Toelichting bij COM(2024)460 - Toekenning van macrofinanciële bijstand op korte termijn aan Egypte - Hoofdinhoud
Dit is een beperkte versie
U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.
dossier | COM(2024)460 - Toekenning van macrofinanciële bijstand op korte termijn aan Egypte. |
---|---|
bron | COM(2024)460 |
datum | 15-03-2024 |
• Motivering en doel van het voorstel
De Europese Unie (“EU”) en Egypte zijn overeengekomen hun betrekkingen te verdiepen en een strategisch en breed partnerschap voor gedeelde welvaart, stabiliteit en veiligheid te ontwikkelen, op basis van gezamenlijk belang en wederzijds vertrouwen en voortbouwend op de reeds bestaande positieve agenda in de betrekkingen tussen de EU en Egypte. Het strategisch en breed partnerschap zal betrekking hebben op specifieke samenwerkingsgebieden die in de gezamenlijke verklaring zijn uiteengezet en die zijn verdeeld over zes interventiepijlers, namelijk: politieke betrekkingen; economische stabiliteit; investeringen en handel; migratie; samenwerking op het gebied van veiligheid en rechtshandhaving; demografie en menselijk kapitaal. De uitvoering van de samenwerking op deze gebieden zal het potentieel van de betrekkingen tussen de EU en Egypte ten volle benutten.
Het partnerschap zal worden ondersteund door een financieel pakket dat bestaat uit steun op korte en op langere termijn voor de noodzakelijke macrobudgettaire en sociaal-economische hervormingsagenda, en uit verhoogde bedragen die beschikbaar zijn om investeringen in Egypte te ondersteunen en gerichte steun voor de uitvoering van de verschillende strategische prioriteiten.
Dit financiële pakket zal worden verstrekt in een moeilijke economische situatie waarin Egypte nog steeds aanzienlijke en onvervulde financieringsbehoeften heeft. In dit verband verzochten de Egyptische autoriteiten de EU op 12 maart 2024 om steun via macrofinanciële bijstand (“MFB”) nadat op 6 maart 2024 met het Internationaal Monetair Fonds (“IMF”) overeenstemming op technisch niveau over een uitgebreide faciliteit van 8 miljard USD werd aangekondigd.
Na enige veerkracht tijdens de pandemie te hebben getoond, deels dankzij hervormingen in het kader van opeenvolgende IMF-programma’s sinds 2016, is de macrobudgettaire situatie van Egypte de afgelopen maanden aanzienlijk verslechterd. De afgelopen twee jaar is de externe druk toegenomen en is de schuld van Egypte verder gestegen, mede als gevolg van een tragere uitvoering van de hervormingen die in oktober 2022 in de overeenkomst op technisch niveau met het IMF zijn overeengekomen. De gevolgen van de Russische oorlog tegen Oekraïne en de terroristische aanslagen van Hamas in Israël op 7 oktober 2023 hebben geleid tot langdurige kapitaaluitstroom en een lagere uitvoer van diensten, met name uit het toerisme en de opbrengsten van het Suezkanaal. Dit is met name problematisch in het licht van de moeilijke begrotingssituatie van Egypte met toenemende overheidsschuld en aanhoudende tekorten, alsook een chronisch tekort op de lopende rekening. De belangrijkste ratingbureaus hebben de ratings van Egypte sinds april 2023 verlaagd, waardoor de rating van de staatsschuld van het land na het uitbreken van de oorlog in Gaza uiteindelijk lager dan investment grade werd. Egypte wordt nog steeds geconfronteerd met zeer grote uitdagingen, waaronder de hoge inflatie, de diepgewortelde economische voetafdruk van de staat, inefficiënties op de valutamarkt en de overloopeffecten van het conflict in Gaza, die de economische stabiliteit van Egypte verder hebben verzwakt en druk hebben uitgeoefend op de externe en begrotingssituatie van het land en tegelijkertijd de algehele kwetsbaarheid van het land voor externe schokken vergroten.
Tegen de achtergrond van de verslechterende regionale stabiliteit, van de belangrijke rol van Egypte in de regio en van de sluiting van de overeenkomst op technisch niveau over een nieuw IMF-programma en na een grondige beoordeling van de economische situatie in Egypte en in het kader van het strategisch en breed partnerschap tussen Egypte en de EU, dient de Commissie bij de Raad een voorstel in voor nieuwe macrofinanciële bijstand op korte termijn van maximaal 1 miljard EUR ten gunste van Egypte, als onderdeel van een totaal MFB-pakket van maximaal 5 miljard EUR aan leningen.
