Toelichting bij COM(2024)931 -

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

dossier COM(2024)931 - .
bron COM(2024)931
datum 19-07-2024
1. Inleiding

Het belangrijkste doel van dit ontwerp van gewijzigde begroting (“OGB”) nr. 4 voor het jaar 2024 is om de ontvangstenzijde van de begroting aan te passen aan de meest recente ontwikkelingen ten aanzien van:

- de geactualiseerde ramingen van de eigen middelen voor de begroting 2024, waarover op 23 mei 2024 overeenstemming is bereikt door het Raadgevend Comité voor de eigen middelen (“RCEM”). Deze actualisering wordt doorgaans kort na de RCEM-vergadering over de ramingen gepresenteerd, in overeenstemming met de verwachting van de lidstaten dat de actualiseringen van het RCEM zo spoedig mogelijk in de begroting worden opgenomen;

- de actualisering van andere inkomsten, zoals de bijdrage van het Verenigd Koninkrijk en geldboeten.


1.

Daarnaast bevat OGB 4/2024 de volgende specifieke elementen met betrekking tot uitgaven:


- een versterking van het Agentschap van de Europese Unie voor cyberbeveiliging (“Enisa”) in verband met de vaststelling van de verordening cyberweerbaarheid, die moet worden gecompenseerd door het programma Digitaal Europa;

- een versterking van het Agentschap van de Europese Unie voor de samenwerking tussen energieregulators (“ACER”) in verband met het herziene financieel memorandum voor de herziene regels voor de opzet van de elektriciteitsmarkt;

- een eenmalige vermindering van het personeelsbestand en de EU-bijdrage aan de antiwitwasautoriteit (“AMLA”), rekening houdend met de vertraging bij de oprichting ervan;

- een versterking van het Agentschap van de Europese Unie voor het ruimtevaartprogramma (“Euspa”) om kritieke ingenieurstaken te internaliseren;

- een verhoging van de EU-bijdrage aan het Europees Geneesmiddelenbureau (“EMA”) na goedkeuring door de begrotingsautoriteit van het gebouwendossier voor de voormalige gebouwen van het EMA in Londen;

- een versterking van het Agentschap van de Europese Unie voor justitiële samenwerking in strafzaken (“Eurojust”) als gevolg van de sterke inflatoire druk;

- een versterking van het Agentschap van de Europese Unie voor het operationeel beheer van grootschalige IT-systemen op het gebied van vrijheid, veiligheid en recht (“eu-LISA”) om wijzigingen in het mandaat van het agentschap als gevolg van nieuwe of herziene financiële memoranda in aanmerking te nemen. Dit heeft ook gevolgen voor Frontex.

In totaal komt het netto-effect van OGB 4/2024 op de uitgaven neer op een verhoging van de vastleggingskredieten en de betalingskredieten met 12,0 miljoen EUR.


2. Actualisering van de ontvangsten

2.1 Algemene gevolgen van OGB 4/2024 voor de verdeling van de totale eigenmiddelenafdrachten tussen de lidstaten

Over de herziene ramingen voor 2024 is op 23 mei 2024 tijdens de 191e RCEM-vergadering overeenstemming bereikt. De aanpassingen aan de ontvangstenzijde van de begroting zijn vereist om de ramingen van de traditionele eigen middelen (“TEM”) en de eigen middelen op basis van de belasting over de toegevoegde waarde (“btw”), het niet-gerecycled kunststof verpakkingsafval (“KVA”) en het bruto nationaal inkomen (“bni”) te actualiseren, rekening houdende met de economische voorjaarsprognoses (zie punt 2.2).

Bovendien wordt het bedrag aan andere inkomsten geactualiseerd om rekening te houden met de herziene bijdrage van het Verenigd Koninkrijk en de definitief geïnde geldboeten en dwangsommen tot juni 2024 (zie respectievelijk de punten 2.3 en 2.4).

Het totale effect van de aanpassingen van de ontvangsten in dit OGB is weergegeven in de onderstaande overzichtstabel. Deze tabel geeft ook een uitsplitsing van de totale eigenmiddelenafdrachten tussen de lidstaten: respectievelijk in de oorspronkelijke begroting 2024, GB 1/2024, GB 2/2024, OGB 2/2024 en tot slot in dit OGB 4/2024.

Uitsplitsing van de totale eigenmiddelenafdrachten per lidstaat (in miljoen EUR)

Begroting 2024GB 1/2024GB 2/2024OGB 2/2024OGB 4/2024
(1)(2)

(3)(4)(5)
BE6 235,06 376,56 376,66 355,06 495,0
BG867,5890,6890,6887,1856,6
CZ2 670,42 747,62 747,72 735,92 564,8
DK2 692,72 786,82 786,92 772,52 743,5
DE30 152,431 185,031 185,931 028,231 522,1
EE357,3366,9366,9365,5318,8
IE3 329,83 430,43 430,53 415,13 314,6
EL1 899,91 954,51 954,61 946,21 924,2
ES12 632,312 980,812 981,112 927,913 200,1
FR23 427,624 129,524 130,124 022,924 255,7
HR597,5615,6615,7612,9681,9
IT17 240,817 740,417 740,817 664,517 852,8
CY232,7239,3239,3238,3252,5
LV378,5389,0389,0387,4351,7
LT684,9702,7702,7700,0632,6
LU413,1426,7426,7424,6408,7
HU1 870,01 919,61 919,71 912,11 840,8
MT151,9156,1156,1155,5163,0
NL8 391,88 635,68 635,88 598,68 630,8
AT3 095,33 214,13 214,23 196,03 229,7
PL7 215,97 400,27 400,47 372,37 183,4
PT2 203,32 265,32 265,42 255,92 348,0
RO2 716,62 798,02 798,12 785,72 803,8
SI733,6749,4749,4747,0638,5
SK990,51 020,41 020,51 015,9994,5
FI2 109,82 177,32 177,32 167,02 194,8
SE3 208,03 344,33 344,43 323,63 627,3
EU136 499,2140 642,8140 646,4140 013,7141 030,1

2.2 Herziening van de ramingen van de TEM en de btw-, KVA- en bni-grondslagen

Overeenkomstig artikel 44, lid 1, punt b), van het Financieel Reglement7 stelt de Commissie voor om de financiering van de begroting te herzien op basis van bijgewerkte economische prognoses. Volgens vaste praktijk worden de herziene ontvangstenramingen met de lidstaten overeengekomen via de RCEM-ramingsprocedure.

