Toelichting bij COM(2023)148 - Wijziging van de Verordeningen 2019/943 en 2019/942 en Richtlijnen 2018/2001 en 2019/944 om de opzet van de elektriciteitsmarkt van de Unie te verbeteren - Hoofdinhoud
Dit is een beperkte versie
U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.
dossier | COM(2023)148 - Wijziging van de Verordeningen 2019/943 en 2019/942 en Richtlijnen 2018/2001 en 2019/944 om de opzet van de ... |
---|---|
bron | COM(2023)148 |
datum | 14-03-2023 |
• Motivering en doel van het voorstel
Inhoudsopgave
De energieprijzen zijn in 2021 en 2022 aanzienlijk gestegen. Dit was het gevolg van verminderingen van de gasvoorziening, met name na het begin van de Russische oorlog tegen Oekraïne en het gebruik van energie als wapen, alsook van binnenlandse tekorten aan waterkracht en kernenergie. De prijsstijgingen waren ook het gevolg van de toegenomen vraag naar energie, door het aantrekken van de wereldeconomie na de COVID-19-pandemie. Deze prijsstijgingen werden snel gevoeld door huishoudens, de industrie en het bedrijfsleven in de hele EU, en de regeringen namen onmiddellijk stappen om ze te beperken. Op Europees niveau heeft de EU snel voorzien in een toolbox voor energieprijzen1 met maatregelen om de hoge prijzen aan te pakken, met name voor de meest kwetsbare consumenten (met inbegrip van inkomenssteun, belastingverlagingen, maatregelen voor gasbesparing en -opslag), alsook het REPowerEU-plan2 met verdere maatregelen en financiering ter bevordering van energie-efficiëntie en hernieuwbare energie om de afhankelijkheid van Russische fossiele brandstoffen te verminderen. Een en ander werd gevolgd door de invoering van een tijdelijke staatssteunregeling3 om bepaalde maatregelen ter verzachting van de impact van de hoge prijzen mogelijk te maken, een sterke gasopslagregeling4, doeltreffende maatregelen ter reductie van de vraag naar gas5 en elektriciteit6, snellere procedures voor hernieuwbare energie en netvergunningen7, en prijsbeperkende regelingen om uitzonderlijke winsten op zowel de gas- als de elektriciteitsmarkt te voorkomen8.
Deze kortetermijnmaatregelen hielpen de lidstaten het hoofd te bieden aan de onmiddellijke gevolgen van de energiecrisis. De crisis heeft echter de kwetsbaarheid van consumenten en industrieën en onze gebrekkige bestandheid tegen pieken van de energieprijzen aangetoond. De impact van elektriciteitsopwekking op basis van fossiele brandstoffen op de vaststelling van de elektriciteitsprijzen werd door bedrijven en burgers als buitensporig beschouwd, terwijl het vermogen van de lidstaten om kortetermijnprijzen op te vangen met langerertermijncontracten ontoereikend bleek. Daarom kondigde de voorzitter van de Europese Commissie in de Staat van de Unie van 20229 de noodzaak van een fundamentele hervorming van de opzet van de elektriciteitsmarkt aan.
Hoewel de interne energiemarkt van de EU in heel Europa enorme baten en groei oplevert, heeft de recente energiecrisis duidelijk gemaakt dat de kortetermijnfocus van de opzet van de energiemarkt kan afleiden van bredere doelstellingen op langere termijn. De weerspiegeling van kortetermijnprijzen in consumentenrekeningen leidde tot prijsschokken waarbij de energierekeningen van veel consumenten verdrievoudigden of verviervoudigden, ook al daalden de kosten van wind- en zonne-energie; de plotselinge blootstelling aan volatiele en hoge prijzen leidde tot enkele faillissementen van leveranciers; veel industriële ondernemingen in energie-intensieve sectoren waren verplicht te sluiten. Daarom bevat het voorstel een reeks maatregelen om een buffer te creëren tussen kortetermijnmarkten en door consumenten betaalde elektriciteitsrekeningen, met name door langeretermijncontracten te stimuleren, de werking van kortetermijnmarkten te verbeteren met het oog op een betere integratie van hernieuwbare energie en de rol van flexibiliteit te versterken en consumenten te empoweren en te beschermen.
De recente prijsvolatiliteit heeft ook het gebrek aan flexibiliteit in het elektriciteitsnet aan het licht gebracht, waarbij de prijzen te vaak worden vastgesteld op basis van gasgestookte opwekking en met een algemeen gebrek aan een koolstofarm, flexibel aanbod, vraagrespons en energieopslag. Naarmate er meer wind- en zonne-energie in het systeem komen, zullen koolstofarme flexibele technologieën nodig zijn om het variabele aanbod in evenwicht te brengen met de variabele vraag. Parallel met dit voorstel doet de Commissie aanbevelingen voor de bevordering van innovatie, technologieën en capaciteiten op het gebied van opslag.
Meer in het algemeen heeft de gevoeligheid van de elektriciteitsprijs voor de prijzen van fossiele brandstoffen duidelijk gemaakt dat, samen met de flexibiliteit van het elektriciteitssysteem, de uitrol van hernieuwbare energie moet worden versneld om fossiele brandstoffen te vervangen. REPowerEU geeft een dergelijke impuls aan hernieuwbare energie en daarmee aan economische groei en de schepping van hoogwaardige banen. Het bouwt voort op het streven van de Europese Green Deal om het Europese concurrentievermogen te verbeteren door middel van innovatie en de transitie naar een klimaatneutrale economie en sluit nauw aan bij het industrieel plan voor de Green Deal van de Commissie. Om de investeringen te vergemakkelijken die nodig zijn in het licht van de recente prijsvolatiliteit, ongecoördineerde regelgevende interventies en netgerelateerde of regelgevende toetredingsbelemmeringen, is een fundamentele hervorming nodig. Tot slot hebben burgers in het verslag over het eindresultaat van de Conferentie over de toekomst van Europa de EU-instellingen verzocht maatregelen te nemen om “de Europese energiezekerheid te vergroten en energieonafhankelijkheid voor de EU te bereiken” en “de afhankelijkheid van de EU van buitenlandse actoren te verminderen in economisch strategische sectoren”, waaronder energie10.
Het voorstel is bedoeld om tegemoet te komen aan de bezorgdheid van consumenten, de industrie en investeerders omtrent de blootstelling aan volatiele kortetermijnprijzen, als gevolg van de hoge prijzen van fossiele brandstoffen. Het zal de opzet van de elektriciteitsmarkt optimaliseren door de kortetermijnmarkten aan te vullen met een grotere rol voor langeretermijninstrumenten, waardoor consumenten kunnen profiteren van meer vasteprijscontracten, en door investeringen in schone technologieën te bevorderen. Uiteindelijk zal dit ervoor zorgen dat er minder opwekking op basis van fossiele brandstoffen nodig is en leiden tot lagere prijzen voor consumenten tijdens een toekomstige fossielebrandstofcrisis als gevolg van de lage operationele kosten van hernieuwbare en koolstofarme energie.