De voorgestelde macrofinanciële bijstand zou Egypte helpen een deel van het volledige externe financieringstekort te dekken, dat in het kader van het nieuwe IMF-programma voor de periode 2024-2027 op 17,7 miljard USD wordt geraamd. De financieringsbehoeften zijn bijzonder acuut in de tweede helft van 2024, met een aanzienlijk algemeen financieringstekort dat door het IMF wordt geraamd op 9,3 miljard USD in het komende begrotingsjaar (“FY”, juli-juni) 2024/25. Dit maakt het absoluut noodzakelijk ervoor te zorgen dat tegen het einde van dit jaar al een eerste aanzienlijke bijdrage via macrofinanciële bijstand kan worden geleverd. Dit lijkt onmogelijk als het besluit overeenkomstig artikel 212 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (“VWEU”) zou worden vastgesteld volgens de gewone wetgevingsprocedure, gezien de beperkingen die bij het komende einde van de zittingsperiode van het Parlement horen, in combinatie met de tijd die daarna nog nodig is om de macrofinanciële bijstand volledig uit te voeren, onder meer om overeenstemming te bereiken over een reeks beleidshervormingen ter ondersteuning van de bijstand. Daarom is het gerechtvaardigd om bij wijze van uitzondering gebruik te maken van artikel 213 VWEU, dat bepaalt dat het besluit door de Raad alleen voor dit eerste deel van het MFB-pakket kan worden vastgesteld.
De uitbetaling zou in één tranche plaatsvinden, strikt gekoppeld aan bevredigende vorderingen bij de uitvoering van zowel het IMF-programma als een aantal beleidsmaatregelen waarover tussen de Commissie en de Egyptische autoriteiten overeenstemming moet worden bereikt en die in een memorandum van overeenstemming moeten worden opgesomd. Het memorandum van overeenstemming kan in beginsel hervormingen omvatten om de rol van de particuliere sector in de economie te bevorderen, evenals hervormingen van het monetaire en wisselkoersbeleid, voortgezette hervormingen van het beheer van de overheidsfinanciën en verbeteringen van het mechanisme voor sociale ondersteuning.
Zoals nader uitgewerkt in het werkdocument van de diensten van de Commissie bij dit voorstel, is de Commissie, mede op basis van de beoordeling van de politieke situatie door de Europese Dienst voor extern optreden, van oordeel dat aan de economische voorwaarden voor het voorgestelde MFB-pakket is voldaan, terwijl de vooruitgang met betrekking tot de politieke basisvoorwaarde voortdurend zal worden gemonitord om na te gaan of de naleving van de criteria in een bevredigende richting verloopt.
• Algemene context
De groei vertraagde als gevolg van zowel binnenlandse als externe factoren. Na een krachtig herstel na de pandemie van 6,7 % in FY21/22, is de reële bbp-groei in FY22/23 gedaald tot 3,8 % en bleef hij in het kwartaal juli-september 2023 dalen tot 2,6 % op jaarbasis. De hoge inflatie, de onzekerheid rond de wisselkoers en de trage uitvoering van de hervormingen wogen op de consumptie en de investeringen. De voorheen sterke uitvoer van diensten is onder druk komen te staan, aangezien het conflict in Gaza het toerisme verzwakt en de Houthi-aanvallen in de Rode Zee de opbrengsten van het Suezkanaal hebben doen dalen. De bedrijvigheid in de particuliere sector met uitzondering van aardolie, op basis van de Purchasing Managers’Index, bleef in januari 2024 contractief omdat de orderportefeuilles verzwakten en de productie afnam. De verwachtingen van het bedrijfsleven verslechterden als gevolg van de sputterende vraag van klanten. In december 2023 was de werkloosheid licht gedaald tot 6,9 %.
