Overwegingen bij COM(2013)329 - Richtsnoeren voor trans-Europese telecommunicatienetwerken

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

 
dossier COM(2013)329 - Richtsnoeren voor trans-Europese telecommunicatienetwerken.
document COM(2013)329 NLEN
datum 28 mei 2013
 
(1) Telecommunicatienetwerken en -diensten zijn infrastructuren die steeds vaker op het internet zijn geënt en breedbandnetwerken en digitale diensten zijn nauw met elkaar verbonden. Het internet wordt het overheersende platform voor communicatie, diensten en het bedrijfslevenzakendoen. Daarom is het voor de economische groei en de interne markt belangrijk dat over heel Europa snelle internettoegang en digitale diensten van openbaar belang beschikbaar zijn.

(2) Op 17 juni 2010 heeft de Europese Raad de Digitale agenda voor Europa bekrachtigd[8], die beoogt een route uit te stippelen om het sociale en economische potentieel van informatie- en communicatietechnologieën te maximaliseren. Hiermee wordt gestreefd naar bevordering van het aanbod van en de vraag naar concurrerende infrastructuur voor snel internet en op internet gebaseerde digitale diensten om vooruitgang te boeken naar een daadwerkelijke eengemaakte digitale markt die essentieel is voor slimme, duurzame en inclusieve groei.

(3) Verordening (EU) nr. […/…] van het Europees Parlement en de Raad van […] tot invoering van de Connecting Europe Facility (CEF)[9] bepaalt de voorwaarden, methoden en procedures om aan trans-Europese netwerken in de sectoren vervoer, energie en digitale communicatie financiële bijstand van de Unie te verlenen. Gezien de vergelijkbare uitdagingen en kansen binnen de sectoren die onder de CEF-verordening vallen, kunnen er belangrijke synergieën worden benut, onder meer door CEF-financiering te combineren met andere financieringsbronnen.

(4) Er is al een groot aantal grensoverschrijdende digitale diensten verwezenlijkt die worden gebruikt voor interactie tussen Europese overheidsdiensten ter ondersteuning van het EU-beleid. Bij het bieden van nieuwe oplossingen is het van belang gebruik te maken van bestaande oplossingen die in het kader van andere Europese initiatieven tot stand zijn gekomen, dubbel werk te vermijden en te zorgen voor coördinatie en onderlinge afstemming van benaderingen en oplossingen met betrekking tot alle initiatieven en beleidsterreinen, zoals het ISA-programma, het Fiscalis-programma en Horizon 2020. Het is tevens van belang dat de oplossingen voldoen aan de overeengekomen normen, specificaties en richtsnoeren, zoals het Europees interoperabiliteitskader voor Europese overheidsdiensten (EIF)[10].

(5) Belangrijke grensoverschrijdende digitale diensten op de interne markt die zijn gebaseerd op gezamenlijke bouwstenen, zijn in verschillende lidstaten gevalideerd door middel van grootschalige proefprojecten die medefinanciering hebben ontvangen uit het kaderprogramma voor concurrentievermogen en innovatie, zoals PEPPOL, STORK, epSOS, eCODEX en SPOCS. Zij hebben het voor introductie vereiste stadium van volwassenheid al bereikt of zullen dit in de nabije toekomst bereiken. Bestaande projecten van gemeenschappelijk belang hebben de meerwaarde van acties op Europees niveau al aangetoond, onder meer op het gebied van cultureel erfgoed (Europeana), bescherming van kinderen (Safer Internet) en sociale zekerheid (EESSI). Voor andere projecten, bijvoorbeeld op het gebied van consumentenbescherming (ODR), zijn voorstellen gedaan.

(6) Digitale-diensteninfrastructuren overeenkomstig Besluit 922/2009/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 september 2009 inzake interoperabiliteitsoplossingen voor Europese overheidsdiensten[11] zullen de elektronische grens- en sectoroverschrijdende interactie tussen Europese overheidsdiensten bevorderen. Hierdoor wordt de levering van essentiële diensten mogelijk, onder meer op gebieden als elektronische identificatie en aanbesteding, grensoverschrijdende koppeling van bedrijfsregisters, interoperabele elektronische grensoverschrijdende gezondheidszorg en grensoverschrijdende samenwerking inzake cyberveiligheid, hetgeen bijdraagt aan de digitale aangemaakte markt. Dergelijke interactie tussen overheidsdiensten kan worden bereikt door de schepping en/of verbetering van interoperabele centrale dienstenplatforms die zijn gestoeld op bestaande gezamenlijke bouwstenen en/of het beschikbaar stellen van voor de ontwikkeling van andere centrale dienstenplatforms essentiële aanvullende bouwstenen, en aanverwante generieke diensten die nationale infrastructuren koppelen met centrale dienstenplatforms om grensoverschrijdende digitale diensten te leveren.