De herziening heeft betrekking op de raming van de TEM die in 2024 moeten worden afgedragen aan de begroting, alsmede op de geraamde btw-, KVA- en bni-grondslagen voor 2024. Over de raming in de begroting 2024 is overeenstemming bereikt tijdens de 188e RCEM-vergadering op 25 mei 2023. In de herziening in dit OGB 4/2024 wordt uitgegaan van de ramingen die op de 191e RCEM-vergadering op 23 mei 2024 zijn goedgekeurd. Het gebruik van een bijgewerkte raming van de eigen middelen verhoogt de nauwkeurigheid van de ontvangstenprognoses en bijgevolg van de afdrachten aan de EU-begroting die tijdens het begrotingsjaar aan de lidstaten worden gevraagd.

De ontvangstenprognoses van de Commissie zijn gebaseerd op de economische voorjaarsprognoses 2024 van de Commissie8, waarbij de EU-economie bij het begin van het jaar een comeback maakte na een langdurige periode van stagnatie. Hoewel het voor het eerste kwartaal van 2024 geraamde groeipercentage van 0,3 % nog steeds onder het geraamde potentieel ligt, overtrof het de verwachtingen. De bedrijvigheid in de eurozone nam in hetzelfde tempo toe, wat het einde markeerde van de milde recessie in de tweede helft van vorig jaar. Ondertussen is de inflatie in de hele EU in het eerste kwartaal verder afgenomen.

In de voorjaarsprognoses wordt uitgegaan van een bbp-groei in 2024 van 1,0 % in de EU en 0,8 % in de eurozone. Dit is een lichte opleving ten opzichte van de tussentijdse winterprognose 2024 voor de EU, maar een ongewijzigde situatie voor de eurozone. Belangrijk is dat bijna alle lidstaten naar verwachting in 2024 weer zullen groeien. De bbp-groei in de EU zal naar verwachting verbeteren tot 1,6 % in 2025, een neerwaartse bijstelling met 0,1 procentpunt ten opzichte van de winter. In de eurozone zal de bbp-groei in 2025 naar verwachting iets lager uitvallen, namelijk 1,4 %, ook licht neerwaarts bijgesteld.

De neerwaartse risico’s van buiten de EU voor de economische vooruitzichten zijn de afgelopen maanden toegenomen in het licht van twee oorlogen in onze buurlanden en toenemende geopolitieke spanningen. De wereldhandel en de energiemarkten lijken bijzonder kwetsbaar.

Het economische scenario dat aan de begroting 2024 ten grondslag ligt, wordt vertaald in de recentste ramingen voor de TEM en de grondslagen van de andere eigen middelen.

- De totale in 2024 te innen douanerechten, exclusief 25 % inningskosten, worden geraamd op 20 119,0 miljoen EUR, wat neerkomt op een daling met 18,3 % ten opzichte van de raming van 24 620,4 miljoen EUR in de begroting 2024. De Commissie heeft de resultaten van de traditionele RCEM-ramingsmethode (gebaseerd op de verwachte groeipercentages van de invoer uit landen buiten de EU) vergeleken met de resultaten van de extrapolatiemethode (gebaseerd op de meest recente feitelijke gegevens voor de geïnde douanerechten, d.w.z. de periode van januari tot april 2024). Net als in de afgelopen jaren hanteert de Commissie een conservatieve aanpak om een goed financieel beheer van de EU-begroting te waarborgen in een context van economische en financiële onzekerheden. Bovendien kunnen in de loop van het jaar extra vergoedingen voor eerdere TEM-afdrachten in verband met bijzondere gevallen plaatsvinden. Daarom is geopteerd om een verdeling van 1/3-2/3 toe te passen op het resultaat van de traditionele en de extrapolatiemethode voor de herziening van de TEM-raming 2024, wat heeft geresulteerd in een lagere ontvangst van 4,5 miljard EUR in vergelijking met OGB 2/2024.

- De totale niet-afgetopte btw-grondslag voor de EU in 2024 wordt nu geraamd op 7 864 305,3 miljoen EUR, wat neerkomt op een lichte daling met 0,6 % in vergelijking met de in mei 2023 geraamde 7 909 213,8 miljoen EUR. De totale afgetopte btw-grondslag9 voor de EU in 2024 wordt geraamd op 7 820 900,1 miljoen EUR, wat neerkomt op een daling met 0,6 % in vergelijking met de in mei 2023 geraamde 7 872 045,75 miljoen EUR.

- De raming van niet-gerecycled KVA in de EU bedraagt 9 813 692,0 ton in 2024, wat een lichte stijging met 0,6 % is ten opzichte van de in mei 2023 geraamde 9 756 010,6 ton. De overeenkomstige bijdragen van de lidstaten op basis van niet-gerecyclede KVA-middelen zijn opgenomen in tabel 3 van de bijbehorende begrotingsbijlage.