De inflatie is hoog gebleven tegen de achtergrond van een volatiele parallelle wisselkoers, die gedurende het grootste deel van 2023 en begin 2024 aanzienlijk afweek van de vrijwel stabiele officiële wisselkoers. De consumptieprijsinflatie bedroeg in januari 2024 29,8 % op jaarbasis, na een jaargemiddelde van 33,8 % in 2023. Belangrijk is dat de stijging van de voedselprijzen enigszins afnam, maar nog steeds hoog was met 47,9 % in januari, waarmee de overeenkomstige uitgaven ongeveer een derde van het consumptiepakket uitmaakten. Al vóór de huidige crisis bevond ongeveer 30 % van de bevolking zich in armoede, zij hadden dan ook bijzonder hard te lijden onder de hogere inflatie van de voedselprijzen. Terwijl de officiële reserves in januari iets opliepen tot 35,3 miljard USD of ongeveer 7,5 maanden invoer en de totale netto buitenlandse activa van het financiële stelsel in december 2023 een negatieve positie van 27,2 miljard USD bereikten, zullen beide naar verwachting verbeteren als gevolg van de instroom uit de op 23 februari 2024 aangekondigde investeringen van de Verenigde Arabische Emiraten (“VAE”) van 35 miljard USD en de nieuwe flexibele wisselkoersregeling. Aangezien de officiële wisselkoers sinds de laatste devaluatie in februari 2023 tot maart 2024 op ongeveer 31 Egyptische pond per Amerikaanse dollar werd vastgesteld, leidden de deviezentekorten tot een groeiende parallelle markt met fluctuerende koersen tussen 50 en 70 EGP/USD. Toen de overeenkomst op technisch niveau met het IMF op 6 maart 2024 werd ondertekend, hebben de autoriteiten een flexibele valutaregeling ingevoerd en werd de EGP vastgesteld op ongeveer 50 EGP/USD. De centrale bank van Egypte liet de overgang naar een flexibele wisselkoers gepaard gaan met een aanzienlijke stijging van de rente met 600 basispunten in een poging om de inflatie te beteugelen.
De situatie op het gebied van de overheidsfinanciën blijft een grote uitdaging. Het begrotingstekort verslechterde door oplopende rentebetalingen, terwijl de overheidsschuld hoog blijft. Het totale begrotingstekort is in FY22/23 globaal stabiel gebleven op ongeveer 6 % van het bbp. In de eerste helft van FY23/24 (juli-december 2023) is het tekort op jaarbasis echter nominaal met 75,3 % gestegen, aangezien de groei van de uitgaven groter was dan de groei van de ontvangsten, met name als gevolg van een verdubbeling van de rentebetalingen, die nu oplopen tot 97,8 % van de totale begrotingsontvangsten in dezelfde periode. Voor FY23/24 als geheel gaat het IMF ervan uit dat de rentebetalingen 87,2 % van de totale begrotingsontvangsten zullen bedragen. Het totale begrotingstekort wordt in FY23/24 geraamd op 6,3 % van het bbp. De overheidsschuld bedroeg 95,9 % van het bbp eind FY22/23, een stijging ten opzichte van 88,5 % het boekjaar voordien en het hoogste sinds 2017, en zal naar verwachting stijgen tot 96,4 % dit boekjaar.
De lopende rekening is verbeterd, maar regionale crises houden aanzienlijke risico’s in. Tegelijkertijd zal de investeringsovereenkomst met de VAE waarschijnlijk de invoer doen toenemen. Na een tekort van 3,5 % in FY21/22 is het tekort op de lopende rekening in het afgelopen boekjaar gedaald tot 1,2 % en in het kwartaal juli-september 2023 in nominale termen met nog eens 12 % op jaarbasis verbeterd. Terwijl het toerisme en het Suezkanaal krachtige steun verleenden, daalde de uitvoer van goederen. De geldovermakingen namen sterk af omdat Egyptenaren in het buitenland de overgewaardeerde officiële wisselkoers vermeden. Een sterke invoerdaling hielp het algemene tekort onder controle te houden. Uit hoogfrequente gegevens blijkt dat het toerisme en de opbrengsten van het Suezkanaal sindsdien bijzonder hard zijn getroffen door het conflict in Gaza en de aanslagen in de Rode Zee en dat de daarmee gepaard gaande neerwaartse risico’s nog steeds aanzienlijk zijn. De eenmaking van het voorheen gefragmenteerde wisselkoerssysteem zal er waarschijnlijk toe bijdragen dat geldovermakingen terugkeren naar de officiële kanalen. Tegelijkertijd zal de uitvoering van de investeringsovereenkomst van de VAE begin 2025 de invoer waarschijnlijk doen toenemen.
