Toelichting bij COM(2024)29 - Wijziging van Verordening (EU) 2021/1173 wat betreft een EuroHPC-initiatief voor start-ups om Europees leiderschap op het gebied van betrouwbare artificiële intelligentie te stimuleren

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

1. ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

Motivering en doel van het voorstel

Bij Verordening (EU) 2021/1173 van de Raad1 tot intrekking van Verordening (EU) 2018/1488 van de Raad2 is de Gemeenschappelijke Onderneming Europese high-performance computing opgericht en zijn de opdracht en doelstellingen ervan vastgesteld. De gemeenschappelijke onderneming heeft als opdracht in de Unie een wereldwijd toonaangevend ecosysteem van gefedereerde, beveiligde en hypergeconnecteerde supercomputing, kwantumcomputing en diensten- en data-infrastructuurvoorzieningen te ontwikkelen, uit te rollen, uit te breiden en in stand te houden; de ontwikkeling en invoering te ondersteunen van vraag- en gebruikersgestuurde innovatieve en concurrerende supercomputingsystemen op basis van een toeleveringsketen die zorgt voor componenten, technologieën en kennis, die het risico op verstoringen beperkt, en die de ontwikkeling mogelijk maakt van een breed scala aan toepassingen die voor die systemen zijn geoptimaliseerd; en het gebruik van deze supercomputinginfrastructuur uit te breiden tot een groot aantal publieke en particuliere gebruikers, alsook de dubbele digitale en groene transitie en de ontwikkeling van sleutelvaardigheden voor de Europese wetenschap en industrie te ondersteunen.

In haar toespraak over de Staat van de Unie van 20233 kondigde voorzitter Von der Leyen een nieuw initiatief aan om de supercomputingcapaciteit van de Unie open te stellen voor innovatieve Europese start-ups op het gebied van betrouwbare artificiële intelligentie (AI) om hun modellen te trainen. Deze modellen vereisen aanzienlijke hoeveelheden rekenkracht om de meest geavanceerde basismodellen te trainen en te finetunen teneinde het volledige potentieel van AI te ontsluiten, een vereiste waaraan alleen met supercomputing kan worden voldaan.

Aangezien de krachtigste supercomputingcapaciteit van wereldklasse van de Unie te vinden is in de faciliteiten van de Gemeenschappelijke Onderneming Europese high-performance computing (EuroHPC) (de “gemeenschappelijke onderneming”), moeten deze faciliteiten beschikbaar worden gesteld om dit initiatief te verwezenlijken. Daarom wordt voorgesteld een verdere doelstelling voor de gemeenschappelijke onderneming in te voeren, die betrekking heeft op de bijdrage van supercomputers aan dit nieuwe AI-initiatief van de Unie.

Deze nieuwe doelstelling zal de gemeenschappelijke onderneming in staat stellen de verdere ontwikkeling van een zeer concurrerend en innovatief ecosysteem voor start-ups en onderzoek op het gebied van AI in Europa te ondersteunen, inclusief de ontwikkeling en adoptie van Europese AI-oplossingen, door AI-fabrieken te exploiteren. Ze zal bestaan in het uitrollen en exploiteren van AI-gerichte supercomputers die op dezelfde locatie als grote datacentra zijn ondergebracht of die via zeer snelle netwerken met datacentra verbonden zijn, het verbeteren van de prestaties van deze supercomputers door hun AI-capaciteiten regelmatig te upgraden; en het aanbieden van specifieke AI-georiënteerde supercomputingdiensten ter ondersteuning van het ecosysteem voor start-ups, wetenschap en innovatie op het gebied van AI voor de grootschalige training en ontwikkeling van betrouwbare en ethische AI-modellen en -systemen voor algemene doeleinden, en van AI-gebruikersgemeenschappen voor de ontwikkeling, validering en exploitatie van opkomende AI-toepassingen, met name op het gebied van gezondheid en zorg, klimaatverandering, robotica en geconnecteerd en geautomatiseerd rijden. Ze zal ook een pool voor de ontwikkeling van talent bevorderen om activiteiten op het gebied van hoger onderwijs, opleiding, scholing en omscholing aan relevante AI-belanghebbenden aan te bieden. De AI-fabrieken zullen synergieën op EU-niveau tot stand brengen en zullen met andere relevante AI-initiatieven van de Unie samenwerken en deze bundelen, zoals het platform voor artificiële intelligentie on demand, de faciliteiten voor het testen van en experimenteren met AI, de EuroHPC-competentiecentra, de EuroHPC-excellentiecentra en andere opkomende Europese AI-initiatieven. Deze veranderingen zullen de gemeenschappelijke onderneming in staat stellen computerkracht en -diensten op maat aan te bieden ter bevordering van de grootschalige training, ontwikkeling en adoptie van AI in de Unie, iets waar de huidige verordening niet specifiek in voorziet.