- De totale bni-grondslag voor de EU in 2024 wordt geraamd op 17 775 997,4 miljoen EUR, wat neerkomt op een lichte stijging met 0,3 % in vergelijking met de in mei 2023 geraamde 17 727 479,4 miljoen EUR.

Om de in nationale valuta luidende ramingen van btw- en bni-grondslagen om te rekenen naar euro (voor de zeven lidstaten die geen lid zijn van de eurozone), is de wisselkoers van 29 december 2023 gebruikt. Dit voorkomt vertekeningen doordat deze koersen worden gebruikt wanneer de in de begroting opgenomen eigen middelen van euro worden omgerekend naar nationale valuta bij de afroeping van de bedragen (overeenkomstig artikel 10 bis, lid 1, van Verordening (EU, Euratom) nr. 609/2014 van de Raad10).

De herziene ramingen van TEM, niet-afgetopte btw-grondslagen, niet-gerecyclede KVA-grondslagen en bni-grondslagen voor 2024, zoals vastgesteld op de 191e RCEM-vergadering, zijn in onderstaande tabel opgenomen:


Herziene ramingen van TEM, btw-, KVA- en bni-grondslagen voor 2024

Douane
(75 %)
Niet-afgetopte btw-grondslagenNiet-gerecyclede KVA-grondslagenBni-grondslagenAfgetopte btw-grondslagen11
miljoen EURtonmiljoen EUR
BE2 168,7241 457,3192 903,3617 576,6241 457,3
BG124,144 707,9101 104,696 632,644 707,9
CZ397,9129 804,7167 894,6300 119,2129 804,7
DK351,2150 389,9169 703,7402 684,8150 389,9
DE4 197,71 813 299,61 721 971,74 445 450,91 813 299,6
EE32,919 429,826 082,537 984,418 992,2
IE422,9133 045,2271 796,3407 531,6133 045,2
EL215,2100 779,3202 001,5228 947,6100 779,3
ES1 897,9703 292,8996 842,51 529 209,9703 292,8
FR1 896,11 431 209,91 873 074,62 967 744,61 431 209,9
HR57,049 052,055 980,583 755,841 877,9
IT2 126,6977 799,41 190 583,12 153 932,9977 799,4
CY42,621 021,012 288,228 669,214 334,6
LV43,618 999,330 044,241 764,118 999,3
LT88,732 341,856 106,373 625,332 341,8
LU14,142 032,413 482,354 191,327 095,65
HU260,480 142,4289 422,3203 919,580 142,4
MT20,09 978,613 843,918 826,89 413,4
NL3 178,3489 144,3294 135,61 075 690,3489 144,3
AT235,5234 655,9220 314,7497 483,7234 655,9
PL968,1413 390,4729 965,8811 633,1405 816,55
PT221,1142 647,3278 807,1273 232,0136 616,0
RO242,9125 907,6405 789,6343 656,2125 907,6
SI157,831 419,331 650,265 814,831 419,3
SK105,751 311,150 246,8127 477,751 311,1
FI151,2123 931,7112 744,4283 303,4123 931,7
SE500,8253 114,4304 911,7605 139,1253 114,4
EU20 119,07 864 305,39 813 692,017 775 997,47 820 900,1


2.3 Bijdrage van het Verenigd Koninkrijk

De bijdrage van het Verenigd Koninkrijk is verschuldigd overeenkomstig artikel 148 van het Akkoord inzake de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk uit de Europese Unie (“het terugtrekkingsakkoord”)12 en dekt met name het aandeel van het Verenigd Koninkrijk in de nog betaalbaar te stellen vastleggingen van vóór 2021 die in 2024 moeten worden betaald, alsmede het aandeel van het Verenigd Koninkrijk in de verplichtingen van de Unie (zoals pensioenen) en de voorwaardelijke financiële verplichtingen. De totale bijdrage van het Verenigd Koninkrijk omvat ook de bedragen die het Verenigd Koninkrijk verschuldigd is in verband met de correcties en aanpassingen van de eigen middelen voor de begrotingsjaren tot en met 2021.

De bijdrage van het Verenigd Koninkrijk is gebaseerd op het aandeel van het Verenigd Koninkrijk13 dat wordt berekend als de verhouding tussen de door het Verenigd Koninkrijk in de jaren 2014 tot en met 2020 beschikbaar gestelde eigen middelen en de eigen middelen die in die periode door alle lidstaten inclusief het Verenigd Koninkrijk beschikbaar zijn gesteld. Het aandeel van het Verenigd Koninkrijk is in 2022 aangepast overeenkomstig artikel 139 van het terugtrekkingsakkoord. Het definitieve aandeel van het Verenigd Koninkrijk is vastgesteld op 12,431681219587700 %.

De tabel hieronder geeft een overzicht van de geactualiseerde bijdrage van het Verenigd Koninkrijk aan de begroting 2024. Ze bevat de elementen die het Verenigd Koninkrijk reeds in januari-mei 2024 heeft betaald als onderdeel van de factuur van september 2023, de elementen op de factuur van april 2024 en ramingen van de elementen die in september 2024 op de factuur moeten worden opgenomen en die in dit stadium bekend zijn. De actualisering resulteert in een aanzienlijk lagere bijdrage van het Verenigd Koninkrijk dan de raming in de begroting 2024, voornamelijk als gevolg van een onderbesteding van de Brexit-RAL in 2023 en de gerapporteerde bedragen aan voorwaardelijke verplichtingen, netto financiële correcties en geldboeten. Het herziene bedrag van de bijdrage van het Verenigd Koninkrijk in OGB 4/2024 wordt berekend met inachtneming van de betalingsvoorwaarden van artikel 148 van het terugtrekkingsakkoord.

