Toelichting bij COM(2024)267 -

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

dossier COM(2024)267 - .
bron COM(2024)267
datum 25-06-2024
VERSLAG OVER DE FOLLOW-UP VAN DE VERZOEKEN IN DE KWIJTINGSRESOLUTIES VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN IN DE AANBEVELING TOT KWIJTING VAN DE RAAD VOOR HET BEGROTINGSJAAR 2022


1. Inleiding

Op 11 april 2024 besloot het Europees Parlement, rekening houdend met een aanbeveling van de Raad, de Commissie kwijting te verlenen voor de uitvoering van de EU-begroting in 2022. Dit kwijtingsbesluit was het laatste van de zittingsperiode 2019-2024.

1.

De afgelopen vijf jaar heeft de EU aanzienlijke vooruitgang geboekt bij de uitvoering van de EU-begroting:


- De EU-begroting werd gebruikt als instrument om crises aan te pakken, met name dankzij de flexibiliteit en de herschikkingen in het kader van het cohesiebeleid, zowel tijdens de COVID-19-pandemie als tijdens de Russische aanvalsoorlog tegen Oekraïne.

- De EU-begroting werd ook versterkt door een nieuw instrument, de herstel- en veerkrachtfaciliteit — met een nieuw uitvoeringsmodel dat prestaties centraal stelt bij de begrotingsuitgaven. De herstel- en veerkrachtfaciliteit wordt gefinancierd met EU-leningen van ongekende omvang.

- Op basis van een voorstel van de Commissie hebben de medewetgevers een politiek akkoord bereikt over de herschikking van het Financieel Reglement in december 2023. De herziene tekst brengt: i) meer transparantie over de begunstigden van EU-middelen (via een gecentraliseerde website van de Commissie); ii) een uitbreiding van het systeem voor vroegtijdige opsporing en uitsluiting tot fondsen onder gedeeld beheer om de EU-begroting beter te beschermen tegen fraude en onregelmatigheden; iii) preciezere regels inzake belangenconflicten; en iv) aanvullende middelen om te voorkomen dat EU-middelen worden uitbetaald aan personen of entiteiten die de EU-waarden niet eerbiedigen.

- De EU heeft haar instrumentarium om de EU-begroting te beschermen tegen fraudeurs aanzienlijk versterkt, met name door: i) de instelling van het Europees Openbaar Ministerie (EOM), dat sinds juni 2021 operationeel is; ii) de vaststelling van een fraudebestrijdingsstrategie van de Commissie in 2019 en de uitvoering ervan gedurende de hele zittingsperiode; iii) een corruptiebestrijdingspakket bestaande uit een voorstel van de Commissie voor een richtlijn ter bestrijding van corruptie1 via het strafrecht en een gezamenlijke mededeling2 waarin een sanctieregeling wordt voorgesteld voor ernstige gevallen van corruptie buiten de EU; of iv) de recente overeenkomst over de antiwitwasverordening en -richtlijn.

- De EU is toegerust om de EU-begroting te beschermen tegen schendingen van de beginselen van de rechtsstaat. De meest opmerkelijke ontwikkeling tijdens deze zittingsperiode op dit vlak is de inwerkingtreding van de conditionaliteitsverordening3 in januari 2021 en de toepassing ervan sindsdien.

- De Commissie heeft ook het toezicht op en de verslaglegging over de resultaten van haar begroting aanzienlijk verbeterd. Het Parlement, de Raad en de Commissie hebben zich ertoe verbonden om ten minste 30 % van alle middelen die beschikbaar zijn in het kader van het meerjarig financieel kader (MFK) 2021-2027 en NextGenerationEU te besteden aan het aanpakken van de klimaatuitdaging. Daarnaast heeft de Commissie een solide bewakingsmethodologie ingevoerd om ervoor te zorgen dat de EU zich aan haar verbintenis houdt.

Deze positieve ontwikkelingen weerspiegelen de voortdurende en constructieve samenwerking tussen het Europees Parlement, de Raad, de Commissie en met de Europese Rekenkamer.

Dit verslag over de follow-up van de kwijtingsprocedure voor 2022 maakt deel uit van de geïntegreerde financiële en verantwoordingsverslagen en geeft een overzicht van de maatregelen die de Commissie heeft genomen op basis van zowel: i) verzoeken van het Europees Parlement in de afdeling “politieke prioriteiten” van het kwijtingsbesluit4; en ii) de belangrijkste verzoeken van de Raad in zijn aanbeveling over de kwijting5. De Commissie zal meer gedetailleerde en geactualiseerde informatie verstrekken naar aanleiding van alle specifieke aanbevelingen wanneer de kwijtingsprocedure voor 2023 later dit jaar van start gaat.