In het voorstel worden maatregelen voorgesteld om consumenten tegen dergelijke volatiliteit te beschermen, hen in staat te stellen uit meer contracten te kiezen en meer directe toegang tot hernieuwbare en koolstofarme energie te krijgen. Om de investeringsvoorwaarden voor bedrijven te verbeteren, met name bedrijven die decarbonisatietrajecten volgen, worden maatregelen voorgesteld om de blootstelling aan kortetermijnprijspieken tegen te gaan door middel van stroomafnameovereenkomsten en meer prudentiële verplichtingen voor energieleveranciers. Ook worden maatregelen voorgesteld om de integratie van variabele hernieuwbare en koolstofarme energie in de kortetermijnmarkt te verbeteren. Het gaat daarbij onder meer om maatregelen om het gebruik van vraagrespons en opslag te stimuleren, naast andere vormen van niet-fossiele flexibiliteit. Het voorstel verbetert en verduidelijkt ook de toegang tot langeretermijncontracten voor ontwikkelaars (zowel door de staat gesteunde contracten zoals contracten ter verrekening van verschillen, als particuliere contracten, zoals stroomafnameovereenkomsten) om zekere, stabiele inkomsten te genereren voor ontwikkelaars van hernieuwbare en koolstofarme energie en om risico- en kapitaalkosten te verlagen en tegelijk uitzonderlijke winsten in perioden van hoge prijzen te vermijden.
Hoewel de huidige opzet van de markt al vele decennia voor een efficiënte, steeds meer geïntegreerde markt heeft gezorgd, heeft de energiecrisis een aantal tekortkomingen aan het licht gebracht met betrekking tot: i) onvoldoende instrumenten om consumenten, waaronder bedrijven, te beschermen tegen hoge kortetermijnprijzen; ii) de buitensporige invloed van de prijzen van fossiele brandstoffen op de elektriciteitsprijzen en het feit dat goedkope energie uit hernieuwbare bronnen en koolstofarme energie niet beter in elektriciteitsrekeningen worden weerspiegeld; iii) de impact van extreme prijsvolatiliteit en regelgevende interventies op investeringen; iv) het gebrek aan toereikende niet-fossiele flexibiliteit (zoals opslag of vraagrespons) die de afhankelijkheid van gasgestookte opwekking zou kunnen verminderen; v) de beperkte keuze van soorten leverancierscontracten; vi) de moeilijkheden om rechtstreeks toegang te krijgen tot hernieuwbare energie door het delen van energie; en vii) de noodzaak van robuuste monitoring van de energiemarkt voor een betere bescherming tegen marktmisbruik.
Om de consument te beschermen tegen volatiele prijzen, zal het voorstel voorzien in het recht op vasteprijscontracten en dynamischeprijscontracten, in het recht op meerdere contracten en op betere en duidelijkere contractinformatie. Consumenten zullen kunnen kiezen uit een verscheidenheid aan contracten die het best aansluit bij hun situatie. Op die manier kunnen consumenten, met inbegrip van kleine ondernemingen, zekere langetermijnprijzen vastzetten om de gevolgen van plotselinge prijsschokken te verzachten, en/of kunnen ze kiezen voor dynamischeprijscontracten met leveranciers als ze willen profiteren van prijsverschillen om elektriciteit te gebruiken wanneer deze goedkoper is (bv. om elektrische auto’s op te laden of warmtepompen te gebruiken). Een dergelijke combinatie van zowel dynamische als vaste prijzen maakt het mogelijk om marktprikkels voor consumenten te behouden om hun elektriciteitsvraag aan te passen, terwijl ook meer zekerheid aan wie in hernieuwbare energiebronnen (bijvoorbeeld zonnepanelen op daken) wil investeren en stabiliteit van de kosten wordt geboden. Naast het bestaande beschermingskader voor energiearme en kwetsbare consumenten zal het voorstel ook toegang bieden tot gereguleerde retailprijzen voor huishoudens en kleine en middelgrote ondernemingen in geval van een crisis, en de energievoorzieningsindustrie stabiliseren door te eisen dat leveranciers meer inspanningen leveren om zich tegen grote prijspieken te wapenen door meer gebruik te maken van forwardcontracten met producenten (waardoor toekomstige prijzen worden vastgezet) en door de lidstaten te verplichten een noodleverancierregeling op te zetten. Het voorstel zal consumenten empoweren door het recht te creëren om hernieuwbare energie rechtstreeks te delen, zonder dat er energiegemeenschappen hoeven te worden opgericht. Meer energiedeling (bv. het delen van overtollige dakzonne-energie met een buur) kan het gebruik van goedkope hernieuwbare energie verbeteren en consumenten die anders mogelijk geen toegang tot dergelijke energie zouden hebben, meer toegang bieden tot rechtstreeks gebruik van hernieuwbare energie.
Om de stabiliteit en voorspelbaarheid van de energiekosten te vergroten en aldus bij te dragen tot het concurrentievermogen van de EU-economie die met buitensporige volatiele prijzen kampt, beoogt het voorstel de markttoegang tot stabielere langeretermijncontracten en -markten te verbeteren. Stroomafnameovereenkomsten — langlopende particuliere contracten tussen een producent (doorgaans van hernieuwbare of koolstofarme energie) en een consument — kunnen bescherming tegen prijsvolatiliteit bieden, maar zijn momenteel over het algemeen alleen voor grote energieverbruikers in zeer weinig lidstaten beschikbaar. Een belemmering voor de groei van deze markt is het kredietrisico waardoor een consument niet altijd in staat zal zijn de elektriciteit over de gehele periode te kopen. Om dit aan te pakken, moeten de lidstaten ervoor zorgen dat instrumenten ter vermindering van de financiële risico’s die verbonden zijn aan wanbetaling door afnemers in het kader van stroomafnameovereenkomsten, met inbegrip van garantieregelingen tegen marktprijzen, toegankelijk zijn voor ondernemingen die met toetredingsdrempels op de markt voor stroomafnameovereenkomsten worden geconfronteerd en niet in financiële moeilijkheden verkeren. Om de groei van de markt voor dergelijke overeenkomsten verder te stimuleren, moet het projectontwikkelaars op het gebied van hernieuwbare en koolstofarme energie die deelnemen aan een openbare aanbesteding voor overheidssteun, worden toegestaan een deel van de productie te reserveren voor verkoop via een stroomafnameovereenkomst. Daarnaast moeten de lidstaten ernaar streven om bij sommige van deze aanbestedingen evaluatiecriteria toe te passen om de toegang tot de markt voor stroomafnameovereenkomsten te stimuleren voor afnemers die met toetredingsdrempels worden geconfronteerd. Ten slotte kan de verplichting voor leveranciers om zich op passende wijze in te dekken, ook een impuls geven aan de vraag naar stroomafnameovereenkomsten (die een manier zijn om toekomstige prijzen te vast te zetten).
