Toelichting bij COM(2023)615 - Hervormingsprogramma 2023 en stabiliteitsprogramma 2023 van Litouwen

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

Aanbeveling voor een

AANBEVELING VAN DE RAAD

over het nationale hervormingsprogramma 2023 van Litouwen en met een advies van de Raad over het stabiliteitsprogramma 2023 van Litouwen

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 121, lid 2, en artikel 148, lid 4,

Gezien Verordening (EG) nr. 1466/97 van de Raad van 7 juli 1997 over versterking van het toezicht op begrotingssituaties en het toezicht op en de coördinatie van het economisch beleid1, en met name artikel 5, lid 2,

Gezien Verordening (EU) nr. 1176/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 november 2011 betreffende de preventie en correctie van macro-economische onevenwichtigheden2, en met name artikel 6, lid 1,

Gezien de aanbeveling van de Europese Commissie,

Gezien de resoluties van het Europees Parlement,

Gezien de conclusies van de Europese Raad,

Gezien het advies van het Comité voor de werkgelegenheid,

Gezien het advies van het Economisch en Financieel Comité,

Gezien het advies van het Comité voor sociale bescherming,

Gezien het advies van het Comité voor de economische politiek,

1.

Overwegende hetgeen volgt:


Verordening (EU) 2021/241 van het Europees Parlement en de Raad3, waarbij de herstel- en veerkrachtfaciliteit werd ingesteld, is op 19 februari 2021 in werking getreden. De herstel- en veerkrachtfaciliteit biedt de lidstaten financiële ondersteuning voor de uitvoering van hervormingen en investeringen, die worden gerealiseerd met budgettaire stimulansen door de EU. In overeenstemming met de prioriteiten van het Europees Semester draagt zij bij tot economisch en sociaal herstel en de uitvoering van duurzame hervormingen en investeringen, met name om de groene en de digitale transitie te stimuleren en de economieën van de lidstaten veerkrachtiger te maken. Zij helpt ook de overheidsfinanciën te versterken en de groei en werkgelegenheid op middellange en lange termijn te stimuleren, de territoriale cohesie binnen de EU te verbeteren en de verdere uitvoering van de Europese pijler van sociale rechten te ondersteunen. De maximale financiële bijdrage per lidstaat in het kader van de herstel- en veerkrachtfaciliteit is op 30 juni 2022 bijgewerkt, overeenkomstig artikel 11, lid 2, van Verordening (EU) 2021/241.

Op 22 november 2022 heeft de Commissie haar goedkeuring gehecht aan de jaarlijkse duurzamegroeianalyse 20234 en daarmee de aanzet gegeven tot het Europees Semester 2023 voor coördinatie van het economisch beleid. De Europese Raad heeft op 23 maart 2023 zijn goedkeuring gehecht aan de prioriteiten van de analyse rond de vier dimensies van concurrerende duurzaamheid. Op 22 november 2022 heeft de Commissie op grond van Verordening (EU) nr. 1176/2011 ook het waarschuwingsmechanismeverslag 2023 aangenomen, waarin zij Litouwen identificeert als een van de lidstaten die door onevenwichtigheden geraakt kan zijn of het risico loopt daardoor geraakt te worden, en waarvoor een diepgaande evaluatie nodig zou zijn. Op dezelfde datum heeft de Commissie ook een advies goedgekeurd over het ontwerpbegrotingsplan 2023 van Litouwen. De Commissie heeft ook een aanbeveling voor een aanbeveling van de Raad over het economisch beleid van de eurozone goedgekeurd, die de Raad op 16 mei 2023 heeft aangenomen, alsook het voorstel voor het gezamenlijk verslag over de werkgelegenheid 2023 waarin de uitvoering van de werkgelegenheidsrichtsnoeren en de beginselen van de Europese pijler van sociale rechten wordt geanalyseerd, dat de Raad op 13 maart 2023 heeft aangenomen.

Hoewel de economieën in de EU blijk geven van opvallende veerkracht, blijft de geopolitieke context een negatief effect hebben. Aangezien de EU resoluut achter Oekraïne staat, is de economische en sociale beleidsagenda van de EU erop gericht om op korte termijn de negatieve gevolgen van energieschokken voor zowel kwetsbare huishoudens als bedrijven te beperken en op middellange termijn de inspanningen met het oog op de verwezenlijking van de groene en de digitale transitie, de ondersteuning van duurzame en inclusieve groei, de bewaking van de macro-economische stabiliteit en de vergroting van de veerkracht vol te houden. De agenda is ook sterk gericht op het vergroten van het concurrentievermogen en de productiviteit van de EU.

Op 1 februari 2023 heeft de Commissie een mededeling uitgebracht met de titel “Een industrieel plan voor de Green Deal voor het nettonultijdperk”5 om het concurrentievermogen van de nettonulindustrie van de EU te versterken en de snelle transitie naar klimaatneutraliteit te bevorderen. Het plan vormt een aanvulling op de lopende inspanningen in het kader van de Europese Green Deal en REPowerEU. Het heeft tot doel een omgeving te scheppen die gunstiger is voor het opschalen van de capaciteit van de EU om de nettonultechnologieën en -producten te fabriceren die nodig zijn om de ambitieuze klimaatdoelstellingen van de EU te halen, en de toegang tot relevante kritieke grondstoffen te waarborgen, onder meer door de aanvoer te diversifiëren, geologische hulpbronnen in de lidstaten naar behoren te exploiteren en grondstoffen zoveel mogelijk te recyclen. Het plan is gebaseerd op vier pijlers: een voorspelbaar en vereenvoudigd regelgevingskader, versnelde toegang tot financiering, het verbeteren van vaardigheden, en open handel voor veerkrachtige toeleveringsketens. Op 16 maart 2023 heeft de Commissie ook een mededeling gepubliceerd met de titel “Concurrentievermogen van de EU op lange termijn: blik op de periode na 2030”6, die is gestructureerd rond negen elkaar versterkende aanjagers, met als doel te werken aan een groeibevorderend regelgevingskader. In de mededeling worden beleidsprioriteiten vastgesteld die bedoeld zijn om actief te zorgen voor structurele verbeteringen, gerichte investeringen en regelgevingsmaatregelen voor het concurrentievermogen van de EU en haar lidstaten op lange termijn. Onderstaande aanbevelingen dragen bij tot de verwezenlijking van deze prioriteiten.