In FY22/23 bereikte Egypte zijn doelstelling van 10 miljard USD aan buitenlandse directe investeringen bijna, een stijging van 12,3 % ten opzichte van FY21/22. Dit omvatte de verkoop van overheidsactiva in het kader van het nieuwe staatseigendomsbeleid. De investeringsovereenkomst met de VAE zal een verdere impuls geven aan buitenlandse directe investeringen, hoewel het onduidelijk blijft of de door de staat gestuurde investering van het staatsfonds van de VAE ook zal leiden tot marktgestuurde investeringen van elders. De beleggingsstromen, die voorheen een aanzienlijke maar volatiele bron van harde valuta waren, zijn nog niet teruggekeerd naar Egypte na de massale uitstroom die begon toen de Russische oorlog tegen Oekraïne begon en een belangrijke kwetsbaarheid voor Egypte weerspiegelde. De tot dusver bestaande achterstand bij binnenlandse hervormingen, met inbegrip van de langverwachte wisselkoerseenmaking en, recenter, de onzekerheid als gevolg van de oorlog in Gaza, zullen de instroom van kapitaal waarschijnlijk verder hebben afgeremd. Moody’s verlaagde de kredietvooruitzichten van Egypte van stabiel naar negatief medio januari 2024 en verwees daarbij naar de risico’s van de toenemende rentediensten, de herbalancering van de wisselkoers en de toenemende externe druk. Eerder in oktober 2023 hadden Moody’s, S en Fitch allemaal de overheidsschuld van Egypte verlaagd tot onder investment grade als gevolg van een recordinflatie, een chronisch tekort aan vreemde valuta en de toenemende overheidsschuld van de overheid.
• Verenigbaarheid met bestaande bepalingen op het beleidsterrein
• Verenigbaarheid met andere beleidsterreinen van de Unie
De EU en Egypte hebben in de loop der jaren nauwe politieke en economische betrekkingen uitgebouwd, die geformaliseerd zijn met de sluiting van de associatieovereenkomst die in 2004 volledig in werking is getreden. Deze betrekkingen kregen onlangs een nieuwe impuls met de goedkeuring in februari 2021 van het hernieuwde partnerschap met het zuidelijk nabuurschap “Een nieuwe agenda voor het Middellandse Zeegebied” en de daaropvolgende goedkeuring van de partnerschapsprioriteiten EU-Egypte 2021-2027 in juni 2022 tijdens de negende Associatieraad. De partnerschapsprioriteiten vormen het beleidskader tot 2027 en bestrijken drie brede gebieden: i) modernisering van de Egyptische economie op duurzame wijze, ii) versterking van de samenwerking op het gebied van buitenlands beleid, iii) waarborgen van de stabiliteit door samenwerking op het gebied van veiligheid en terrorismebestrijding, migratie en bevordering van de mensenrechten. Ook het indicatieve meerjarenprogramma EU-Egypte voor de periode 2021-2027, het programmeringsdocument van de EU voor Egypte, is gebaseerd op de partnerschapsprioriteiten.
Egypte heeft ook sterke economische banden met de EU. De EU blijft de belangrijkste handelspartner van Egypte, zowel wat invoer als wat uitvoer betreft, en een van de grootste investeerders in Egypte. In 2022 heeft Egypte zijn handelstekort met de EU verminderd dankzij de sterkere uitvoer van met name olie, gas en meststoffen. Overeenkomstig de mededeling van februari 2021 over de evaluatie van het handelsbeleid van de Unie, staat de EU ervoor open met Egypte samen te werken aan de modernisering van de bilaterale handels- en investeringsbetrekkingen, onder meer door ervoor te zorgen dat de handels- en mededingingsbepalingen van de associatieovereenkomst tussen de EU en Egypte integraal worden uitgevoerd op een zodanige manier dat het volledige potentieel wordt benut.
De samenwerking zal verder worden verdiept in het kader van het strategisch en breed partnerschap voor gedeelde welvaart, stabiliteit en veiligheid dat tijdens de tiende zitting van de Associatieraad op 23 januari 2024 is bevestigd. De samenwerking zal specifieke gebieden bestrijken, waaronder politieke betrekkingen, goed bestuur, mensenrechten en fundamentele vrijheden, macro-economische stabiliteit, duurzame investeringen en handel, energie, water, voedselzekerheid en klimaatverandering, migratie, veiligheid en ontwikkeling van menselijk kapitaal.
