Toelichting bij COM(2024)199 -

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

dossier COM(2024)199 - .
bron COM(2024)199
datum 13-05-2024
1. ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

Motivering en doel van het voorstel

De Commissie stelt voor te gaan onderhandelen over een nieuw uitvoeringsprotocol bij de partnerschapsovereenkomst inzake duurzame visserij (de overeenkomst) met de regering van Groenland en de regering van Denemarken1 dat aansluit bij de behoeften van de vloot van de Unie en in overeenstemming is met de artikelen 28, 31 en 32 van Verordening (EU) nr. 1380/2013 inzake het gemeenschappelijk visserijbeleid (GVB)2 en bij de conclusies van de Raad van 19 maart 2012 over de mededeling van de Commissie inzake de externe dimensie van het gemeenschappelijk visserijbeleid3.

Verenigbaarheid met bestaande bepalingen op het beleidsterrein

Het huidige uitvoeringsprotocol4 bij de overeenkomst biedt vissersvaartuigen van de Unie toegang tot vangstmogelijkheden in de wateren van Groenland en voorziet in aanzienlijke sectorale steun voor de duurzame ontwikkeling van de Groenlandse visserijen.

De overeenkomst is op 22 april 2021 in werking getreden voor een periode van zes jaar met ingang van de aanvangsdatum van de voorlopige toepassing ervan. Zij wordt stilzwijgend verlengd met telkens zes jaar, tenzij de opzegging ervan ten minste zes maanden voor de vervaldatum schriftelijk wordt meegedeeld. Na de vaststelling door de Raad op 26 maart 2021 van het besluit betreffende de ondertekening en voorlopige toepassing van het huidige uitvoeringsprotocol5,6, wordt dat protocol sinds 22 april 2021 voorlopig toegepast voor een periode van vier jaar7.

Krachtens het huidige uitvoeringsprotocol mag de EU-vloot in de Groenlandse wateren op kabeljauw, pelagische en demersale roodbaars, Groenlandse heilbot, Noordse garnaal, grenadiervis en lodde vissen binnen jaarlijkse vangstmogelijkheden van 42 726 ton (indicatieve cijfers). Bij die visserij zijn vaartuigen uit zeven lidstaten (Denemarken, Duitsland, Estland, Frankrijk, Letland, Litouwen en Zweden) betrokken. De EU draagt ook een deel van de overeengekomen quota aan Noorwegen en de Faeröer over, in ruil voor toegang voor de EU-vaartuigen tot hun wateren. Naast de door de vloot van de Unie aan Groenland betaalde visrechten betaalt de EU jaarlijks een compensatie van 13 590 754 EUR (berekend op basis van referentieprijzen) voor elke soort. De EU-begroting voorziet ook in een bedrag van 2 931 000 EUR voor de ondersteuning van het sectorale visserijbeleid van Groenland. De EU-bijdrage wordt aangevuld met rechten die de reders van EU-vaartuigen verschuldigd zijn voor machtigingen en vangsten.

De overeenkomst heeft betrekking op gemengde soorten. Voor de toewijzing van quota aan de lidstaten gelden de bepalingen van de verordening betreffende totale toegestane vangsten en quota8.

Partnerschapsovereenkomsten inzake duurzame visserij (PODV’s) helpen de doelstellingen van het GVB op internationaal niveau te bevorderen door ervoor te zorgen dat de visserijactiviteiten van de Unie buiten de wateren van de Unie berusten op dezelfde beginselen en normen als die welke gelden in het kader van het recht van de Unie. Voorts stimuleren PODV’s wetenschappelijke samenwerking tussen de EU en haar partners, bevorderen zij transparantie en duurzaamheid voor een beter beheer van de visbestanden, en zetten zij aan tot governance door het ondersteunen van de monitoring, controle en bewaking van de activiteiten van de nationale en de buitenlandse vloten en door financiële middelen ter beschikking te stellen voor de bestrijding van illegale, ongemelde en ongereglementeerde visserij (IOO-visserij). PODV’s dragen bij aan de duurzame ontwikkeling van de lokale visserijsector en aan de bevordering van groei en werkgelegenheid in verband met maritieme activiteiten. Zij versterken de positie van de EU in internationale wetenschappelijke en regionale visserijorganisaties (met name, in het geval van Groenland, de Internationale Raad voor het onderzoek van de zee en de Visserijorganisatie voor het noordwestelijke deel van de Atlantische Oceaan)9.

Verenigbaarheid met andere beleidsterreinen van de Unie

De onderhandelingen over een nieuw uitvoeringsprotocol met de regering van Groenland en de regering van Denemarken zijn in overeenstemming met het externe optreden van de EU ten aanzien van de landen en gebieden overzee, en met name met de EU-doelstellingen met betrekking tot de eerbiediging van de democratische beginselen en de mensenrechten.

2. RECHTSGRONDSLAG, SUBSIDIARITEIT EN EVENREDIGHEID

Rechtsgrondslag

De rechtsgrondslag voor het voorgestelde besluit is artikel 218, leden 3 en 4, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU).

