprocedure voor asiel en terugkeer omvatten.

(13) Teneinde de lidstaten in staat te stellen in crisissituaties grote aantallen verzoeken om internationale bescherming te behandelen, moet een langere termijn worden vastgesteld voor de registratie van verzoeken om internationale bescherming die in dergelijke crisissituaties worden ingediend. Die verlenging mag geen afbreuk doen aan de rechten van asielzoekers die worden gewaarborgd door het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie.

(14) Om te waarborgen dat de lidstaten over de nodige flexibiliteit beschikken wanneer zij geconfronteerd worden met een grote toestroom van migranten die het voornemen uiten om asiel aan te vragen, moet de toepassing van de grensprocedure van artikel 41 van Verordening (EU) XXX/XXX [verordening asielprocedures] worden uitgebreid en moet een crisisbeheerprocedure voor asiel de lidstaten de mogelijkheid bieden om in het kader van een grensprocedure ook een beslissing te nemen over de gegrondheid van een verzoek in gevallen waarin de verzoeker de nationaliteit heeft van of, in het geval van staatlozen, zijn gewone verblijfplaats had in een derde land, waarvoor volgens de gegevens voor de hele Unie in 75 % of minder van de gevallen internationale bescherming wordt verleend. Als gevolg daarvan moeten de lidstaten bij de toepassing van de crisisgrensprocedure de grensprocedure blijven toepassen zoals vastgesteld in artikel 41 van Verordening (EU) XXX/XXX [verordening asielprocedures], maar kunnen zij de toepassing van de grensprocedure uitbreiden tot onderdanen van derde landen waarvoor het gemiddelde erkenningspercentage voor de hele Unie meer dan 20 % maar minder dan 75 % bedraagt.

(15) De screening van onderdanen van derde landen overeenkomstig de bij Verordening (EU) XXX/XXX [screeningverordening] vastgestelde regels moet van toepassing zijn, met de mogelijkheid om de termijn van vijf dagen met nog eens vijf dagen te verlengen, zoals bepaald in die verordening.

(16) In een crisissituatie moeten de lidstaten, gezien de mogelijke druk op het asielstelsel, de mogelijkheid hebben om de toegang tot hun grondgebied van verzoekers ten aanzien van wie een grensprocedure loopt, niet toe te staan voor langere perioden dan die welke zijn vastgesteld in artikel 41, leden 11 en 13, van Verordening (EU) XXX/XXX [verordening asielprocedures]. De procedures moeten echter zo snel mogelijk worden afgerond en de termijnen mogen in ieder geval slechts met een extra periode van ten hoogste acht weken worden verlengd; indien die procedures niet kunnen worden afgerond voor de verlengde termijn verstrijkt, moeten verzoekers toegang krijgen tot het grondgebied van een lidstaat om de procedure voor internationale bescherming af te ronden.

(17) De crisisbeheerprocedure voor terugkeer moet in crisissituaties de terugkeer vergemakkelijken van illegaal verblijvende onderdanen van derde landen van wie de aanvraag is afgewezen in het kader van een crisisbeheerprocedure voor asiel en die geen recht en geen toestemming hebben om te blijven, door de bevoegde nationale autoriteiten de nodige instrumenten en voldoende tijd te bieden om terugkeerprocedures met de nodige zorgvuldigheid uit te voeren. Om een doeltreffende respons op crisissituaties mogelijk te maken, moet de crisisbeheerprocedure voor terugkeer tevens van toepassing zijn op verzoekers, onderdanen van derde landen en staatlozen die onderworpen zijn aan de grensprocedure als bedoeld in artikel 41 van de voorgestelde Verordening (EU) XXX/XXX [verordening asielprocedures], van wie de verzoeken zijn afgewezen voordat de Commissie een besluit tot erkenning van de crisissituatie in een lidstaat heeft vastgesteld, en die na de vaststelling van een dergelijk besluit geen recht en geen toestemming hebben om te blijven.