In 2023 blijft het Europees Semester voor coördinatie van het economisch beleid evolueren in overeenstemming met de uitvoering van de herstel- en veerkrachtfaciliteit. De volledige uitvoering van de herstel- en veerkrachtplannen blijft essentieel voor de verwezenlijking van de beleidsprioriteiten in het kader van het Europees Semester, aangezien de plannen betrekking hebben op alle of een aanzienlijk deel van de relevante landspecifieke aanbevelingen die in de afgelopen jaren zijn gedaan. De landspecifieke aanbevelingen 2019, 2020 en 2022 blijven ook relevant voor herstel- en veerkrachtplannen die worden herzien, bijgewerkt of gewijzigd overeenkomstig de artikelen 14, 18 en 21 van Verordening (EU) 2021/241.

De REPowerEU-verordening7, die op 27 februari 2023 is vastgesteld, heeft tot doel de afhankelijkheid van de EU van de invoer van Russische fossiele brandstoffen snel af te bouwen. Dit zal bijdragen tot energiezekerheid en de diversificatie van de energievoorziening van de EU en tegelijkertijd het gebruik van hernieuwbare energiebronnen, de opslagcapaciteit voor energie en de energie-efficiëntie vergroten. De verordening stelt de lidstaten in staat een nieuw REPowerEU-hoofdstuk toe te voegen aan hun nationale herstel- en veerkrachtplannen om belangrijke hervormingen en investeringen te financieren die de REPowerEU-doelstellingen helpen verwezenlijken. Deze plannen stimuleren ook het concurrentievermogen van de nettonulindustrie van de EU zoals uiteengezet in het industrieel plan voor de Green Deal voor het nettonultijdperk, en gaan in op de energiegerelateerde landspecifieke aanbevelingen die in 2022 en, indien van toepassing, in 2023 aan de lidstaten zijn gedaan. Met de REPowerEU-verordening wordt een nieuwe categorie niet-terugbetaalbare financiële steun ingevoerd die ter beschikking van de lidstaten wordt gesteld voor de financiering van nieuwe energiegerelateerde hervormingen en investeringen in het kader van hun herstel- en veerkrachtplannen.

Op 8 maart 2023 heeft de Commissie een mededeling aangenomen met richtsnoeren voor het begrotingsbeleid voor 2024, die erop gericht is de voorbereiding van de stabiliteits- en convergentieprogramma’s van de lidstaten te ondersteunen en aldus de beleidscoördinatie te versterken8. De Commissie heeft eraan herinnerd dat de algemene ontsnappingsclausule van het stabiliteits- en groeipact eind 2023 wordt gedeactiveerd. Zij heeft verzocht om een begrotingsbeleid in 2023-24 dat de houdbaarheid van de schuld op middellange termijn waarborgt en de potentiële groei op duurzame wijze verhoogt. De lidstaten is verzocht in hun stabiliteits- en convergentieprogramma’s 2023 uiteen te zetten hoe hun begrotingsplannen ervoor zullen zorgen dat de tekortreferentiewaarde van 3 % van het bbp wordt nageleefd en de schuld voortdurend op plausibele wijze wordt teruggedrongen, of dat de schuld op middellange termijn op een prudent niveau wordt gehouden. De Commissie heeft de lidstaten verzocht de nationale begrotingsmaatregelen die zijn ingevoerd om huishoudens en bedrijven te beschermen tegen de energieprijsschok, geleidelijk af te schaffen, te beginnen met de minst gerichte maatregelen. Zij heeft erop gewezen dat indien de steunmaatregelen zouden moeten worden verlengd vanwege de hernieuwde druk van de energieprijzen, de lidstaten dergelijke maatregelen veel beter moeten richten op kwetsbare huishoudens en ondernemingen dan in het verleden. De Commissie heeft voorgesteld de begrotingsaanbevelingen te kwantificeren, te differentiëren en te formuleren op basis van de netto primaire uitgaven, zoals voorgesteld in haar mededeling over een leidraad voor een hervorming van het EU-kader voor economische governance9. Zij heeft aanbevolen dat alle lidstaten nationaal gefinancierde investeringen blijven beschermen en zorgen voor een doeltreffend gebruik van de herstel- en veerkrachtfaciliteit en andere EU-fondsen, met name in het licht van de doelstellingen met betrekking tot de groene en de digitale transitie en veerkracht. De Commissie heeft aangegeven dat zij de Raad zal voorstellen om in het voorjaar van 2024 een op een tekort gebaseerde buitensporigtekortprocedure in te stellen op basis van de begrotingsresultaten voor 2023, in overeenstemming met de bestaande wettelijke bepalingen.

Op 26 april 2023 heeft de Commissie wetgevingsvoorstellen gepresenteerd om een uitgebreide hervorming van de EU-regels inzake economische governance uit te voeren. De voorstellen moeten vooral de overheidsschuld houdbaarder maken en tegelijkertijd duurzame en inclusieve groei bevorderen in alle lidstaten via hervormingen en investeringen. De voorstellen beogen de lidstaten meer controle te geven wat het ontwerpen van hun middellangetermijnplannen betreft, maar tuigen ook een strengere handhavingsregeling op om ervoor te zorgen dat de lidstaten de verbintenissen die zij in hun begrotingsplannen voor de middellange termijn aangaan, ook daadwerkelijk nakomen. De doelstelling is om de wetgevingswerkzaamheden in 2023 af te ronden.

Op 14 mei 2021 heeft Litouwen zijn nationale herstel- en veerkrachtplan bij de Commissie ingediend, overeenkomstig artikel 18, lid 1, van Verordening (EU) 2021/241. Krachtens artikel 19 van Verordening (EU) 2021/241 heeft de Commissie de relevantie, doeltreffendheid, efficiëntie en samenhang van het herstel- en veerkrachtplan beoordeeld overeenkomstig de beoordelingsrichtsnoeren van bijlage V bij die verordening. Op 20 juli 2021 heeft de Raad zijn besluit betreffende de goedkeuring van de beoordeling van het herstel- en veerkrachtplan voor Litouwen aangenomen10. De vrijgave van tranches is afhankelijk van een besluit van de Commissie overeenkomstig artikel 24, lid 5, van Verordening (EU) 2021/241 houdende dat Litouwen de desbetreffende mijlpalen en streefdoelen die in het uitvoeringsbesluit van de Raad zijn vastgelegd, op bevredigende wijze heeft verwezenlijkt. Onder bevredigende verwezenlijking wordt begrepen dat de verwezenlijking van eerdere mijlpalen en streefdoelen niet is teruggedraaid.

