Toelichting bij COM(2024)200 - - Hoofdinhoud
Dit is een beperkte versie
U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.
dossier | COM(2024)200 - . |
---|---|
bron | COM(2024)200 |
datum | 15-05-2024 |
• Motivering en doel van het voorstel
Autonome tariefcontingenten van de Unie zijn noodzakelijk voor producten die in de Unie in ontoereikende mate worden vervaardigd om in een bepaalde contingentperiode aan de behoeften van de industriële afnemers in de Unie te voldoen. De opening van tariefcontingenten van de Unie moet het mogelijk maken dat producten in passende hoeveelheden tegen een nulrecht of tegen een verlaagd recht kunnen worden ingevoerd zonder dat de betrokken markten worden verstoord.
Op 20 december 2021 heeft de Raad van de Europese Unie Verordening (EU) 2021/22830 betreffende de opening en het beheer van autonome tariefcontingenten van de Unie voor bepaalde landbouw- en industrieproducten aangenomen, om onder de meest gunstige voorwaarden aan de vraag naar die producten in de Unie te kunnen voldoen.
Deze verordening wordt om de zes maanden bijgewerkt om tegemoet te komen aan de behoeften van de EU-industrie.
De Commissie heeft, daarin bijgestaan door de Groep economische tariefvraagstukken, alle verzoeken van de lidstaten betreffende autonome tariefcontingenten onderzocht.
Op grond hiervan is de Commissie van oordeel dat het gerechtvaardigd is voor veertien nieuwe producten, die momenteel niet in de bijlage bij Verordening (EU) 2021/2283 van de Raad zijn vermeld, een autonoom tariefcontingent te openen. Voor één ander product dient de oorspronkelijke omvang van het contingent te worden verhoogd. Voor twee andere producten moet de omschrijving worden aangepast en moeten nieuwe volgnummers worden toegekend. Eén product waarvoor een tariefcontingent niet langer in het economische belang van de Unie is, moet worden geschrapt.
Omwille van de duidelijkheid is het wenselijk om een geconsolideerde versie van de bijlage bij Verordening (EU) 2021/2283 van de Raad te publiceren, die de vorige bijlage integraal vervangt.
• Samenhang met de huidige bepalingen op dit beleidsterrein
Dit voorstel heeft geen gevolgen voor landen die een preferentiële handelsovereenkomst met de Unie hebben, of landen die in aanmerking komen of kunnen komen voor een preferentiële overeenkomst met de Unie (bv. het stelsel van algemene preferenties (SAP), de handelsregeling voor de staten in Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan (ACS), of vrijhandelsovereenkomsten).
• Samenhang met andere beleidsterreinen van de Unie
Het voorstel is in overeenstemming met het beleid van de Unie op het gebied van landbouw, handel, ondernemingen, ontwikkeling, milieu en buitenlandse betrekkingen.
2. RECHTSGRONDSLAG, SUBSIDIARITEIT EN EVENREDIGHEID
• Rechtsgrondslag
De rechtsgrondslag van dit voorstel is artikel 31 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU).
• Subsidiariteit (bij niet-exclusieve bevoegdheid)
Het voorstel betreft een gebied dat onder de exclusieve bevoegdheid van de Unie valt. Het subsidiariteitsbeginsel is derhalve niet van toepassing.
• Evenredigheid
Het voorstel is in overeenstemming met het evenredigheidsbeginsel. De beoogde maatregelen sluiten aan bij de beginselen voor de vereenvoudiging van de procedures voor de deelnemers aan het buitenlandse handelsverkeer, zoals beschreven in de mededeling0 van de Commissie inzake autonome tariefschorsingen en -contingenten. Deze verordening gaat overeenkomstig artikel 5, lid 4, van het Verdrag betreffende de Europese Unie (VEU) niet verder dan nodig is om de beoogde doelstellingen te verwezenlijken.
• Keuze van het instrument
Krachtens artikel 31 VWEU worden de “rechten van het gemeenschappelijk douanetarief [...] door de Raad vastgesteld op voorstel van de Commissie”. Een verordening van de Raad is derhalve het passende instrument.
