Overwegingen bij COM(2019)71 - Machtiging tot het deelnemen aan onderhandelingen over een tweede aanvullend protocol bij het Verdrag van de Raad van Europa inzake cybercriminaliteit (CETS nr. 185)

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

 
 
(1) Op 9 juni 2017 heeft het Comité van de partijen bij het Verdrag van de Raad van Europa inzake cybercriminaliteit (CETS nr. 185) (T-CY) een besluit aangenomen tot vaststelling van de Terms of Reference voor de voorbereiding van een tweede aanvullend protocol bij het Verdrag.

(2) De Terms of Reference voor het tweede aanvullend protocol omvatten de volgende discussiepunten: bepalingen voor doeltreffendere wederzijdse rechtshulp (een vereenvoudigde regeling voor verzoeken om wederzijdse rechtshulp voor abonnee-informatie; internationale verstrekkingsbevelen; directe samenwerking tussen gerechtelijke autoriteiten bij verzoeken om wederzijdse rechtshulp; gemeenschappelijke onderzoeken en gemeenschappelijke onderzoeksteams; verzoeken in het Engels; audio-/videoverhoor van getuigen, slachtoffers en deskundigen; procedures voor dringende wederzijdse rechtshulp); bepalingen voor rechtstreekse samenwerking met dienstaanbieders in andere jurisdicties met betrekking tot verzoeken om abonnee-informatie, verzoeken om bewaring, en dringende verzoeken; een duidelijker raamwerk en sterkere waarborgen voor bestaande praktijken op het gebied van grensoverschrijdende toegang tot gegevens; waarborgen, met inbegrip van eisen inzake gegevensbescherming.

(3) De Unie heeft gemeenschappelijke regels vastgesteld die in ruime mate overlappen met de elementen die voor opname in het tweede aanvullend protocol in overweging worden genomen. Daarbij gaat het met name om een omvattend stel instrumenten die de justitiële samenwerking in strafzaken moeten bevorderen 22 en moeten voorzien in minimumnormen voor procedurele rechten 23 en in waarborgen inzake gegevensbescherming en privacy 24 .

(4) De Commissie heeft ook een wetgevingsvoorstel ingediend voor een verordening betreffende Europese bevelen tot verstrekking en tot bewaring van elektronisch bewijsmateriaal in strafzaken en voor een richtlijn tot vaststelling van geharmoniseerde regels inzake de aanwijzing van wettelijke vertegenwoordigers ten behoeve van de bewijsgaring in strafprocedures, waarmee bindende grensoverschrijdende Europese verstrekkings- en bewaringsbevelen worden geïntroduceerd die rechtstreeks tot een vertegenwoordiger van een dienstaanbieder in andere lidstaat zijn gericht 25 .

(5) Bijgevolg kan het tweede aanvullend protocol gevolgen hebben voor gemeenschappelijke regels of de strekking daarvan wijzigen.

(6) In artikel 82, lid 1, en in artikel 16 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie zijn de bevoegdheden van de Unie op het gebied van justitiële samenwerking in strafzaken en van gegevensbescherming en privacy nader aangegeven. De Unie moet aan de onderhandelingen over het tweede aanvullend protocol deelnemen om de integriteit van Unierecht te beschermen en te waarborgen dat de regels van het internationaal recht en het recht van de Unie consistent blijven.

(7) Het tweede aanvullend protocol moet de nodige waarborgen bevatten voor de grondrechten en vrijheden, met inbegrip van het recht op eerbiediging van het privéleven, het familie- en gezinsleven, de woning en de communicatie, conform artikel 7 van het Handvest, het recht op de bescherming van persoonsgegevens, conform artikel 8 van het Handvest, het recht op een doeltreffende voorziening in rechte en op een onpartijdig gerecht, conform artikel 47 van het Handvest, het vermoeden van onschuld en de rechten van de verdediging, conform artikel 48 van het Handvest, en de beginselen van legaliteit en evenredigheid inzake delicten en straffen, conform artikel 49 van het Handvest. Het tweede aanvullend protocol dient te worden toegepast in overeenstemming met die rechten en beginselen.

(8) De Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming is overeenkomstig artikel 42, lid 1, van Verordening (EU) 2018/1725 van het Europees Parlement en de Raad 26 geraadpleegd en heeft op ... 27 een advies uitgebracht.