(7) Met betrekking tot digitale-diensteninfrastructuren krijgen bouwstenen voorrang ten opzichte van andere digitale-diensteninfrastructuren, aangezien bouwstenen onontbeerlijk zijn voor deze infrastructuren. Digitale-diensteninfrastructuren dienen onder meer meerwaarde op Europees niveau te creëren en tegemoet te komen aan bestaande behoeften. Zij dienen op technisch en operationeel vlak klaar voor introductie te zijn; dit moet met name zijn aangetoond door middel van geslaagde proefprojecten. Zij dienen op een concreet duurzaamheidsplan te zijn gebaseerd, zodat exploitatie van de centrale dienstenplatforms op lange termijn en na afloop van de CEF is gewaarborgd. Financiële bijstand in het kader van deze verordening dient derhalve voor zover nodig na verloop van tijd te worden uitgefaseerd en financiering uit andere bronnen dan de CEF dient te worden gemobiliseerd.

(8) Digitale-diensteninfrastructuren die op grond van de EU-wetgeving noodzakelijk zijn om te voldoen aan wettelijke verplichtingen en/of die worden gebruikt om bouwstenen te ontwikkelen of te leveren en die mogelijk een aanzienlijk effect hebben op ontwikkeling van pan-Europese overheidsdiensten, dienen bij de financiering voorrang te krijgen om meervoudige digitale-diensteninfrastructuren te ondersteunen en geleidelijk een Europees interoperabiliteitsecosysteem op te bouwen. Wettelijke verplichtingen hebben in deze context betrekking op specifieke bepalingen op basis waarvan de ontwikkeling of het gebruik van digitale-diensteninfrastructuren, dan wel resultaten die alleen kunnen worden bereikt door middel van Europese digitale-diensteninfrastructuren, vereist is.

(9) De lidstaten moeten hun lokale en regionale autoriteiten aanmoedigen om op alomvattende en doeltreffende wijze betrokken te zijn bij de governance van digitale-diensteninfrastructuren en ervoor zorgen dat er bij projecten van gemeenschappelijk belang betreffende de grensoverschrijdende levering van eGovernment-diensten rekening wordt gehouden met de EIF-aanbevelingen.

(10) In zijn resolutie van 6 juli 2011 over Breedband in Europa: investeren in digitale groei[12] heeft het Europees Parlement benadrukt dat breedbanddiensten van essentieel belang zijn voor het concurrentievermogen van de industrie in de Unie en binnen de Unie in hoge mate bijdragen aan de economische en sociale samenhang en het scheppen van hoogwaardige werkgelegenheid.

(11) In de Digitale agenda voor Europa is bepaald dat in 2020 alle Europeanen toegang moeten hebben tot internet met een snelheid boven de 30 Mbps en dat 50 % of meer van de Europese huishoudens moet beschikken over een internetverbinding boven de 100 Mbps.

(12) De private sector moet een voortrekkersrol spelen bij het uitrollen en moderniseren van breedbandnetwerken, waarbij steun wordt verleend door een regelgevingskader dat concurrentie en investeringen bevordert. Voor zover particuliere investeringen tekortschieten, nemen de lidstaten de nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat de doelstellingen van de Digitale agenda worden behaald. Publieke financiële bijstand voor breedband dient beperkt te blijven tot programma's of initiatieven die zijn gericht op projecten die niet geheel door de private sector kunnen worden gefinancierd. Dit dient te worden bevestigd door een beoordeling vooraf, waarin sprake is van onvolkomenheden van de markt of niet-optimale investeringssituaties.

(13) Financiële instrumenten voor breedbandnetwerken mogen de mededinging niet verstoren, particuliere investeringen niet verdringen en particuliere exploitanten niet ontmoedigen om te investeren. Zij dienen met name te voldoen aan de artikelen 101, 102, 106 en 107 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.