Landen die onder het Europees nabuurschapsbeleid vallen, komen voor macrofinanciële bijstand in aanmerking (indien ze aan verschillende voorwaarden voldoen). De macrofinanciële bijstand van de EU zou een aanvulling vormen op de subsidies die worden gemobiliseerd in het kader van het instrument voor nabuurschapsbeleid, ontwikkeling en internationale samenwerking – Europa in de wereld (“NDICI - Europa in de wereld”) en andere EU-programma’s. Door de Egyptische autoriteiten te steunen bij de totstandbrenging van een passend kader om het macro-economische beleid te hervormen en structurele hervormingen door te voeren, zou de macrofinanciële bijstand van de EU de meerwaarde en de doelmatigheid van alle financiële interventies van de EU, ook via andere financiële instrumenten, ten goede komen.
2. RECHTSGRONDSLAG, SUBSIDIARITEIT EN EVENREDIGHEID
• Rechtsgrondslag
De rechtsgrondslag van dit voorstel is artikel 213 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (“VWEU”). De financieringsbehoeften van Egypte zijn bijzonder acuut in de tweede helft van 2024, gezien het aanzienlijke algemene financieringstekort dat in het komende begrotingsjaar 2024/25 op 9,3 miljard USD wordt geraamd, waardoor het absoluut noodzakelijk is om tegen het einde van het jaar MFB-steun te kunnen uitbetalen. Dit is onmogelijk als het besluit overeenkomstig artikel 212 VWEU door het Europees Parlement en de Raad zou worden vastgesteld volgens de gewone wetgevingsprocedure, gezien de beperkingen die bij het komende einde van de zittingsperiode van het Parlement horen, in combinatie met de tijd die daarna nog nodig is om de macrofinanciële bijstand volledig uit te voeren, onder meer om overeenstemming te bereiken over een reeks beleidshervormingen ter ondersteuning van de bijstand. Daarom is het gerechtvaardigd om gebruik te maken van artikel 213 VWEU om dit besluit te laten vaststellen door de Raad, onverminderd toekomstige MFB-operaties.
• Subsidiariteit (bij niet-exclusieve bevoegdheid)
Het subsidiariteitsbeginsel is geëerbiedigd aangezien de doelstelling om de macro-economische stabiliteit op korte termijn in Egypte te herstellen, onvoldoende kan worden verwezenlijkt door de lidstaten alleen en derhalve beter door de Europese Unie kan worden verwezenlijkt. De belangrijkste redenen zijn de budgettaire beperkingen op nationaal niveau en de behoefte aan krachtige donorcoördinatie om de omvang en de doeltreffendheid van de bijstand zo groot mogelijk te maken.
• Evenredigheid
Het voorstel is in overeenstemming met het evenredigheidsbeginsel: het blijft beperkt tot hetgeen minimaal vereist is om de doelstellingen van macro-economische stabiliteit op korte termijn te verwezenlijken en gaat niet verder dan wat voor dat doel nodig is.
Zoals hierboven vermeld, zou de in dit besluit voorgestelde MFB-operatie het eerste deel vormen van een MFB-steunpakket van in totaal maximaal 5 miljard EUR, verdeeld in dit MFB-pakket op korte termijn van maximaal 1 miljard EUR, en een tweede reguliere MFB-operatie van maximaal 4 miljard EUR1. Zoals de Commissie op basis van de ramingen van het IMF in het kader van de regeling inzake de uitgebreide financieringsfaciliteit heeft berekend, komt het bedrag van de twee voorgestelde nieuwe MFB-operaties neer op 56,7 % van het geraamde resterende financieringstekort voor de periode FY24/25-FY26/27. Dit strookt met de standaardpraktijken inzake lastenverdeling voor MFB-operaties (voor een land met een associatieovereenkomst zou de bovengrens 60 % bedragen volgens de conclusies van de Raad van 8 oktober 2002), rekening houdend met de bijstand die door andere bilaterale en multilaterale donoren aan Egypte is toegezegd.
• Keuze van het instrument
Projectfinanciering of technische bijstand zou niet geschikt of afdoende zijn voor de verwezenlijking van de macro-economische doelstellingen. De belangrijkste meerwaarde van macrofinanciële bijstand in vergelijking met andere EU-instrumenten zou zijn dat hij de externe financiële druk verlicht en de totstandkoming van een stabiel macro-economisch kader faciliteert, onder meer door een houdbare betalingsbalans en begrotingssituatie en een passend kader om brede structurele hervormingen te bevorderen. Door aan de totstandbrenging van een passend algemeen beleidskader bij te dragen, kan macrofinanciële bijstand de doeltreffendheid vergroten van de acties die in Egypte in het kader van andere instrumenten van de EU met een nauwere focus worden gefinancierd.
