Toelichting bij COM(2024)191 - - Hoofdinhoud
Dit is een beperkte versie
U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.
dossier | COM(2024)191 - . |
---|---|
bron | COM(2024)191 |
datum | 26-04-2024 |
• Motivering en doel van het voorstel
Op basis van de onderhandelingsrichtsnoeren die de Raad in december 2014 had vastgesteld, heeft de Commissie met Andorra en San Marino onderhandeld over een verreikende associatieovereenkomst die voorziet in de deelname van deze landen aan de interne markt van de Europese Unie en in samenwerking buiten het kader van de vier vrijheden. In zijn conclusies van juni 2022 heeft de Raad de Commissie verzocht de onderhandelingen voor eind 2023 af te ronden. Op 7 december 2023 werden de onderhandelingen afgerond en werd op het niveau van de hoofdonderhandelaars overeenstemming bereikt over een associatieovereenkomst. De onderhandelingen werden gevoerd in overleg met de Groep EVA van de Raad. Het Europees Parlement is op de hoogte gebracht van het resultaat van de onderhandelingen.
Bijgaand voorstel vormt het rechtsinstrument voor het verlenen van machtiging tot ondertekening en voorlopige toepassing van de Overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Unie en respectievelijk het Vorstendom Andorra (hierna “Andorra” genoemd) en de Republiek San Marino (hierna “San Marino” genoemd) (hierna “de overeenkomst” genoemd).
De overeenkomst voorziet in de deelname van respectievelijk Andorra en San Marino aan een homogene uitgebreide interne markt onder gelijke mededingingsvoorwaarden en met inachtneming van dezelfde regels, en het bijbehorende horizontale en flankerende beleid, en vervangt tegelijkertijd de huidige douane-unies tussen de EU en elk van deze landen.
Daarnaast bevat de overeenkomst een kader voor mogelijke samenwerking op beleidsterreinen die buiten de vier vrijheden vallen, zoals onderzoek en ontwikkeling, onderwijs, sociaal beleid, milieu, consumentenbescherming, cultuur en regionale samenwerking.
Om de doeltreffende werking van de interne markt te waarborgen, voorziet de overeenkomst in een dynamische afstemming van de regelgeving. Ook is bepaald dat de Commissie verantwoordelijk is voor de toepassing van de EU-wetgeving inzake staatssteun in Andorra en San Marino. De overeenkomst bevat voorts bepalingen tot instelling van een geschillenbeslechtingsmechanisme met het Hof van Justitie van de Europese Unie als arbiter voor geschillen over de interpretatie en toepassing van de overeenkomst.
Tot slot wordt rekening gehouden met de situatie van Andorra en San Marino als kleine staten, overeenkomstig Verklaring nr. 3 over artikel 8 van het Verdrag betreffende de Europese Unie (VEU)1. Dit komt tot uiting in een aantal aanpassingen aan de bepalingen van de rechtshandelingen van de EU die zijn opgenomen in de bijlagen bij de overeenkomst, alsook in verschillende overgangsperioden voor de uitvoering en toepassing van delen van het EU-acquis. Sectorale aanpassingen hebben met name betrekking op het gebied van het vrije verkeer van personen, waarvoor kwantitatieve beperkingen voor bepaalde soorten verblijf zijn vastgesteld, geïnspireerd op die welke met Liechtenstein zijn overeengekomen in de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte2. Er is ook voorzien in overgangsperioden op gebieden als telecommunicatie, vervoer en energie. Er zijn ook specifieke aanpassingen opgenomen met betrekking tot het ontbreken van een bepaalde industriële sector, zoals delen van de vervoerssector.
De overeenkomst voorziet ook in een gefaseerde toegang tot de interne markt van de EU voor financiële diensten, waarbij Andorra en San Marino kunnen besluiten geen toegang te zoeken tot de gehele interne markt van de EU voor financiële diensten. Deze mogelijkheid geldt niet langer dan 15 jaar na de inwerkingtreding van de overeenkomst. Gezien de specifieke kenmerken van Andorra en San Marino en de daarmee verband houdende specifieke regels en bepalingen die zijn ingevoerd om een ordelijke en gezonde marktintegratie mogelijk te maken, was het noodzakelijk de markttoegang op het gebied van financiële diensten aan specifieke waarborgen te verbinden, als aanvulling op de bepalingen die de betrekkingen tussen de lidstaten op de interne markt regelen, met name wat betreft de vereisten inzake lokale dienstverlening en de noodbevoegdheden van de Europese toezichthoudende autoriteiten.
