Toelichting bij COM(2024)370 -

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

dossier COM(2024)370 - .
bron COM(2024)370
datum 05-11-2024
ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

1. De regels die van toepassing zijn op de financiële bijdragen uit het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering voor ontslagen werknemers (EFG) zijn vastgesteld in Verordening (EU) 2021/691 van het Europees Parlement en de Raad van 28 april 2021 betreffende het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering voor ontslagen werknemers (EFG) en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1309/20131.

2. Op 19 juli 2024 heeft België aanvraag EGF/2024/002 BE/Limburg machinery and paper ingediend voor een financiële bijdrage uit het EFG naar aanleiding van ontslagen in de economische sectoren die zijn ingedeeld in de NACE Rev. 2-afdeling 17 (Vervaardiging van papier en papierwaren) en afdeling 28 (Vervaardiging van machines, apparaten en werktuigen) in de NUTS 2-regio Provincie Limburg (BE22) in België.

3. Na de aanvraag te hebben beoordeeld, heeft de Commissie overeenkomstig alle toepasselijke bepalingen van Verordening (EU) 2021/691 geconcludeerd dat aan de voorwaarden voor het toekennen van een financiële bijdrage uit het EFG is voldaan.

1.

Samenvatting


VAN DE AANVRAAG


EFG-aanvraagEGF/2024/002 BE/Limburg machinery and paper
LidstaatBelgië
Betroffen regio(’s) (NUTS-niveau 22)Provincie Limburg (BE22)
Datum van de indiening van de aanvraag19 juli 2024
Datum van de bevestiging van de ontvangst van de aanvraag19 juli 2024
Datum waarop de vertaling beschikbaar was27 augustus 2024
Datum van het verzoek om aanvullende gegevens4 september 2024
Uiterste datum voor het verstrekken van de aanvullende gegevens25 september 2024
Uiterste datum voor de voltooiing van de beoordeling5 december 2024
Criterium voor steunverleningArtikel 4, lid 2, punt c), van Verordening (EU) 2021/691
Aantal betrokken ondernemingen2
Economische sector(en)
(NACE Rev. 2-afdeling)3
Afdeling 17 (Vervaardiging van papier en papierwaren)

2.

Afdeling 28 (Vervaardiging van machines, apparaten en werktuigen)

Referentieperiode (vier maanden):31 december 2023 – 30 april 2024
Aantal ontslagen tijdens de referentieperiode (a)681
Aantal ontslagen vóór of na de referentieperiode (b)0
Totaal aantal ontslagen (a + b)681
Totaal aantal in aanmerking komende begunstigden681
Totaal aantal beoogde begunstigden632
Begroting voor gepersonaliseerde steunmaatregelen (EUR)1 126 559
Begroting voor de uitvoering van het EFG4 (EUR)47 000
Totale begroting (EUR)1 173 559
EFG-bijdrage (60 %) (EUR)704 135

BEOORDELING VAN DE AANVRAAG

Procedure

4. België heeft aanvraag EGF/2024/002 BE/Limburg machinery and paper ingediend op 19 juli 2024, binnen twaalf weken na de datum waarop aan de in artikel 4, lid 2, punt c), van Verordening (EU) 2021/691 vermelde criteria voor steunverlening was voldaan. De Commissie heeft de ontvangst van de aanvraag nog op dezelfde dag bevestigd. De Commissie beschikte over de vertaling van de aanvraag op 27 augustus 2024 en heeft België op 4 september 2024 om aanvullende gegevens verzocht. Die aanvullende gegevens werden binnen 15 werkdagen na het verzoek verstrekt. De termijn van vijftig werkdagen na de ontvangst van de volledige aanvraag, binnen welke de Commissie moet beoordelen of de aanvraag voldoet aan de voorwaarden voor het verlenen van een financiële bijdrage, loopt op 5 december 2024 af.