2. Toezicht op het gebruik van EU-middelen

De Commissie hecht het grootste belang — en besteedt aanzienlijke middelen — aan het toezicht op het gebruik van EU-middelen, in samenwerking met nationale autoriteiten en uitvoerende partners.


a. Uitgaven in overeenstemming met de waarden van de EU, waaronder de rechtsstaat

De Commissie is het eens met de oproep van het Parlement aan de Commissie om “ten volle gebruik te maken van de beschikbare instrumenten om het duidelijke risico van een ernstige schending van de waarden van de EU aan te pakken en onverwijld een beroep te doen op de conditionaliteitsverordening wanneer schendingen van de beginselen van de rechtsstaat gevolgen dreigen te hebben voor de financiële belangen van de EU”6, met name door de situatie in alle lidstaten op te volgen en schendingen van de beginselen van de rechtsstaat die binnen het toepassingsgebied van de verordening vallen, zo vroeg mogelijk op te sporen, en zal dit blijven doen. Op 12 januari 2024 heeft de Commissie een verslag gepubliceerd over de toepassing van de conditionaliteitsverordening7.

Tot dusver heeft de enige procedure die in het kader van de conditionaliteitsverordening is ingeleid betrekking op Hongarije. Op 13 december 2023 heeft de Commissie de situatie van Hongarije opnieuw beoordeeld en vastgesteld dat Hongarije geen nieuwe corrigerende maatregelen had genomen om de openstaande punten adequaat aan te pakken. Het risico voor de EU-begroting is dus ongewijzigd gebleven sinds de Raad in december 2022 beschermende begrotingsmaatregelen heeft genomen. De Commissie concludeerde dan ook dat de maatregelen van de Raad van kracht moeten blijven. In de herbeoordeling van de Commissie worden alle kwesties vermeld waarvoor nog corrigerende maatregelen nodig zijn, waaronder verbeteringen met betrekking tot het mandaat van de Hongaarse integriteitsautoriteit en de situatie van trusts van openbaar belang.

De Commissie neemt akte van de opmerking in de kwijtingsresolutie van het Parlement, waarin er bij de Commissie op wordt aangedrongen “een uniforme, alomvattende en geïntegreerde aanpak van de verschillende fondsen en wetgevingsinstrumenten te waarborgen en een technocratische en tegenstrijdige aanpak van de verschillende financieringsinstrumenten te vermijden”8.

Drie van de belangrijkste instrumenten die worden gebruikt om de EU-begroting te beschermen tegen schendingen van de beginselen van de rechtsstaat zijn: i) de conditionaliteitsverordening; ii) de horizontale randvoorwaarde inzake het Handvest van de grondrechten van de EU in het kader van de verordening gemeenschappelijke bepalingen9; en iii) de mijlpalen en streefdoelen voor het aanpakken van uitdagingen op het gebied van de rechtsstaat in het kader van de nationale herstel- en veerkrachtplannen.

Deze instrumenten hebben verschillende doelstellingen, toepassingsgebieden en rechtskaders, zoals besloten door de medewetgevers. Zo is de horizontale randvoorwaarde inzake het Handvest van de grondrechten van de EU10 enkel van toepassing op de acht EU-fondsen die onder de verordening gemeenschappelijke bepalingen vallen. Bovendien beschermt de voorwaarde met betrekking tot het Handvest de EU-begroting niet tegen hetzelfde misbruik als de conditionaliteitsverordening, hoewel er wel overlappingen zijn. Tegelijkertijd kan de conditionaliteitsverordening enkel worden gebruikt als de Commissie van oordeel is dat andere instrumenten de EU-begroting niet doeltreffender zouden beschermen.

In het geval van Hongarije oordeelde de Commissie in december 2023 dat Hongarije de nodige justitiële hervormingen had doorgevoerd, waardoor de Commissie kon concluderen dat aan de horizontale randvoorwaarde van het Handvest op het gebied van de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht was voldaan. Hongarije voldeed echter nog steeds niet aan andere onderdelen van de horizontale randvoorwaarde van het Handvest, met betrekking tot academische vrijheid, het recht op asiel en lhbtiq-rechten. De Commissie heeft ook vastgesteld dat Hongarije nog steeds niet voldoet aan verschillende thematische randvoorwaarden.