(14) Aangezien er in het kader van de CEF slechts beperkte financiële middelen ter beschikking staan, dient de financiële bijstand te worden geconcentreerd op de oprichting van financieringsmechanismen op EU-niveau, zodat er aanvullende investeringen worden aangetrokken, er een multiplicatoreffect wordt bereikt en het efficiënte gebruik van particuliere en overige publieke middelen voor investeringen wordt bevorderd. Door deze benadering kunnen het bedrijfsleven en institutionele spelers een bijdrage leveren die veel groter is dan de financiering die via de CEF toegankelijk is.

(15) De steun via de CEF aan de introductie van breedband dient als aanvulling van bijstand uit andere dan de programma's en initiatieven van de Unie, waaronder de Europese structuur- en investeringsfondsen (ESIF's), voor zover er bij een beoordeling vooraf onvolkomenheden van de markt of niet-optimale investeringssituaties zijn vastgesteld en de beheersautoriteiten tot deze bijstand zijn overgegaan. Financiële bijstand in het kader van de CEF aan de introductie van breedband dient bij te dragen aan de inspanningen van de lidstaten, zowel rechtstreeks als door het beschikbaar stellen van een investeringsinstrument voor vrijwillige, toegespitste bijdragen uit andere bronnen, met inbegrip van ESIF'S, waardoor de lidstaten kunnen profiteren van de expertise en schaalvoordelen van door de EU beheerde faciliteiten om de doeltreffendheid van overheidsuitgaven te verhogen.

(16) De Unie kan steun verlenen aan de introductie van breedbandnetwerken die bijdragen aan de doelstellingen van de Digitale agenda voor Europa in alle soorten gebieden, waaronder verstedelijkte, landelijke, dunbevolkte en minder ontwikkelde regio's. Hieronder vallen de introductie van breedbandnetwerken om eilanden en niet aan zee grenzende, bergachtige, afgelegen en perifere regio's, waaronder insulaire lidstaten, te verbinden met de centrale regio's van de Unie en/of acties om de betrouwbaarheid of prestaties van de verbindingen tussen dergelijke regio's en centrale regio's van de Unie te verbeteren.

(17) Bij de tenuitvoerlegging van deze verordening dient de interventiemethode te zijn afgestemd op de karakteristieke kenmerken van de desbetreffende acties. Zo moeten op het gebied van digitale-diensteninfrastructuren centrale dienstenplatforms die niet uit andere bronnen kunnen worden gefinancierd met voorrang worden gefinancierd door middel van aanbesteding of, bij wijze van uitzondering, subsidies. Generieke diensten dienen daarentegen slechts beperkte financiële bijstand uit de CEF te krijgen. Bovendien dient elke financiële bijstand uit de CEF te zijn gericht op het doeltreffende gebruik van de middelen van de Unie. Breedbandnetwerken dienen daarom te worden gesteund door middel van financiële instrumenten, waardoor een beter hefboomeffect dan bij subsidies wordt bereikt.

(18) De interventie op grond van deze verordening dient te zijn gericht op het bereiken van synergieën en interoperabiliteit tussen verschillende projecten van gemeenschappelijk belang die in de bijlage zijn vermeld, evenals met andere infrastructuren, waaronder vervoers- en energie-infrastructuren die door de CEF worden ondersteund, relevante onderzoeksinfrastructuren die onder meer via Horizon 2020 worden ondersteund en relevante infrastructuren die door de ESIF'S worden ondersteund, waarbij dubbel werk en een te grote administratieve last dienen te worden vermeden.

(19) Financiële bijstand aan projecten van gemeenschappelijk belang dient te worden aangevuld met horizontale acties, waaronder technische bijstand en maatregelen ter stimulering en coördinatie van de vraag, waarbij moet worden gestreefd naar het maximaliseren van de impact van de interventie door de EU.

(20) Bij het toewijzen van middelen aan de interventie inzake breedbandnetwerken moet de Commissie rekening houden met de resultaten van de evaluaties van bestaande financiële instrumenten van de Unie.

(21) De selectie van nieuwe in het kader van de CEF te financieren acties alsmede van de hoogte van de financiering dient te worden verricht als onderdeel van een door de Commissie voorgesteld jaarlijks werkprogramma.

(22) De Commissie wordt bijgestaan door een deskundigengroep met vertegenwoordigers van de lidstaten, die wordt geraadpleegd en bijdragen levert over onder meer het toezicht op de uitvoering van deze richtsnoeren, de planning, de evaluatie en het aanpakken van uitvoeringsproblemen.