Litouwen heeft op 27 april 2023 zijn nationaal hervormingsprogramma 2023 ingediend en op 28 april 2023 zijn stabiliteitsprogramma 2023, overeenkomstig artikel 4, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1466/97. Om met de onderlinge verbanden tussen beide programma’s rekening te houden, zijn deze samen geëvalueerd. Overeenkomstig artikel 27 van Verordening (EU) 2021/241 weerspiegelt het nationale hervormingsprogramma 2023 ook de halfjaarlijkse verslaglegging van Litouwen over de vorderingen bij de verwezenlijking van zijn herstel- en veerkrachtplan.

De Commissie heeft op 24 mei 2023 het landverslag 2023 voor Litouwen11 gepubliceerd. Daarin werd de vooruitgang beoordeeld die Litouwen heeft geboekt bij de uitvoering van de desbetreffende landspecifieke aanbevelingen die de Raad tussen 2019 en 2022 heeft vastgesteld en werd de balans opgemaakt van de uitvoering door Litouwen van het herstel- en veerkrachtplan. Op basis van deze analyse werden in het landverslag lacunes vastgesteld met betrekking tot de uitdagingen die niet of slechts gedeeltelijk worden aangepakt in het herstel- en veerkrachtplan, alsook nieuwe en opkomende uitdagingen. Ook werd de vooruitgang beoordeeld die Litouwen heeft geboekt bij de uitvoering van de Europese pijler van sociale rechten en bij de verwezenlijking van de kerndoelen van de EU inzake werkgelegenheid, vaardigheden en armoedebestrijding, alsook bij de verwezenlijking van de duurzameontwikkelingsdoelstellingen van de VN.

De Commissie heeft op grond van artikel 5 van Verordening (EU) nr. 1176/2011 met betrekking tot Litouwen een diepgaande evaluatie verricht en de resultaten ervan bekendgemaakt op 24 mei 202312. Zij heeft geconcludeerd dat Litouwen niet wordt geconfronteerd met macro-economische onevenwichtigheden. Met name de kwetsbaarheden in verband met het prijsconcurrentievermogen, de externe balansen en de ontwikkeling van de huizenprijzen zijn onlangs toegenomen, maar lijken momenteel over het geheel genomen binnen de perken te blijven. De economie werd zwaar getroffen door de schok van de energieprijzen en de inflatie steeg snel; maar het concurrentievermogen van Litouwen zal zich naar verwachting langzaam herstellen omdat de energieprijzen dalen. De lopende rekening is in 2022 aanzienlijk verslechterd als gevolg van de gestegen invoerprijzen van energie, maar zal naar verwachting dit jaar vrijwel in evenwicht zijn. In de toekomst zullen kleine tekorten op de lopende rekening de houdbaarheid van de externe positie niet in gevaar brengen gezien de gezonde voorraadpositie. Niettemin dreigen de inflatie en de loondruk, indien deze aanhouden, het concurrentievermogen van Litouwen te schaden, vooral omdat de kerninflatie ruim boven het gemiddelde van het eurogebied ligt. De huizenprijzen zijn sinds de pandemie sterk gestegen, maar er zijn geen tekenen van overwaardering en de prijzen matigen nu gezien de renteverhogingen en de economische recessie die aan de gang is. Bovendien is de schuldenlast van huishoudens laag en de banksector is goed gekapitaliseerd, zeer rendabel en heeft weinig noodlijdend krediet. Het beleidskader is over het algemeen gunstig, hoewel sommige beleidsmaatregelen zouden kunnen helpen om de risico's van de vastgestelde kwetsbaarheden aan te pakken. Een voortgezet anticyclisch macroprudentieel en begrotingsbeleid, waar nodig versterkt, zou in dat opzicht belangrijk zijn. Tegelijkertijd zouden meer aandacht voor de bevordering van de concurrentie op de binnenlandse markt en beleidsmaatregelen om de kwaliteit en de kwantiteit van het arbeidsaanbod te verhogen, kunnen helpen om de druk op de prijzen en de arbeidskosten per eenheid product te beheersen.

Op basis van door Eurostat gevalideerde gegevens13 is het overheidstekort van Litouwen afgenomen van 1,2 % van het bbp in 2021 tot 0,6 % in 2022, terwijl de bruto-overheidsschuld is gedaald van 43,7 % van het bbp eind 2021 tot 38,4 % eind 2022.

Het overheidssaldo is beïnvloed door de fiscale beleidsmaatregelen die zijn genomen om de economische en sociale gevolgen van de stijging van de energieprijzen te verzachten. In 2022 omvatten dergelijke inkomstenverlagende maatregelen btw-compensaties voor stadsverwarming voor huishoudens, terwijl tot dergelijke uitgavenverhogende maatregelen onder meer bestonden uit prijsplafonds voor elektriciteitstarieven voor huishoudelijke en niet-huishoudelijke gebruikers en voor aardgastarieven voor huishoudelijke gebruikers, en subsidies voor bedrijven die actief zijn in sectoren die door hoge energieprijzen worden getroffen. De Commissie raamt de netto begrotingskosten van deze maatregelen op 1,3 % van het bbp in 2022. Het overheidssaldo is ook beïnvloed door de begrotingsuitgaven voor de tijdelijke bescherming van ontheemden uit Oekraïne, die in 2022 op 0,3 % van het bbp worden geschat. Tegelijkertijd zijn de geraamde kosten van de tijdelijke noodmaatregelen in verband met COVID-19 gedaald van 0,6 % in 2021 tot 0,4 % van het bbp in 2022.

Op 18 juni 2021 heeft de Raad Litouwen aanbevolen14 om in 2022 een ondersteunende begrotingskoers aan te houden, onder meer met behulp van de impuls die uitgaat van de herstel- en veerkrachtfaciliteit, en om nationaal gefinancierde investeringen in stand te houden. De Raad heeft Litouwen ook aanbevolen om de groei van nationaal gefinancierde lopende uitgaven onder controle te houden.