In het kader van de conditionaliteitsverordening heeft de Commissie, zoals hierboven vermeld, geconcludeerd dat de maatregelen van de Raad van kracht moeten blijven, aangezien Hongarije niet alle openstaande kwesties heeft aangepakt.

Tot slot heeft Hongarije zich in zijn herstel- en veerkrachtplan verbonden tot 27 “supermijlpalen” om de bescherming van de financiële belangen van de EU te waarborgen en de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht te versterken. Deze 27 supermijlpalen omvatten vier supermijlpalen inzake de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht, die overeenkomen met de maatregelen waarom Hongarije heeft verzocht in het kader van de horizontale randvoorwaarden van het Handvest en 21 supermijlpalen die overeenkomen met de corrigerende maatregelen waartoe Hongarije zich heeft verbonden in het kader van de procedure uit hoofde van de conditionaliteitsverordening. De twee andere supermijlpalen hebben betrekking op maatregelen ter verbetering van de audit en de controle van de uitvoering van het herstel- en veerkrachtplan. Aan een betalingsverzoek kan niet worden voldaan zolang de supermijlpalen niet zijn bereikt.

De Commissie zal de instrumenten waarover zij beschikt grondig blijven toepassen om de EU-begroting te beschermen tegen schendingen van de beginselen van de rechtsstaat. Bij de voorbereiding van de volgende langetermijnbegroting van de EU zal de Commissie lering trekken uit de toepassing van de huidige reeks instrumenten.


b. De begroting beschermen tegen fraudeurs

De Commissie neemt nota van de oproep van het Parlement “om de capaciteiten van het EOM en OLAF en hun onderlinge samenwerking verder te versterken en hun bevoegdheden beter te omschrijven”11.

- Capaciteiten van het EOM en het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF)

Ondanks de zeer strikte budgettaire beperkingen onder de begrotingsonderdelen “Veerkracht en waarden” (voor het EOM) en “Europees openbaar bestuur” (voor OLAF), werd het EOM versterkt met 33 extra posten in 2024, waardoor het totaal aantal posten in het centrale kantoor op 232 kwam. Dit omvat de middelen die de Commissie op 9 april 2024 in het ontwerp van gewijzigde begroting nr. 3/2024 heeft voorgesteld om te voorzien in: i) de deelname van Polen aan het EOM; en ii) de verwachte deelname van Zweden in de komende maanden. Bij de versterking van het EOM met extra posten is rekening gehouden met de grote toename van de operationele activiteiten van het EOM sinds de inwerkingtreding van het EOM in juni 2021, waarbij eind 2023 nog 1 927 onderzoeken liepen.

Wat OLAF betreft, voorziet de begroting voor 2024 in twee extra externe personeelsleden die uit andere delen van de Commissie worden overgeplaatst om toezicht te houden op de geldstroom naar Oekraïne.

- Samenwerking tussen het EOM, OLAF en andere fraudebestrijdingsactoren

De samenwerking tussen het EOM en OLAF waarborgt de complementariteit van hun respectieve mandaten en voorkomt dubbel werk. Het EOM en OLAF werken, samen met de andere fraudebestrijdingsactoren12, intensief samen in tientallen zaken per jaar. OLAF informeert het EOM samen met de nationale autoriteiten en andere instellingen, organen en instanties van de EU wanneer zij een vermoeden van een strafbaar feit vaststellen dat onder de bevoegdheid van het EOM valt. Voorts vormt OLAF een aanvulling op en draagt OLAF in een aantal gevallen bij tot de operationele doeltreffendheid van EOM-onderzoeken door aanvullende administratieve onderzoeken uit te voeren en waar nodig ondersteuning te bieden.

2.

Na bijna drie jaar samenwerking zijn er verschillende succesverhalen:


- In 72 gevallen heeft OLAF aanvullende onderzoeken geopend na het openen van een EOM-onderzoek. Tot op heden heeft dit geleid tot aanbevelingen voor de terugvordering van bijna 300 miljoen EUR.

- In 26 gevallen bood OLAF het EOM operationele ondersteuning, waaronder forensische analyse van door het EOM verkregen bewijsmateriaal, dat op zijn beurt in het strafdossier is opgenomen.