Daarom wordt voorgesteld de raming die in de begroting 2024 is verwerkt, dienovereenkomstig te actualiseren. In totaal daalt hierdoor de geraamde bijdrage van het Verenigd Koninkrijk aan de begroting 2024 met 1 519 miljoen EUR, waarvan 1 518 miljoen EUR aan algemene ontvangsten.


Geactualiseerde bijdrage van het Verenigd Koninkrijk in 2024 (in EUR)

Verwijzing naar het artikel van het terugtrekkingsakkoord2024
Totale bijdrage van het Verenigd Koninkrijk in 2024, waarvan:2 383 779 493
1. RAL vóór 2021 (met inbegrip van financiële nettocorrecties en teruggevorderde bedragen) – betaling verschuldigd in 2023
Art. 140

2.

3 752 776 625

2. Verplichtingen van de Unie/pensioenen*
Art. 142309 083 761
3. Correcties en aanpassingen van de eigen middelen, waarvan:
-1 327 709 221
3.1 Overschotten/tekorten van 2020Art. 136, lid 3, punt a)n.v.t.
3.2 Bijstellingen van de Britse correctie (2018-2019)Art.136n.v.t.
3.3 Btw & bniArt. 136-1 408 455 094
3.4 TEMArt. 136, Art. 140, lid 480 745 873
4. Geldboeten
Art. 141-26 575 093
5. Voorwaardelijke verplichtingen, waarvan:
-280 942 721
5.1 ELM, EFSI, EFDO, leningen (garantiefondsen)Art. 143-233 253 380
5.2 Financiële instrumentenArt. 144-59 429 645
5.3 Rechtszaken (incl. geldboeten)Art. 14711 740 305
6. Nettoactiva van het EGKS
Art. 145-36 874 795
7. EIF-investeringen
Art. 146-6 648 463
8. Toegang tot netwerken/systemen/databases**
Art. 34, lid 2, Art. 50 en 53, Art. 62, lid 2, Art. 63, lid 1, punt e), Art. 63, lid 2, Art. 99, lid 3, Art. 100, lid 2669 399
* Het bedrag van 280 miljoen EUR zal in de EU-begroting worden opgenomen als bestemmingsontvangsten

** In de EU-begroting op te nemen als bestemmingsontvangsten

2.4 Geldboeten en dwangsommen

3.

In het licht van de boeten en dwangsommen die van 1 januari tot en met 31 mei 2024 zijn geïnd, wordt voorgesteld de volgende bedragen in de begroting 2024 op te nemen:


a. 257 miljoen EUR aan mededingingsboeten;

b. 341 miljoen EUR aan de lidstaten opgelegde dwangsommen en forfaitaire bedragen geboekt wegens niet-nakoming van arresten van het Hof van Justitie van de Europese Unie waarin wordt vastgesteld dat zij een krachtens de Verdragen op hen rustende verplichting niet zijn nagekomen;

c. 10 miljoen EUR aan rente op boeten en dwangsommen;

d. 6 miljoen EUR aan overige geldboeten en dwangsommen zonder specifieke bestemming, hoofdzakelijk vanwege bijdragen voor buitenmatige emissies.

Overeenkomstig artikel 141 van het terugtrekkingsakkoord heeft het Verenigd Koninkrijk het recht om zijn aandeel in een bedrag van 49 miljoen EUR te ontvangen, zoals dat in de bovenstaande lijst onder de posten a) en c) is opgenomen.

Daarom wordt voorgesteld de oorspronkelijke ramingen in de begroting 2024 van 101 miljoen EUR met 513 miljoen EUR te verhogen tot 614 miljoen EUR.

In de onderstaande tabel zijn de cijfers voor de desbetreffende ontvangsten vermeld.

EUR
Begrotings-onderdeelNaamBegroting 2024OGB 4/2024Nieuw bedrag
4 2 0Geldboeten in verband met de toepassing van de mededingingsregels100 000 000157 464 207257 464 207
4 2 1Aan de lidstaten opgelegde dwangsommen en forfaitaire sommenp.m.340 653 167340 653 167
4 2 4Rente op boeten en dwangsommen1 000 0008 802 0929 802 092
4 2 9Overige boeten en dwangsommen zonder specifieke bestemmingp.m.6 400 6856 400 685
Totaal101 000 000513 320 151614 320 151

2.5 Gevolgen voor de bijdrage aan de eigen middelen op basis van het bni van 2024

Rekening houdende met de herziene ramingen voor TEM, voor de vereenvoudigde btw-grondslag en voor de eigen middelen op basis van niet-gerecycled KVA is het bedrag van de eigen middelen met uitzondering van de bni-bijdrage met 4 608 680 934 EUR verlaagd. Samen met de daling van andere ontvangsten met 1 004 386 580 EUR (als gevolg van de stijging van de ontvangsten uit geldboeten met 513 miljoen EUR en de verlaging van de bijdrage van het VK met 1 518 miljoen EUR) en de verhoging van de betalingskredieten met 12 029 834 EUR, verhoogt dit de bni-bijdrage met 5 625 097 348 EUR ten opzichte van OGB 2/2024.

In overeenstemming met het in artikel 310, lid 1, VWEU vastgelegde evenwichtsbeginsel dat op de begroting van de Europese Unie van toepassing is, moet het uniforme percentage dat wordt toegepast op de som van het bni van alle lidstaten worden herberekend, rekening houdende met alle andere ontvangsten.

4.

Het herberekende uniforme percentage voor de eigen middelen op basis van het bni is als volgt vastgesteld:


Uniform percentage dat moet worden toegepast op 1 % van het bni = (totale uitgaven – overige ontvangsten – totaal nettobedrag TEM – eigen middelen btw – bijdragen eigen middelen op basis van niet-gerecycled KVA) / 1 % van het bni

5.