Volgens de ramingen van de Commissie was de begrotingskoers15 in 2022 contractief met 0,9 % van het bbp, wat passend was in een context van hoge inflatie. Zoals aanbevolen door de Raad is Litouwen het herstel blijven steunen met investeringen die door de herstel- en veerkrachtfaciliteit werden gefinancierd. De met subsidies uit de herstel- en veerkrachtfaciliteit en andere EU-fondsen gefinancierde uitgaven bedroegen 1,1 % van het bbp in 2022 (1,3 % van het bbp in 2021). De nationaal gefinancierde investeringen leverden een neutrale bijdrage aan de begrotingskoers16. Litouwen heeft derhalve nationaal gefinancierde investeringen gehandhaafd, zoals aanbevolen door de Raad. Tegelijkertijd heeft de groei van de nationaal gefinancierde primaire lopende uitgaven (ongerekend nieuwe maatregelen aan de ontvangstenzijde) een contractieve bijdrage aan de begrotingskoers van 0,9 procentpunt geleverd. Litouwen heeft dus de groei van de nationaal gefinancierde lopende uitgaven voldoende onder controle gehouden.

(17) Het aan de begrotingsprognoses van het stabiliteitsprogramma ten grondslag liggende macro-economische scenario is realistisch. De regering gaat ervan uit dat het reële bbp in 2023 met 0,5 % en in 2024 met 3,0 % zal groeien. In vergelijking daarmee gaan de voorjaarsprognoses 2023 van de Commissie uit van dezelfde reële bbp-groei van 0,5 % in 2023 en lagere reële bbp-groei van 2,7 % in 2024, voornamelijk als gevolg van een relatief tragere verwachte groei van de consumptie en investeringen in 2024.

In het stabiliteitsprogramma 2023 verwacht de regering dat de overheidstekortquote zal toenemen naar 2,2 % van het bbp in 2023. De stijging in 2023 is voornamelijk het gevolg van uitgavenverhogende maatregelen ter ondersteuning van huishoudens met lagere inkomens (zoals verhogingen van sociale uitkeringen en pensioenen), alsook van geraamde lagere inkomsten uit belastingen en socialezekerheidsbijdragen (als percentage van het bbp). Volgens het programma zal de overheidsschuldquote naar verwachting afnemen van 38,4 % van het bbp eind 2022 tot 37,8 % eind 2023. In de voorjaarsprognoses 2023 van de Commissie wordt voor 2023 van een overheidstekort van 1,7 % van het bbp uitgegaan. Dit is lager dan het in het stabiliteitsprogramma geraamde tekort, voornamelijk als gevolg van hogere verwachte inkomsten uit socialezekerheidsbijdragen en iets lagere schattingen van de overheidsuitgaven voor intermediair verbruik en investeringen. In de voorjaarsprognoses 2023 van de Commissie wordt gerekend op een lagere overheidsschuldquote van 37,1 % tegen eind 2023. Het verschil is te wijten aan een lager verwacht overheidstekort.

Het overheidssaldo in 2023 wordt naar verwachting nog steeds beïnvloed door de maatregelen die zijn genomen om de economische en sociale gevolgen van de stijging van de energieprijzen te verzachten. Deze bestaan uit maatregelen uit 2022 die zijn verlengd (met name: prijsplafonds voor elektriciteits- en aardgastarieven voor huishoudelijke en niet-huishoudelijke gebruikers. De netto begrotingskosten van de steunmaatregelen worden in de voorjaarsprognoses 2023 van de Commissie geraamd op 0,7 % van het bbp in 202317. De maatregelen in 2023 lijken niet gericht op de meest kwetsbare huishoudens of bedrijven en behouden de prijsprikkel niet om de vraag naar energie te verminderen en de energie-efficiëntie te verhogen. Bijgevolg zijn er geen gerichte steunmaatregelen om rekening mee te houden bij de beoordeling van de naleving van de aanbeveling voor 2023. De begrotingskosten voor tijdelijke bescherming van ontheemden uit Oekraïne zullen naar verwachting stabiel blijven in 2023, op 0,3 % van het bbp.

Op 12 juli 2022 heeft de Raad aanbevolen18 dat Litouwen actie onderneemt om er in 2023 voor te zorgen dat de groei van de nationaal gefinancierde primaire lopende uitgaven in overeenstemming is met een algemeen neutrale beleidskoers19, rekening houdend met de aanhoudende tijdelijke en gerichte steun aan huishoudens en bedrijven die het meest kwetsbaar zijn voor stijgingen van de energieprijzen en aan mensen die Oekraïne ontvluchten. Litouwen moet klaarstaan om de lopende uitgaven aan te passen aan de veranderende situatie. Litouwen is ook aanbevolen te voorzien in meer overheidsinvesteringen voor de groene en de digitale transitie en voor energiezekerheid, met inachtneming van het REPowerEU-initiatief, onder meer door gebruik te maken van de herstel- en veerkrachtfaciliteit en andere Uniefondsen.

In 2023 zal de begrotingskoers volgens de voorjaarsprognoses 2023 van de Commissie expansief zijn (-0,8 % van het bbp), tegen een achtergrond van hoge inflatie. Dit volgt op een contractieve begrotingskoers in 2022 (+0,9 % van het bbp). Verwacht wordt dat de groei van de nationaal gefinancierde primaire lopende uitgaven (ongerekend discretionaire maatregelen aan de ontvangstenzijde) in 2023 een contractieve bijdrage van 0,4 % van het bbp aan de begrotingskoers zal leveren. Kortom, de geraamde groei van de nationaal gefinancierde primaire lopende uitgaven is in overeenstemming met de aanbeveling van de Raad. De met subsidies uit de herstel- en veerkrachtfaciliteit en andere EU-fondsen gefinancierde uitgaven zullen in 2023 naar verwachting 2,0 % van het bbp bedragen, terwijl nationaal gefinancierde investeringen naar verwachting een expansieve bijdrage van 0,1 procentpunt aan de begrotingskoers zullen leveren20. Litouwen is daarom van plan aanvullende investeringen te financieren via de herstel- en veerkrachtfaciliteit en andere EU-fondsen, en er wordt verwacht dat nationaal gefinancierde investeringen worden gehandhaafd. Het land is van plan overheidsinvesteringen te financieren voor de groene en digitale transitie en voor energiezekerheid, zoals investeringen in de ontwikkeling van lokale hernieuwbare energiebronnen en de installatie van de infrastructuur voor elektriciteitsopslag, die de inspanningen van Litouwen om zich los te koppelen van het stroomnet, dat synchroon werkt met de systemen van Rusland en Belarus, zal vergemakkelijken. Deze investeringsprojecten worden gedeeltelijk gefinancierd uit de herstel- en veerkrachtfaciliteit en andere EU-fondsen.