Subsidiabiliteit van de aanvraag

Betrokken ondernemingen en begunstigden

5. De aanvraag heeft betrekking op 681 ontslagen werknemers die hun werkzaamheden hebben beëindigd in de economische sectoren die zijn ingedeeld in de NACE Rev. 2-afdeling 17 (Vervaardiging van papier en papierwaren) en afdeling 28 (Vervaardiging van machines, apparaten en werktuigen). De ontslagen vielen in de NUTS 2-regio Provincie Limburg (BE22).

Ondernemingen en aantal ontslagen tijdens de referentieperiode
Sappi Lanaken NV (papier)567
Purmo Group Belgium NV (machines)114
Totaal aantal ondernemingen: 2Totaal aantal ontslagen:681
Totaal aantal zelfstandigen die hun werkzaamheden hebben beëindigd:0
Totaal aantal in aanmerking komende werknemers en zelfstandigen:681

Criteria voor steunverlening

6. België heeft de aanvraag ingediend op grond van de criteria voor steunverlening van artikel 4, lid 2, punt c), van Verordening (EU) 2021/691, die vereisen dat binnen een referentieperiode van vier maanden de werkzaamheden van ten minste 200 ontslagen werknemers zijn beëindigd in ondernemingen die actief zijn in dezelfde of verschillende NACE Rev. 2-afdelingen en gelegen zijn in dezelfde NUTS 2-regio in een lidstaat.

7. De referentieperiode van vier maanden voor de aanvraag loopt van 31 december 2023 tot en met 30 april 2024.

8. Er waren 681 ontslagen werknemers in de Nuts 2-regio Provincie Limburg (BE22) in de economische sectoren die zijn ingedeeld in de NACE Rev. 2-afdeling 17 (Vervaardiging van papier en papierwaren) en afdeling 28 (Vervaardiging van machines, apparaten en werktuigen).

Berekening van het aantal ontslagen en beëindigingen van werkzaamheden

9. Overeenkomstig artikel 6, eerste alinea, punt a), gelezen in samenhang met artikel 5, eerste alinea, punt c), van Verordening (EU) 2021/691 is het aantal beëindigingen van de werkzaamheden van de ontslagen werknemers tijdens de referentieperiode berekend vanaf de datum waarop de arbeidsovereenkomst de facto werd beëindigd of afliep.

In aanmerking komende begunstigden

10. In totaal komen 681 werknemers in aanmerking.

Beschrijving van de gebeurtenissen die tot de ontslagen en de beëindiging van de werkzaamheden hebben geleid

11. De gebeurtenissen die tot de ontslagen in de papiersector hebben geleid, zijn de dalende vraag naar grafisch werk als gevolg van de toegenomen digitalisering en de daaruit voortvloeiende overcapaciteit van de Europese industrie van houtvrij gestreken papier (woodfree coated paper, “WCP”)5.

12. In 2009 gaf de Europese papierindustrie aan een capaciteit van 9,3 miljoen ton WCP te hebben. In 15 jaar is de capaciteit van de Europese WCP-industrie met 50 % gedaald tot 4,6 miljoen ton in 2023. In 2023 werkte de industrie niet op volle capaciteit, maar produceerde zij slechts 2,7 miljoen ton6. De productie van WCP in de Sappi-groep volgde dezelfde dalende trend als de Europese WCP-industrie.

13. De site van Sappi in Lanaken is benadeeld ten opzichte van andere sites van Sappi. Lanaken is gespecialiseerd in de productie van WCP, waardoor er grote investeringen nodig zijn om de productie te verschuiven naar andere papierproducten waar meer vraag naar is. Daarbij kunnen andere fabrieken van Sappi de productie van Lanaken overnemen, maar niet andersom. Daarom besloot de groep Sappi de productie in Lanaken stop te zetten en de fabriek te sluiten7, aangezien er geen geschikte koper kon worden gevonden vanwege de structurele overcapaciteit in de sector.

14. De gebeurtenissen die tot de ontslagen in de machinesector hebben geleid, zijn de beslissing van Purmo om de productie van 50 mm-paneelradiatoren in haar fabriek in Zonhoven stop te zetten en de desbetreffende productielijn te sluiten. Dit leidt tot 114 ontslagen.