Uniform percentage:


= (146 789 504 431 – 5 759 356 982 – 20 119 010 896 – 23 462 700 300 – 7 139 700 400) / 177 759 974 000

= 0,508037517225334

6.

De herziene bijdragen van eigen middelen op basis van het bni, met inachtneming van het nieuwe uniforme percentage, zijn in de onderstaande tabel te vinden:


Begrotingsjaar 2024 (in EUR)

Lidstaat1 % van de voor OGB 2/2024 gebruikte bni-grondslagUniform percentage van eigen middelen op basis van bni (in %) overeenkomstig OGB 2/20241 % van de bni-grondslag (overeengekomen RCEM-prognose)Uniform percentage van eigen middelen op basis van bni (in %) overeenkomstig OGB 4/2024Verschil in bni
(1)(2)(3)(4)(5) = (3 x 4) - (1 x 2)
BE6 053 077 0006 175 766 000245 984 060
BG986 492 000966 326 00019 685 586
CZ3 303 904 0003 001 192 000-53 546 920
DK4 024 834 0004 026 848 000123 138 705
DE44 177 819 00044 454 509 0001 480 946 473
EE411 271 000379 844 000-3 487 923
IE4 306 468 0004 075 316 00013 226 549
EL2 337 353 0002 289 476 00046 593 171
ES14 907 594 00015 292 099 000647 646 974
FR30 027 033 00029 677 446 000733 432 191
HR775 338 000837 558 00055 134 245
IT21 373 179 00021 539 329 000732 883 590
CY282 122 000286 692 00010 881 457
LV450 918 0000,4776970 417 641 0000,5080375-3 224 882
LT764 050 000736 253 0009 059 748
LU583 760 000541 913 000-3 548 270
HU2 122 059 0002 039 195 00022 286 332
MT179 697 000188 268 0009 806 488
NL10 430 238 00010 756 903 000482 416 818
AT5 082 933 0004 974 837 00099 301 957
PL7 884 404 0008 116 331 000357 044 457
PT2 651 464 0002 732 320 000121 524 652
RO3 485 670 0003 436 562 00080 808 300
SI676 624 000658 148 00011 142 616
SK1 279 109 0001 274 777 00036 608 001
FI2 886 018 0002 833 034 00060 645 399
SE5 831 366 0006 051 391 000288 707 574
Totaal177 274 794 000177 759 974 0005 625 097 348


3. Actualisering van de uitgaven

3.1 Versterking van het Agentschap van de Europese Unie voor cyberbeveiliging (Enisa)

Na de vaststelling van de verordening cyberweerbaarheid en het bijbehorende financieel memorandum14 zijn er nieuwe taken aan het Enisa toegewezen waarvoor de aanwerving van één tijdelijke functionaris en één gedetacheerde nationale deskundige extra nodig is, wat heeft geleid tot een totale stijging van de daarmee verband houdende personeelsuitgaven met 0,139 miljoen EUR in 2024. De verhoging van de EU-bijdrage aan het Enisa is begrotingsneutraal, aangezien de extra kosten worden gefinancierd met een verlaging van hetzelfde bedrag van de uitgaven op begrotingsonderdeel 02 01 30 01 van het programma Digitaal Europa.

7.

Het algehele effect op de uitgaven is als volgt:

EUR
Begrotings-onderdeelNaamVastleggings-kredietenBetalings-kredieten
Afdeling III – Commissie
02 10 04Agentschap van de Europese Unie voor cyberbeveiliging139 000139 000
02 01 30 01Uitgaven ter ondersteuning van het programma Digitaal Europa-139 000-139 000
Totaal00

3.2 Versterking van het Agentschap van de Europese Unie voor de samenwerking tussen energieregulators (ACER)

Met de herziening van het financieel memorandum voor de nieuwe opzet van de elektriciteitsmarkt15 neemt het ACER extra activiteiten over, waarvoor extra personeel nodig is (elf tijdelijke functionarissen en vier arbeidscontractanten), wat leidt tot een totale stijging van de personeelsuitgaven met 3,34 miljoen EUR. In de begroting 2024 zijn al vier van die posten voor tijdelijke functionarissen opgenomen, en in dit OGB zijn nog eens zeven tijdelijke functionarissen en vier arbeidscontractanten opgenomen. Wat de daarmee samenhangende uitgaven betreft, was reeds een bedrag van 684 000 EUR in de begroting 2024 opgenomen, en er is voorgesteld om via dit OGB nog eens 2,656 miljoen EUR ter beschikking te stellen.

8.

Het algehele effect op de uitgaven is als volgt:

EUR
Begrotings-onderdeelNaamVastleggings-kredietenBetalings-kredieten
Afdeling III – Commissie
02 10 06Agentschap van de Europese Unie voor de samenwerking tussen energieregulators2 656 0002 656 000
Totaal2 656 0002 656 000

De desbetreffende wijzigingen van de personeelsformatie zijn opgenomen in de begrotingsbijlage.

3.3 Vermindering van het personeelsbestand van en de EU-bijdrage aan de antiwitwasautoriteit (AMLA)

De onderhandelingen over de oprichting van de nieuwe AMLA hebben langer geduurd dan oorspronkelijk gepland en daarom gaat de oprichting van het agentschap pas in 2024 van start. Bijgevolg is het desbetreffende financieel memorandum herzien, wat heeft geleid tot een daling van het personeelsbestand in 2024 tot acht personeelsformatieposten (d.w.z. een daling van in totaal 27 personeelsformatieposten voor 2024), negen arbeidscontractanten en twee gedetacheerde nationale deskundigen. Bijgevolg wordt ook voorgesteld het in 2024 benodigde bedrag aan kredieten te verlagen met 3,812 miljoen EUR uit de reserve (de titel “voorzieningen”), waar 5 107 785 EUR is opgenomen overeenkomstig artikel 49 van het Financieel Reglement. Dit is eerder uitstel ten opzichte van het oorspronkelijke financieel memorandum. Als gevolg daarvan zal de marge in rubriek 1 dienovereenkomstig toenemen.