Om hun samenwerking verder te versterken, vond op 22 en 23 april 2024 een conferentie van OLAF en het EOM over operationeel partnerschap plaats. Gedelegeerde Europees aanklagers van het EOM en onderzoekers van OLAF wisselden hun respectieve ervaringen en mogelijke toekomstige verbeteringen in hun samenwerking uit.

Bovendien moet de uitvoering van beide reeksen rechtshandelingen overeenkomstig de OLAF-verordening13 en de EOM-verordening14 uiterlijk op 1 juni 2026 worden geëvalueerd. De doeltreffendheid en efficiëntie van de samenwerking tussen het EOM en OLAF zal een belangrijk onderdeel zijn van de lopende evaluaties van beide verordeningen. Deze evaluaties zullen dus zoveel mogelijk worden gesynchroniseerd wat inhoud en timing betreft, om synergieën te waarborgen en overlappingen en tegenstrijdigheden te voorkomen.

- Herziening van het Financieel Reglement en fraudebestrijding

Tot slot zal de gerichte herziening van het Financieel Reglement, waarover in december 2023 een politiek akkoord is bereikt, de bescherming van de EU-begroting versterken door: i) te zorgen voor gestandaardiseerde elektronische registratie en opslag van gegevens over de ontvangers van EU-financiering en hun uiteindelijke begunstigden; en ii) het gebruik van een geïntegreerd IT-systeem voor het verzamelen en beoordelen van risico’s van gegevens over ontvangers en begunstigden verplicht te stellen in alle vormen van begrotingsbeheer, vanaf het MFK na 2027.


c. Uitgavenfouten beperken

De Commissie is het eens met de opmerking van het Parlement dat “uitgavengebieden waarvoor complexere regels en subsidiabiliteitscriteria gelden, een hoger risico op fouten lopen”15.

De meeste maatregelen van de Commissie om uitgavenfouten te beperken — die vaak vereenvoudigingen van de regels omvatten — worden genomen op het niveau van het uitgavenprogramma, aangezien elk uitgavenprogramma verschilt wat het uitvoeringsmodel en het controlesysteem betreft.

In het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB) zijn de Commissie en de ERK het erover eens dat het niveau van uitgavenfouten voor inkomenssteun aan landbouwers momenteel onder de drempel van 2 % ligt waarboven fouten als materieel worden beschouwd. Daarom zijn de inspanningen om het foutenpercentage te verlagen gericht op plattelandsontwikkeling en marktmaatregelen, waar het foutenpercentage hoger blijft. Daarnaast ondersteunt het uitvoeringsmodel voor het GLB 2023-2027 de vereenvoudiging van de regels door de lidstaten in staat te stellen de interventies op hun behoeften af te stemmen. Het nieuwe GLB bevordert ook het gebruik van nieuwe technologieën die fouten moeten helpen aanpakken.

Voor de fondsen van het cohesiebeleid werkt de Commissie actief samen met alle programma-autoriteiten om hun capaciteiten voor het opsporen en aanpakken van fouten op verschillende manieren te verbeteren (richtsnoeren; gerichte steun en permanente opleiding; en feedback van auditors van de Commissie aan de nationale autoriteiten over niet-ontdekte fouten en de onderliggende oorzaken daarvan). Tegelijkertijd bevordert de Commissie het gebruik van de minder foutgevoelige vereenvoudigde kostenopties en financiering die niet aan de kosten is gekoppeld.

Wat de financiering van onderzoek en innovatie betreft, heeft Horizon 2020 al belangrijke vereenvoudigingen ingevoerd. Horizon Europe gaat door met deze vereenvoudiging. Dit houdt in dat meer gebruik wordt gemaakt van vereenvoudigde vormen van financiering, zoals forfaitaire projectfinanciering en eenheidskosten, die de administratieve lasten voor de begunstigden aanzienlijk verminderen en daarom naar verwachting het aantal fouten zullen verminderen. Daarnaast heeft de Commissie haar communicatiecampagnes met de begunstigden verder versterkt, met bijzondere aandacht voor de declaratie van personeelskosten, waarvan de berekening vatbaar is voor fouten.