Volgens het stabiliteitsprogramma wordt verwacht dat het overheidstekort zal dalen tot 1,7 % van het bbp in 2024. De afname in 2024 wijst voornamelijk op de uitfasering van maatregelen die zijn ingesteld om de economische en sociale gevolgen van de stijging van de energieprijzen verzachten. In het programma wordt verwacht dat de overheidsschuldquote zal afnemen tot 37,7 % tegen eind 2024. Op basis van de op de afsluitdatum van de prognoses bekende beleidsmaatregelen wordt in de voorjaarsprognoses 2023 van de Commissie uitgegaan van een overheidstekort van 1,4 % van het bbp in 2024. Dit is lager dan de in het programma geraamde tekortquote, voornamelijk als gevolg van lagere overheidsuitgaven voor intermediair verbruik en een sterker nominaal bbp. In de voorjaarsprognoses 2023 van de Commissie wordt gerekend op een lagere overheidsschuldquote van 36,6 % tegen eind 2024.

In het stabiliteitsprogramma wordt uitgegaan van de uitfasering van de meeste energiesteunmaatregelen in 2024. De Commissie gaat ook uit van de geleidelijke afschaffing van bijna alle energiesteunmaatregelen (netto-kosten van 0,1 % van het bbp in 2024). Deze schatting is wel afhankelijk van de aanname dat de energieprijzen niet opnieuw zullen stijgen.

(24) In het programma is Litouwen van plan de begrotingsdoelstelling op middellange termijn, een structureel begrotingssaldo van -1,0 % van het bbp21, in 2023 te halen en gedurende de rest van de programmaperiode te handhaven. Volgens de voorjaarsprognose 2023 van de Commissie zal het structurele saldo in 2023 uitkomen op -0,6 % van het bbp en in 2024 op -0,3 % van het bbp, wat hoger is dan de begrotingsdoelstelling op middellange termijn. Een prudente budgettaire beleidsvorming in 2024 zal ook bijdragen tot een vermindering van de kerninflatie, die ver boven het gemiddelde van de eurozone ligt en die, indien zij aanhoudt, tot een verlies aan concurrentievermogen kan leiden.

(25) Uitgaande van ongewijzigd beleid wordt in de voorjaarsprognoses 2023 van de Commissie verwacht dat de netto nationaal gefinancierde primaire uitgaven in 2024 met 2,7 % zullen stijgen.

Volgens het programma zullen de overheidsinvesteringen afnemen van 4,0 % van het bbp in 2023 tot 3,9 % van het bbp in 2024. De lagere investeringen weerspiegelen lagere nationaal gefinancierde investeringen en door de EU gefinancierde investeringen.

Het stabiliteitsprogramma schetst een begrotingstraject voor de middellange termijn tot 2026. Volgens het programma wordt verwacht dat het overheidstekort geleidelijk zal dalen tot 1,4 % van het bbp in 2025 en tot 0,9 % in 2026. Daarom zal het gepland overheidstekort binnen de looptijd van het programma onder de 3 % van het bbp blijven. Volgens het programma zal de overheidsschuldquote naar verwachting toenemen van 37,7 % van het bbp eind 2024 tot 38,6 % eind 2026.

De belastinginkomsten van Litouwen als percentage van het bbp liggen aanzienlijk onder het EU-gemiddelde, waardoor er minder middelen beschikbaar zijn voor overheidsuitgaven voor gezondheidszorg, sociale bescherming en algemene openbare diensten. De btw-kloof (het verschil tussen de verwachte btw-inkomsten en het geïnde bedrag) is nog steeds een van de hoogste in de EU, ook al blijkt uit voorlopige ramingen dat het in 2021 aanzienlijk kan zijn afgenomen. In 2021 bedroegen de inkomsten uit eigendomsbelastingen, die tot de belastingen behoren die het minst schadelijk zijn voor de groei, slechts 0,3% van het bbp, ongeveer zeven keer lager dan het EU-gemiddelde. Litouwen inde de helft van het EU-gemiddelde aan vennootschapsbelasting (als percentage van het bbp), had enkele van de laagste vervoersbelastingen in de EU en is een van de weinige lidstaten zonder jaarlijkse automobielbelasting. De overheidsuitgaven voor sociale bescherming zijn van 2015 tot 2021 gestegen, maar liggen nog steeds aanzienlijk onder het EU-gemiddelde. Dit vertaalt zich in relatief lage niveaus en een beperkte dekking van de sociale uitkeringen, waarbij de ouderdomspensioenen tot de laagste in de EU behoren in verhouding tot het inkomen uit arbeid. De uitgaven voor algemene openbare diensten zijn bijzonder laag; deze ontvangen amper de helft van de financiering (als percentage van het bbp) in vergelijking met het EU-gemiddelde. Ontoereikende financiële middelen voor de gezondheidszorg leiden tot lange wachttijden en een grote onvervulde behoefte aan medische zorg, een hoge eigen bijdrage voor patiënten en het onvermogen om gezondheidswerkers concurrerende salarissen te bieden. Van 2021 tot 2023 heeft Litouwen een aantal belangrijke permanente uitgavenmaatregelen ingevoerd (zoals verhogingen van de lonen in de collectieve sector, pensioenen en andere sociale uitkeringen), waar geen overeenkomstige financieringsmaatregelen tegenover staan, hetgeen een risico kan vormen voor de houdbaarheid van de begrotingspositie op lange termijn in Litouwen.