(18) Bij de toepassing van de crisisbeheerprocedure voor terugkeer mag illegaal verblijvende onderdanen van derde landen of staatlozen die geen recht en geen toestemming hebben om te blijven, niet worden toegestaan het grondgebied van de betrokken lidstaat binnen te komen en moeten zij op de in artikel 41 bis, lid 2, van Verordening (EU) XXX/XXX [verordening asielprocedures] bedoelde locaties worden gehouden gedurende een periode die langer kan zijn dan die welke in dat artikel is vastgesteld, teneinde de autoriteiten in staat te stellen het hoofd te bieden aan crisissituaties en de terugkeerprocedures af te ronden; daartoe kan de in artikel 41 bis, lid 2, van Verordening (EU) XXX/XXX [verordening asielprocedures] vastgestelde maximumduur van twaalf weken van de grensprocedure voor het uitvoeren van terugkeer worden verlengd met een extra periode van ten hoogste acht weken. Tijdens die periode moet het mogelijk zijn illegaal verblijvende onderdanen van derde landen in bewaring te houden op grond van artikel 41 bis, leden 5 en 6, van Verordening (EU) XXX/XXX [verordening asielprocedures], op voorwaarde dat de bij Richtlijn XXX/XXX/EU [herschikte terugkeerrichtlijn] vastgestelde waarborgen en voorwaarden voor bewaring in acht worden genomen, met inbegrip van de individuele beoordeling van elk geval, rechterlijke toetsing van de bewaring en adequate bewaringsomstandigheden.

(19) Met het oog op een goed beheer van een crisissituatie en een correcte aanpassing van de toepasselijke regels inzake de asiel- en terugkeerprocedure moet de Commissie de betrokken lidstaten, door middel van een uitvoeringsbesluit, op hun met redenen omkleed verzoek machtigen relevante afwijkende regels toe te passen. Bij een dergelijk uitvoeringsbesluit kunnen een of meer verzoekende lidstaten worden gemachtigd om van de desbetreffende voorschriften af te wijken.

(20) De Commissie moet een door een lidstaat ingediend met redenen omkleed verzoek onderzoeken en daarbij rekening houden met onderbouwde informatie die is verzameld uit hoofde van Verordening (EU) XXX/XXX [verordening asielagentschap] en Verordening (EU) 2019/1896 van het Europees Parlement en de Raad 24 en met het verslag over migratiebeheer als bedoeld in Verordening (EU) XXX/XXX [asiel- en migratiebeheer].

(21) Teneinde de lidstaten meer tijd te geven om een oplossing te vinden voor de crisissituatie en tegelijkertijd de doeltreffende en zo snel mogelijke toegang tot de relevante procedures en rechten te waarborgen, moet de Commissie toestemming verlenen voor de toepassing van de crisisbeheerprocedures voor asiel en terugkeer gedurende een periode van zes maanden, die kan worden verlengd tot ten hoogste één jaar. Na het verstrijken van die periode mogen de verlengde termijnen waarin de crisisbeheerprocedures voor asiel en terugkeer voorzien, niet worden toegepast met betrekking tot nieuwe verzoeken om internationale bescherming.

(22) Om dezelfde redenen moet de Commissie toestemming verlenen voor de toepassing van afwijkende regels met betrekking tot de registratietermijn, voor een periode van ten hoogste vier weken die kan worden verlengd op basis van een nieuw met redenen omkleed verzoek van de betrokken lidstaat. De totale toepassingsperiode mag echter niet langer zijn dan twaalf weken.

(23) In een crisissituatie moeten de lidstaten de behandeling kunnen opschorten van verzoeken om internationale bescherming van ontheemden uit derde landen die niet naar hun land van herkomst kunnen terugkeren omdat zij daar een groot risico zouden lopen op willekeurig geweld in uitzonderlijke situaties van gewapend conflict. In dat geval moet aan die personen de onmiddellijke beschermingsstatus worden verleend. De lidstaten moeten de behandeling van hun aanvraag uiterlijk één jaar na de opschorting hervatten.

(24) Personen aan wie onmiddellijke bescherming is verleend, moeten beschouwd blijven als verzoekers om internationale bescherming, gezien hun in behandeling zijnde verzoek om internationale bescherming in de zin van Verordening (EU) XXX/XXX [verordening asielprocedures] en in de zin van Verordening (EU) XXX/XXX [asiel- en migratiebeheer].

(25) De lidstaten moeten waarborgen dat personen met de onmiddellijke beschermingsstatus effectieve toegang hebben tot alle rechten die zijn vastgelegd bij Verordening (EU) XXX/XXX [verordening asielnormen] die van toepassing zijn en gelijkwaardig zijn aan de rechten van personen die subsidiaire bescherming genieten.