• Verenigbaarheid met bestaande bepalingen op het beleidsterrein
De overeenkomst is een belangrijke mijlpaal die rechtstreeks beantwoordt aan, enerzijds, de doelstelling van de EU om bijzondere betrekkingen met de buurlanden te ontwikkelen, zoals uiteengezet in artikel 8 VEU, en, anderzijds, het verklaarde belang van deze twee landen om een hechtere band met de EU op te bouwen.
De belangrijkste belangen van de EU, zoals vermeld in de mededeling van de Commissie van 20123 en het verslag van 20134, die in latere conclusies van de Raad en uiteindelijk in de onderhandelingsrichtsnoeren van de Raad tot uiting komen, omvatten de bijdrage die nauwere economische banden kunnen leveren aan meer werkgelegenheid, handel en investeringen in EU-regio’s die aan deze landen grenzen. Gezien de belemmeringen voor de toegang van kleine landen tot de interne markt van de EU en de samenwerking op andere gebieden, zou er een aanzienlijk potentieel zijn om de betrekkingen verder te ontwikkelen, tot wederzijds voordeel, door belemmeringen voor grensoverschrijdende economische activiteiten weg te nemen.
Daarnaast voorziet de overeenkomst in een coherent en efficiënt institutioneel kader voor de betrekkingen, met inbegrip van institutionele bepalingen om de homogeniteit en de goede werking van de interne markt, de ondeelbaarheid van de vier vrijheden en de rechtszekerheid te waarborgen, rekening houdend met de bijzondere situatie van elk van deze landen.
a) De EU en Andorra
De EU en Andorra hebben geleidelijk nauwe banden tot stand gebracht, onder meer na de sluiting van verschillende bilaterale overeenkomsten.
De hieronder vermelde bilaterale overeenkomsten houden op van kracht te zijn en worden vervangen door de overeenkomst. Zij komen te vervallen op de datum van inwerkingtreding van de overeenkomst.
- Overeenkomst in de vorm van een briefwisseling tussen de Europese Economische Gemeenschap en het Prinsdom Andorra van 28 juni 19905, en
- Samenwerkingsovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en het Prinsdom Andorra van 15 november 20046.
De onderstaande bilaterale overeenkomsten blijven van kracht na de inwerkingtreding van de overeenkomst:
- Monetaire overeenkomst tussen de Europese Unie en het Vorstendom Andorra van 30 juni 20117, en
- Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en het Vorstendom Andorra waarbij wordt voorzien in maatregelen van gelijke strekking als die welke zijn vervat in Richtlijn 2003/48/EG van de Raad betreffende belastingheffing op inkomsten uit spaargelden in de vorm van rentebetaling van 15 november 20048.
b) De EU en San Marino
De EU en San Marino hebben geleidelijk nauwe banden tot stand gebracht, onder meer na de sluiting van verschillende bilaterale overeenkomsten.
De hieronder vermelde bilaterale overeenkomst houdt op van kracht te zijn en wordt vervangen door de overeenkomst. Zij komen te vervallen op de datum van inwerkingtreding van de overeenkomst.
- Overeenkomst tot instelling van een douane-unie en samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Republiek San Marino van 16 december 19919.
De onderstaande bilaterale overeenkomsten blijven van kracht na de inwerkingtreding van de overeenkomst:
- Monetaire overeenkomst tussen de Europese Unie en de Republiek San Marino van 27 maart 201210, en
- Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek San Marino waarbij wordt voorzien in maatregelen van gelijke strekking als die welke zijn vervat in Richtlijn 2003/48/EG van de Raad betreffende belastingheffing op inkomsten uit spaargelden in de vorm van rentebetaling. Memorandum van overeenstemming van 7 december 200411.
• Verenigbaarheid met andere beleidsterreinen van de Unie
De overeenkomst is volledig in overeenstemming met het EU-beleid en de Verdragen, met behoud van de integriteit en de autonomie van de rechtsorde van de EU. De overeenkomst verplicht de EU er niet toe haar regels, voorschriften of normen op enig gereglementeerd gebied te wijzigen. Aldus worden de waarden, de doelstellingen en de belangen van de EU bevorderd, en wordt gezorgd voor de samenhang, de doeltreffendheid en de continuïteit van haar beleid en haar optreden.