Artikel 218, lid 3, VWEU bepaalt dat de Commissie aanbevelingen doet aan de Raad, die een besluit vaststelt houdende machtiging tot het openen van de onderhandelingen en waarbij de onderhandelaar van de Unie wordt aangewezen. Overeenkomstig artikel 218, lid 4, VWEU kan de Raad de onderhandelaar richtsnoeren geven en een bijzonder comité aanwijzen; de onderhandelingen moeten in overleg met dat comité worden gevoerd.

Subsidiariteit (bij niet-exclusieve bevoegdheid)

Niet van toepassing, exclusieve bevoegdheid.

Evenredigheid

Het voorgestelde besluit is evenredig met het doel om de GVB-doelstellingen internationaal te bevorderen en ervoor te zorgen dat de visserijactiviteiten van de Unie buiten de wateren van de Unie berusten op dezelfde beginselen en normen als die welke gelden in het kader van het recht van de Unie.

Keuze van het instrument

In artikel 218, leden 3 en 4, VWEU is bepaald dat hiervoor een besluit van de Raad vereist is.

3. EVALUATIE, RAADPLEGING VAN BELANGHEBBENDEN EN EFFECTBEOORDELING

Evaluatie van bestaande wetgeving en controle van de resultaatgerichtheid ervan

In 2023 heeft een onafhankelijke consultant in opdracht van de Commissie een onafhankelijke evaluatiestudie ex post en ex ante verricht10. Op basis van deze evaluatiestudie heeft de Commissie een ex-postevaluatie van het huidige uitvoeringsprotocol en een ex-ante-evaluatie van mogelijke verdere stappen verricht. De conclusies van de ex-post- en van de ex-ante-evaluatie zijn opgenomen in een afzonderlijk werkdocument van de diensten van de Commissie (SWD).

In de ex-postevaluatie in het SWD concludeert de Commissie dat het huidige uitvoeringsprotocol al bij al de doelstellingen ervan doeltreffend heeft verwezenlijkt, ondanks het bestaan van enkele verbeterpunten. De visserijsector van de EU heeft een duidelijk belang bij de visserij in Groenland en een uitvoeringsprotocol zou bijdragen tot een beter beheer van de visserij in de regio.

Voor de EU is het van belang een instrument in stand te houden dat diepgaande sectorale samenwerking mogelijk maakt met een belangrijke speler op het gebied van oceaangovernance op subregionaal niveau, gezien de omvang van het onder de jurisdictie van Groenland vallende visserijgebied. Dit zal de EU in staat stellen haar rol in de noordse visserij te versterken, mede door de ruil van quota met Noorwegen en de Faeröer.

Voor de EU-vaartuigen zou een nieuw uitvoeringsprotocol betekenen dat de toegang tot een belangrijk visserijgebied behouden blijft, waardoor vangststrategieën kunnen worden opgezet binnen een meerjarig internationaal rechtskader.

Voor de Groenlandse autoriteiten is het de bedoeling de betrekkingen met de EU te handhaven om de oceaangovernance te versterken en een beroep te kunnen doen op specifieke sectorale steun in de vorm van meerjarige financiële steun voor het beheer van de visserij.

Raadpleging van belanghebbenden



In het kader van de evaluatie is overlegd met de lidstaten, vertegenwoordigers van de sector in de EU, internationale middenveldorganisaties, het ministerie van Visserij en het maatschappelijk middenveld van Groenland.

Bijeenbrengen en gebruik van expertise

1.

Niet van toepassing


Effectbeoordeling

2.

Niet van toepassing


Resultaatgerichtheid en vereenvoudiging

3.

Niet van toepassing


Grondrechten

In de onderhandelingsrichtsnoeren, die in de bijlage bij het besluit worden voorgesteld, wordt aanbevolen machtiging te verlenen voor het openen van onderhandelingen, die onder meer moeten leiden tot de opname van een clausule over de gevolgen van schendingen van de mensenrechten en van de democratische beginselen.

4. GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING

De gevolgen van het nieuwe uitvoeringsprotocol voor de begroting houden verband met de betaling door de EU van een financiële tegenprestatie aan Groenland. De jaarlijkse bedragen aan vastleggings- en betalingskredieten worden vastgesteld via de jaarlijkse begrotingsprocedure overeenkomstig het meerjarig financieel kader voor 2021-2027 en omvatten een reservelijn voor protocollen die niet aan het begin van het jaar in werking zijn getreden11.

5. OVERIGE ELEMENTEN

Uitvoeringsplanning en regelingen betreffende controle, evaluatie en rapportage

Naar verwachting zullen de onderhandelingen in juni 2024 van start gaan.

