Toelichting bij COM(2023)7 - Beoordelingsverslag over de nationale strategische kaders voor Roma van de lidstaten - Hoofdinhoud
Dit is een beperkte versie
U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.
dossier | COM(2023)7 - Beoordelingsverslag over de nationale strategische kaders voor Roma van de lidstaten. |
---|---|
bron | COM(2023)7 |
datum | 09-01-2023 |
COM(2023) 7 final
MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EN HET COMITÉ VAN DE REGIO'S
Beoordelingsverslag over de nationale strategische kaders voor Roma van de lidstaten
{SWD(2023) 3 final}
Inhoudsopgave
- Inleiding
- Financiering
- Brussel, 9.1.2023
- 1.ALGEHELE BEOORDELING VAN DE NATIONALE STRATEGISCHE KADERS VOOR DE ROMA
- a) Gemeenschappelijke kenmerken, minimumverbintenissen, ambitieuzere verbintenissen
- 2.HORIZONTALE DOELSTELLINGEN
- 2.1 Bestrijden en voorkomen van zigeunerhaat en discriminatie
- 3.3 Verbeteren van de gezondheid van Roma en van de toegang van Roma tot hoogwaardige gezondheidszorg en sociale dienstverlening
- 3.4 Effectieve gelijke toegang tot adequate gedesegregeerde huisvesting en essentiële voorzieningen
- 4.MONITORING EN VERSLAGLEGGING
- VOOR DE UITVOERING VAN DE NATIONALE STRATEGISCHE KADERS VOOR DE ROMA
- 7.RICHTSNOEREN VOOR DE LIDSTATEN
- Nationale contactpunten voor Roma
- 1)Handhaving van de EU-wetgeving
- 2)Mainstreaming van gelijkheid van Roma in EU-beleidsinitiatieven en reserveren van EU-middelen voor Roma
- 3)EU-maatregelen en -steun ter bevordering van de participatie, integratie en diversiteit van Roma
- 4)EU-maatregelen en -steun ter bevordering van gelijkheid en ter bestrijding van zigeunerhaat
- 9. CONCLUSIE
Als onderdeel van haar algemene politieke prioriteit om een Unie van gelijkheid te bevorderen heeft de Commissie op 7 oktober 2020 een nieuw strategisch EU-kader voor gelijkheid, inclusie en participatie van de Roma 1 (het strategisch EU-kader voor Roma) vastgesteld. Het nieuwe kader bouwt voort op de evaluatie van het eerdere strategisch EU-kader voor de Roma 2011-2020 2 . In het nieuwe kader wordt benadrukt dat de inzet op EU- en nationaal niveau moet worden versterkt op basis van een paradigmaverschuiving van sociaal-economische integratie naar een bredere aanpak die de gelijkheid, inclusie en participatie van Roma moet bevorderen. De lidstaten hebben deze aanpak onderschreven door op 12 maart 2021 unaniem een aanbeveling van de Raad inzake gelijkheid, inclusie en participatie van Roma 3 goed te keuren.
Het strategisch EU-kader voor Roma is gericht op de bestrijding van zigeunerhaat en discriminatie, waarbij rekening wordt gehouden met de diversiteit van de Romabevolking en met de noodzaak van een intersectionele benadering, dat wil zeggen wanneer discriminatie op grond van etnische afstamming samengaat met discriminatie op basis van andere kenmerken, bijvoorbeeld omdat iemand vrouw is, oudere, jongere of kind is, LHBTIQ-persoon is, een handicap heeft, binnen de EU mobiel is of niet-EU-burger en/of staatloos is. Het kader bevordert tevens de participatie van Roma, door middel van empowerment, samenwerking en vertrouwen, en hun betrokkenheid bij alle beleids- en besluitvormingsprocessen die hen aangaan. In het kader zijn zeven gemeenschappelijke EU-doelstellingen geformuleerd en zijn voor het eerst kerndoelen op EU-niveau voor 2030 vastgesteld om een minimum aan vooruitgang te waarborgen. De zeven doelstellingen hebben betrekking op de horizontale gebieden gelijkheid, inclusie en participatie en op de sectorale gebieden onderwijs, werkgelegenheid, gezondheid en huisvesting. Om de effectieve monitoring van de vooruitgang te ondersteunen, wordt in het strategisch EU-kader voor Roma ook voorgesteld om gebruik te maken van een reeks indicatoren voor de lidstaten 4 .