Tot slot herziet de Commissie momenteel haar audit- en controlestrategie voor het instrument voor nabuurschapsbeleid, ontwikkeling en internationale samenwerking. Een van de belangrijkste doelstellingen van deze evaluatie is de ontwikkeling van een degelijke en gerichte methodologie voor risicoprofielen om het foutenrisico beter te beoordelen en aan te pakken.


d. Monitoring van de uitvoering van de herstel- en veerkrachtfaciliteit

De Commissie merkt op dat het Parlement in de kwijtingsresolutie betreurt dat “mijlpalen niet beter zijn gedefinieerd en verzoekt de Commissie toezicht te houden op de uitvoering door de lidstaten van de bijbehorende acties in overeenstemming met de overeengekomen mijlpalen en streefdoelen”16.

De Commissie heeft geoordeeld dat alle mijlpalen en streefdoelen van de betalingen van 2022 op bevredigende wijze zijn behaald. De ERK was het eens met bijna alle individuele beoordelingen van de Commissie. In slechts enkele gevallen had de ERK een andere uitlegging of interpretatie van de rechtsgrondslag, waardoor zij concludeerde dat een mijlpaal of streefdoel niet op bevredigende wijze werd verwezenlijkt.

Wanneer een nationaal herstel- en veerkrachtplan wordt herzien, streeft de Commissie ernaar de maatregelen en de bijbehorende mijlpalen en streefdoelen te verduidelijken, met behoud van de algemene ambitie van het nationale herstel- en veerkrachtplan, met name wat betreft hervormingen waarmee gevolg wordt gegeven aan landspecifieke aanbevelingen.

Bovendien heeft de Commissie stappen ondernomen om de administratieve lasten te verminderen en de uitvoering van de herstel- en veerkrachtplannen te stroomlijnen en tegelijkertijd de adequate bescherming van de financiële belangen van de EU en de volledige naleving van de verordening inzake herstel- en veerkrachtfaciliteit te waarborgen. In de bijgewerkte richtsnoeren inzake herstel- en veerkrachtplannen zijn vereenvoudigingen ingevoerd om de snelle uitvoering ervan te ondersteunen en de lidstaten meer duidelijkheid te verschaffen over de wijzigingen ervan17.

De Commissie neemt ook nota van de bezorgdheid van het Parlement dat “de Rekenkamer bij haar beoordeling van de herstel- en veerkrachtfaciliteit tekortkomingen heeft vastgesteld in de voorlopige beoordeling en controles achteraf van de Commissie, en is van mening dat er nog steeds tekortkomingen zijn in de rapportage- en controlesystemen van de lidstaten”18.

Sinds het begin van de herstel- en veerkrachtfaciliteit heeft de Commissie gekozen voor een dynamische aanpak van audit en controle. De Commissie heeft de audit- en controlestrategieën geactualiseerd, rekening houdend met de bevindingen en aanbevelingen van de dienst Interne Audit van de Commissie, de Rekenkamer en het Parlement.

De Commissie heeft met name haar controles op de interne controlesystemen van de lidstaten verscherpt om na te gaan hoe deze systemen de naleving van de regels inzake overheidsopdrachten en staatssteun waarborgen. In alle audits en onderzoeksmissies van de Commissie wordt nu ook nagegaan of de lidstaten regelmatig en doeltreffend controleren of de regels inzake overheidsopdrachten en staatssteun worden nageleefd.

De Commissie heeft ook haar methode voor het controleren van de controlesystemen van de lidstaten ter bescherming van de financiële belangen van de EU geactualiseerd. Sinds de inwerkingtreding van de herstel- en veerkrachtfaciliteit heeft zij ten minste één systeemaudit van alle 27 nationale controlesystemen uitgevoerd. Op basis van deze auditwerkzaamheden en in het kader van de herziening van de herstel- en veerkrachtplannen heeft de Commissie waar nodig aanvullende audit- en controlemijlpalen voorgesteld die vóór de volgende betaling moeten worden aangepakt. Om ervoor te zorgen dat risico’s gedurende de gehele looptijd van de herstel- en veerkrachtfaciliteit adequaat worden gemonitord en aangepakt, voert de Commissie actief verdere controlewerkzaamheden uit op basis van risico’s.

3. Prestaties van de EU-begroting

De Commissie is het met het Parlement eens dat “het uitvoeren van evaluaties achteraf en halverwege de looptijd van financiële programma’s die zijn opgezet om op crises te reageren, met betrekking tot hun relevantie, samenhang en Europese toegevoegde waarde [...]”19 van het grootste belang is.