Sommige vormen van overheidssteun garanderen de energieproducent een minimumprijs van de overheid, maar staan de producent toe toch de volledige marktprijs te verdienen, zelfs wanneer deze marktprijs zeer hoog is. Door de recente hoge prijzen worden voor veel (goedkope) door de overheid gesteunde energie deze hoge marktprijzen betaald. Om dit te beteugelen en zo de prijzen te stabiliseren, moet investeringssteun worden gestructureerd als “tweerichtings”-investeringssteun (tweerichtingscontract ter verrekening van verschillen), waarbij een minimumprijs maar ook een maximumprijs wordt vastgesteld, zodat inkomsten boven het plafond worden terugbetaald. Het voorstel is van toepassing op nieuwe investeringen voor elektriciteitsproductie, die investeringen omvatten in nieuwe elektriciteitsproductie-installaties, investeringen die gericht zijn op het verhogen van de capaciteit van bestaande elektriciteitsproductie-installaties en investeringen die gericht zijn op het uitbreiden van bestaande elektriciteitsproductie-installaties of het verlengen van de levensduur ervan. Daarnaast zal het voorstel vereisen dat dit geld vervolgens wordt gebruikt om alle elektriciteitsverbruikers te ondersteunen in verhouding tot hun gebruik, om het effect van de hoge prijzen te verzachten.
Een ander middel om zich tegen volatiele prijzen te beschermen, is gebruikmaken van langetermijncontracten die toekomstige prijzen vastzetten (“forwardcontracten”). Deze markt vertoont in veel lidstaten een lage liquiditeit, maar kan in de hele EU worden gestimuleerd, zodat meer leveranciers of consumenten zich over langere perioden tegen buitensporig volatiele prijzen kunnen beschermen. Het voorstel zal via een hub regionale referentieprijzen creëren om de prijstransparantie te vergroten en systeembeheerders te verplichten transmissierechten langer dan een jaar toe te staan, zodat wanneer een forwardcontract tussen partijen over regio’s of grenzen heen loopt, ze de transmissie van elektriciteit kunnen waarborgen.
Ten slotte zal het vermogen van de regulatoren om de integriteit en transparantie van de energiemarkt te monitoren, worden verbeterd om ervoor te zorgen dat markten die zich concurrerend gedragen en prijzen op transparante wijze worden vastgesteld.
De derde doelstelling is het stimuleren van investeringen in hernieuwbare energie om ervoor te zorgen dat de uitrol verdrievoudigt, in lijn met de doelstellingen van de Europese Green Deal. Dit zal deels worden bereikt door de markten voor langetermijncontracten te verbeteren. Stroomafnameovereenkomsten en contracten ter verrekening van verschillen bieden consumenten niet alleen stabiele prijzen, maar zorgen ook voor betrouwbare inkomsten voor leveranciers van hernieuwbare energie. Dit verlaagt hun financiële risico en vermindert hun kapitaalkosten sterk. Hierdoor ontstaat een opwaartse spiraal waarbij stabiele inkomsten de kosten verlagen en de vraag naar hernieuwbare energie stimuleren.
Hernieuwbare energie is ook een betere investering wanneer het vermogen ervan om stroom te produceren niet wordt beknot door technische beperkingen in het systeem. Hoe flexibeler het systeem is (opwekking die snel kan worden in- of uitgeschakeld, opslag die stroom van het net kan halen of aan het net kan geven, of responsieve consumenten die hun stroomvraag kunnen verhogen of verlagen), hoe stabieler de prijzen kunnen zijn en hoe meer hernieuwbare energie in het systeem kan worden geïntegreerd. Daarom verplicht het voorstel de lidstaten om hun behoeften aan flexibiliteit van het elektriciteitssysteem te beoordelen en doelstellingen voor het vervullen van deze behoeften vast te stellen. De lidstaten kunnen capaciteitsmechanismen ontwerpen of herontwerpen om koolstofarme flexibiliteit te bevorderen. Bovendien biedt het voorstel de lidstaten de mogelijkheid om nieuwe steunregelingen voor niet-fossiele flexibiliteit in te voeren, zoals vraagrespons en opslag.
Systeembeheerders moeten ook een grotere rol spelen bij de integratie van hernieuwbare energie in het net, onder meer door de transparantie omtrent de beschikbaarheid van netaansluitingscapaciteit te vergroten. Ten eerste zou deze duidelijkere informatie ontwikkelaars van hernieuwbare energie beter in staat stellen hernieuwbare energie te ontwikkelen in gebieden waar zich minder congestie van het net voordoet. Ten tweede kan hernieuwbare energie efficiënter worden verhandeld en in evenwicht worden gebracht in het systeem als de handel tussen marktdeelnemers dichter bij “realtime” kan plaatsvinden. Als aanbiedingen voor de levering van elektriciteit minuten voor het verbruik worden gedaan in plaats van uren voor het verbruik, zijn de aanbiedingen van producenten van wind- en zonne-energie nauwkeuriger, kan meer wind- en zonne-energie worden verbruikt en worden de “onbalanskosten” van het systeem verminderd. Daarom zullen de handelstermijnen dichter bij realtime worden gebracht.
Verenigbaarheid met bestaande bepalingen op het beleidsterrein
Het voorgestelde initiatief is nauw verbonden met en complementair aan de wetgevingsvoorstellen die zijn ingediend in het kader van het pakket Europese Green Deal en bespoedigt de decarbonisatiedoelstellingen van het REPowerEU-plan, met name wat betreft het voorstel tot herziening van de richtlijn hernieuwbare energie (“RED II”), het belangrijkste EU-instrument inzake de bevordering van hernieuwbare energie. Het voorgestelde initiatief is complementair, in die zin dat het tot doel heeft het gebruik van hernieuwbare energie te versnellen. Het voorstel beoogt te zorgen voor stabielere bronnen van inkomsten op lange termijn om verdere investeringen in hernieuwbare en koolstofarme energie aan te moedigen en tegelijkertijd de werking van kortetermijnmarkten te verbeteren, die van cruciaal belang zijn voor de integratie van hernieuwbare energiebronnen in het elektriciteitssysteem. Daarnaast heeft het voorstel tot doel het delen van energie mogelijk te maken om consumenten in staat te stellen deel te nemen aan de markt en de energietransitie te helpen bespoedigen.