2. RECHTSGRONDSLAG, SUBSIDIARITEIT EN EVENREDIGHEID
• Rechtsgrondslag
De materiële rechtsgrondslag voor het voorgestelde besluit van de Raad over de ondertekening is artikel 217 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU). Gezien het brede bereik van de beoogde overeenkomst is dat de geschiktste rechtsgrondslag.
De procedurele rechtsgrondslag is artikel 218, lid 5, VWEU, gelezen in samenhang met artikel 218, lid 8, tweede alinea, VWEU, dat voorziet in eenparigheid van stemmen in de Raad.
De rechtsgrondslag voor het voorgestelde besluit van de Raad is derhalve artikel 217 VWEU, gelezen in samenhang met artikel 218, lid 5, VWEU en artikel 218, lid 8, tweede alinea, VWEU.
3. OVERIGE ELEMENTEN
• Uitvoering door organen die in het kader van de overeenkomst zijn opgericht
De overeenkomst voorziet in een institutioneel kader dat is samengesteld uit een Associatiecomité bestaande uit vertegenwoordigers van de EU, Andorra en San Marino, alsmede een Gemengd Comité en verschillende subcomités van zowel de EU als elk van beide landen. Bij de overeenkomst is ook een mechanisme voor de nakoming van verplichtingen ingesteld voor het geval een van de partijen verzuimt om verplichtingen uit hoofde van de overeenkomst na te komen.
• Uitvoering en toepassing van de overeenkomst
Overeenkomstig artikel 216, lid 2, VWEU zijn door de Unie gesloten overeenkomsten bindend voor de instellingen van de EU en voor de lidstaten.
De hieronder uiteengezette tussentijdse oplossingen zijn tijdens de voorlopige toepassing nodig om de zeer omvangrijke en ophanden zijnde actualisering van het EU-acquis dat is opgenomen in de geassocieerde-staatprotocollen en de bijlagen daarbij, mogelijk te maken, met het oog op een dynamische afstemming tijdens de voorlopige toepassing:
(a) Het is passend de Commissie te machtigen, overeenkomstig artikel 218, lid 7, VWEU, om namens de Unie bepaalde wijzigingen van de overeenkomst goed te keuren die volgens een vereenvoudigde procedure of door een bij de overeenkomst opgericht orgaan moeten worden vastgesteld. Dergelijke wijzigingen hebben betrekking op artikel 108 van de kaderovereenkomst wat betreft wijzigingen van de geassocieerde-staatprotocollen, met uitzondering van de bijlagen. De Commissie dient de Raad vooraf in kennis te stellen van de bovengenoemde voorgestelde wijzigingen. De Raad kan tegen die voorgestelde wijzigingen bezwaar maken door een blokkerende minderheid van de Raad overeenkomstig artikel 16, lid 4, VEU. In dat geval moet de Commissie de voorgestelde wijzigingen namens de Unie verwerpen, onverminderd de mogelijkheid om vervolgens overeenkomstig artikel 218, lid 9, VWEU een voorstel bij de Raad in te dienen.
(a) Het is ook passend de Commissie overeenkomstig artikel 218, lid 7, VWEU te machtigen om namens de Unie haar goedkeuring te hechten aan het standpunt met betrekking tot besluiten van de Gemengde Comités waarbij de in de bijlagen bij de geassocieerde-staatprotocollen opgenomen EU-handelingen eenvoudig worden uitgebreid tot respectievelijk Andorra en San Marino, onder voorbehoud van technische aanpassingen.
Er bestaan robuuste handhavingsmechanismen om de naleving van de verplichtingen uit hoofde van de overeenkomst te waarborgen. De overeenkomst biedt de partijen ook de mogelijkheid om maatregelen te nemen ter bescherming van hun belangen, zoals compenserende maatregelen voor de onjuiste toepassing van de overeenkomst, vrijwaringsmaatregelen in geval van ernstige economische, maatschappelijke en milieuproblemen van regionale aard die door de toepassing van de overeenkomst worden veroorzaakt, of vrijwaringsmaatregelen in geval van een terroristische aanslag, een natuurramp of een door de mens veroorzaakte ramp die een van de partijen treft. Het is belangrijk dat de EU die maatregelen ten volle snel en doeltreffend kan toepassen. Daartoe moet, totdat een specifiek wetgevingsbesluit tot regeling van de vaststelling van bovengenoemde maatregelen in de EU in werking treedt, elk besluit van de EU om dergelijke maatregelen te nemen, door de Commissie worden genomen overeenkomstig de voorwaarden van de overeenkomstige bepalingen van de overeenkomst.