Op 21 februari 2024 heeft de Commissie haar tussentijdse evaluatie van de herstel- en veerkrachtfaciliteit gepubliceerd. De evaluatie heeft betrekking op de vijf criteria voor “betere regelgeving”, namelijk doeltreffendheid, efficiëntie, samenhang, relevantie en EU-meerwaarde. Een onafhankelijke externe evaluatiestudie heeft bijgedragen tot de beoordeling. De conclusie van de evaluatie luidt dat, hoewel het nog niet haalbaar is om de effecten van de herstel- en veerkrachtfaciliteit volledig te beoordelen, het al duidelijk is dat het een belangrijk instrument is gebleken om de uitvoering van structurele hervormingen door de lidstaten te stimuleren in overeenstemming met de landspecifieke aanbevelingen van het Europees Semester. Het lijkt er echter ook op dat de herstel- en veerkrachtfaciliteit tot dusver niet heeft geleid tot de administratieve vereenvoudiging waar sommige lidstaten op hadden gehoopt.

Uit de voorlopige evaluatie van de steun die in het kader van de Investeringsinitiatieven Coronavirusrespons (CRII en CRII+)20 is verleend om de gevolgen van de COVID-19-pandemie het hoofd te bieden, is gebleken dat deze steun heeft geleid tot een efficiënt gebruik van niet-bestede middelen van zowel het Europees Sociaal Fonds als het Fonds voor Europese hulp aan de meest behoeftigen. De flexibiliteit die de lidstaten werd geboden om hun programma’s aan te passen, heeft geleid tot een herschikking van bijna 24 miljard EUR aan financiering in het kader van het cohesiebeleid.

Tegen begin 2025 zal de Commissie ook evaluaties publiceren van de andere instrumenten die in het kader van de financiering van het cohesiebeleid zijn ingevoerd om recente crises aan te pakken21.

De Commissie geeft ook gevolg aan de oproep van de Raad “om meer aandacht te besteden aan resultaatgerichte prestatie-indicatoren die rechtstreeks kunnen worden gekoppeld aan de acties van de EU”22.

De Commissie brengt verslag uit over de kernprestatie-indicatoren voor 2021-202723 per uitgavenprogramma in de programma-prestatieverklaringen die deel uitmaken van het jaarlijkse beheers- en prestatieverslag. 45 % van deze indicatoren is resultaatgericht, wat een sterke nadruk op resultaten aantoont.

Daarnaast heeft de Commissie in december 2023 het eerste impactverslag voor de groene obligaties van NextGenerationEU bekendgemaakt24. In dit verslag werd het concrete klimaateffect gemeten van de met die groene obligaties gefinancierde investeringen in termen van broeikasgasemissies die zijn vermeden.

Ten slotte deelt de Commissie ook het standpunt van het Parlement over het “belang om de inspanningen op het gebied van genderbudgetten voort te zetten”25.

De Commissie heeft beleidsoverschrijdende prioriteiten in de EU-begroting geïntegreerd, waaronder de prioriteit om gendergelijkheid te bevorderen. In 2022 heeft de Commissie een methode gepubliceerd om de uitgaven uit de EU-begroting ter ondersteuning van gendergelijkheid te kwantificeren. Deze methode is sinds de ontwerpbegroting 2023 op de gehele EU-begroting toegepast.

4. Nog te betalen vastleggingen — “reste à liquider” (RAL) en maatregelen om de besteding van EU-middelen te versnellen

De Commissie merkt op dat het Parlement in de kwijtingsresolutie “bezorgd is over het feit dat de late goedkeuring van verschillende sectorale verordeningen betreffende verschillende beleidsterreinen van de EU, zoals het cohesiebeleid, heeft geleid tot een aanzienlijke vertraging bij de uitvoering van de programmeringsperiode 2021-2027” en dat het “de Commissie verzoekt de kwijtingsautoriteit mee te delen welke maatregelen zij voornemens is te nemen om deze situatie aan te pakken”26.

Nog te betalen vastleggingen (ook wel “RAL” genoemd — reste à liquider) zijn bedragen waarvoor verplichtingen zijn aangegaan, maar die nog niet zijn betaald. De totale RAL bedroegen eind 2023 543,0 miljard EUR. Het niet-terugbetaalbare deel van NextGenerationEU droeg 238,6 miljard EUR bij, wat neerkomt op bijna 44 % van de totale RAL27.

De Commissie zal blijven toezien op de uitvoering van het algemene niveau van de nog betaalbaar te stellen vastleggingen en zal tijdens de jaarlijkse begrotingsprocedures ook een niveau van betalingskredieten blijven voorstellen dat op passende wijze aan de betalingsbehoeften beantwoordt.