Het energieverbruik verlagen door middel van prijssignalen, energie-efficiëntiemaatregelen of vrijwillige inspanningen is vaak de goedkoopste, veiligste en schoonste manier om onze afhankelijkheid van fossiele brandstoffen te verminderen, de voorzieningszekerheid te ondersteunen en onze energierekeningen te verlagen. Het voorstel zal de actieve deelname van consumenten aan de markt en de ontwikkeling van de sturing van hun vraag vergemakkelijken. Het zal er ook voor zorgen dat niet-fossiele flexibiliteit, zoals flexibiliteit aan de vraagzijde en opslag, op een gelijk speelveld kan concurreren, zodat de rol van aardgas op de kortetermijnmarkt bij het bieden van flexibiliteit geleidelijk wordt verminderd. Daarom is het voorstel in overeenstemming met de voorgestelde verhoging van het streefcijfer voor energie-efficiëntie voor 2030 tot 13 %, zoals uiteengezet in de bij het REPowerEU-plan11 gevoegde voorgestelde wijzigingen van de richtlijnen hernieuwbare energie, energieprestaties van gebouwen en energie-efficiëntie12.
Er is ook een belangrijke koppeling tussen het voorstel en de richtlijn energieprestatie van gebouwen, het belangrijkste EU-instrument om bij te dragen aan de verwezenlijking van de doelstellingen van de Europese Green Deal op het gebied van gebouwen en renovatie. Het voorstel houdt nauw verband met in het bijzonder bepalingen inzake individuele bemetering en vraagrespons naast het voorstel van de Commissie, in het kader van het pakket Europese Green Deal en geformuleerd in de mededeling over de EU-strategie voor zonne-energie, over de geleidelijke verplichte integratie van fotovoltaïsche zonne-energie om openbare, commerciële en residentiële gebouwen klimaatneutraal te maken.
• Verenigbaarheid met andere beleidsterreinen van de Unie
De doelstellingen van het voorstel om consumenten te beschermen en te empoweren, het concurrentievermogen van de EU-industrie te verbeteren en hernieuwbare energie en koolstofarme investeringen te stimuleren, zijn volledig in overeenstemming met het kader van de Europese Green Deal en consistent met en complementair aan de huidige initiatieven, waaronder het voorstel voor een “wetgeving voor netttonulindustrie”, dat parallel wordt aangenomen. Het vormt een antwoord op de kwesties die zijn aangewezen in de mededeling van de Commissie van 1 februari 2023 tot vaststelling van een “Een industrieel plan voor de Green Deal voor het nettonultijdperk”13, , namelijk dat het concurrentievermogen van veel bedrijven ernstig is verzwakt door hoge energieprijzen en dat langetermijnprijscontracten een belangrijke rol kunnen spelen om elektriciteitsgebruikers in staat te stellen te profiteren van voorspelbaardere en lagere kosten van hernieuwbare energie. Last but not least vormt het wetgevingsvoorstel een aanvulling op de lopende herziening van de relevante regelgeving inzake financiële markten, zoals de verordening marktmisbruik14. Het voorstel bouwt ook voort op de aanbeveling van de Raad inzake het garanderen van een rechtvaardige transitie naar klimaatneutraliteit, waarbij de lidstaten worden verzocht publieke en particuliere financiële steun te blijven mobiliseren om te investeren in hernieuwbare energie, uitdagingen op het gebied van mobiliteit aan te pakken en kostenbesparende mogelijkheden in verband met de circulaire economie te bevorderen15.
2. RECHTSGRONDSLAG, SUBSIDIARITEIT EN EVENREDIGHEID
• Rechtsgrondslag
Het voorstel is gebaseerd op artikel 194, lid 2, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU), dat de rechtsgrondslag vormt voor het voorstellen van maatregelen die er onder meer op gericht zijn de werking van de energiemarkt te waarborgen, energie-efficiëntie, energiebesparing en de ontwikkeling van nieuwe en duurzame energie te stimuleren16. Op het gebied van energie heeft de EU een gedeelde bevoegdheid overeenkomstig artikel 4, lid 2, punt i), VWEU.
• Subsidiariteit (bij niet-exclusieve bevoegdheid)
De behoefte aan maatregelen van de EU
De ongekende aard van de energieprijscrisis heeft de elektriciteitsmarkten van de EU voor het voetlicht gebracht. Hoewel het aandeel goedkope elektriciteit uit hernieuwbare energiebronnen in de hele EU toeneemt, blijft op basis van fossiele brandstoffen opgewekte elektriciteit de totale energierekeningen beïnvloeden. Huishoudens en bedrijven in de hele EU kregen tijdens de crisis met torenhoge energieprijzen te maken.
Dit is een kwestie die voor de hele EU relevant is en alleen met maatregelen op EU-niveau kan worden aangepakt. De toegenomen integratie van de elektriciteitsmarkten in de EU vereist nauwere coördinatie tussen nationale actoren, ook in het kader van marktmonitoring en -toezicht. Vanwege de onderlinge afhankelijkheid op het gebied van energie, netinterconnecties en de lopende integratie van de elektriciteitsmarkt hebben nationale beleidsinterventies rechtstreekse gevolgen voor aangrenzende lidstaten. Om de werking van het elektriciteitssysteem en de grensoverschrijdende handel en investeringen te vrijwaren en de energietransitie naar een meer geïntegreerd en energie-efficiënter energiesysteem op basis van hernieuwbare energie op gecoördineerde wijze te bespoedigen, is een gemeenschappelijke aanpak nodig.
De voorgestelde wijzigingen brengen een evenwicht tot stand tussen verplichtingen en de flexibiliteit die aan de lidstaten wordt gelaten wat betreft de wijze waarop de belangrijkste nagestreefde doelstellingen worden verwezenlijkt, namelijk ervoor zorgen dat de lagere kosten van hernieuwbare elektriciteit in de rekening van de consument worden weerspiegeld en de uitrol van hernieuwbare energie stimuleren.
Bovendien kan de doelstelling van de voorgestelde maatregelen alleen worden verwezenlijkt door maatregelen op EU-niveau en niet op het niveau van de afzonderlijke lidstaten, aangezien de voorgestelde maatregel wijzigingen vereist van het bestaande EU-brede kader voor de opzet van de elektriciteitsmarkt, zoals vastgesteld in de elektriciteitsverordening (Verordening (EU) 2019/943) en de elektriciteitsrichtlijn (Richtlijn (EU) 2019/944), alsook van het bestaande Remit-kader.