15. De reden voor de stopzetting van de productie is de sterke daling van de vraag naar paneelradiatoren in de EU. De vraag naar alternatieve verwarmingssystemen — zoals warmtepompen en verwarmingssystemen op lage temperatuur —, groeit snel8, voornamelijk als gevolg van de inzet van de Europese Unie voor emissiedoelstellingen en het duidelijke voornemen om gebouwen en de industrie in de EU koolstofvrij te maken.

16. Door de onverwachte situatie met betrekking tot de beschikbaarheid en de prijzen van gas als gevolg van de Russische aanvalsoorlog tegen Oekraïne begon het koopgedrag van consumenten te veranderen ten gunste van alternatieve verwarmingsoplossingen, deels als gevolg van de inspanningen om de afhankelijkheid van Russische gasleveringen te verminderen, en EU-wetgeving ten gunste van verwarmingssystemen op lage temperatuur ten nadele van paneelradiatoren. In een dergelijk scenario is herstel van de vraag onwaarschijnlijk, aangezien de markt voor paneelradiatoren in toenemende mate zal worden beperkt tot de vervanging van de gebruikte eenheden9.

17. Het productievolume van Purmo Group is in de periode 2018-2023 gestaag gedaald, van 820 000 eenheden in 2018 tot 320 000 in 2023 (-60 %). Bij de vergelijking van de productiekosten van de verschillende fabrieken van Purmo Group in Europa bevindt de vestiging in Zonhoven zich in een nadelig positie, aangezien de kosten ervan 17 % tot 35 % hoger liggen10.

Verwachte effect van de ontslagen op de lokale, regionale of nationale economie en werkgelegenheid

18. De ontslagen werknemers zijn geconcentreerd in Lanaken (83 %) en Zonhoven (27 %), dus de provincie Limburg in Vlaanderen is het grondgebied dat door de ontslagen wordt getroffen.

19. De arbeidsmarkten van Lanaken en Zonhoven zijn ongunstiger dan die in Limburg als geheel of Vlaanderen. De verhouding tussen de beroepsbevolking en de beschikbare banen bedraagt 49 % in Lanaken en 55 % in Zonhoven, dat wil zeggen tussen 19 en 13 procentpunt lager dan in Limburg (68 %) en tussen 24 en 18 procentpunt lager dan in Vlaanderen (73 %)11. Bovendien bedraagt de verhouding tussen werkzoekenden en vacatures in Lanaken en omgeving (Maasland) 4,5 (ongeveer tweemaal zo hoog als in Vlaanderen)12. De gebieden waarop de ontslagen betrekking hebben, zijn minder welvarend dan de regio waar deze gebieden zich bevinden.

20. Bovendien heeft een herstructurering in Nederland ook gevolgen voor de arbeidsmarkt van het Maasland. De Nederlandse autofabrikant VDL meldde een verlies van ongeveer 2 000 banen vanaf 1 maart 2024 in zijn productie-installatie in Born13, waarvan 700 grensarbeiders die in het Maasland wonen.

21. Wat de werkgelegenheidskansen betreft, is het aantal beschikbare banen in de industrie in Limburg in 2023 met 15 % gedaald ten opzichte van het voorgaande jaar14. Bovendien waren de meeste vacatures niet in het Maasland of Zonhoven, maar in Hasselt-Genk.

22. In 2023 bedroeg het werkloosheidspercentage in Vlaanderen 3,3 %. Het werkloosheidspercentage bedroeg echter 5,7 % voor laagopgeleide werknemers en 7,1 % voor werknemers met een migratieachtergrond15. Ook oudere werknemers ondervinden meer moeite om werk te vinden. In 2023 bedroeg de regionale gemiddelde arbeidsparticipatie 76,8 %16, terwijl deze 60,8 % bedroeg voor mensen van 55 jaar en ouder.

23. Gezien het profiel van de ontslagen werknemers, waarvan een derde 55 jaar of ouder en 30 % laagopgeleid is, en gezien de dalende trend in vacatures en de geografische spreiding ervan, zullen de werknemers aanvullende steun op maat nodig hebben bij een succesvolle overgang naar werk.