Verenigbaarheid met bestaande bepalingen op het beleidsterrein

Het doel van dit voorstel is het toepassingsgebied van Verordening (EU) 2021/1173 van de Raad van 13 juli 2021 tot oprichting van de Gemeenschappelijke Onderneming Europese high-performance computing en tot intrekking van Verordening (EU) 2018/1488 uit te breiden om de Unie in staat te stellen in te spelen op nieuwe technologische ontwikkelingen en strategische vereisten, met name de ontwikkeling van AI-software en -infrastructuur, en op de behoefte om supercomputingtechnologieën open te stellen voor start-ups.

Verenigbaarheid met andere beleidsterreinen van de Unie

Dit voorstel is volledig in overeenstemming met ander beleid van de Unie, met name het beleid dat is vastgesteld in het kader van de prioriteit van de Commissie “Een Europa dat klaar is voor het digitale tijdperk”.

2. RECHTSGRONDSLAG, SUBSIDIARITEIT EN EVENREDIGHEID

Rechtsgrondslag

De rechtsgrondslag voor de voorgestelde gewijzigde verordening is artikel 187 en de eerste alinea van artikel 188 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.

Subsidiariteit

Het subsidiariteitsbeginsel is van toepassing voor zover het voorstel geen gebieden bestrijkt die onder de exclusieve bevoegdheid van de Unie vallen.

Verordening (EU) 2021/1173 van de Raad is in overeenstemming met het subsidiariteitsbeginsel, aangezien de doelstellingen ervan, namelijk de versterking van de onderzoeks- en innovatiecapaciteit, de verwerving van supercomputers en kwantumcomputers, en de toegang tot high-performance computing-, kwantumcomputing- en data-infrastructuur in de hele Unie door middel van een gemeenschappelijke onderneming, niet voldoende door de lidstaten kunnen worden verwezenlijkt, maar, om onnodige overlappingen te voorkomen, kritische massa te behouden en ervoor te zorgen dat overheidsfinanciering optimaal wordt gebruikt, beter op EU-niveau kunnen worden verwezenlijkt.

Het toenemende belang van HPC voor de wetenschap en de publieke en particuliere sector in de afgelopen jaren gaat gepaard met een exponentiële stijging van de investeringen die nodig zijn om wereldwijd concurrerend te blijven. Dit wordt nog verergerd door de recente stijging van de kosten van de versnellers die onontbeerlijk zijn om op wereldvlak concurrerend te blijven wat betreft de ontwikkeling en training van de grote artificiële-intelligentiemodellen. Daardoor wordt alom erkend dat het aanbieden van gedeelde infrastructuur en het gezamenlijke gebruik van bestaande capaciteiten de Europese AI-gemeenschap in alle lidstaten ten goede zouden komen. Dit geldt ook voor lidstaten die eventueel moeite hebben autonome nationale HPC-infrastructuur te creëren, maar waardevolle bijdragen kunnen leveren aan en voordeel kunnen trekken van gefedereerde en gekoppelde HPC-capaciteiten op EU-niveau.

De voorgestelde wijziging zal de gemeenschappelijke onderneming in staat stellen haar supercomputingcapaciteit beschikbaar te stellen aan innovatieve Europese start-ups, teneinde de ontwikkeling, het testen en de validering van AI-oplossingen te bevorderen en de grootschalige training en ontwikkeling van betrouwbare en ethische AI-modellen en -systemen voor algemene doeleinden mogelijk te maken, waardoor het concurrentievermogen en de industriële basis van Europa op het gebied van AI worden versterkt. Alleen een dergelijk gemeenschappelijk optreden op het niveau van de Unie kan de economische veiligheid en technologische soevereiniteit van de Unie vergroten en haar instrumenten en regelgevende bevoegdheden benutten om mondiale regels en normen op het gebied van AI vorm te geven, en tegelijkertijd een aanzienlijke bijdrage leveren aan de adoptie van AI door de industrie, het onderzoek en de overheidsdiensten van Europa.

Evenredigheid

Het voorstel voldoet aan het in artikel 5 van het Verdrag betreffende de Europese Unie vastgestelde evenredigheidsbeginsel, aangezien het voorziet in een doeltreffend samenwerkingskader dat passend is voor alle actieterreinen van dit initiatief, het niet verder gaat dan wat nodig is om de vastgestelde problemen op te lossen en het evenredig is met de doelstellingen ervan.

Keuze van het instrument

Voor de oprichting en exploitatie van een gemeenschappelijke onderneming waarin de Unie participeert, is een verordening van de Raad vereist, waarvan nu een wijziging wordt voorgesteld.