• EU-meerwaarde
EU-maatregelen om de tekortkomingen van de huidige opzet van de elektriciteitsmarkt aan te pakken, leveren meerwaarde op omdat ze efficiënter en doeltreffender zijn dan maatregelen van afzonderlijke lidstaten, waardoor een gefragmenteerde aanpak wordt vermeden. De maatregelen die worden voorgesteld om de vastgestelde tekortkomingen aan te pakken, zullen ambitieuzer en kosteneffectiever zijn als ze van een gemeenschappelijk juridisch en beleidskader uitgaan. Daarnaast zouden maatregelen op het niveau van de lidstaten alleen mogelijk zijn binnen de beperkingen van het bestaande EU-brede kader voor de opzet van de elektriciteitsmarkt, zoals vastgesteld in de elektriciteitsverordening, de elektriciteitsrichtlijn en de Remit-verordening, en niet de nodige wijzigingen van dat kader kunnen bewerkstelligen. Bijgevolg kunnen de doelstellingen van dit initiatief niet alleen door de lidstaten zelf worden verwezenlijkt en hebben maatregelen op EU-niveau een meerwaarde.
• Evenredigheid
De voorgestelde wijzigingen van de elektriciteitsverordening, de elektriciteitsrichtlijn, de Remit-verordening en de ACER-verordening worden als evenredig beschouwd.
De voorgestelde maatregelen om het gebruik van langetermijncontracten zoals stroomafnameovereenkomsten en tweerichtingscontracten ter verrekening van verschillen te stimuleren, kunnen tot hogere administratieve kosten en lasten voor ondernemingen en nationale overheden leiden. De voorziene economische effecten zijn echter noodzakelijk en evenredig om de doelstelling te verwezenlijken om het gebruik van dergelijke langetermijncontracten te stimuleren en ervoor te zorgen dat de energierekeningen van Europese huishoudens en bedrijven en de inkomsten van technologieën voor niet-fossielebrandstoftechnologieën met lage variabele kosten onafhankelijker worden van prijsschommelingen op kortetermijnmarkten en dus stabieler worden over langere perioden.
De voorgenomen maatregelen om de liquiditeit en de integratie van de markten te verbeteren, kunnen ook op korte termijn enige impact hebben op bedrijven, aangezien deze moeten worden aangepast aan nieuwe handelsregelingen. Deze worden echter noodzakelijk geacht voor de verwezenlijking van de beoogde doelstellingen om te zorgen voor een betere integratie van hernieuwbare en koolstofarme energie en om de afhankelijkheid van fossiele brandstoffen te verminderen met het oog op flexibiliteit, en uiteindelijk om koolstofneutraliteit in de Unie te bereiken, met lagere kosten voor de consument. Ze zijn ook evenredig met deze doelstellingen, aangezien de impact op bedrijven minimaal lijkt in vergelijking met het huidige kader en de economische voordelen van de hervorming ruimschoots tegen elke administratieve reorganisatie op korte of lange termijn opwegen.
Ze zijn ook evenredig met de nagestreefde doelstellingen om geen maatregelen te overwegen tot wijziging van bestaande bepalingen in de elektriciteitsverordening en de elektriciteitsrichtlijn als kwesties die zijn geconstateerd met betrekking tot bestaande bepalingen kunnen worden aangepakt door de wijze van toepassing of uitvoering ervan. Een van die gevallen heeft betrekking op de maatregelen betreffende toereikendheid van de elektriciteitsvoorziening in hoofdstuk IV van de elektriciteitsverordening, met name de procedure voor de lidstaten om capaciteitsmechanismen in te voeren, die kan worden vereenvoudigd zonder de desbetreffende bepalingen te wijzigen.
De beoogde maatregelen ter versterking van de empowerment, de rechten en de bescherming van consumenten zullen de plichten en verplichtingen voor leveranciers en netwerkbeheerders uitbreiden. De extra lasten zijn echter noodzakelijk en evenredig om de doelstelling te verwezenlijken om ervoor te zorgen dat consumenten toegang hebben tot betere informatie en een verscheidenheid aan aanbiedingen, dat hun elektriciteitsrekeningen worden losgekoppeld van kortetermijnbewegingen op de energiemarkten en dat het risico voor leveranciers en consumenten opnieuw in evenwicht wordt gebracht.
De beoogde maatregelen ter verbetering van het Remit-kader kunnen de rapportageverplichtingen voor marktdeelnemers doen toenemen als gevolg van een breder toepassingsgebied van Remit. Deze maatregelen zijn noodzakelijk ter verwezenlijking van de doelstelling om de transparantie en de monitoringcapaciteit te vergroten en te zorgen voor een doeltreffender onderzoek en handhaving van grensoverschrijdende zaken in de EU, zodat consumenten en marktdeelnemers vertrouwen hebben in de integriteit van de energiemarkten, de prijzen een eerlijke en concurrerende wisselwerking tussen vraag en aanbod weerspiegelen en marktmisbruik geen winst oplevert. Ze zijn ook evenredig met die doelstelling, aangezien de voordelen op het gebied van de kwaliteit van de marktmonitoring en het markttoezicht tegen alle administratieve korte- of langetermijnkosten opwegen.
Tot slot wordt het voorgestelde totaalpakket aan maatregelen passend geacht, gezien de overkoepelende noodzaak om klimaatneutraliteit te bereiken tegen de laagste kosten voor de consument en tegelijkertijd de voorzieningszekerheid te waarborgen.
• Keuze van het instrument
Het voorstel strekt tot wijziging van de elektriciteitsverordening, de elektriciteitsrichtlijn, de Remit-verordening, de ACER-verordening en de richtlijn hernieuwbare energie. Aangezien het voorstel tot doel heeft een beperkt aantal nieuwe bepalingen toe te voegen en een beperkt aantal bestaande bepalingen in deze instrumenten te wijzigen, is het passend gebruik te maken van een wijzigingsbesluit. Om dezelfde reden lijkt het ook passend het instrument van een wijzigingsverordening te gebruiken om zowel in bestaande verordeningen als in bestaande richtlijnen wijzigingen aan te brengen.
3. RAADPLEGING VAN BELANGHEBBENDEN EN WERKDOCUMENT VAN DE DIENSTEN VAN DE COMMISSIE
• Raadplegingen van belanghebbenden
Ter voorbereiding van dit initiatief heeft de Commissie van 23 januari 2023 tot en met 13 februari 2023 een openbare raadpleging gehouden. De raadpleging stond open voor iedereen.
De Commissie heeft op deze raadpleging 1 369 antwoorden ontvangen. Meer dan 700 daarvan waren afkomstig van burgers, ongeveer 450 van bedrijven en bedrijfsverenigingen, ongeveer 40 van nationale of lokale overheden of van nationale regulatoren en ongeveer 70 van netwerkbeheerders. Ook hebben ongeveer 20 energiegemeenschappen, 15 vakbonden en 20 consumentenorganisaties deelgenomen. Ook een aanzienlijk aantal ngo’s, denktanks en onderzoeksorganisaties of andere academische organisaties hebben reacties ingediend. Een overzicht van de standpunten van belanghebbenden is te vinden in het werkdocument van de diensten van de Commissie bij dit wetgevingsinitiatief.