Het strategisch EU-kader voor Roma, dat tijdens de COVID-19-crisis is ontwikkeld, neemt de onevenredige impact van de pandemie voor de Romabevolking in aanmerking door richtsnoeren vast te stellen die het gemakkelijker moeten maken om uitdagingen het hoofd te bieden, digitale inclusie te stimuleren en te zorgen voor milieurechtvaardigheid.
Om de doelstellingen van het strategisch EU-kader voor Roma te verwezenlijken, zijn zowel EU- als nationale maatregelen nodig, waarbij de lidstaten de belangrijkste bevoegdheden hebben. Daarom werden de lidstaten in het strategisch EU-kader voor Roma en in de aanbeveling van de Raad opgeroepen om uiterlijk in september 2021 nationale strategische kaders 5 te ontwikkelen en deze met de Commissie te delen. Gezien de uiteenlopende situaties in de lidstaten werd van de lidstaten verwacht dat zij hun nationale kader (NSKR) zouden ontwikkelen volgens een gemeenschappelijke, maar gedifferentieerde aanpak. De Commissie heeft alle lidstaten verzocht een reeks gemeenschappelijke kenmerken en minimumverbintenissen op te nemen, eventueel aangevuld – afhankelijk van de specifieke nationale context – met extra verbintenissen, en in het geval van lidstaten met een aanzienlijke Romabevolking (d.w.z. meer dan 1 % 6 ) om ambitieuzere verbintenissen vast te stellen.
In aanvulling op het strategisch EU-kader voor Roma zijn in de aanbeveling van de Raad maatregelen uiteengezet om vooruitgang te boeken bij het bereiken van de zeven gemeenschappelijke doelstellingen, afhankelijk van de relevantie ervan voor de nationale context van de lidstaten. Ook wordt in de aanbeveling benadrukt dat het belangrijk is om degelijke monitoringmechanismen in te voeren en om ten volle en optimaal gebruik te maken van zowel EU- als nationale middelen.
In deze mededeling wordt de balans opgemaakt van de nationale strategische kaders voor Roma, worden de door de lidstaten opgenomen verbintenissen beoordeeld en worden richtsnoeren gegeven voor eventueel benodigde verbeteringen. De mededeling gaat vergezeld van een werkdocument van de diensten van de Commissie (SWD), bestaande uit landenfiches met een samenvatting van de analyse van de nationale strategieën van de individuele lidstaten en die van verschillende kandidaat-lidstaten van de EU en potentiële kandidaat-lidstaten die deelnemen aan het Poznań-proces 7 . Voor elke lidstaat wordt in de landenfiches beoordeeld hoe goed de voornaamste voorgestelde maatregelen aansluiten op de doelstellingen van het strategisch EU-kader voor Roma en op de aanbeveling van de Raad, waarbij verbeterpunten worden aangegeven en voorbeelden van veelbelovende praktijken worden gegeven. Het tweede deel van het SWD heeft betrekking op de kandidaat-lidstaten en potentiële kandidaat-lidstaten van de EU en volgt dezelfde aanpak. Het eerste deel van het SWD bevat een door het FRA opgestelde tabel over de door elke lidstaat vastgestelde doelstellingen en een samenvatting van de landbeoordelingsverslagen van het initiatief voor monitoring van maatschappelijke organisaties van Roma (Roma Civil Monitor, RCM) 8 .