In de verordening gemeenschappelijke bepalingen en als onderdeel van het nieuwe wetgevingskader voor het GLB zijn enkele verreikende vereenvoudigingen goedgekeurd (met name dankzij het nieuwe uitvoeringsmodel).

Het platform voor strategische technologieën voor Europa (STEP)28 biedt extra flexibiliteit voor uitgaven voor een van de drie prioriteiten van het platform in elf EU-programma’s. Onmiddellijk na de inwerkingtreding van de STEP-verordening29 begon de Commissie de lidstaten ondersteuning en begeleiding te bieden — via vergaderingen, antwoorden op schriftelijke vragen en webinars — over de werking van STEP om de geboden flexibiliteit optimaal te benutten. Overeenkomstig het mandaat van de medewetgevers heeft de Commissie in mei 2024 richtsnoeren30 gepubliceerd over een aantal bepalingen van de STEP-verordening, onder meer ter verduidelijking van de doelstellingen en sectoren ervan, en ter illustratie van de voorwaarden waaronder technologieën in het kader van STEP als kritiek kunnen worden beschouwd.

Naar aanleiding van de oproep van het Parlement “aan de Commissie om initiatieven te nemen, zoals technische bijstand, om het absorptiepercentage in de lidstaten op permanente basis te verhogen” en “de voortgang van de uitvoering in de lidstaten nauwlettend te volgen [...] en de kwijtingsautoriteit een landenanalyse te verstrekken waarin de terugkerende problemen in kaart worden gebracht, alsmede de maatregelen die zijn genomen om de situatie te optimaliseren”31, benadrukt de Commissie dat de absorptiepatronen aanzienlijk verschillen tussen de beheerswijzen, de programma’s en de lidstaten.

Voor programma’s die samen met nationale autoriteiten worden uitgevoerd, helpt de Commissie hun administratieve capaciteit te versterken en knelpunten in investeringen op vele manieren aan te pakken, hetzij door middel van technische bijstand in het kader van het cohesiebeleid, het instrument voor technische ondersteuning32, hetzij door de herstel- en veerkrachtfaciliteit ondersteunde maatregelen.

Bovendien neemt de Commissie na de goedkeuring van de cohesiebeleidsprogramma’s 2021-2027 deel aan de werkzaamheden van de toezichtcomités van de programma’s. Als er aanwijzingen zijn voor problemen die een vlotte uitvoering in de weg staan, verstrekt de Commissie advies aan — en werkt zij samen met — de betrokken lidstaat totdat de kwestie is opgelost. Actieplannen kunnen met de lidstaten worden overeengekomen als de programma’s of delen van de programma’s langzaam worden uitgevoerd.

Gegevens over de uitvoering van programma’s die onder de verordening gemeenschappelijke bepalingen vallen, moeten vaker bij de Commissie worden ingediend dan in de vorige programmeringsperiode. Gegevens moeten nu vijf keer per jaar worden ingediend, zodat de Commissie bijna realtime gegevens kan verstrekken over de voortgang van de uitvoering en haar steun aan de lidstaten snel kan opvoeren.

Gedetailleerde absorptiegegevens per land zijn beschikbaar per uitgavenprogramma. Voor de grootste programma’s is informatie te vinden op: i) het scorebord van de herstel- en veerkrachtfaciliteit; ii) het opengegevensplatform voor cohesie33 en iii) het Horizon-dashboard.

5. Vooruitblikkend

De lessen die uit eerdere kwijtingsprocedures zijn getrokken, kunnen als basis dienen voor reflecties over de volgende langetermijnbegroting van de EU. Een van de belangrijkste conclusies uit eerdere kwijtingsprocedures is dat de wijze waarop de middelen worden uitbetaald, rechtstreeks van invloed is op het foutenrisico. Complexe regels en te rigide leveringsmodellen zijn beide verantwoordelijk voor: i) een groot deel van de uitgavenfouten; en ii) het uitoefenen van druk op de administratieve capaciteit van degenen die de begroting uitvoeren en van degenen die daarvan profiteren.

De voorbereiding van het volgende MFK zal een gelegenheid bieden om na te gaan hoe de uitvoeringsmechanismen verder kunnen worden vereenvoudigd, de administratieve lasten voor de EU- en nationale autoriteiten die belast zijn met de uitvoering van de begroting, en de administratieve lasten voor de begunstigden kunnen worden verminderd, terwijl de nadruk sterk blijft liggen op goed financieel beheer en de prestaties van de EU-begroting.