(2) Op 26 maart 2010 verwelkomde de Europese Raad het voorstel van de Commissie om de Europa 2020-strategie te lanceren. Een van de drie prioriteiten van Europa 2020 is slimme groei door de ontwikkeling van een op kennis en innovatie gebaseerde economie. Investeringen in telecommunicatie, met name breedbandnetwerken en digitale-diensteninfrastructuren, zijn een noodzakelijke voorwaarde voor een slimme maar ook duurzame en inclusieve economische groei van de Unie.

(3) Op 17 juni 2010 hechtte de Europese Raad zijn goedkeuring aan de Digitale agenda voor Europa[13] en riep hij alle instellingen op zich in te zetten voor de volledige uitvoering daarvan. De Digitale agenda beoogt een route uit te stippelen om het sociale en economische potentieel van informatie- en communicatietechnologieën te maximaliseren, in het bijzonder door de ontwikkeling van supersnelle breedbandnetwerken, waarbij ernaar wordt gestreefd dat alle Europeanen tegen 2020 toegang hebben tot internetsnelheden van meer dan 30 Mbps en 50% of meer van de Europese huishoudens beschikken over een internetverbinding van meer dan 100 Mbps. De Digitale agenda beoogt het opstellen van een stabiel rechtskader ter bevordering van investeringen in een open en concurrerende infrastructuur voor snel internet en in aanverwante diensten; een echte interne markt voor online-inhoud en -diensten; actieve steun voor de digitalisering van Europa's rijke culturele erfgoed en de bevordering van toegang tot en gebruik van het internet door iedereen, in het bijzonder door verbetering van digitale vaardigheden en de toegankelijkheid van het internet. Daarnaast moeten de lidstaten operationele nationale plannen voor snel internet ten uitvoer leggen en publieke middelen afstemmen op gebieden waar de particuliere investeringen in internetinfrastructuren onvoldoende zijn, en moeten zij de introductie en het gebruik van moderne, toegankelijke onlinediensten bevorderen.

(4) In de mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's – Breedband in Europa: investeren in digitale groei[14] luidt het dat wegens de cruciale rol van het internet de voordelen voor de maatschappij als geheel veel groter blijken te zijn dan de voordelen die particulieren halen uit investeringen in snellere netwerken. Daarom is overheidssteun op dit gebied noodzakelijk maar mag de mededinging niet worden verstoord.

(5) In de mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's – Een begroting voor Europa 2020[15] wordt voorgesteld in het kader van het meerjarig financieel kader een financieringsfaciliteit voor Europese verbindingen ("Connecting Europe Facility") te creëren, om de behoeften aan infrastructuur van de EU op het gebied van vervoer, energie en informatie- en communicatietechnologieën te ondervangen. Synergieën tussen deze sectoren en met andere investeringsprogramma's van de Unie zijn belangrijk omdat er zich soortgelijke uitdagingen voordoen om oplossingen te vinden die groei op gang brengen, versnippering vermijden, de samenhang versterken, het gebruik van innovatieve financiële instrumenten bevorderen en marktfalen tegengaan alsmede knelpunten wegnemen die de voltooiing van de interne markt in de weg staan.

(6) Verordening (EU) nr […/…] van het Europees Parlement en de Raad van […] tot invoering van de Connecting Europe Facility[16] bepaalt de voorwaarden, methoden en procedures om aan trans-Europese netwerken financiële steun van de Unie te verlenen ter ondersteuning van projecten op het gebied van vervoers-, energie- en telecommunicatie-infrastructuren.

(7) Acties op het gebied van breedbandnetwerken zullen sporen met de desbetreffende beleidslijnen, regelgeving en leidraden van de EU. Hiertoe behoort het geheel van regels en richtsnoeren voor de telecommunicatiemarkten, in het bijzonder het in 2009 goedgekeurde regelgevingskader voor elektronische-communicatienetwerken en -diensten, dat een samenhangende, betrouwbare en flexibele aanpak biedt voor de reglementering van elektronische-communicatienetwerken en -diensten in snel evoluerende markten. Deze regels worden ten uitvoer gelegd door de nationale regelgevende instanties en het Orgaan van Europese regelgevende instanties voor elektronische communicatie (BEREC). De in 2010 vastgestelde NGA-aanbeveling[17] heeft tot doel de ontwikkeling van de eengemaakte markt te stimuleren door de rechtszekerheid te verbeteren en investeringen, concurrentie en innovatie in de markt voor breedbanddiensten te bevorderen, in het bijzonder in de omschakeling naar toegangsnetwerken van de nieuwe generatie (NGA's).