Vijf lidstaten hebben hun nationale strategische kader voor Roma (NSKR) gedeeld in september 2021, terwijl de meeste lidstaten dat pas tussen oktober 2021 en mei 2022 hebben ingediend. Twee lidstaten hebben hun NSKR pas eind juni 2022 9 vastgesteld. Zes lidstaten voorzien in ofwel een lopende strategie die verder reikt dan 2021, ofwel een reeks geïntegreerde beleidsmaatregelen 10 , en één lidstaat heeft zijn NSKR, dat op 31 december 2021 afliep, nog niet verlengd. Voor deze zeven lidstaten was de beoordeling gebaseerd op een vragenlijst over bestaande of geplande maatregelen, die tot doel had om te bepalen in hoeverre in de huidige kaders en plannen elementen van het nieuwe strategisch EU-kader voor Roma en de aanbeveling van de Raad 11 zijn geïntegreerd.
1.1 Samenvatting van de beoordeling
In het strategisch EU-kader voor Roma is voorgesteld om in alle NSKR’s enkele gemeenschappelijke kenmerken op te nemen, met een focus op gelijkheid, participatie en diversiteit, een combinatie van algemene en gerichte acties, en een verbeterde doelbepaling en gegevensvergaring. Om deze kenmerken in de praktijk te realiseren, werden alle lidstaten verzocht om in hun NSKR ten minste de volgende elementen op te nemen, die ook in de aanbeveling van de Raad tot uitdrukking komen:
·het vaststellen van uitgangswaarden en streefwaarden voor de algemene EU-doelstellingen en kerndoelen, ook voor specifieke groepen, om de diversiteit van Roma te weerspiegelen;
·bestrijden van zigeunerhaat en discriminatie;
·zorgen voor de sociaal-economische inclusie van gemarginaliseerde Roma;
·combineren van gerichte en algemene maatregelen;
·toewijzen van een specifieke begroting en het creëren van mechanismen voor de uitvoering, rapportage, monitoring en evaluatie van de voortgang;
·het betrekken van maatschappelijke organisaties van of voor Roma, sectorale ministeries, organen voor de bevordering van gelijke behandeling en andere actoren in een systematisch proces van raadpleging en samenwerking;
·het bevorderen van de actieve deelname van maatschappelijke organisaties aan beleidsvorming en aan nationale en EU-platformprocessen; en
·het uitrusten van het nationale contactpunt voor Roma (NCPR) met het benodigde mandaat en voldoende middelen en personeel en het versterken van hun rol, onder meer door de nationale Romaplatforms te hervormen.
Over het geheel genomen hebben de lidstaten in hun NSKR’s de meeste nieuwigheden van het strategisch EU-kader voor Roma overgenomen en de driepijlerbenadering van gelijkheid, inclusie en participatie gevolgd. Ook hebben de lidstaten maatregelen opgenomen die in de aanbeveling van de Raad zijn voorgesteld, afhankelijk van hun nationale context.
Acht lidstaten (CZ, EL, ES, FR, HR, LT, SI en SK) hebben in hun NSKR de in het strategisch EU-kader voor Roma voorgestelde gemeenschappelijke kenmerken en minimumverbintenissen opgenomen, terwijl twaalf andere lidstaten (AT, BE, BG, DE, EE, FI, HU, IT, LV, NL, PL en RO) deze gedeeltelijk hebben overgenomen. De ontbrekende elementen zijn hoofdzakelijk doelstellingen, duidelijk geoormerkte budgetten voor uitvoering en monitoring, en maatregelen die rekening houden met diversiteit binnen de Romabevolking. De overige zes lidstaten (CY, DK, IE, LU, PT en SE) hebben de minimumverbintenissen slechts in zeer beperkte mate opgenomen.
b) Doelstellingen en maatregelen
In het strategisch EU-kader voor Roma wordt onderkend dat het voorkomen en bestrijden van zigeunerhaat en discriminatie van cruciaal belang is voor de gelijkheid en inclusie van Roma. De meeste lidstaten hebben maatregelen ter zake opgenomen, zoals voorgesteld in de aanbeveling van de Raad. Deze maatregelen worden echter niet systematisch op horizontale wijze toegepast op alle sectorale gebieden. Het aanpakken van intersectionele en meervoudige discriminatie op alle gronden van kwetsbaarheid is slechts in een beperkt aantal NSKR’s opgenomen.