Overeenkomstig artikel 19, lid 3, punt b), van en criterium 2.2 van bijlage V bij Verordening (EU) 2021/241 bevat het herstel- en veerkrachtplan een uitgebreide reeks elkaar versterkende hervormingen en investeringen die uiterlijk in 2026 moeten zijn uitgevoerd. Litouwen heeft goede vooruitgang geboekt bij de uitvoering van zijn herstel- en veerkrachtplan. Op 30 november 2022 heeft Litouwen een eerste betalingsaanvraag ingediend, en de Commissie heeft een positieve beoordeling vastgesteld voor 31 van de 33 mijlpalen die zes van de zeven onderdelen van het plan bestrijken, terwijl twee mijlpalen in verband met belastinghervormingen als onvoldoende zijn beoordeeld. De Commissie heeft daarom de procedure voor schorsing van betaling geactiveerd, waardoor Litouwen extra tijd krijgt om aan deze mijlpalen te voldoen, terwijl het een gedeeltelijke betaling ontvangt van 542,3 miljoen EUR (ongerekend voorfinanciering) die gekoppeld is aan de mijlpalen die naar tevredenheid zijn bereikt. Als gevolg van objectieve omstandigheden in verband met stijgingen van de prijzen van energie en bouwmaterialen en beperkingen in de toeleveringsketen als gevolg van de agressie van Rusland tegen Oekraïne, is Litouwen voornemens wijzigingen in het plan in te dienen, evenals een REPowerEU-hoofdstuk om het koolstofvrij maken van de economie te versnellen en de afhankelijkheid van fossiele brandstoffen te verminderen. Overeenkomstig artikel 14, lid 6, van Verordening (EU) nr. 2021/241 heeft Litouwen op 30 maart 2023 het voornemen te kennen gegeven om 1,8 miljard EUR aan aanvullende ondersteunende leningen in het kader van de herstel- en veerkrachtfaciliteit aan te vragen. De snelle opname van het nieuwe REPowerEU-hoofdstuk in het herstel- en veerkrachtplan maakt de financiering mogelijk van aanvullende hervormingen en investeringen ter ondersteuning van de strategische doelstellingen van Litouwen op het gebied van energie en de groene transitie. De systematische en effectieve betrokkenheid van lokale en regionale autoriteiten, sociale partners en andere relevante belanghebbenden blijft belangrijk voor de succesvolle uitvoering van het herstel- en veerkrachtplan, alsook ander economisch en werkgelegenheidsbeleid dat verder gaat dan het plan, om te zorgen voor een breed draagvlak voor de algehele beleidsagenda.

De Commissie heeft in 2022 alle programmadocumenten betreffende het cohesiebeleid van Litouwen goedgekeurd. Het is van cruciaal belang om de cohesiebeleidsprogramma’s in aanvulling op en in synergie met het herstel- en veerkrachtplan, met inbegrip van het REPowerEU-hoofdstuk, snel uit te voeren om de groene en de digitale transitie te verwezenlijken, de economische en sociale veerkracht te vergroten en een evenwichtige territoriale ontwikkeling in Litouwen tot stand te brengen.

Naast de economische en sociale uitdagingen die in het herstel- en veerkrachtplan aan bod komen, wordt Litouwen geconfronteerd met een aantal extra uitdagingen in verband met het gezondheidszorgsysteem, sociale diensten en sociale huisvesting, energie en de groene transitie.

De gezondheidsresultaten in Litouwen laten een van de laagste levensverwachtingen in de EU zien. Het niveau van sterfte vermijdbaar door betere gezondheidszorg in Litouwen blijft hoog in vergelijking met het EU-gemiddelde. Litouwen heeft een hoog niveau van vermijdbare ziekenhuisopnames en het hoogste sterftecijfer door zelfdoding in de EU. Dit onderstreept de noodzaak om de effectiviteit van de gezondheidszorg te verbeteren en de behoefte aan meer preventieve maatregelen in de Litouwse gezondheidszorgaanpak. De uitdagingen in de gezondheidssector worden nog verergerd door een tekort aan arbeidskrachten, een mismatch in vaardigheden en een ongelijke verdeling van gezondheidswerkers, waardoor de toegang tot en de verstrekking van primaire gezondheidszorg worden beperkt. Het herstel- en veerkrachtplan van Litouwen omvat belangrijke maatregelen zoals een hervorming die het ziekenhuisnetwerk en de medische noodhulp zal omvormen, alsook investeringen in de modernisering van gezondheidszorginstellingen en de bouw van infrastructuur voor centra voor besmettelijke ziekten. Eenmaal uitgevoerd zullen deze maatregelen naar verwachting een aantal van de belangrijkste uitdagingen helpen aanpakken. Naast de maatregelen in het herstel- en veerkrachtplan zijn echter extra inspanningen nodig om de eerstelijnszorg verder te versterken en de preventieve zorg uit te breiden, onder meer om het gezondheidszorgstelsel veerkrachtiger te maken.

De planning en verstrekking van sociale dienstverlening wordt belemmerd doordat gemeenten niet-gouvernementele organisaties onvoldoende betrekken en sociale bijstand en beroepsopleiding niet doeltreffend integreren in een actief arbeidsmarktbeleid, met name ten aanzien van werklozen. Litouwen heeft enige vooruitgang geboekt door in bepaalde gemeenten proefprojecten inzake geïntegreerde diensten voor werklozen af te ronden, en er is een aanbeveling gedaan aan alle gemeenten om de methodiek van deze projecten vanaf 2023 toe te passen in hun programma's ter bevordering van de werkgelegenheid. Hoewel dit een stap in de goede richting is, moet het effect ervan nog blijken en zijn verdere inspanningen nodig. In het herstel- en veerkrachtplan zijn flinke maatregelen opgenomen zoals een hervorming van de minimuminkomensregeling en het belasting- en uitkeringsstelsel, in combinatie met een verhoogde dekking van werkloosheidsverzekering. Deze zullen naar verwachting een aantal van de belangrijkste uitdagingen inzake sociale bescherming helpen aanpakken zodra ze zijn ingevoerd. Naast de in het plan opgenomen maatregelen zijn echter verdere inspanningen nodig om de planning en verstrekking van sociale diensten te verbeteren.

De toegang tot sociale huisvesting is beperkt in Litouwen. Ongeveer 9 700 gezinnen (bijna 19 000 mensen) wachtten eind 2022 op een sociale woning, met een gemiddelde wachttijd van 5,85 jaar. De algemene kwaliteit van de sociale woningen blijft laag. Hoewel Litouwen een aantal hervormingsmaatregelen op het gebied van sociale huisvesting heeft genomen, waaronder de invoering van het recht om prioriteit te geven aan eenoudergezinnen, de verhoging van de inkomens- en vermogensgrenzen bij de beoordeling van het recht op sociale huisvesting en de toevoeging van speciale bepalingen in geval van een nationale noodsituatie of quarantaine, ontbreekt momenteel een algemene strategie om deze chronische tekorten aan te pakken en de kwaliteit van de sociale huisvesting te verbeteren.