(8) Deze acties zullen ook in overeenstemming zijn met de artikelen 101, 102 en 106 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie en met de in 2009 vastgestelde communautaire richtsnoeren voor de toepassing van de staatssteunregels in het kader van de snelle uitrol van breedbandnetwerken, die belanghebbenden en lidstaten een duidelijk en voorspelbaar kader bieden om de ontwikkeling van breedband te versnellen en te verruimen. De EU-richtsnoeren voor NGA-investeringsmodellen voor Europese beheersautoriteiten en andere relevante agentschappen (gepubliceerd in oktober 2011) voorzien in een stapsgewijze aanpak voor de tenuitvoerlegging van een reeks modellen die moeten zorgen voor eerlijke concurrentie tussen alle leveranciers en de doelstellingen van het beleid voor cohesie en plattelandsontwikkeling moeten nastreven.

(9) In het kader van een stelsel van open en concurrerende markten is optreden van de Unie noodzakelijk om markttekortkomingen aan te pakken. Door financiële steun en bijkomende financiële draagkracht te verstrekken aan infrastructuurprojecten, kan de Unie bijdragen tot de oprichting en uitbouw van trans-Europese netwerken op het gebied van telecommunicatie en dus hogere baten genereren wat markteffecten, administratieve efficiëntie en het gebruik van hulpbronnen betreft.

(10) Aan hogere breedbandsnelheden zijn aanzienlijke economische en sociale voordelen verbonden, die niet kunnen worden vastgesteld of verrekend door investeerders. Snelle en supersnelle breedband is de sleutelinfrastructuur die aan de basis ligt van de ontwikkeling en introductie van digitale diensten, welke afhankelijk zijn van de beschikbaarheid, de snelheid, de betrouwbaarheid en de veerkracht van de fysieke netwerken. De introductie en het gebruik van snellere netwerken maken de weg vrij voor innovatieve diensten die met hogere snelheden werken. Actie op het niveau van de Unie is noodzakelijk om de synergie en interactie tussen deze twee componenten van digitale telecommunicatienetwerken te maximaliseren.

(11) De ontwikkeling van supersnelle breedband zal in het bijzonder ten goede komen aan het midden- en kleinbedrijf (MKB), dat wegens ontoereikende connectiviteit en snelheid van bestaande breedbandverbindingen vaak geen gebruik kan maken van webdiensten zoals cloud computing. Hiermee wordt het potentieel voor aanzienlijke productiviteitswinst in het MKB ontsloten.

(12) Door het bevorderen van bedrijfskansen zal de ontwikkeling van breedbandnetwerken en digitale-diensteninfrastructuren het scheppen van banen in de Unie stimuleren. De aanleg van breedbandnetwerken zal ook een onmiddellijke weerslag hebben op de werkgelegenheid, in het bijzonder bij civieltechnische werken.

(13) De ontwikkeling van breedbandnetwerken en digitale-diensteninfrastructuren zal bijdragen tot de doelstelling van de Unie om de uitstoot van broeikasgassen te verminderen door energie-efficiënte oplossingen mogelijk te maken in tal van Europese bedrijfssectoren. Dit positieve effect zal, zij het slechts in beperkte mate, verminderen door de groeiende vraag naar energie en hulpbronnen die hoofdzakelijk voortvloeit uit de aanleg van breedbandnetwerken en de werking van digitale-diensteninfrastructuren.

(14) Interoperabiliteit tussen breedbandnetwerken en de infrastructuur voor digitale communicatie die aan energienetwerken is verbonden, maakt geconvergeerde communicatie voor de introductie van energie-efficiënte, betrouwbare en kosteneffectieve digitale netwerken mogelijk. Naast de connectiviteit zal ook de convergentie nog toenemen zodat het mogelijk wordt dat energie en telecomdiensten in pakketten worden geleverd door aanbieders van respectievelijk energie- en telecomdiensten.

(15) Door het ontwikkelen, het introduceren en het aanbieden op lange termijn van interoperabele grensoverschrijdende eGovernment-diensten wordt de werking van de interne markt versterkt. Van regeringen wordt verwacht dat zij openbare onlinediensten verstrekken die bijdragen tot een grotere efficiëntie en effectiviteit van de openbare en particuliere sector.

