Toelichting bij COM(2023)332 - Wijziging van Verordening 2021/768 wat betreft uitvoeringsmaatregelen voor de nieuwe eigen middelen van de EU

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

1. ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

Doelstellingen van het voorstel

In december 2021 heeft de Commissie drie nieuwe inkomstenbronnen voor de EU-begroting voorgesteld1, namelijk een bijdrage van het emissiehandelssysteem (ETS), van het mechanisme voor koolstofgrenscorrectie (“carbon border adjustment mechanism” – CBAM) en eigen middelen op basis van een deel van de restwinsten van multinationals dat in het kader van de recente OESO/G20-overeenkomst (“Pijler 1”) aan de EU-lidstaten zal worden toegewezen (het “voorstel voor eigen middelen”). Bij het voorstel voor een verordening van de Raad2 tot wijziging van Verordening (EU, Euratom) 2021/768 van 30 april 2021 met betrekking tot uitvoeringsmaatregelen voor nieuwe eigen middelen van de Europese Unie (“implementing measures for the system of own resources” – “IMSOR”)3 worden de controle- en inspectiebevoegdheden van de Commissie vastgesteld die nodig zijn om deze drie nieuwe eigen middelen ten uitvoer te leggen.

Meer dan een jaar later wijzigt de Commissie dit “voorstel voor eigen middelen”4 en voegt zij er een nieuwe bron voor eigen middelen aan toe op basis van statistische bedrijfswinsten. Voorstel COM (2022) 102 final moet daarom worden aangepast om ervoor te zorgen dat de Commissie met het oog op een correcte toepassing van deze nieuwe eigen middelen over evenredige controle- en toezichtbevoegdheden beschikt.

Ten tweede hebben de medewetgevers in 2023 de CBAM-verordening vastgesteld. Hierbij werd de Commissie belast met aanvullende controle- en inspectiebevoegdheden ten opzichte van het oorspronkelijke voorstel van de Commissie van juli 2021. De IMSOR moeten worden aangepast om een balans op te maken van de gecentraliseerde governance waarin de CBAM-verordening voorziet.

Verenigbaarheid met bestaande bepalingen op het beleidsterrein

Dit voorstel houdt verband met de “terbeschikkingstellingsverordeningen”, met name: i) Verordening (EU, Euratom) nr. 609/2014 van de Raad (voor de traditionele eigen middelen en de eigen middelen op basis van de belasting over de toegevoegde waarde en het bruto nationaal inkomen)5; en ii) Verordening (EU, Euratom) 2021/770 van de Raad (voor de eigen middelen op basis van kunststof verpakkingsafval)6.

2. RECHTSGRONDSLAG, SUBSIDIARITEIT EN EVENREDIGHEID

Rechtsgrondslag

De rechtsgrondslag van dit voorstel is artikel 311, vierde alinea, VWEU.

Evenredigheid

Dit voorstel voor een Verordening van de Raad tot wijziging van Verordening (EU, Euratom) 2021/768 voegt de vereiste maatregelen voor de nieuwe eigen middelen toe. De opname van nieuwe eigen middelen in het eigenmiddelenbesluit vraagt om geactualiseerde wetgeving die uitvoeringsmaatregelen voor deze nieuwe eigen middelen omvat en de bestaande maatregelen verbetert.

Keuze van het instrument

De keuze voor een verordening van de Raad is rechtstreeks gebaseerd op artikel 311, vierde alinea, van het VWEU, dat specifiek bepaalt: “De Raad stelt (…) bij verordeningen de uitvoeringsmaatregelen voor het stelsel van eigen middelen van de Unie vast”.

3. INHOUD VAN DE WIJZIGING

Aanvullende uitvoeringsmaatregelen voor de eigen middelen op basis van statistische bedrijfswinsten

De Commissie stelt voor de bijdrage van de lidstaten te berekenen op basis van de statistische bedrijfswinsten die zijn vastgesteld uit hoofde van het Europees systeem van rekeningen 2010 (ESR 2010) overeenkomstig Verordening (EU) nr. 549/20137.

Om meer zekerheid te verkrijgen over de vergelijkbaarheid van de gegevens die de nationale bureaus voor de statistiek gebruiken om de aggregaten voor de eigen middelen op basis van de statistische bedrijfswinsten op te stellen, zal de Commissie (Eurostat) de gegevensbronnen en de methodologie verifiëren die worden gebruikt om de gegevens op te stellen, waarbij het toepassingsgebied van de bestaande bni-verificaties wordt uitgebreid. Daarom moet de Commissie (Eurostat) in het kader van deze verordening de bevoegdheid krijgen om de vereiste verificaties uit te voeren.

Evaluatie van de noodzaak van controlebevoegdheden met betrekking tot de eigen middelen van het CBAM

Overeenkomstig artikel 15 en artikel 19 van de CBAM-verordening8 moet de Commissie risicogebaseerde controles uitvoeren en de inhoud van de CBAM-aangiften dienovereenkomstig beoordelen. Op de in het CBAM-register geregistreerde gegevens en transacties kan zij risicogebaseerde controles verrichten om ervoor te zorgen dat er zich geen onregelmatigheden voordoen bij de aankoop, het bezit, de inlevering, de terugkoop en de annulering van CBAM-certificaten.

Als de balans wordt opgemaakt van de controles die nu in de sectorale wetgeving zijn opgenomen, waaronder de bovengenoemde taken ter uitvoering van het beginsel dat een efficiënt en doeltreffend kader moet worden vastgesteld, worden geen aanvullende controles en inspecties ter plaatse nodig geacht. Voorstel COM (2022) 102 final wordt dienovereenkomstig gewijzigd.