Daarnaast heeft de Commissie op 15 februari 2023 een onlineraadpleging van belanghebbenden georganiseerd, waaraan werd deelgenomen door ongeveer 70 marktdeelnemers, niet-gouvernementele organisaties, netwerkbeheerders, ACER en nationale regulatoren, denktanks en academici. Uit de raadpleging bleek in het algemeen dat de belanghebbenden van mening waren dat:
- Kortetermijnmarkten en het prijsmechanisme op basis van marginale prijsstelling behouden moeten blijven, aangezien ze goed functioneren en de juiste prijssignalen geven. De kortetermijnmarkten (day-ahead- en intradaymarkten) goed ontwikkeld zijn en uit jaren van uitvoering van de EU-energiewetgeving resulteren.
- Kortetermijnmarkten moeten worden aangevuld met instrumenten die prijssignalen op langere termijn stimuleren, zoals die welke in overleg met de Commissie zijn aangewezen, met name stroomafnameovereenkomsten, contracten ter verrekening van verschillen en verbeterde termijnmarkten. Het juiste evenwicht tussen de verschillende instrumenten moet worden vastgesteld. Er mogen echter geen verplichte regelingen zijn, en de vrijheid om de relevante contracten te kiezen moet behouden blijven.
- De voordelen van niet-fossiele flexibiliteitsoplossingen zoals vraagrespons en opslag werden erkend, met name in de context van een toenemend aandeel hernieuwbare energie. De marktparticipatie ervan moet worden vergemakkelijkt.
- De toekomstige elektriciteitsmarkten moeten worden aangepast aan een groot aandeel hernieuwbare energie. Bovendien moet meer nadruk worden gelegd op de lokale dimensie en de ontwikkeling van het net. Deze uitdagingen kunnen worden aangepakt door middel van de in de openbare raadpleging voorgestelde oplossingen.
- Consumentenbescherming is van essentieel belang, net als de betaalbaarheid van energie, maar even belangrijk is het behoud van de signalen voor vraagrespons. Nieuwe oplossingen zoals energiegemeenschappen, zelfconsumptie en het delen van energie moeten mogelijk worden gemaakt en worden gestimuleerd.
• Werkdocument van de diensten van de Commissie
Gezien de urgentie van het initiatief is in plaats van een effectbeoordeling een werkdocument van de diensten van de Commissie opgesteld. Het werkdocument van de diensten van de Commissie dat aan dit voorstel ten grondslag ligt, bevat de toelichting en de motivering van de voorstellen van de Commissie voor een structureel antwoord op de hoge energieprijzen voor huishoudens en bedrijven en om te zorgen voor veilige, schone en betaalbare energie voor huishoudens en bedrijven in de toekomst, en presenteert het beschikbare feitenmateriaal dat relevant is voor de voorgestelde maatregelen.
In het werkdocument van de diensten van de Commissie wordt geconcludeerd dat het pakket voorgestelde hervormingen naar verwachting de structuur en de werking van de Europese elektriciteitsmarkt aanzienlijk zal verbeteren. Het is een nieuwe bouwsteen voor de verwezenlijking van de doelstellingen van de Green Deal en maakt daarnaast de balans op van de tekortkomingen die door de energiecrisis zijn blootgelegd en tracht deze aan te pakken.
Uit het document blijkt dat de hervorming zal bijdragen tot de bescherming en empowerment van consumenten die momenteel met hoge en volatiele prijzen worden geconfronteerd, door een buffer tussen hen en de kortetermijnmarkten te creëren. Dit voorstel zal de hoge prijzen van fossielebrandstoftechnologieën op de elektriciteitsmarkt loskoppelen van de energierekeningen van consumenten en bedrijven. Meer mogelijkheden voor langetermijncontracten in de vorm van stroomafnameovereenkomsten, contracten ter verrekening van verschillen en termijnmarkten zullen ervoor zorgen dat het deel van de elektriciteitsrekening dat aan kortetermijnmarkten is blootgesteld, sterk kan worden verminderd. Daarnaast zal de opneming van een afdekkingsverplichting voor leveranciers en een verplichting om ook vasteprijscontracten aan te bieden, aanzienlijk meer mogelijkheden scheppen om de blootstelling aan prijsvolatiliteit voor elektriciteitsrekeningen te verminderen. Consumenten zullen ook betere informatie krijgen over aanbiedingen voordat ze een contract ondertekenen en de lidstaten zullen verplicht zijn om voor noodleveranciers te zorgen. Bovendien kunnen ze in een crisis toegang bieden tot gereguleerde retailprijzen. Het recht om energie te delen is een nieuw element dat consumenten zal empoweren en de gedecentraliseerde uitrol van hernieuwbare energie zal ondersteunen, aangezien dit de consumenten meer controle over hun energierekeningen geeft.
In het werkdocument van de diensten van de Commissie wordt uitgelegd hoe deze hervorming ook het concurrentievermogen van de EU-industrie zal versterken op een wijze die volledig complementair is aan de wetgeving voor netttonulindustrie. De lidstaten zullen de juiste voorwaarden voor de ontwikkeling van PPA-markten moeten scheppen, zodat de industrie toegang krijgt tot betaalbare en schone elektriciteit op de lange termijn. De verbeteringen op de termijnmarkten zullen industriële sectoren en leveranciers tot drie jaar van tevoren veel meer toegang tot grensoverschrijdende hernieuwbare energie bieden, een aanzienlijke verbetering ten opzichte van de huidige situatie. In het algemeen zullen overheidssteunregelingen voor hernieuwbare energie de energieonafhankelijkheid in de lidstaten en de penetratie van hernieuwbare energie in het systeem vergroten en tegelijk lokale banen en vaardigheden ondersteunen.
Uit het document blijkt dat deze hervorming de uitrol van hernieuwbare energie zal versnellen en het volledige potentieel van vaste opwekkingscapaciteit en flexibiliteitsoplossingen zal aanboren om de lidstaten in staat te stellen steeds hogere niveaus van hernieuwbare energie te integreren. De Commissie stelt voor dat de lidstaten hun behoefte aan flexibiliteit van het elektriciteitssysteem beoordelen en staat de invoering van nieuwe steunregelingen voor vraagrespons en opslag toe. Het voorstel voorziet ook in extra mogelijkheden om hernieuwbare energie dichter bij realtime te verhandelen op grensoverschrijdend en nationaal niveau. Op die manier kan de markt de integratie van hernieuwbare energie en de businesscase voor flexibiliteitsoplossingen die kunnen bijdragen tot de voorzieningszekerheid, beter ondersteunen.