Toepassing van het EU-kwaliteitskader voor anticipatie op veranderingen en herstructurering

24. België heeft beschreven hoe rekening is gehouden met de aanbevelingen in het EU-kwaliteitskader voor anticipatie op veranderingen en herstructurering.

25. De ondernemingen waar de ontslagen zijn gevallen hebben zich gehouden aan de Belgische wetgeving inzake collectief ontslag, die voorziet in een verplichte procedure voor het informeren van en overleggen met de werknemersvertegenwoordigers. Die procedure biedt de mogelijkheid na te gaan of het aantal ontslagen kan worden vermeden of verminderd. Zij beoogt ook de gevolgen van banenverlies te verzachten door middel van aanvullende sociale maatregelen, zoals steun voor re-integratie of omscholing van ontslagen werknemers.

26. België heeft gemeld dat de nationale arbeidswetgeving inzake het activerend beleid bij herstructureringe17 vereist dat ondernemingen die een herstructurering ondergaan, een tewerkstellingscel oprichten, die tot doel heeft werknemers die in het kader van collectief ontslag zijn ontslagen, binnen een periode van drie maanden dertig uur outplacementdiensten te bieden (zestig uur in zes maanden voor werknemers van 45 jaar en ouder).

27. Wat de activiteiten betreft die zijn ondernomen om de ontslagen werknemers bij te staan, heeft België gemeld dat de eerste informatiesessies voor de werknemers op 26 december 2023 zijn begonnen en de tewerkstellingscellen onmiddellijk na de ontslagen van start zijn gegaan. Op 13 maart 2024 organiseerden de openbare diensten voor arbeidsvoorziening in Vlaanderen (VDAB18) in Lanaken een banenbeurs voor voormalige werknemers van Sappi en Purmo, waaraan ongeveer twintig ondernemingen deelnamen. Samen met de uitnodiging gaf VDAB advies over hoe deze zich op het bezoek konden voorbereiden om er ten volle van te profiteren en hoe zij bedrijven op de banenbeurs met succes konden benaderen.

Complementariteit met acties die door nationale of EU-fondsen worden gefinancierd

28. België heeft bevestigd dat de hieronder beschreven maatregelen die een financiële bijdrage uit het EFG ontvangen, niet ook financiële steun van andere financiële instrumenten van de Unie zullen ontvangen.

29. Het gecoördineerde pakket gepersonaliseerde steunmaatregelen vormt een aanvulling op maatregelen die uit andere nationale of EU-fondsen worden gefinancierd.

Procedures voor overleg met de beoogde begunstigden, hun vertegenwoordigers, de sociale partners of plaatselijke en regionale autoriteiten

30. België heeft laten weten dat het gecoördineerde pakket van gepersonaliseerde steunmaatregelen werd opgesteld in overleg met de sociale partners overeenkomstig artikel 7, lid 4, van Verordening (EU) 2021/691. De vakbonden en werkgeversorganisaties zijn op alle niveaus betrokken bij de activiteiten van de VDAB. Naast het feit dat zij deel uitmaken van de raad van bestuur van de VDAB, werken de sociale partners samen met andere actoren op gewestelijk (Vlaanderen), provinciaal en lokaal niveau nauw samen met de VDAB op operationeel niveau.

Beoogde begunstigden en voorgestelde maatregelen

Beoogde begunstigden

31. Naar verwachting zullen 632 ontslagen werknemers aan de maatregelen deelnemen. Overeenkomstig artikel 8, lid 7, punt f), van Verordening (EU) 2021/691 is de uitsplitsing van deze werknemers naar geslacht, leeftijdscategorie en onderwijsniveau als volgt:

CategorieAantal

3.