9.

Het algehele effect op de uitgaven is als volgt:

EUR
Begrotings-onderdeelNaamVastleggings-kredietenBetalings-kredieten
Afdeling III – Commissie
30 02 02Gesplitste kredieten (Reserve voor begrotingsartikel 03 10 05)-3 812 166-3 812 166
Totaal-3 812 166-3 812 166

De desbetreffende wijzigingen van de personeelsformatie zijn opgenomen in de begrotingsbijlage.

3.4 Internalisering van gevoelige kritieke posten in het Agentschap van de Europese Unie voor het ruimtevaartprogramma (Euspa)

Om ervoor te zorgen dat kritieke engineeringtaken in verband met beveiliging worden uitgevoerd door intern personeel, heeft het Euspa drie tijdelijke functionarissen en twee arbeidscontractanten extra nodig voor de internalisering van de gevoeligste kritieke posten in 2024. Voorgesteld wordt om de noodzakelijke financiering voor deze posten van 0,3 miljoen EUR te compenseren door een overeenkomstige verlaging van het budget voor het ruimtevaartprogramma. Een soortgelijke versterking wordt ook voorgesteld in de ontwerpbegroting voor 2025.


10.

Het algehele effect op de uitgaven is als volgt:

EUR
Begrotings-onderdeelNaamVastleggings-kredietenBetalings-kredieten
Afdeling III – Commissie
04 10 01Agentschap van de Europese Unie voor het ruimtevaartprogramma (Euspa)308 000308 000
04 02 01Galileo/Egnos-308 000-308 000
Totaal00

De desbetreffende wijzigingen van de personeelsformatie zijn opgenomen in de begrotingsbijlage.

3.5 Verhoging van de EU-bijdrage aan het Europees Geneesmiddelenbureau (EMA)

Als gevolg van het terugtrekkingsakkoord is het EMA in januari 2020 verplaatst van Londen naar Amsterdam. Vervolgens zijn de gebouwen van het voormalige EMA-hoofdkantoor in Londen onderverhuurd aan de onderneming WeWork. Naar aanleiding van de financiële moeilijkheden van WeWork en de recente heronderhandeling van het huurcontract, moet de aanvullende EU-bijdrage aan het EMA worden verhoogd om de vermindering van de inkomsten uit de huur van het gebouw te dekken.


11.

Het algehele effect op de uitgaven is als volgt:

EUR
Begrotings-onderdeelNaamVastleggings-kredietenBetalings-kredieten
Afdeling III – Commissie
06 10 03 01Europees Geneesmiddelenbureau (EEA)11 186 00011 186 000
Totaal11 186 00011 186 000

3.6 Verhoging van de EU-bijdrage aan het Agentschap van de Europese Unie voor justitiële samenwerking in strafzaken (Eurojust)

De afgelopen jaren staan de uitgaven van Eurojust bijzonder onder druk vanwege de sterke inflatie, die aanzienlijke rechtstreekse gevolgen heeft gehad op de salarisuitgaven en de bouw- en onderhoudskosten. De Commissie heeft Eurojust in 2023 een bedrag van 2,46 miljoen EUR ter beschikking gesteld zodat het agentschap zijn operationele uitgaven kan blijven financieren, en de ontwerpbegroting 2025 bevat een aanvullend bedrag van 2 miljoen EUR voor dit doel. Voor 2024 wordt voorgesteld de EU-bijdrage aan Eurojust met 2 miljoen EUR te verhogen om de begroting van het agentschap stabiel te houden.
EUR
Begrotings-onderdeelNaamVastleggings-kredietenBetalings-kredieten
Afdeling III – Commissie
07 10 07Agentschap van de Europese Unie voor justitiële samenwerking in strafzaken2 000 0002 000 000
Totaal2 000 0002 000 000


3.7 Verhoging van de EU-bijdrage aan het Agentschap van de Europese Unie voor het operationeel beheer van grootschalige IT-systemen op het gebied van vrijheid, veiligheid en recht (eu-LISA)

Een aantal wetgevingsinitiatieven in het kader van het migratie- en asielpact heeft de reikwijdte van de activiteiten van eu-LISA uitgebreid. Dit vereist een passende versterking van het aan de nieuwe activiteiten toegewezen personeel en een verhoging van de daarmee samenhangende uitgaven. Het gaat met name hierom:

- Voor het groeperen van de activiteiten in verband met de Europese dactyloscopie-databank voor asielzoekers (“Eurodac”)16 die in het migratie- en asielpact zijn opgenomen in eu-LISA zijn acht tijdelijke functionarissen en zeven arbeidscontractanten extra nodig en een daarmee samenhangende verhoging met 13,685 miljoen EUR aan vastleggingskredieten en 1,045 miljoen EUR aan betalingskredieten. Voorgesteld wordt deze verhoging volledig te compenseren door een verlaging van de kredieten in het Fonds voor asiel, migratie en integratie (40 % of 5,474 miljoen EUR aan vastleggingskredieten en 0,42 miljoen EUR aan betalingskredieten) en in het instrument voor financiële steun voor grensbeheer en visumbeleid (“BMVI”) (60 % of 8,211 miljoen EUR aan vastleggingskredieten en 0,63 miljoen EUR aan betalingskredieten), wat derhalve begrotingsneutraal is. De personeelsuitbreiding (personeelsformatieposten + arbeidscontractanten) bij eu-LISA zal gedeeltelijk worden verrekend met Frontex, overeenkomstig het financieel memorandum voor Eurodac.