* * *

1 COM/2023/234 final.

2 JOIN(2023)12 final.

3 Verordening (EU, Euratom) 2020/2092.

4 www.europarl.europa.eu/doceo/document">Besluit van het Europees Parlement van 11 april 2024 over het verlenen van kwijting voor de uitvoering van de algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2022, afdeling III — Commissie en uitvoerende agentschappen – 2023/2129 (DEC).

5 Aanbeveling van de Raad betreffende de aan de Commissie te verlenen kwijting voor de uitvoering van de algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2022 (6179/24).

6 Zie paragraaf 11 –2023/2129 (DEC).

7 Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad over de toepassing van Verordening (EU, Euratom) 2020/2092 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2020 betreffende een algemeen conditionaliteitsregime ter bescherming van de Uniebegroting – COM(2024) 17. Op 23 februari 2024 werd een corrigendum gepubliceerd met referentie COM(2024) 17 final/2.

8 Zie paragraaf 11 – 2023/2129(DEC).

9 Verordening (EU) 2021/1060.

10 De horizontale randvoorwaarde in het Handvest vereist dat lidstaten hun uitgavenprogramma’s uitvoeren op een manier die in overeenstemming is met het Handvest van de grondrechten van de EU. Zie bijlage III bij Verordening (EU) 2021/1060.

11 Zie paragraaf 12 — 2023/2129(DEC).

12 Europol, Eurojust, coördinatiediensten fraudebestrijding in de lidstaten, de Commissie en de ERK.

13 Verordening (EU, Euratom) nr. 883/2013.

14 Verordening (EU) 2017/1939 van de Raad.

15 Zie paragraaf 17 — 2023/2129(DEC).

16 Zie paragraaf 4 — 2023/2129(DEC).

17 Richtsnoeren voor plannen voor herstel en veerkracht van 31 mei 2024.

18 Zie paragraaf 8 — 2023/2129(DEC).

19 Zie paragraaf 7 — 2023/2129(DEC).

20 Voorlopige evaluatie van de steun van het ESF en het FEAD in het kader van de Investeringsinitiatieven Coronavirusrespons (CRII en CRII+) — SWD(2023) 249.

21 Het cohesiebeleid ten behoeve van vluchtelingen in Europa (CARE), CARE+, de Flexible Assistance to Territories (FAST-CARE) en maatregelen ter ondersteuning van betaalbare energie (SAFE).

22 Zie paragraaf 3 van de aanbeveling tot kwijting van de Raad (6179/24).

23 De kernprestatie-indicatoren zijn opgenomen in de bijlage bij de verordeningen die aan elk uitgavenprogramma ten grondslag liggen.

24 Europese Commissie, directoraat-generaal Begroting, Green bonds – Impact and allocation report – NGEU report 2023, Bureau voor publicaties van de Europese Unie, 2023.

25 Zie paragraaf 16 — 2023/2129(DEC).

26 Zie paragraaf 18 — 2023/2129(DEC).

27 Meer informatie over het niveau van de RAL is te vinden in: i) de jaarrekening van de EU voor 2023; ii) werkdocument V bij de ontwerpbegroting 2025; en iii) het jaarverslag over de langetermijnprognoses voor de toekomstige in- en uitstroom van de EU-begroting 2025-2029. De Commissie verstrekt ook relevante informatie aan het Parlement en de Raad tijdens speciale vergaderingen die drie keer per jaar plaatsvinden.

28 Het platform voor strategische technologieën voor Europa (STEP) is in maart 2024 opgericht om de Europese industrie te ondersteunen en investeringen in kritieke technologieën in Europa te stimuleren. STEP werft en stuurt financiering via elf EU-programma’s naar drie investeringsgebieden: i) digitale technologieën en deeptech-innovaties; ii) schone en hulpbronnenefficiënte technologieën; en iii) biotechnologieën.

29 Verordening (EU) 2024/795.

30 C/2024/3148.

31 Zie paragraaf 19 — 2023/2129(DEC).

32 Zoals ingesteld bij Verordening (EU) 2017/825.

33 Financiering in het kader van het cohesiebeleid, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling voor 2014-2022 en 2023-2027 en het Europees Landbouwgarantiefonds voor 2023-2027.

NL NL