Toelichting bij de specifieke bepalingen van het voorstel

De Commissie beveelt aan dat:

- de Raad de Commissie machtigt tot het openen en voeren van onderhandelingen met het oog op het sluiten van een nieuw uitvoeringsprotocol bij de overeenkomst met de regering van Groenland en de regering van Denemarken;

- de Commissie in dit verband wordt aangewezen als onderhandelaar van de EU;

- de Commissie de onderhandelingen in overleg met het speciaal comité voert overeenkomstig de bepalingen van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie;

- de Raad de bij deze aanbeveling gevoegde onderhandelingsrichtsnoeren goedkeurt.

4.

Aanbeveling voor een


BESLUIT VAN DE RAAD

tot machtiging om namens de Europese Unie onderhandelingen te openen met het oog op het sluiten van een uitvoeringsprotocol bij de partnerschapsovereenkomst inzake duurzame visserij tussen de Europese Unie, enerzijds, en de regering van Groenland en de regering van het Koninkrijk Denemarken, anderzijds


DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 218, leden 3 en 4,

Gezien de aanbeveling van de Europese Commissie,

Overwegende dat onderhandelingen moeten worden geopend met de regering van Groenland en de regering van Denemarken met het oog op de sluiting van een nieuw uitvoeringsprotocol bij de partnerschapsovereenkomst inzake duurzame visserij,


HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

De Commissie wordt gemachtigd om namens de Unie te onderhandelen over een nieuw uitvoeringsprotocol bij de partnerschapsovereenkomst inzake duurzame visserij met de regering van Groenland en de regering van Denemarken.

Artikel 2

De onderhandelingsrichtsnoeren zijn opgenomen in de bijlage.

Artikel 3

De onderhandelingen worden gevoerd in overleg met de Groep extern visserijbeleid van de Raad.

Artikel 4

Dit besluit is gericht tot de Commissie.

Gedaan te Brussel,

Voor de Raad

De voorzitter

1 Partnerschapsovereenkomst inzake duurzame visserij tussen de Europese Unie, enerzijds, en de regering van Groenland en de regering van Denemarken, anderzijds (PB L 175 van 18.5.2021, blz.

3).

2 Verordening (EU) nr. 1380/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 inzake het gemeenschappelijk visserijbeleid, tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 1954/2003 en (EG) nr. 1224/2009 van de Raad en tot intrekking van Verordeningen (EG) nr. 2371/2002 en (EG) nr. 639/2004 van de Raad en Besluit 2004/585/EG van de Raad (PB L 354 van 28.12.2013, blz. 22).

3Conclusies van de Raad over een mededeling van de Commissie inzake de externe dimensie van het gemeenschappelijk visserijbeleid, 3155e zitting van de Raad Landbouw en Visserij, Brussel, 19 en 20 maart 2012.

4 Protocol tot uitvoering van de Partnerschapsovereenkomst inzake duurzame visserij tussen de Europese Unie, enerzijds, en de regering van Groenland en de regering van Denemarken, anderzijds (PB L 175 van 18.5.2021, blz.

3).

5Besluit (EU) 2021/793 van de Raad van 26 maart 2021 betreffende de ondertekening, namens de Europese Unie, en de voorlopige toepassing van de Partnerschapsovereenkomst inzake duurzame visserij tussen de Europese Unie, enerzijds, en de regering van Groenland en de regering van Denemarken, anderzijds, en het bijbehorende uitvoeringsprotocol (PB L 175 van 18.5.2021, blz. 1).

6Besluit (EU) 2021/2043 van de Raad van 18 november 2021 betreffende de sluiting, namens de Europese Unie, van de Partnerschapsovereenkomst inzake duurzame visserij tussen de Europese Unie, enerzijds, en de regering van Groenland en de regering van Denemarken, anderzijds, en het bijbehorende uitvoeringsprotocol (PB L 418 van 24.11.2021, blz. 1).

7Het huidige vierjarige uitvoeringsprotocol loopt de facto af op 31 december 2024, aangezien de partijen zijn overeengekomen dat het eerste toepassingsjaar zou lopen van de datum van voorlopige toepassing, 22 april 2021, tot en met 31 december 2021, en de daaropvolgende jaren van 1 januari tot en met 31 december.

8Verordening (EU) 2019/124 van de Raad van 30 januari 2019 tot vaststelling, voor 2019, van de vangstmogelijkheden voor sommige visbestanden en groepen visbestanden welke in de wateren van de Unie en, voor vissersvaartuigen van de Unie, in bepaalde wateren buiten de Unie van toepassing zijn (PB L 29 van 31.1.2019, blz.

1).

9www.nafo.int/">https://www.nafo.int/

10In afwachting van publicatie.

11Artikel 20 van het Interinstitutioneel Akkoord van 16 december 2020 tussen het Europees Parlement, de Raad van de Europese Unie en de Europese Commissie betreffende begrotingsdiscipline, samenwerking in begrotingszaken en goed financieel beheer, alsmede betreffende nieuwe eigen middelen, met inbegrip van een routekaart voor de invoering van nieuwe eigen middelen (PB L 433I van 22.12.2020, blz. 28).

NL NL