Tot slot beschrijft het werkdocument van de diensten van de Commissie hoe dit voorstel beantwoordt aan het verzoek van de Europese Raad om na te gaan hoe de werking van de opzet van de elektriciteitsmarkt kan worden geoptimaliseerd in de context van de energiecrisis. Het heeft tot doel consumenten te beschermen door een buffer tussen hen en de kortetermijnmarkten voor elektriciteit te creëren door middel van contracten op langere termijn en ervoor te zorgen dat deze kortetermijnmarkten efficiënter werken op het gebied van hernieuwbare energie en flexibiliteitsoplossingen, met beter regelgevend toezicht. Dit voorstel zorgt ervoor dat de marktregels geschikt blijven om de kosteneffectieve decarbonisatie van de elektriciteitssector te stimuleren en de sector beter bestand te maken tegen energieprijsvolatiliteit.
• Bijeenbrengen en gebruik van expertise
De voorbereiding van dit wetgevingsvoorstel en het werkdocument van de diensten van de Commissie is gebaseerd op een grote hoeveelheid materiaal, waarnaar wordt verwezen in de voetnoten in het werkdocument van de diensten van de Commissie, en op de reacties op de openbare raadpleging.
• Grondrechten
Het onderhavige voorstel kan gevolgen hebben met betrekking tot een aantal grondrechten die zijn vastgesteld bij het EU-Handvest van de grondrechten, met name: de vrijheid van ondernemerschap (artikel 16) en het recht op eigendom (artikel 17). Zoals hierboven is uiteengezet, worden deze gevolgen echter, voor zover de voorgestelde maatregelen de uitoefening van deze rechten beperken, noodzakelijk en evenredig geacht om de doelstellingen van het voorstel te verwezenlijken en vormen ze derhalve gerechtvaardigde beperkingen van dergelijke rechten die krachtens het Handvest zijn toegestaan.
Aan de andere kant versterkt het voorstel de bescherming van de grondrechten, zoals de eerbiediging van het privéleven en van het familie- en gezinsleven (artikel 7), het recht op bescherming van persoonsgegevens (artikel 8), het verbod op discriminatie (artikel 21), de toegang tot diensten van algemeen economisch belang (artikel 36), de integratie van een hoog niveau van milieubescherming (artikel 37) en het recht op een doeltreffende voorziening in rechte (artikel 47), met name door middel van een aantal bepalingen inzake de empowerment, de rechten en de bescherming van consumenten.
• Resultaatgerichtheid en vereenvoudiging
De voorgestelde wijzigingen van de elektriciteitsrichtlijn, de elektriciteitsverordening, de Remit-verordening en de ACER-verordening zijn gericht op wat nodig wordt geacht om de tekortkomingen van de huidige opzet van de elektriciteitsmarkt in de context van de energiecrisis aan te pakken en op kosteneffectieve wijze bij te dragen aan de klimaatambitie van de Unie. Ze behelzen geen volledige herziening van deze instrumenten.
Het voorstel kan de administratieve vereisten voor nationale overheden en ondernemingen verhogen, zij het op evenredige wijze, zoals hierboven is uiteengezet. De voorgestelde maatregelen om het gebruik van langetermijncontracten zoals stroomafnameovereenkomsten en tweerichtingscontracten ter verrekening van verschillen te stimuleren, kunnen bijvoorbeeld tot hogere administratieve kosten en lasten voor ondernemingen en nationale overheden leiden. De beoogde economische effecten zullen echter gunstig zijn voor bedrijven en consumenten.
De voorgenomen maatregelen om de liquiditeit en de integratie van de markten te verbeteren, kunnen ook op korte termijn enige impact hebben op bedrijven, aangezien deze moeten worden aangepast aan nieuwe handelsregelingen. Ze worden echter minimaal geacht in vergelijking met het huidige kader, omdat de economische voordelen van de hervorming ruimschoots tegen elke administratieve reorganisatie op korte of lange termijn opwegen.
De beoogde maatregelen ter versterking van de empowerment, de rechten en de bescherming van consumenten zullen leiden tot een uitbreiding van de plichten en verplichtingen voor leveranciers en netwerkbeheerders, met als doel de keuze te verbeteren, de bescherming te vergroten en een actieve marktparticipatie van consumenten, met name huishoudens, te vergemakkelijken. De extra lasten zijn echter minimaal omdat deze kaders in heel Europa worden uitgerold en de regels dus moeten worden gestroomlijnd.
De voorgenomen maatregelen ter verbetering van het Remit-kader kunnen de rapportageverplichtingen voor bepaalde marktdeelnemers verhogen, zij het op evenredige wijze. Deze worden echter minimaal geacht ten opzichte van het huidige kader, aangezien de voordelen op het gebied van de kwaliteit van de marktmonitoring en het markttoezicht tegen alle administratieve korte- of langetermijnkosten opwegen.
4. GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING
De gevolgen voor de begroting van het voorstel ter verbetering van de opzet van de elektriciteitsmarkt van de EU hebben betrekking op de middelen van het Agentschap van de Europese Unie voor de samenwerking tussen energieregulators (ACER) en van DG Energie, die worden beschreven in het financieel memorandum bij het voorstel. Voor de nieuwe door ACER uit te voeren taken zullen in wezen vier extra voltijdequivalenten (vte’s) voor ACER vanaf 2025 nodig zijn, evenals de bijbehorende financiële middelen. De werklast van DG Energie zal met drie vte’s toenemen.
De budgettaire gevolgen van het voorstel tot wijziging van Remit hebben betrekking op de middelen van het Agentschap van de Europese Unie voor de samenwerking tussen energieregulators (ACER) en van DG Energie, die worden beschreven in het financieel memorandum bij het voorstel. De nieuwe door ACER uit te voeren taken, met name wat de versterkte onderzoeksbevoegdheden betreft, vereisen in wezen een geleidelijke invoering van 25 extra voltijdequivalenten (vte’s) in ACER vanaf 2025, alsook de bijbehorende financiële middelen, hoewel het grootste deel van het extra personeel via vergoedingen zal worden gefinancierd. Daartoe zal Besluit (EU) 2020/2152 van de Commissie van 17 december 2020 betreffende de aan ACER verschuldigde vergoedingen voor taken in het kader van REMIT moeten worden aangepast. De werklast van DG Energie zal met twee vte’s toenemen.
5. OVERIGE ELEMENTEN
• Uitvoeringsplanning en regelingen betreffende controle, evaluatie en rapportage
De Commissie zal toezicht houden op de omzetting en de naleving door de lidstaten en andere actoren van de maatregelen die uiteindelijk worden vastgesteld, en neemt handhavingsmaatregelen wanneer dat nodig is. Voor toezichts- en uitvoeringsdoeleinden zal de Commissie met name worden ondersteund door ACER, in het bijzonder in verband met de Remit-verordening. De Commissie zal ook contact onderhouden met ACER en de nationale regulerende instanties met betrekking tot de elektriciteitsverordening en de elektriciteitsrichtlijn.