3. EVALUATIE, RAADPLEGING VAN BELANGHEBBENDEN EN EFFECTBEOORDELING
• Raadpleging van belanghebbenden
De macrofinanciële bijstand wordt toegekend als een integrerend onderdeel van de internationale steun voor de economische stabilisatie van Egypte. Bij het opstellen van dit voorstel voor macrofinanciële bijstand hebben de diensten van de Commissie overleg gepleegd met het IMF en de Wereldbank, die reeds omvangrijke financieringsprogramma’s in het land hebben lopen en nieuwe programma’s in voorbereiding hebben. De Commissie heeft het Plaatsvervangend Economisch en Financieel Comité op 12 maart 2024 geraadpleegd, dat zijn goedkeuring aan het ontwerpvoorstel heeft gehecht. De Commissie heeft ook regelmatig contact gehad met de Egyptische autoriteiten.
• Bijeenbrengen en gebruik van expertise
Overeenkomstig de vereisten van Verordening (EU, Euratom) 2018/10462 (“het Financieel Reglement”) zullen de diensten van de Commissie, op tijd voor de uitvoering van de steun, een operationele beoordeling uitvoeren van de financiële en administratieve procedures in Egypte om zich ervan te vergewissen dat de bestaande procedures voor het beheer van de programmabijstand, met inbegrip van macrofinanciële bijstand, voldoende garanties bieden.
• Effectbeoordeling
De macrofinanciële bijstand van de EU is een uitzonderlijk noodinstrument om ernstige betalingsbalansmoeilijkheden in derde landen aan te pakken. Dit voorstel voor macrofinanciële bijstand is dus vrijgesteld van het vereiste dat een effectbeoordeling moet worden verricht overeenkomstig de richtsnoeren inzake betere regelgeving van de Commissie (SWD(2015) 111 final), omdat het politiek noodzakelijk is dat in een urgente situatie snel wordt gereageerd.
Meer in het algemeen bouwen de voorstellen inzake macrofinanciële bijstand van de Commissie voort op lessen die zijn getrokken uit evaluaties achteraf van eerdere operaties in de buurlanden van de EU. Deze MFB-operatie en het bijbehorende economische aanpassings- en hervormingsprogramma zullen bijdragen aan verlichting van het financieringstekort van Egypte op korte termijn, de beleidsmaatregelen ondersteunen die erop gericht zijn de betalingsbalans op de middellange termijn en fiscale duurzaamheid te versterken en de duurzame groei te verhogen, en vormen dus een aanvulling op het door het College van Bewindvoerders van het IMF vastgestelde verhoogde programma. Die beleidsvoorwaarden moeten enkele van de fundamentele tekortkomingen aanpakken die in de loop der jaren uit de Egyptische economie en het stelsel voor economische governance naar voren zijn gekomen. Beleidshervormingsmaatregelen zouden in beginsel betrekking kunnen hebben op onder meer hervormingen inzake empowerment van de particuliere sector, hervormingen van het monetaire en wisselkoersbeleid, voortgezette hervormingen van het beheer van de overheidsfinanciën en versterking van het mechanisme voor sociale ondersteuning, waarbij de basis wordt gelegd voor het tweede deel van het MFB-pakket en die een aanvulling vormen op andere inspanningen die in het kader van het breed en strategisch partnerschap worden ondersteund.
• Grondrechten
Landen die onder het Europees nabuurschapsbeleid vallen, komen voor macrofinanciële bijstand in aanmerking. Een basisvoorwaarde voor het verlenen van macrofinanciële bijstand is het eerbiedigen van doeltreffende democratische mechanismen, waaronder een parlementair meerpartijenstelsel en de rechtsstaat, en het waarborgen van de eerbiediging van de mensenrechten, waarbij Egypte in dit geval concrete en geloofwaardige stappen moet blijven zetten in de richting van de naleving van deze criteria.