3. EVALUATIE, RAADPLEGING VAN BELANGHEBBENDEN EN EFFECTBEOORDELING
• Evaluatie van bestaande wetgeving en controle van de resultaatgerichtheid ervan
In een studie0 van 2013 waarin het systeem van autonome tariefschorsingen werd geëvalueerd, is ook het systeem van autonome tariefcontingenten aan de orde gesteld, omdat beide maatregelen vergelijkbaar zijn, behalve dan dat tariefcontingenten de invoerhoeveelheid die voor verlaagde douanerechten in aanmerking komt, beperken, terwijl autonome tariefschorsingen de volledige of gedeeltelijke ontheffing van de normale rechten die van toepassing zijn op bepaalde goederen die in de EU worden ingevoerd, voor een onbeperkte hoeveelheid toestaan. De studie concludeerde dat de achterliggende gedachte voor het systeem nog altijd actueel is. Europese bedrijven die goederen invoeren in het kader van dit systeem, kunnen aanzienlijke kosten besparen. Deze besparingen kunnen dan weer tot ruimere voordelen leiden (zoals een grotere concurrentiekracht, efficiëntere productiemethoden, het creëren of behouden van werkgelegenheid in de Unie), afhankelijk van het product, het bedrijf of de sector in kwestie. Nadere informatie over de besparingen die deze verordening oplevert, is opgenomen in punt 4 en in het bijgevoegde financieel memorandum.
• Raadpleging van belanghebbenden
De Commissie heeft dit voorstel opgesteld met de hulp van de Groep economische tariefvraagstukken, die bestaat uit delegaties van alle lidstaten en Turkije.
Elk verzoek (om nieuwe maatregelen of een wijziging van bestaande maatregelen) is door de Groep zorgvuldig geëvalueerd, waarbij per geval met name aandacht is besteed aan het voorkomen van schade voor EU-producenten en aan het versterken en consolideren van het concurrentievermogen van de EU-productie. Deze evaluatie is verricht door middel van besprekingen binnen de Groep, waarna de lidstaten de betrokken sectoren, verenigingen, kamers van koophandel en andere betrokken partijen hebben geraadpleegd.
Alle in de lijst vermelde tariefcontingenten zijn in overeenstemming met het in de Groep bereikte akkoord of compromis. Er is geen potentieel ernstig risico met onomkeerbare gevolgen vastgesteld.
• Effectbeoordeling
De voorgestelde wijziging is louter technisch van aard en betreft uitsluitend het toepassingsgebied van in de bijlage bij Verordening (EU) 2021/2283 opgenomen tariefcontingenten. Er is geen effectbeoordeling verricht omdat de voorgestelde wijzigingen in de lijst van producten die in aanmerking zouden komen voor de autonome contingenten van het gemeenschappelijk douanetarief, naar verwachting geen significante gevolgen zullen hebben.
• Grondrechten
Het voorstel heeft geen gevolgen voor de grondrechten.
4. GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING
Het voorstel heeft geen financiële gevolgen voor de uitgaven maar wel voor de ontvangsten. De bijlage bevat veertien nieuwe producten. De derving van rechten voor het desbetreffende autonome tariefcontingent is berekend op basis van de prognoses voor 2024 van de lidstaat die het contingent heeft aangevraagd. Doordat er een ander tariefcontingent wordt geschrapt en de tarieven dus opnieuw worden ingesteld, zal er naar raming echter jaarlijks een extra bedrag van 5,9 miljoen EUR aan douanerechten worden geïnd. Het positieve effect op de traditionele eigen middelen van de EU-begroting wordt in totaal geraamd op 4,4 miljoen EUR per jaar (75 % van het totale bedrag). Het financieel memorandum bevat nadere informatie over de gevolgen van het voorstel voor de begroting.
5. OVERIGE ELEMENTEN
• Uitvoeringsplanning en regelingen betreffende controle, evaluatie en rapportage
De voorgestelde maatregelen worden beheerd in het kader van het geïntegreerd tarief van de Europese Unie “Taric” (zij zijn geïntegreerd in Taric en worden beheerd door de Quota-databank) en toegepast door de douanediensten van de lidstaten.