Om de uitvoering te vergemakkelijken, zal de Commissie voorts beschikbaar zijn voor bilaterale vergaderingen en gesprekken met de lidstaten in geval van specifieke vragen.
• Toelichting bij de specifieke bepalingen van het voorstel
De wijzigingen met betrekking tot de elektriciteitsverordening verschaffen verduidelijking van de werkingssfeer en het onderwerp van de verordening, en benadrukken het belang van onvervalste marktsignalen om te zorgen voor meer flexibiliteit en de rol van langetermijninvesteringen om de volatiliteit van de kortetermijnmarktprijzen op de elektriciteitsrekeningen van consumenten, waaronder energie-intensieve industrieën, kleine en middelgrote ondernemingen en huishoudens, te beperken. De wijzigingen verduidelijken bepaalde hoofdbeginselen voor de handel op de day-ahead- en intradaymarkten. De wijzigingen voorzien in nieuwe regels voor de verkrijging door TSB’s van vraagrespons in de vorm van een peak-shaving-product en in regels die transmissiesysteembeheerders en distributiesysteembeheerders in staat stellen gegevens van specifieke meetapparatuur te gebruiken. Ze stellen nieuwe regels vast voor termijnmarkten voor elektriciteit, om de liquiditeit ervan te verbeteren. Ze bevatten nieuwe regels om de rol en het gebruik van langetermijncontracten in de vorm van stroomafnameovereenkomsten en tweerichtingscontracten ter verrekening van verschillen te verduidelijken en te stimuleren. Ze voorzien in nieuwe regels met betrekking tot de beoordeling van de flexibiliteitsbehoeften door de lidstaten, de mogelijkheid voor de lidstaten om flexibiliteitssteunregelingen in te voeren en ontwerpbeginselen voor dergelijke flexibiliteitssteunregelingen. Ze voeren ook nieuwe transparantievereisten in voor transmissiesysteembeheerders met betrekking tot de capaciteit die beschikbaar is voor nieuwe aansluitingen op het net.
De wijzigingen met betrekking tot de elektriciteitsrichtlijn voorzien in nieuwe regels voor de bescherming en empowerment van consumenten. De wijziging met betrekking tot de vrije leverancierskeuze voert nieuwe vereisten in om ervoor te zorgen dat afnemers meer dan één leverancier in hun gebouwen kunnen hebben, door meerdere meters (soms “submeters” genoemd) toe te staan voor één enkel aansluitpunt.
De wijzigingen met betrekking tot de empowerment en bescherming van consumenten zorgen ervoor dat aan afnemers een verscheidenheid aan contracten wordt aangeboden die het best aansluit bij hun omstandigheden, door ervoor te zorgen dat alle afnemers ten minste één aanbod met een vaste looptijd en een vaste prijs hebben. Bovendien moet aan de afnemers duidelijke precontractuele informatie met betrekking tot deze aanbiedingen worden verstrekt.
Er wordt ook voorzien in een nieuw recht voor huishoudens en kleine en middelgrote ondernemingen om deel te nemen aan energiedeling — dat wil zeggen zelfconsumptie door actieve afnemers van hernieuwbare energie die offsite wordt opgewekt of opgeslagen met faciliteiten die zij geheel of gedeeltelijk bezitten, leasen, of huren, of die aan hen is overgedragen door een andere actieve afnemer.
Er worden ook belangrijke nieuwe beschermingen voor afnemers ingevoerd om de continue levering van elektriciteit te waarborgen — waaronder de verplichting voor de lidstaten om noodleveranciers aan te wijzen die verantwoordelijk zijn voor de afnemers van failliete leveranciers en bescherming tegen afsluiting van kwetsbare afnemers. Leveranciers zullen ook verplicht zijn risicobeheer in te voeren om het risico op een faillissement te beperken door passende afdekkingsstrategieën uit te voeren. Hierop zal toezicht worden gehouden door nationale regulerende instanties.
De wijzigingen van de elektriciteitsrichtlijn voeren nieuwe transparantievereisten in voor distributiesysteembeheerders met betrekking tot de capaciteit die beschikbaar is voor nieuwe aansluitingen op het net. Ze verduidelijken de rol van de regulerende instanties met betrekking tot het overeenkomstig Verordening (EU) 2016/1719 opgerichte centrale toewijzingsplatform.
De wijzigingen betreffende de Remit-verordening passen het toepassingsgebied van Remit aan de huidige en veranderende marktomstandigheden aan, onder meer door het toepassingsgebied van gegevensrapportage uit te breiden tot nieuwe markten voor de balancering van elektriciteit en gekoppelde markten alsook algoritmische handel. Ze zorgen voor een sterkere, meer gevestigde en regelmatige samenwerking tussen regulatoren op het gebied van energie en financiën, waaronder ACER en ESMA, met betrekking tot voor de groothandel bestemde afgeleide energieproducten. Ze zullen ook het proces voor de verzameling van voorwetenschap en markttransparantie verbeteren door het toezicht van ACER te versterken en de definitie van voorwetenschap aan passen. De wijzigingen van de Remit-verordening versterken het toezicht op rapporterende partijen, zoals geregistreerde rapportagemechanismen (RRM’s) en personen die beroepshalve transacties tot stand brengen (PPAT’s). Door de wijzigingen worden de mogelijkheden voor het delen van gegevens tussen ACER, relevante nationale autoriteiten en de Commissie verbeterd. Met de wijziging van Remit krijgt Acer een belangrijkere rol in onderzoeken naar belangrijke grensoverschrijdende zaken om inbreuken op Remit te bestrijden. Tevens wordt het kader vastgesteld voor de harmonisatie van op nationaal niveau door regulerende instanties vastgelegde boeten.
De wijzigingen met betrekking tot de ACER-verordening hebben tot doel de rol van ACER te verduidelijken met betrekking tot het centrale toewijzingsplatform dat is opgericht overeenkomstig Verordening (EU) 2016/1719 en met betrekking tot de nieuwe regels die in de elektriciteitsverordening worden ingevoerd in verband met termijnmarkten en flexibiliteitssteunregelingen. Ze verduidelijken de rol en de bevoegdheden van ACER overeenkomstig de wijziging van de Remit-verordening. De RED II-wijziging heeft tot doel het toepassingsgebied te verduidelijken van de regels betreffende de soorten rechtstreekse prijssteunregelingen voor hernieuwbare energiebronnen die de lidstaten kunnen invoeren.