(26) Met het oog op een behoorlijke beoordeling van verzoeken om internationale bescherming die worden ingediend door personen die onmiddellijke bescherming genieten, moeten de asielprocedures uiterlijk één jaar nadat zij zijn opgeschort, worden hervat.

(27) Sinds de vaststelling van Richtlijn 2001/55/EG van de Raad 25 zijn de regels inzake de erkenning van personen die internationale bescherming genieten, aanzienlijk gewijzigd. Aangezien bij deze verordening regels worden vastgesteld voor de toekenning van de onmiddellijke beschermingsstatus in crisissituaties aan ontheemden uit derde landen die niet naar hun land van herkomst kunnen terugkeren, en in specifieke solidariteitsregels voor deze personen wordt voorzien, moet Richtlijn 2001/55/EG worden ingetrokken.

(28) Er moeten specifieke regels worden vastgesteld voor situaties van overmacht, teneinde het voor de lidstaten mogelijk te maken de bij Verordening (EU) XXX/XXX [asiel- en migratiebeheer] vastgestelde termijnen onder strikte voorwaarden te verlengen, indien deze ten gevolge van de buitengewone situatie niet kunnen worden nageleefd. Een dergelijke verlenging moet gelden voor de termijnen voor het verzenden en beantwoorden van overnameverzoeken en kennisgevingen van terugname, alsook voor de termijn voor de overdracht van een verzoeker aan de verantwoordelijke lidstaat.

(29) Voor situaties van overmacht moeten tevens specifieke regels worden vastgesteld die het voor de lidstaten mogelijk maken de in Verordening (EU) XXX/XXX [verordening asielprocedures] bedoelde termijnen voor de registratie van verzoeken om internationale bescherming onder strikte voorwaarden te verlengen. In dergelijke gevallen moeten verzoeken om internationale bescherming uiterlijk vier weken na de indiening ervan door de betrokken lidstaat worden geregistreerd.

(30) In dergelijke gevallen van overmacht moet de betrokken lidstaat de Commissie en, in voorkomend geval, de andere lidstaten in kennis stellen van zijn voornemen om de respectieve afwijkingen van die termijnen toe te passen, alsmede van de precieze redenen voor de beoogde toepassing ervan en de periode gedurende welke deze afwijkingen zullen worden toegepast.

(31) In overmachtsituaties die het voor een lidstaat onmogelijk maken om binnen de bij Verordening (EU) XXX/XXX [asiel- en migratiebeheer] en deze verordening vastgestelde termijnen aan de verplichting tot het nemen van solidariteitsmaatregelen te voldoen, moet die lidstaat de Commissie en de andere lidstaten in kennis kunnen stellen van de precieze redenen waarom hij meent zich in een dergelijke situatie te bevinden, en de termijn voor het nemen van solidariteitsmaatregelen kunnen verlengen.

(32) Wanneer een lidstaat niet langer in een overmachtsituatie verkeert, moet hij de Commissie en, in voorkomend geval, de andere lidstaten zo spoedig mogelijk van de beëindiging van de situatie in kennis stellen. De in afwijking van Verordening (EU) XXX/XXX [asiel- en migratiebeheer] vastgestelde termijnen mogen niet worden toegepast ten aanzien van nieuwe verzoeken om internationale bescherming of onderdanen van derde landen of staatlozen van wie na de datum van die kennisgeving is vastgesteld dat zij illegaal verblijven. Na de kennisgeving moeten de termijnen van Verordening (EU) XXX/XXX [verordening asielprocedures] weer van toepassing worden.

(33) Ter ondersteuning van lidstaten die als solidariteitsmaatregel herplaatsing uitvoeren, moet financiële steun uit de EU-begroting worden verleend.

(34) Om eenvormige voorwaarden voor de uitvoering van deze verordening te waarborgen, moeten aan de Commissie uitvoeringsbevoegdheden worden toegekend. Die bevoegdheden moeten worden uitgeoefend in overeenstemming met Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad 26 .

(35) De onderzoeksprocedure moet worden gevolgd voor het vaststellen van solidariteitsmaatregelen in crisissituaties, teneinde de toepassing van afwijkende procedureregels toe te staan, en voor het in werking stellen van de verlening van de onmiddellijke beschermingsstatus.