• Artikelsgewijze toelichting
De overeenkomst bevat de volgende elementen: een kaderovereenkomst; zeven kaderprotocollen; twee geassocieerde-staatprotocollen; en 25 technische bijlagen bij elk geassocieerde-staatprotocol, met alle rechtshandelingen van de EU die binnen het toepassingsgebied van de overeenkomst vallen.
De voornaamste elementen van het voorstel zijn:
a) De kaderovereenkomst
De kaderovereenkomst bevat de essentiële elementen voor de toekomstige associatie tussen de EU en respectievelijk Andorra en San Marino, die de deelname van Andorra en San Marino aan een homogene uitgebreide interne markt onder gelijke mededingingsvoorwaarden en met inachtneming van dezelfde regels garandeert en tegelijkertijd een kader schept voor de ontwikkeling en bevordering van dialoog en samenwerking op andere gebieden van gemeenschappelijk belang. In de kaderovereenkomst is bepaald dat Andorra en San Marino het Unierechtelijke beginsel van non-discriminatie op grond van nationaliteit moeten eerbiedigen.
De kaderovereenkomst biedt ook een coherent, doeltreffend en efficiënt institutioneel kader om de homogeniteit van de interne markt en de rechtszekerheid voor (onder meer) marktdeelnemers en burgers te waarborgen.
De overeenkomst biedt de mogelijkheid dat de EU en een van de geassocieerde staten de overeenkomst reeds toepassen, in afwachting van de afronding van de ratificatieprocedure voor de inwerkingtreding van de overeenkomst tussen de drie overeenkomstsluitende partijen.
b) Zeven kaderprotocollen
De overeenkomst bevat zeven kaderprotocollen ter verduidelijking en nadere invulling van de bepalingen van de kaderovereenkomst.
Van deze kaderprotocollen bevat Kaderprotocol nr. 1 (betreffende horizontale aanpassingen) een aantal algemene regels, onder meer met betrekking tot de werking van specifieke aanpassingen, waaronder overgangsperioden en bepaalde afwijkingen.
Kaderprotocol nr. 3 (betreffende financiële diensten) is opgezet op basis van de volgende elementen:
- de toegang tot de eengemaakte markt van de EU voor financiële diensten hangt af van een uitgebreide evaluatie van de volledige en doeltreffende uitvoering van het EU-acquis voor de financiële sector en de robuustheid van de regelgevings- en toezichtskaders van de geassocieerde staten;
- het kaderprotocol voorziet in een gefaseerde aanpak, waarbij de geassocieerde staten kunnen besluiten geen toegang proberen te verkrijgen tot de gehele interne markt van de EU voor financiële diensten. Deze mogelijkheid geldt niet langer dan 15 jaar na de inwerkingtreding van de overeenkomst;
- markttoegang vereist de goedkeuring door de Commissie van een positieve aanbeveling dat aan alle in het protocol gestelde noodzakelijke voorwaarden is voldaan;
- indien de regelgevings- of toezichtskaders van een geassocieerde staat tekortkomingen vertonen, heeft de EU de mogelijkheid om de markttoegang op te schorten;
- lokale aanwezigheid en verlening van diensten in de geassocieerde staten zijn vereist;
- naleving van het acquis inzake de bestrijding van het witwassen van geld is een voorwaarde om toegang te krijgen tot de EU-markt voor financiële diensten;
- de Europese toezichthoudende autoriteiten zullen een belangrijke rol spelen in het auditproces, waaraan ook de bevoegde autoriteiten van de EU-lidstaten kunnen deelnemen. Bovendien zullen zij hun gezag ten aanzien van de geassocieerde staten en hun financiële dienstensector kunnen uitoefenen.