Na de inval van Rusland in Oekraïne heeft Litouwen met succes de invoer van gas, olie, elektriciteit en kolen uit Rusland stopgezet door de energie-invoer te verleggen via de terminal voor vloeibaar aardgas (lng) in Klaipėda, de olieterminal in Būtingė, de nieuwe gasinterconnectie met Polen, de verbeterde interconnectie met Letland en de bestaande elektriciteitsinterconnecties met Polen, Letland en Zweden. Het verbruik van aardgas in Letland is in de periode tussen augustus 2022 en maart 2023 met 41 % gedaald ten opzichte van het gemiddelde gasverbruik in dezelfde periode in de voorgaande 5 jaar, meer dan het reductiestreefdoel van 15 %, voornamelijk als gevolg van de daling van de vraag naar gas van de chemische industrie, als gevolg van de sterk stijgende energieprijzen. Litouwen kan doorgaan met de inspanningen om de vraag naar gas tijdelijk te verminderen tot en met 31 maart 202422. Niettemin blijft Litouwen voor zijn energievoorziening sterk afhankelijk van invoer. Het land importeert ongeveer twee derde van zijn bruto elektriciteitsbehoefte en bijna al zijn olie en gas. Bovendien vertegenwoordigen olie en gas driekwart van de energiemix in het land.

De grote vraag naar energie wordt gestuurd door een grote en oude vloot vervoermiddelen, waarbij openbaar vervoer en het spoor onderbenut blijven, een groot bestand energie-inefficiënte gebouwen en zeer energie-intensieve industrieën. Vóór de energiecrisis nam de industrie 58% van het totale gasverbruik in Litouwen voor haar rekening. Bijkomende inspanningen om de energie-intensiteit in deze sectoren te verminderen door industriële transformatie te bevorderen, met inbegrip van innovatieve productieprocessen en de verdere bevordering van het gebruik van hernieuwbare energiebronnen, zou de Litouwse afhankelijkheid van energie-invoer doen dalen. De prikkels om minder vervuilende voertuigen te kiezen blijven in Litouwen zwak, terwijl het openbaar vervoer gefragmenteerd is en te lijden heeft onder een gebrek aan coördinatie. Daarom blijft het stimuleren van minder vervuilende vervoermiddelen een prioriteit. Tegelijkertijd blijven de renovatiepercentages voor appartementsgebouwen te laag om de doelstellingen inzake klimaatneutraliteit in de sector tegen 2050 te halen. Hieruit blijkt dat er behoefte is aan betere procedures en stimulansen voor renovatie en aan ondersteuning van de capaciteit van de particuliere sector om renovatieprojecten uit te voeren. Litouwen blijft een van de slechtst presterende landen in de EU op het gebied van energiearmoede, wat nog kan verergeren indien een nieuwe aanhoudende stijging van de energieprijzen zich voordoet en het trage renovatietempo aanhoudt.

Het Litouwse stroomnet blijft, net als dat van andere Baltische lidstaten, kwetsbaar omdat het gesynchroniseerd is met het BRELL-net (Belarus, Rusland, Estland, Litouwen en Letland). De regionale synchronisatie van het elektriciteitsnet met de rest van de EU vordert, maar moet nog worden voltooid (naar verwachting is dit in tegen 2025 afgerond). Daarvoor moet worden samengewerkt met Letland en Estland. Litouwen verhoogt de binnenlandse energieproductie; het land heeft stappen ondernomen om de vergunningsprocedures te stroomlijnen en de opwekking van elektriciteit uit hernieuwbare energiebronnen te bevorderen, hetgeen tussen 2020 en 2021 heeft geleid tot een grote toename van de productiecapaciteit voor zonne- en windenergie. Litouwen zal zijn ambities om de broeikasgasemissies te verminderen en om de doelstellingen inzake hernieuwbare energie en de energie-efficiëntie te versterken, echter moeten opschroeven om aan de Fit for 55-doelstellingen te voldoen.

Het tekort aan arbeidskrachten en vaardigheden in sectoren en beroepen die van essentieel belang zijn voor de groene transitie, waaronder de productie, de implementatie en het onderhoud van nettonultechnologieën, leiden tot knelpunten in de transitie naar een nettonuleconomie. Hoogwaardige onderwijs- en opleidingsstelsels die inspelen op veranderende behoeften op de arbeidsmarkt en gerichte bij- en omscholingsmaatregelen zijn van cruciaal belang om tekorten aan vaardigheden aan te pakken en arbeidsintegratie en -verschuivingen te bevorderen. Om het onbenutte arbeidsaanbod te ontsluiten, moeten deze maatregelen toegankelijk zijn, met name voor personen en in de sectoren en regio’s waarvoor de gevolgen van de groene transitie het grootst zijn. Sinds 2015 is de vacaturegraad gestegen in de meeste belangrijke sectoren, zoals de bouw (van 0,8 % naar 1,5 % in 2021) en de industrie (van 1,4 % naar 1,8 % in 2021). Het percentage lag in 2021 echter nog steeds onder het EU-gemiddelde van respectievelijk 3,6 % en 1,9 %. In de afgelopen jaren is in Litouwen een tekort aan arbeidskrachten gerapporteerd voor 28 beroepen waarvoor specifieke vaardigheden of kennis voor de groene transitie vereist waren. Het tekort aan arbeidskrachten werd met name genoemd als een factor die de productie in de industrie en de bouw in 2022 beperkte.

In het licht van deze beoordeling van de Commissie heeft de Raad het stabiliteitsprogramma 2023 onderzocht en zijn advies23 daarover is in de onderstaande aanbeveling 1 weergegeven.

Aangezien de economieën van de lidstaten van de eurozone in hoge mate met elkaar zijn verweven en zij collectief bijdragen aan de werking van de economische en monetaire unie, heeft de Raad de lidstaten van de eurozone aanbevolen actie te ondernemen, onder meer via hun herstel- en veerkrachtplannen, teneinde i) de houdbaarheid van de schuld in stand te houden en af te zien van generieke steun voor de geaggregeerde vraag in 2023, gerichtere begrotingsmaatregelen te nemen om de impact van de hoge energieprijzen te verlichten en na te denken over passende manieren om de steun af te bouwen naarmate de druk die uitgaat van de energieprijzen afneemt; ii) hoge overheidsinvesteringen te handhaven en particuliere investeringen te bevorderen om de groene en de digitale transitie te ondersteunen; iii) loonontwikkelingen te ondersteunen die het verlies aan koopkracht verzachten en tegelijkertijd tweederonde-effecten op de inflatie beperken, actief arbeidsmarktbeleid verder verbeteren en tekorten aan vaardigheden tegengaan; iv) het ondernemingsklimaat te verbeteren en ervoor te zorgen dat energiesteun aan bedrijven kosteneffectief en tijdelijk is, gericht is op levensvatbare bedrijven en stimulansen voor de groene transitie handhaaft, en v) de macrofinanciële stabiliteit in stand te houden en risico’s te monitoren en tegelijkertijd te blijven werken aan de voltooiing van de bankenunie. Voor Litouwen dragen aanbevelingen 1, 2, 3 en 4 bij tot de uitvoering van de eerste, tweede en derde aanbeveling voor het eurogebied.