(36) De Commissie moet onmiddellijk toepasselijke uitvoeringshandelingen vaststellen om naar behoren gemotiveerde dwingende redenen van urgentie als gevolg van de crisissituatie in de lidstaten.

(37) Deze verordening eerbiedigt de grondrechten en neemt de beginselen in acht die zijn erkend in het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, met name de eerbiediging van de menselijke waardigheid, het recht op leven, het verbod van folteringen en van onmenselijke of vernederende behandelingen of bestraffingen, het recht op asiel en de bescherming bij verwijdering, uitzetting en uitlevering. De verordening moet worden uitgevoerd in overeenstemming met het Handvest en de algemene beginselen van het Unierecht en het internationaal recht, met inbegrip van de bescherming van vluchtelingen, de verplichtingen inzake de mensenrechten en het verbod van refoulement.

(38) Overeenkomstig de artikelen 1 en 2 van Protocol nr. 22 betreffende de positie van Denemarken, gehecht aan het Verdrag betreffende de Europese Unie (VEU) en het VWEU, neemt Denemarken niet deel aan de vaststelling van deze verordening, die derhalve niet bindend is voor, noch van toepassing is in deze lidstaat. Aangezien artikel 8 van deze verordening wijzigingen inhoudt in de zin van artikel 3 van de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en het Koninkrijk Denemarken betreffende de criteria en instrumenten om te bepalen welke staat verantwoordelijk is voor de behandeling van een asielverzoek dat wordt ingediend in Denemarken of een andere lidstaat van de Europese Unie en “Eurodac” voor de vergelijking van vingerafdrukken ten behoeve van een doeltreffende toepassing van de Overeenkomst van Dublin 27 , moet Denemarken, op het ogenblik van de aanneming van de wijzigingen of binnen een termijn van 30 dagen daarna, de Commissie in kennis stellen van zijn besluit om de inhoud van deze wijzigingen al dan niet ten uitvoer te leggen.

(39) [Overeenkomstig artikel 3 van het aan het VEU en het VWEU gehechte Protocol nr. 21 betreffende de positie van het Verenigd Koninkrijk en Ierland ten aanzien van de ruimte van vrijheid, veiligheid en recht, heeft Ierland kennisgegeven van zijn wens deel te nemen aan de vaststelling en toepassing van deze verordening.]

OF

(40) [Overeenkomstig de artikelen 1 en 2 van het aan het VEU en het VWEU gehechte Protocol nr. 21 betreffende de positie van het Verenigd Koninkrijk en Ierland ten aanzien van de ruimte van vrijheid, veiligheid en recht, en onverminderd artikel 4 van dat protocol, neemt Ierland niet deel aan de vaststelling van deze verordening, die derhalve niet bindend is voor, noch van toepassing is in deze lidstaat.]

(41) Wat IJsland en Noorwegen betreft, vormt artikel 8 van deze verordening een nieuwe wettelijke bepaling op een gebied waarvan sprake is in de bijlage bij de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap, de Republiek IJsland en het Koninkrijk Noorwegen betreffende de criteria en de mechanismen voor de vaststelling van de staat die verantwoordelijk is voor de behandeling van een asielverzoek dat in een lidstaat, in IJsland of in Noorwegen wordt ingediend 28 .

(42) Wat Zwitserland betreft, vormt artikel 8 van deze verordening een besluit of maatregel tot wijziging of aanvulling van de bepalingen bedoeld in artikel 1 van de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de criteria en mechanismen voor de vaststelling van de staat die verantwoordelijk is voor de behandeling van een asielverzoek dat in een lidstaat of in Zwitserland wordt ingediend 29 .

(43) Wat Liechtenstein betreft, vormt artikel 8 van deze verordening een besluit of maatregel tot wijziging of aanvulling van de bepalingen bedoeld in artikel 1 van de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de criteria en mechanismen voor de vaststelling van de staat die verantwoordelijk is voor de behandeling van een asielverzoek dat in een lidstaat of in Zwitserland wordt ingediend, waarnaar wordt verwezen in artikel 3 van het protocol tussen de Europese Gemeenschap, de Zwitserse Bondsstaat en het Vorstendom Liechtenstein betreffende de toetreding van het Vorstendom Liechtenstein tot de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de criteria en mechanismen voor de vaststelling van de staat die verantwoordelijk is voor de behandeling van een asielverzoek dat in een lidstaat of in Zwitserland wordt ingediend 30 .