De andere kaderprotocollen hebben betrekking op aspecten als: a) de tenuitvoerlegging van mededingingsregels ten aanzien van ondernemingen; b) de organisatie van de samenwerking op het gebied van statistiek; c) de status van het Parlementair Associatiecomité; d) arbitrageprocedures; en e) bestaande overeenkomsten.
c) Twee geassocieerde-staatprotocollen
De geassocieerde-staatprotocollen betreffen aangelegenheden die strikt bilateraal zijn (tussen de EU en een van de geassocieerde staten), zoals bepalingen inzake douanesamenwerking.
d) 25 bijlagen bij elk geassocieerde-staatprotocol
Elk geassocieerde-staatprotocol gaat vergezeld van 25 bijlagen met de rechtshandelingen van de EU die binnen het toepassingsgebied van de overeenkomst vallen. De bijlagen bevatten verscheidene sectorale of specifieke aanpassingen aan de specifieke kenmerken van Andorra en San Marino die voortvloeien uit de specifieke nabijheid van hun buurlanden, hun omvang en hun relatief kleine bevolking. De bijlagen bevatten ook overgangsperioden voor de overname, uitvoering en toepassing van bepaalde EU-rechtshandelingen door de twee landen.
Bijlage I (Veterinaire en fytosanitaire aangelegenheden) | Bijlage VI (Sociale zekerheid) | Bijlage XI (Elektronische communicatie, audiovisuele diensten en informatiemaatschappij) | Bijlage XVI (Aanbestedingen) | Bijlage XXI (Statistiek) |
Bijlage II (Technische voorschriften, normen, keuring en certificatie) | Bijlage VII (Erkenning van beroepskwalificaties) | Bijlage XII (Vrij verkeer van kapitaal) | Bijlage XVII (Intellectuele eigendom) | Bijlage XXII (Vennootschapsrecht) |
Bijlage III (Productaansprakelijkheid) | Bijlage VIII (Recht van vestiging) | Bijlage XIII (Vervoer) | Bijlage XVIII (Gezondheid en veiligheid op het werk, arbeidsrecht en gelijke behandeling van mannen en vrouwen) | Bijlage XXIII (Douane) |
Bijlage IV (Energie) | Bijlage IX (Financiële diensten) | Bijlage XIV (Mededinging) | Bijlage XIX (Consumentenbescherming) | Bijlage XXIV (Landbouw) |
Bijlage V (Vrij verkeer van werknemers) | Bijlage X (Algemene diensten) | Bijlage XV (Staatssteun) | Bijlage XX (Milieu-klimaat) | Bijlage XXV (Handel) |
BIJLAGEN:
Inhoudsopgave
- Bijlage, deel 1: Kaderovereenkomst, kaderprotocollen
- De onderstaande bilaterale overeenkomsten blijven van kracht na de inwerkingtreding van de overeenkomst:
- Kaderprotocol nr. 3 (betreffende financiële diensten) is opgezet op basis van de volgende elementen:
- Bijlage, deel 2: Andorra-protocol
- Bijlage, deel 3: Bijlage I bij het Andorra-protocol
- Bijlage, deel 4: Bijlage II bij het Andorra-protocol
- Bijlage, deel 5: Bijlagen III, IV, V, VI, VII, VIII, IX en X bij het Andorra-protocol
- Bijlage, deel 6: Bijlagen XI, XII, XIII, XIV, XV, XVI, XVII, XVIII en XIX bij het Andorra-protocol
- Bijlage, deel 7: Bijlagen XX, XXI, XXII, XXIII, XXIV en XXV bij het Andorra-protocol
- Bijlage, deel 8: San Marino-protocol
- Bijlage, deel 9: Bijlage I bij het San Marino-protocol
- Bijlage, deel 10: Bijlage II bij het San Marino-protocol
- Bijlage, deel 11: Bijlagen III, IV, V, VI, VII, VIII, IX en X bij het San Marino-protocol
- Bijlage, deel 12: Bijlagen XI, XII, XIII, XIV, XV, XVI, XVII, XVIII en XIX bij het San Marino-protocol
- Bijlage, deel 13: Bijlagen XX, XXI, XXII, XXIII, XXIV en XXV bij het San Marino-protocol
Bijlage, deel 6: Bijlagen XI, XII, XIII, XIV, XV, XVI, XVII, XVIII en XIX bij het Andorra-protocol
Bijlage, deel 12: Bijlagen XI, XII, XIII, XIV, XV, XVI, XVII, XVIII en XIX bij het San Marino-protocol
Bijlage, deel 14: Verklaringen