- Het financieel memorandum heeft betrekking op de screening van onderdanen van derde landen aan de buitengrenzen die is opgenomen in het migratie- en asielpact17, waarvoor vijf tijdelijke functionarissen en twee arbeidscontractanten extra nodig zijn. Voorgesteld wordt de daarmee samenhangende kosten van 10,494 miljoen EUR aan vastleggingskredieten en 0,884 miljoen EUR aan betalingskredieten te compenseren met het BMVI.


De desbetreffende wijzigingen van de personeelsformatie zijn opgenomen in de begrotingsbijlage.
EUR
Begrotings-onderdeelNaamVastleggings-kredietenBetalings-kredieten
Afdeling III – Commissie
11 10 02Agentschap van de Europese Unie voor het operationeel beheer van grootschalige IT-systemen op het gebied van vrijheid, veiligheid en recht24 179 0001 929 000
10 02 01Fonds voor asiel, migratie en integratie (AMIF)-5 474 000-418 000
11 02 01Instrument voor financiële steun voor grensbeheer en visumbeleid (BMVI)-18 705 000-1 511 000
Totaal00

4. FINANCIERING

In totaal komt het netto-effect van OGB 4/2024 op de uitgaven neer op een verhoging van de vastleggingskredieten en de betalingskredieten met 12,0 miljoen EUR. Het voorstel is om de ontvangstenzijde van de begroting aan te passen zoals uiteengezet in dit OGB 4/2024.

Omdat er in subrubriek 2b geen marge of ruimte voor herschikking is, stelt de Commissie voor om overeenkomstig artikel 12 van Verordening (EU, Euratom) 2020/209318 het flexibiliteitsinstrument te gebruiken voor vastleggingskredieten voor een bedrag van 13,2 miljoen EUR voor subrubriek 2b Veerkracht en waarden ter versterking van de EU-bijdragen aan het EMA en Eurojust.

De betalingskredieten voor 2024 in verband met de beschikbaarstelling van middelen uit het flexibiliteitsinstrument in 2021 tot en met 2024 worden geraamd op 1 751,2 miljoen EUR. Het geraamde betalingsschema van de desbetreffende uitstaande bedragen voor deze jaren wordt in de volgende tabel gespecificeerd:

Flexibiliteitsinstrument — betalingsprofiel (in miljoen EUR)
Jaar van beschikbaarstelling2024202520262027Totaal
20217,60,00,00,07,6
202249,836,70,00,086,5
2023279,0120,683,20,0482,8
20241 414,7107,683,746,31 652,3
20250,01 192,80,00,01 192,8
Totaal1 751,21 457,8166,946,33 422,1


5. SAMENVATTING PER MFK-RUBRIEK

In EUR
Begroting 2024 (incl. GB 1-2/2024 & OGB 2/2024)Ontwerp van gewijzigde begroting 4/2024Begroting 2024 (incl. GB 1-2/2024, OGB 2/2024 & OGB 4/2024)
VKBKVKBKVKBK
1Eengemaakte markt, innovatie en digitaal beleid21 493 372 98720 827 967 003-1 156 166-1 156 16621 492 216 82120 826 810 837
Maximum21 598 000 00021 598 000 000
Marge104 627 0131 156 166105 783 179
2Cohesie, veerkracht en waarden74 564 290 94933 719 596 20413 186 00013 186 00074 577 476 94933 732 782 204
Waarvan onder flexibiliteitsinstrument1 293 095 33313 186 0001 306 281 333
Maximum73 289 000 00073 289 000 000
Marge17 804 38417 804 384
2a.Economische, sociale en territoriale cohesie64 665 195 61624 155 654 15264 665 195 61624 155 654 152
Maximum64 683 000 00064 683 000 000
Marge17 804 38417 804 384
2b.Veerkracht en waarden9 899 095 3339 563 942 05213 186 00013 186 0009 912 281 3339 577 128 052
Waarvan onder flexibiliteitsinstrument1 293 095 33313 186 0001 306 281 333
Maximum8 606 000 0008 606 000 000
Marge
3Natuurlijke hulpbronnen en milieu57 338 630 83954 151 402 94157 338 630 83954 151 402 941
Maximum57 449 000 00057 449 000 000
Marge110 369 161110 369 161
Waarvan: Marktgerelateerde uitgaven en directe betalingen40 517 278 00040 505 482 21340 517 278 00040 505 482 213
ELGF-submaximum41 649 000 00041 649 000 000
Afrondingsverschil uitgesloten voor berekening submarge722 000722 000
Netto-overdracht tussen ELGF en Elfpo-1 046 000 000-1 046 000 000
Nettosaldo dat voor uitgaven uit het ELGF beschikbaar is (submaximum gecorrigeerd door overdrachten tussen ELGF en Elfpo)40 603 000 00040 603 000 000
ELGF-submarge85 722 00085 722 000
4Migratie en grensbeheer3 892 705 6713 248 967 4433 892 705 6713 248 967 443
Maximum4 020 000 0004 020 000 000
Marge127 294 329127 294 329
5Veiligheid en defensie2 697 177 9262 035 413 5312 697 177 9262 035 413 531
Waarvan onder flexibiliteitsinstrument317 177 926317 177 926
Maximum2 380 000 0002 380 000 000
Marge
6Nabuurschap en internationaal beleid16 731 000 00015 315 050 31316 731 000 00015 315 050 313
Waarvan onder flexibiliteitsinstrument28 828 20428 828 204
waarvan in het kader van het enkelvoudig marge-instrument artikel 11, lid 1, punt a)371 171 796371 171 796
Maximum16 331 000 00016 331 000 000
Marge
7Europees openbaar bestuur11 988 000 60311 988 000 60311 988 000 60311 988 000 603
Waarvan in het kader van het enkelvoudig marge-instrument artikel 11, lid 1, punt a)215 000 603215 000 603
Maximum11 773 000 00011 773 000 000
Marge
Waarvan: Administratieve uitgaven van de instellingen9 175 375 8419 175 375 8419 175 375 8419 175 375 841
Submaximum9 006 000 0009 006 000 000
Submarge
Kredieten voor rubrieken188 705 178 975141 286 398 03812 029 83412 029 834188 717 208 809141 298 427 872
Maximum186 840 000 000170 543 000 000186 840 000 000170 543 000 000
Waarvan onder flexibiliteitsinstrument1 639 101 4631 737 992 29713 186 00013 186 0001 652 287 4631 751 178 297
waarvan in het kader van het enkelvoudig marge-instrument artikel 11, lid 1, punt a)586 172 399586 172 399
Marge360 094 88730 994 594 2591 156 1661 156 166361 251 05330 995 750 425
Thematische speciale instrumenten6 517 600 4325 491 076 5596 517 600 4325 491 076 559
Totaal kredieten195 222 779 407146 777 474 59712 029 83412 029 834195 234 809 241146 789 504 431