2.

BEVEELT AAN dat Litouwen in 2023 en 2024 de volgende acties onderneemt:


1. De geldende energiesteunmaatregelen tegen eind 2023 afbouwen. Indien nieuwe energieprijsstijgingen steunmaatregelen noodzakelijk maken, ervoor zorgen dat deze gericht zijn op de bescherming van kwetsbare huishoudens en bedrijven, fiscaal betaalbaar zijn en stimulansen voor energiebesparing in stand houden.

Met behoud van een gezonde begrotingspositie in 2024, nationaal gefinancierde overheidsinvesteringen in stand houden en zorgen voor een effectieve absorptie van subsidies uit de herstel- en veerkrachtfaciliteit en andere EU-fondsen, met name om de groene en digitale transitie te bevorderen. Voor de periode na 2024 blijven streven naar investeringen en hervormingen die leiden tot een hogere duurzame groei en een prudente begrotingssituatie op middellange termijn behouden.

De gezondheidszorg en de sociale bescherming adequater maken en de algemene openbare diensten verbeteren.

2. Doorgaan met de gestage uitvoering van het herstel- en veerkrachtplan en spoedig het REPowerEU-hoofdstuk afronden, zodat snel met de uitvoering ervan kan worden begonnen. Doorgaan met de snelle uitvoering van de cohesiebeleidsprogramma's, in nauwe complementariteit en synergie met het herstel- en veerkrachtplan.

3. De eerstelijnszorg versterken en de preventieve zorg uitbreiden, onder meer om de gezondheidszorg veerkrachtiger te maken. De planning en levering van sociale diensten verbeteren. De toegang tot en de kwaliteit van sociale huisvesting verbeteren.

4. De afhankelijkheid van fossiele brandstoffen en ingevoerde energie verder verminderen door de inzet van hernieuwbare energiebronnen te versnellen, met name door te zorgen voor voldoende netcapaciteit en -toegang, de industriële productie om te vormen en koolstofvrij te maken, het gebruik van openbaar en duurzaam vervoer te verhogen en gebouwen energie-efficiënter te maken, mede om de energiearmoede terug te dringen. Zorgen voor voldoende capaciteit van de elektriciteitsinterconnecties om de continuïteit van de energievoorziening te vergroten en de synchronisatie met het stroomnet van de EU voort te zetten. de beleidsinspanningen op te voeren die gericht zijn op het voorzien in en verwerven van de vaardigheden die nodig zijn voor de groene transitie.

Gedaan te Brussel,

Voor de Raad

De voorzitter

1PB L 209 van 2.8.1997, blz. 1.

2PB L 306 van 23.11.2011, blz. 25.

3Verordening (EU) 2021/241 van het Europees Parlement en de Raad van 12 februari 2021 tot instelling van de herstel- en veerkrachtfaciliteit (PB L 57 van 18.2.2021, blz. 17).

4COM(2022) 780 final.

5COM(2023) 62 final.

6COM(2023) 168 final.

7Verordening (EU) 2023/435 van het Europees Parlement en de Raad van 27 februari 2023 tot wijziging van Verordening (EU) 2021/241 wat betreft REPowerEU-hoofdstukken in herstel- en veerkrachtplannen en tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1303/2013, (EU) 2021/1060 en (EU) 2021/1755 en Richtlijn 2003/87/EG (PB L 63 van 28.2.2023, blz. 1).

8COM(2023) 141 final.

9COM(2022) 583 final.

10Uitvoeringsbesluit van de Raad van 20 juli 2021 betreffende de goedkeuring van de beoordeling van het herstel- en veerkrachtplan voor Litouwen (ST 10477/2021; ST 10477/2021 ADD 1).

11SWD(2023) 615 final.

12SWD(2023) 637 final.

13Eurostat-Euro Indicators, 47/2023, 21.4.2023

14Aanbeveling van de Raad van 18 juni 2021 met een advies van de Raad over het stabiliteitsprogramma 2021 van Litouwen, PB C 304 van 29.7.2021, blz. 68.

15De begrotingskoers wordt gemeten als de verandering in de primaire uitgaven (ongerekend discretionaire maatregelen aan de ontvangstenzijde), met uitsluiting van aan de COVID-19-crisis gerelateerde tijdelijke noodmaatregelen maar met inbegrip van uitgaven die worden gefinancierd met niet-terugbetaalbare steun (subsidies) van de herstel- en veerkrachtfaciliteit en andere EU-fondsen, ten opzichte van de potentiële groei op middellange termijn. Raadpleeg voor meer details Vak 1 in de Fiscale statistische tabellen.


16Andere nationaal gefinancierde kapitaaluitgaven hebben een expansieve bijdrage van 0,2 procentpunt van het bbp geleverd.

17Dit cijfer geeft het niveau weer van de jaarlijkse begrotingskosten van die maatregelen, waaronder lopende ontvangsten en uitgaven, alsmede eventuele kapitaaluitgaven.

18Aanbeveling van de Raad van 12 juli 2022 over het nationale hervormingsprogramma 2022 van Litouwen en met een advies van de Raad over het stabiliteitsprogramma 2022 van Litouwen, PB C 334 van 1.9.2022, blz. 120.

19Volgens de voorjaarsprognoses 2023 van de Commissie wordt de potentiële productiegroei op middellange termijn (10-jaarsgemiddelde) van Litouwen, die wordt gebruikt als maatstaf voor de begrotingskoers, geraamd op 14,0 % in nominale termen.

20Andere nationaal gefinancierde kapitaaluitgaven zullen naar verwachting zorgen voor een expansieve bijdrage van 0,2 procentpunt van het bbp.

21Het door de Commissie volgens de algemeen aanvaarde methode herberekende structurele saldo (conjunctuurgezuiverd saldo, ongerekend eenmalige en tijdelijke maatregelen) komt uit op een structureel tekort van 0,6 % van het bbp in 2023 en 0,2 % in 2024.

22Verordening (EU) 2022/1369 van de Raad en Verordening (EU) 2023/706 van de Raad.

23Op grond van artikel 5, lid 2, en artikel 9, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1466/97 van de Raad.

NL NL