3. EVALUATIE, RAADPLEGING VAN BELANGHEBBENDEN EN EFFECTBEOORDELING

Niet van toepassing. Dit is een wijziging van een bestaande verordening, waardoor er geen ex-postevaluatie, raadpleging van belanghebbenden of effectbeoordeling zijn uitgevoerd.

4. GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING

Er zullen geen extra middelen uit de EU-begroting nodig zijn, maar de voorgestelde maatregelen betreffen een herschikking van de in de gemeenschappelijke onderneming beschikbare middelen.

5. OVERIGE ELEMENTEN

Artikelsgewijze toelichting




De wijziging van de verordening breidt het toepassingsgebied ervan uit om een nieuwe doelstelling toe te voegen aan de zes bestaande doelstellingen van de gemeenschappelijke onderneming: de AI-fabrieken ontwikkelen en exploiteren ter ondersteuning van de verdere ontwikkeling van een zeer concurrerend en innovatief AI-ecosysteem in de Unie. De opname van deze doelstelling is bedoeld om tegemoet te komen aan de unieke overwegingen en vereisten in verband met de uitrol en exploitatie van computersystemen die nodig zijn voor de ontwikkeling, training en exploitatie van grootschalige AI-modellen. Er moet worden verduidelijkt dat de wijzing één verandering introduceert: de opname van AI-fabrieken in het toepassingsgebied van de verordening.

Dit is een reactie op de belangrijke technologische en regelgevingsontwikkelingen op het gebied van AI die hebben plaatsgevonden sinds de oorspronkelijke verordening in 2021 in werking is getreden.

De wijziging doet geen afbreuk aan de verplichtingen van de lidstaten die deelnemen aan de gemeenschappelijke onderneming om de beginselen inzake staatssteun in acht te nemen. Verordening (EU) 2021/1173 van de Raad bevat reeds bepalingen ter zake: in overweging 59 ervan wordt gespecificeerd dat subsidiering door programma’s van de Unie moet stroken met de beginselen inzake staatssteun om de doeltreffendheid van de overheidsinvesteringen te waarborgen en marktverstoringen te voorkomen; en in artikel 7 wordt gespecificeerd dat de bijdragen van de lidstaten aan de begunstigden de regels inzake staatssteun onverlet moeten laten.

In het licht van deze ontwikkelingen wordt in het nieuwe voorgestelde punt 3 ter van artikel 2 de definitie van een AI-gerichte supercomputer gegeven en wordt in punt 3 quater van dat artikel de definitie van een AI-fabriek gegeven. Artikel 2, punt 9, wordt gewijzigd om de AI-gerichte supercomputers als een verdere categorie van EuroHPC-supercomputers op te nemen. Een nieuw punt h) van artikel 3, lid 2, bevat de nieuwe doelstelling van de gemeenschappelijke onderneming om de AI-fabrieken te ontwikkelen en te exploiteren ter ondersteuning van de verdere ontwikkeling van een zeer concurrerend en innovatief AI-ecosysteem in de Unie, terwijl aan artikel 4, lid 1, een nieuw punt h) wordt toegevoegd waarin de nieuwe op AI gerichte activiteitenpijler van de gemeenschappelijke onderneming wordt gedefinieerd. Ook artikel 9, lid 5, punt g), artikel 10, lid 2, punt 1, artikel 16, lid 1, en artikel 17, lid 1, worden in dit verband gewijzigd.

Een nieuw artikel 12 bis bevat bepalingen voor de verwerving en eigendom van AI-gerichte supercomputers door de gemeenschappelijke onderneming. In artikel 16, lid 1 ter, en artikel 16, lid 2 ter, wordt uiteengezet hoe deze supercomputers zullen worden gebruikt en wat de toegangsvoorwaarden ervan zijn.

Artikel 15 wordt aangepast om meer flexibiliteit te bieden voor het upgraden van de bestaande EuroHPC-supercomputers, onder meer met het oog op de versterking van hun artificiële-intelligentiecapaciteiten. Het oorspronkelijke EuroHPC-artikel 15 was bedoeld om een tijdige upgrade van de supercomputers mogelijk te maken teneinde hun capaciteiten of operationele levensduur uit te breiden. Hierin werden duidelijke limieten gesteld om de prioriteit van investeringen in de verwerving van nieuwe supercomputers te handhaven. Het bleek echter dat deze limiet het niet mogelijk maakte de bestaande EuroHPC-supercomputers optimaal te benutten om de return on investment te maximaliseren. De uitrol van de EuroHPC-supercomputinginfrastructuur liep tot twee jaar vertraging op als gevolg van de COVID-19-crisis, met name vanwege de schaarste aan microprocessoren. Aangezien de EuroHPC-supercomputers het einde van hun operationele levensduur nog niet hebben bereikt, is het veel kosteneffectiever om de capaciteiten van de bestaande EuroHPC-supercomputers te upgraden dan om nieuwe supercomputers met voldoende computerprestaties te verwerven.