1Besluit (EU, Euratom) 2020/2053 van de Raad van 14 december 2020 betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Unie en tot intrekking van Besluit 2014/335/EU, Euratom (PB L 424 van 15.12.2020).

2Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018).

3PB L, 2024/207, 22.2.2024, ELI: data.europa.eu/eli/budget/2024/207/oj.

4PB L, 2024/1430, 5.6.2024, ELI: data.europa.eu/eli/budget_suppl_amend/2024/1430

5PB L, 2024/1509, 18.6.2024, ELI: data.europa.eu/eli/budget_suppl_amend/2024/1509

6COM(2024) 920 final van 9.4.2024.

7Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie (PB L 193 van 30.7.2018, blz.

1).

8Europese Commissie (2024), European Economic Forecast Spring 2024, European Economy, Institutional Paper 286.

9In artikel 2, lid 1, punt b), van het eigenmiddelenbesluit 2020 is bepaald dat de btw-grondslag voor elke lidstaat niet meer mag bedragen dan 50 % van het bni. Voor OGB 3/2023 is de btw-grondslag voor Cyprus, Kroatië, Luxemburg, Malta, Polen en Slovenië afgetopt op 50 % van het bni.

10Verordening (EU, Euratom) nr. 609/2014 van de Raad van 26 mei 2014 betreffende de regels en procedures voor de terbeschikkingstelling van de traditionele eigen middelen, de btw- en de bni-middelen, en betreffende de maatregelen om in de behoefte aan kasmiddelen te voorzien (PB L 168 van 7.6.2014, blz. 39), laatstelijk gewijzigd door Verordening (EU, Euratom) 2022/615 van 5 april 2022 (PB L 115 van 13.4.2022, blz. 51).

11 De bedragen met een grijze achtergrond zijn het resultaat van de aftopping van de btw-grondslagen (zie voetnoot 9 hierboven).

12 Akkoord inzake de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland uit de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (PB L 29 van 31.01.2020, blz. 7).

13 Bedoeld in artikel 136, lid 3, punten a) en c), en in de artikelen 140 tot en met 147 van het terugtrekkingsakkoord.

14Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende horizontale cyberbeveiligingsvereisten voor producten met digitale elementen en tot wijziging van Verordening (EU) 2019/1020, COM(2022) 454 final.

15 Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van de Verordeningen (EU) 2019/943 en (EU) 2019/942 en de Richtlijnen (EU) 2018/2001 en (EU) 2019/944 om de opzet van de elektriciteitsmarkt van de Unie te verbeteren (COM(2023) 148 final).

16Verordening (EU) 2024/1358 van het Europees Parlement en de Raad van 14 mei 2024 betreffende de instelling van “Eurodac” voor de vergelijking van biometrische gegevens om de Verordeningen (EU) 2024/1351 en (EU) 2024/1350 van het Europees Parlement en de Raad en Richtlijn 2001/55/EG van de Raad doeltreffend toe te passen en om illegaal verblijvende onderdanen van derde landen en staatlozen te identificeren en betreffende verzoeken van rechtshandhavingsinstanties van de lidstaten en Europol om vergelijkingen van Eurodac-gegevens ten behoeve van rechtshandhaving, tot wijziging van de Verordeningen (EU) 2018/1240 en (EU) 2019/818 van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van Verordening (EU) nr. 603/2013 van het Europees Parlement en de Raad ( PB L, 2024/1358, 22.5.2024, ELI: data.europa.eu/eli/reg/2024/1358/oj).

17Verordening (EU) 2024/1356 van het Europees Parlement en de Raad van 14 mei 2024 tot invoering van een screening van onderdanen van derde landen aan de buitengrenzen en tot wijziging van de Verordeningen (EG) nr. 767/2008, (EU) 2017/2226, (EU) 2018/1240 en (EU) 2019/817 (PB L, 2024/1356, 22.5.2024, ELI: data.europa.eu/eli/reg/2024/1356/oj).

18Verordening (EU, Euratom) 2020/2093 van de Raad van 17 december 2020 tot bepaling van het meerjarig financieel kader voor de jaren 2021-2027 (PB L 433I van 22.12.2020, blz. 11, ELI: data.europa.eu/eli/reg/2020/2093/oj).

NL NL