beoogde begunstigden

Geslacht:Mannen:604(95,6 %)
Vrouwen:28(4,4 %)
Non-binair:0(0,0 %)
Leeftijdscategorie:Jonger dan 30 jaar:55(8,7 %)
30-54 jaar:355(56,2 %)
Ouder dan 54 jaar:222(35,1 %)
OnderwijsniveauLager middelbaar onderwijs of minder19184(29,1 %)
Hoger middelbaar20 of postsecundair onderwijs21338(53,5 %)
Tertiair onderwijs22110(17,4 %)

Voorgestelde maatregelen

32. Overeenkomstig artikel 8, lid 7, punt h), van Verordening (EU) 2021/691 bestaat het gepersonaliseerde gecoördineerde pakket dat aan ontslagen werknemers moet worden verstrekt uit de volgende maatregelen:

- Sociale interventieadviseur (SIA): Een SIA verstrekt de eerste dienst aan ontslagen werknemers. De dienst begint met het geven van informatie over de beschikbare steun om de overgang van werknemers naar werk te vergemakkelijken. De SIA is een referentiepersoon voor de werknemers gedurende het hele proces.

- Loopbaanbegeleiding en beroepsoriëntatie: Op basis van de eerste profileringsgesprekken zullen adviseurs werknemers motiverende en inspirerende hulp en ondersteuning bieden en informatie verstrekken over ontwikkelingen op de arbeidsmarkt en mogelijke loopbaantrajecten. De werknemers zullen worden aangemoedigd hun vaardigheden aan te scherpen of nieuwe vaardigheden te verwerven en aan opleidingsmaatregelen deel te nemen om een nieuwe baan te vinden. De adviseurs ondersteunen de werknemers ook bij het zoeken naar een baan, helpen hen bij de sollicitatieprocedure, bereiden sollicitatiegesprekken voor enz.

Er is een versterkte loopbaanbegeleiding gepland voor werknemers waarvan het profiel meer afwijkt van de in de beschikbare vacatures gevraagde profielen of met een slechte beheersing van het Nederlands.

- Actieve ondersteuning bij het zoeken naar een baan: Dit omvat, naast andere ondersteunende activiteiten, jobscouting om potentiële vacatures te vinden die nog niet zijn gepubliceerd en die geschikt kunnen zijn voor in aanmerking komende werknemers. Daarnaast zullen er allerlei evenementen voor het zoeken naar werk worden georganiseerd, zoals banenbeurzen.

- Opleiding, omscholing en beroepsopleiding: De werknemers zullen toegang hebben tot het standaardopleidingsaanbod van de VDAB. Bovendien zullen na de goedkeuring van individuele projecten met de beroepsconsulent specifieke opleidingen op maat worden aangeboden.

- Opleiding op de werkplek: Werknemers krijgen een opleiding op de werkplek in de onderneming die hen na de opleiding in dienst zal nemen. Afhankelijk van de behoeften van de werknemer kan de opleiding tussen 4 en 26 weken duren. De opleiding wordt gevolgd door een arbeidsovereenkomst, hetzij voor onbepaalde tijd, hetzij voor bepaalde tijd, van ten minste dezelfde duur als de opleiding.

33. De standaardsteun van de VDAB aan ontslagen werknemers omvat digitale instrumenten en opleiding in digitale vaardigheden. Werknemers leren ook hoe zij optimaal gebruik kunnen maken van verschillende digitale platforms van de VDAB, zoals de jobdatabank, of hoe zij met succes online kunnen solliciteren door middel van specifieke coaching. Het opleidingsaanbod van de VDAB voorziet ook in de vaardigheden die nodig zijn in een hulpbronnenefficiënte economie. Dit zorgt voor de verspreiding van de vaardigheden die vereist zijn in het digitale industriële tijdperk en in een hulpbronnenefficiënte economie, zoals vereist op grond van artikel 7, lid 2, van Verordening (EU) 2021/691.

34. De hier voorgestelde maatregelen zijn actieve arbeidsmarktbeleidsmaatregelen die behoren tot de in artikel 7 van Verordening (EU) 2021/691 vastgestelde voor een financiële bijdrage in aanmerking komende maatregelen. Deze maatregelen komen niet in de plaats van maatregelen die gericht zijn op passieve sociale bescherming.