De uitdagingen op het gebied van de mensenrechten in Egypte blijven aanzienlijk, met name wat betreft de bescherming van de fundamentele vrijheden, het bestuur en de rechtsstaat. De afgelopen jaren heeft het politieke leiderschap in Egypte echter verschillende stappen gezet en meer nadruk gelegd op het belang van de eerbiediging van de mensenrechten; het heeft de noodtoestand afgeschaft (met uitzondering van gebieden in de Sinaï), de eerste nationale strategie voor de mensenrechten gelanceerd, de presidentiële amnestiecommissie nieuw leven ingeblazen, meer dan 1000 politieke gevangenen vrijgelaten en de nationale dialoog aangevat. Voorts heeft Egypte zijn betrokkenheid bij de EU op het gebied van mensenrechten geïntensiveerd, waardoor de SVEU voor de mensenrechten in 2022 voor het eerst Caïro heeft bezocht. Egypte is sinds kort ook betrokken bij internationale fora en werkt samen met het OHCHR van de VN in een door de EU gefinancierd project dat tot doel heeft een partnerschap tussen de EU en de VN tot stand te brengen en zich aan te sluiten bij synergieën om een cultuur van mensenrechten in Egypte te versterken. Egypte heeft voorts in zijn nationale strategie voor de mensenrechten verklaard voornemens te zijn de wet inzake voorlopige hechtenis te hervormen, de detentieomstandigheden te verbeteren, het aantal misdaden waarop de doodstraf staat, te beperken en de mensenrechtencultuur in alle overheidsinstellingen te versterken. Er is behoefte aan een doeltreffende uitvoering, en tot dusver is vooruitgang geboekt in het institutionele traject.
In het licht van het bovenstaande kan worden geoordeeld dat Egypte een aantal relevante stappen heeft gezet om aan de criteria te voldoen. Tegelijkertijd moet de effectieve vooruitgang op het gebied van de uitvoering worden voortgezet, met name in het kader van de eigen nationale strategie voor de mensenrechten van Egypte. Tijdens de uitvoering van de macrofinanciële bijstand zal voortdurend toezicht worden gehouden op de vooruitgang om na te gaan of de naleving van de criteria in een bevredigende richting verloopt.
4. GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING
Aangezien dit het eerste deel van een MFB-pakket van in totaal maximaal 5 miljard EUR aan leningen is, zal de voorgestelde MFB-operatie voor Egypte van maximaal 1 miljard EUR naar verwachting worden uitbetaald in één tranche, die in de tweede helft van 2024 zal worden vrijgegeven. Voorzieningen zullen in het kader van de garantie voor extern optreden worden verstrekt met een voorzieningspercentage van 9 %, dat in het kader van NDICI – Europa in de wereld zal worden geprogrammeerd, voor een totaalbedrag van 90 miljoen EUR (begrotingsonderdeel 14 02 01 70 “NDICI – Europa in de wereld – Voorziening van het gemeenschappelijk voorzieningsfonds”).
De leningen worden verstrekt in de vorm van aflossingsleningen met een aflossingsvrije periode en daaropvolgende aflossingen van kapitaal in gelijke tranches over een langere periode. Een dergelijke leningstructuur zal gunstig zijn voor zowel de begunstigde, doordat aflossingen worden vergemakkelijkt, als de begroting, doordat voorwaardelijke verplichtingen over een lange periode worden gespreid.
5. OVERIGE ELEMENTEN
• Uitvoeringsplanning en regelingen betreffende controle, evaluatie en rapportage
De Europese Unie stelt Egypte macrofinanciële bijstand beschikbaar van ten hoogste 1 miljard EUR in de vorm van leningen op middellange tot lange termijn, hetgeen zal bijdragen aan de dekking van de resterende financieringsbehoeften van Egypte in 2024. Het is de bedoeling dat de bijstand in één tranches wordt uitgekeerd, op voorwaarde dat de hervormingen tijdig zijn uitgevoerd en andere relevante basisvoorwaarden vervuld blijven.
De bijstand zal door de Commissie worden beheerd. Daarbij zijn met het Financieel Reglement strokende specifieke bepalingen ter preventie van fraude en andere onregelmatigheden van toepassing.
De Commissie en de Egyptische autoriteiten zullen een memorandum van overeenstemming overeenkomen waarin de maatregelen voor structurele hervorming die met de voorgestelde MFB-operatie gepaard moeten gaan, onder meer qua timing en volgorde, worden vastgelegd. Zoals doorgaans voor macrofinanciële bijstand zouden de uitbetalingen bovendien onder meer afhankelijk worden gesteld van bevredigende evaluaties in het kader van het IMF-programma. De Commissie zal nauw met de Egyptische autoriteiten samenwerken om toe te zien op de vorderingen met betrekking tot de beleidsmaatregelen en de hierboven gespecificeerde basisvoorwaarden.