(16) Door de operationele invoering van gemeenschappelijke elektronische dienstverlening van de overheid overeenkomstig Besluit nr. 922/2009/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 september 2009[18] worden gemeenschappelijke diensten beschikbaar gesteld ter ondersteuning van grensoverschrijdende en sectoroverschrijdende interactie tussen Europese overheidsdiensten.

(17) Richtlijn 2011/24/EU van het Europees Parlement en de Raad van 9 maart 2011 betreffende de toepassing van de rechten van patiënten bij grensoverschrijdende gezondheidszorg[19] verschaft een wettelijk kader voor grensoverschrijdende verstrekking van gezondheidszorg, waaronder eHealth-diensten, in Europa. Verwacht wordt dat dit de zorgkwaliteit en de veiligheid van de patiënt zal verbeteren, de medische kosten zal doen dalen, zal bijdragen tot de modernisering van de nationale gezondheidsstelsels en tot meer efficiëntie, zodat zij beter aangepast zijn aan de individuele behoeften van burgers, patiënten, beroepsmensen uit de gezondheidssector en aan de uitdagingen van de vergrijzende samenleving.

(18) Door de toegang tot Europa's rijke en diverse culturele inhoud en tot de gegevens van overheidsinstanties te verbeteren en te beschermen en door deze open te stellen voor hergebruik, met volle naleving van het auteursrecht en de naburige rechten, zal er ruimte vrijkomen voor creativiteit en worden innovatie en ondernemerschap bevorderd. Onbelemmerde toegang tot herbruikbare meertalige hulpmiddelen zal helpen taalbarrières neer te halen die de interne markt voor onlinediensten ondermijnen en de toegang tot kennis beperken.

(19) Op het gebied van veiligheid en beveiliging zal een EU-breed platform voor het delen van hulpbronnen, informatiesystemen en software voor onlineveiligheid ertoe bijdragen dat kinderen zich veiliger online kunnen begeven. In heel Europa zullen daardoor centra kunnen opereren die jaarlijks honderdduizenden hulp- of alarmoproepen kunnen behandelen. Kritieke informatie-infrastructuren zullen de capaciteit van de Unie verbeteren op het gebied van paraatheid, informatie-uitwisseling, coördinatie en respons ten aanzien van bedreigingen van de cyberveiligheid.

(20) Verwacht wordt dat er op de digitale-diensteninfrastructuren innovatieve applicaties van commerciële aard zullen ontstaan. Het exploreren en het testen daarvan kan in aanmerking komen voor medefinanciering als onderdeel van projecten voor onderzoek en innovatie in het Horizon 2020-programma en de introductie daarvan in het cohesiebeleid.

(21) Om rekening te houden met ontwikkelingen op het gebied van informatie- en communicatietechnologieën dient aan de Commissie de bevoegdheid te worden overgedragen om overeenkomstig artikel 290 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie handelingen vast te stellen met betrekking tot de wijziging van de bijlage bij deze verordening. Het is bijzonder belangrijk dat de Commissie tijdens haar voorbereidende werkzaamheden passende raadplegingen houdt, inclusief op het niveau van deskundigen. Deze bevoegdheidsoverdracht heeft tot doel een antwoord te bieden op nieuwe technologische en marktontwikkelingen, waardoor nieuwe politieke prioriteiten opkomen of kansen ontstaan om gebruik te maken van synergieën tussen verschillende infrastructuren, waaronder de infrastructuren voor vervoer en energie. De bevoegdheidsoverdracht blijft beperkt tot het wijzigen van de beschrijving van de projecten van gemeenschappelijk belang, door toevoeging van een project van gemeenschappelijk belang of weglating van een verouderd project van gemeenschappelijk belang, overeenkomstig voorafbepaalde, duidelijke en transparante criteria.

(22) De Commissie moet bij de voorbereiding en opstelling van de gedelegeerde handelingen ervoor zorgen dat de desbetreffende documenten tijdig en op gepaste wijze gelijktijdig worden toegezonden aan het Europees Parlement en de Raad.

(23) Beschikking nr. 1336/97/EG van het Europees Parlement en de Raad van 17 juni 1997 betreffende een geheel van richtsnoeren voor trans-Europese telecommunicatienetwerken[20] bepaalt de doelstellingen, de prioriteiten en de grote actielijnen die in trans-Europese netwerken op het gebied van telecommunicatie-infrastructuur in het vooruitzicht worden gesteld. In het licht van de recente ontwikkelingen dient die beschikking te worden vervangen.

(24) Beschikking nr. 1336/97/EG dient daarom te worden ingetrokken.