35. Wat de activiteiten ten behoeve van de ontslagen werknemers betreft, heeft België gemeld dat de omschakelingscel kort na de ontslagen is opgericht.

36. België heeft de nodige informatie verstrekt over maatregelen waartoe het betrokken bedrijf krachtens de nationale wetgeving of collectieve arbeidsovereenkomsten verplicht is. Overeenkomstig artikel 9, lid 1, van Verordening (EU) 2021/691 heeft België bevestigd dat een financiële bijdrage uit het EFG niet in de plaats komt van dergelijke maatregelen.

Geraamde begroting

37. De totale kosten worden op 1 173 559 EUR geraamd en omvatten de kosten voor gepersonaliseerde steunmaatregelen (1 126 559 EUR) en voor de activiteiten op het vlak van voorbereiding, beheer, voorlichting, publiciteit, controle en rapportage (47 000 EUR).

38. Er wordt in totaal een financiële bijdrage van 704 135 EUR (60 % van de totale kosten) uit het EFG gevraagd.

39. Overeenkomstig artikel 8, lid 7, punt m), van Verordening (EU) 2021/691 heeft België gespecificeerd dat de nationale voorfinanciering en medefinanciering worden verstrekt door de VDAB23.

MaatregelenGeraamd aantal deelnemersGeraamde kosten per deelnemer
(in EUR)24
Geraamde totale kosten
(in EUR)25
Gepersonaliseerde steunmaatregelen (maatregelen uit hoofde van artikel 7, lid 2, tweede alinea, punt a), van Verordening (EU) 2021/691)
Sociale interventieadviseurs6326038 044
Loopbaanbegeleiding en beroepsoriëntatie
(Actieve bemiddeling en begeleiding naar werk & Bemiddeling en begeleiding naar werk via tenderpartners)
2202 815619 352
Actieve ondersteuning bij het zoeken naar een baan

4.

(Specifieke accountmanager voor contacten met werkgevers)

63212076 088
Opleiding, omscholing en beroepsopleiding (Aanbod opleidingen in eigen beheer & Aanbod erkende opleidingen bij partners)409 587383 475
Opleiding op de werkplek

5.

(Opleiding in de onderneming - IBO)

109609 600
Subtotaal (a):

6.

Percentage van het pakket van gepersonaliseerde steunmaatregelen

1 126 559
(100 %)
Toelagen en stimulansen (maatregelen uit hoofde van artikel 7, lid 2, tweede alinea, punt b), van Verordening (EU) 2021/691)
Stimulansen en toelagen000
Subtotaal (b):

7.

Percentage van het pakket van gepersonaliseerde steunmaatregelen:

0
(0,00 %)
Activiteiten overeenkomstig artikel 7, lid 5, van Verordening (EU) 2021/691
1. Voorbereiding
6 000
2. Beheer
10 000
3. Voorlichting en publiciteit
0
4. Controle en rapportage
31 000
Subtotaal (c):

8.

Percentage van de totale kosten:

47 000
(4,00 %)
Totale kosten (a + b + c):1 173 559
EFG-bijdrage (60 % van de totale kosten)704 135

Periode waarbinnen de uitgaven voor financiering in aanmerking komen

40. België heeft de beoogde begunstigden met ingang van 26 december 2023 gepersonaliseerde steunmaatregelen verstrekt. De uitgaven voor de maatregelen komen derhalve vanaf 26 december 2023 tot 24 maanden na de datum van inwerkingtreding van het financieringsbesluit voor een financiële bijdrage uit het EFG in aanmerking.

41. Op 20 november 2023 heeft België de eerste administratieve uitgaven gedaan met het oog op de uitvoering van het EFG. De uitgaven voor activiteiten op het vlak van voorbereiding, beheer, voorlichting en publiciteit en controle en rapportage zullen derhalve van 20 november 2023 tot 31 maanden na de datum van inwerkingtreding van het financieringsbesluit voor een financiële bijdrage uit het EFG in aanmerking komen.

Beheers- en controlesystemen

42. De aanvraag bevat een beschrijving van het beheers- en controlesysteem zoals voorgeschreven in artikel 23 van Verordening (EU) 2021/691, waarin de verantwoordelijkheden van de betrokken instanties zijn vastgesteld. België heeft de Commissie ervan in kennis gesteld dat de financiële bijdrage door de VDAB zal worden beheerd. De betalingen worden verricht door de financiële dienst van de VDAB. Het departement Financiën en Begroting — Auditcel van de Vlaamse Auditautoriteit voor de Europese Structuurfondsen is de auditautoriteit voor het EFG.

Toezeggingen door de betrokken lidstaat

9.

43. België heeft op de volgende punten de nodige garanties geboden:


- bij de toegang tot de voorgestelde maatregelen en de uitvoering ervan zullen de beginselen van gelijke behandeling en non-discriminatie worden gerespecteerd;

- er is voldaan aan de voorschriften van de nationale en EU-wetgeving betreffende collectieve ontslagen;

- de ondernemingen waar de ontslagen zijn gevallen en die hun activiteiten na de ontslagen hebben voortgezet, zijn hun wettelijke verplichtingen nagekomen en hebben voor hun werknemers de nodige maatregelen getroffen;

- dubbele financiering wordt voorkomen;

- de financiële bijdrage uit het EFG zal voldoen aan de procedurele en materiële EU-regels inzake overheidssteun.

GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING

Begrotingsvoorstel

44. Overeenkomstig artikel 8 van Verordening (EU, Euratom) 2020/2093 van de Raad van 17 december 2020 tot bepaling van het meerjarig financieel kader voor de jaren 2021-202726, gewijzigd bij Verordening (EU, Euratom) 2024/765 van de Raad van 29 februari 202427, mag het EFG het jaarlijks maximumbedrag van 30 miljoen EUR (in prijzen van 2018) niet overschrijden.

45. Na te hebben onderzocht of de aanvraag voldoet aan de voorwaarden van artikel 13, leden 1 en 2, van Verordening (EU) 2021/691, en rekening houdend met het aantal beoogde begunstigden, de voorgestelde maatregelen en de geraamde kosten, stelt de Commissie voor om uit het EFG een bedrag van 704 135 EUR beschikbaar te stellen – hetgeen overeenkomt met 60 % van de totale kosten van de voorgestelde maatregelen – teneinde een financiële bijdrage toe te kennen in het kader van de aanvraag.

46. Overeenkomstig artikel 15, lid 1, eerste alinea, tweede zin, van Verordening (EU) 2021/691 en zoals voorgeschreven in punt 9 van het Interinstitutioneel Akkoord van 16 december 2020 tussen het Europees Parlement, de Raad van de Europese Unie en de Europese Commissie betreffende de begrotingsdiscipline, de samenwerking in begrotingszaken en een goed financieel beheer, alsmede betreffende nieuwe eigen middelen, met inbegrip van een routekaart voor de invoering van nieuwe eigen middelen28, zal het voorgestelde besluit om middelen uit het EFG beschikbaar te stellen gezamenlijk door het Europees Parlement en de Raad worden genomen.

Met dit besluit samenhangende handelingen

47. Tegelijk met dit voorstel voor een besluit om middelen uit het EFG beschikbaar te stellen, dient de Commissie bij het Europees Parlement en de Raad een voorstel in om 704 135 EUR naar het desbetreffende begrotingsonderdeel over te schrijven.

48. Tegelijk met dit voorstel voor een besluit om middelen uit het EFG beschikbaar te stellen, heeft de Commissie ook een besluit over een financiële bijdrage vastgesteld dat een financieringsbesluit is in de zin van artikel 110 van Verordening (EU, Euratom) 2024/250929. Dat financieringsbesluit treedt overeenkomstig artikel 15, lid 2, eerste alinea, van Verordening (EU) 2021/691 in werking op de datum waarop het Europees Parlement en de Raad de Commissie in kennis stellen van de goedkeuring van de begrotingsoverschrijving.