In veel NSKR’s worden Romagerelateerde maatregelen ter bevordering van sociale inclusie gekoppeld aan nationale beleidsprogramma’s en financiering, inclusief financiering uit EU-fondsen, door middel van een mainstreamingbenadering die armoede en sociale uitsluiting tegengaat, en kinderbescherming en toegang tot onderwijs en essentiële diensten bevordert. In diverse gevallen is echter niet duidelijk beschreven in hoeverre Roma van dit mainstreamingbeleid zullen profiteren.
Wat de deelname van Roma aan raadplegingsmechanismen, beleid en besluitvormingsprocessen betreft, verwijzen veel lidstaten naar de bijdrage van Roma aan de ontwikkeling van de NSKR’s, onder meer door hun deelname aan de nationale Romaplatforms. Uit de beoordeling van maatschappelijke organisaties van Roma, die is uitgevoerd in het kader van het RCM 12 , blijkt echter dat nauwere betrokkenheid en samenwerking zowel mogelijk als noodzakelijk is.
De meeste NSKR’s bevatten plannen om te zorgen voor continue samenwerking met Roma door het faciliteren van hun deelname aan de uitvoering van strategieën en aan de monitoring‑, evaluatie- en rapportageprocessen. Voorts beschrijft een aantal lidstaten (AT, BE, CZ, DE, EL, ES, FI, HR, HU, LT, LV,
SE, SK en SI) activiteiten ter ondersteuning van de empowerment en participatie van maatschappelijke organisaties van Roma, waaronder organisaties die Romavrouwen, ‑jongeren en -kinderen vertegenwoordigen, hoewel de nadruk daarin minder ligt op investeringen in de capaciteitsopbouw van deze organisaties.
In het kader van de sectorale doelstellingen op het gebied van onderwijs, werkgelegenheid, gezondheidszorg en huisvesting zijn de aanbevolen maatregelen in veel NSKR’s in behoorlijke mate overgenomen. Sommige van deze maatregelen zijn gekoppeld aan nationale streefwaarden en indicatoren, gebaseerd op nationale statistieken, indien beschikbaar. De sectorale doelstelling voor onderwijs valt op als het gebied waarop de lidstaten de meest uitgebreide maatregelen hebben gepland. Wat de desegregatie in onderwijs en huisvesting betreft, lijken de plannen echter niet te volstaan om de volledige omvang van het probleem met succes aan te pakken. Bovendien zijn de maatregelen op het gebied van werkgelegenheid, gezondheidszorg en huisvesting niet altijd aangepast aan de schaal en de complexiteit van de uitdagingen waarmee Roma worden geconfronteerd.
c) Streefwaarden 13
Verschillende lidstaten, met name lidstaten met een grotere Romabevolking, hebben nationale streefwaarden vastgesteld die overeenkomen met de doelstellingen op EU-niveau van het strategisch EU-kader voor Roma. Van die lidstaten wordt verwacht dat zij een substantiële bijdrage leveren aan de collectieve inspanning om deze doelstellingen te verwezenlijken. Hongarije en Slowakije hebben gedeeltelijk nationale streefwaarden vastgesteld die overeenkomen met de streefwaarden op EU-niveau; Roemenië heeft slechts enkele nationale streefwaarden opgenomen die niet overeenkomen met de streefwaarden op EU-niveau.
Andere lidstaten hebben kwantitatieve of kwalitatieve nationale streefwaarden vastgesteld voor beleidsdoelen die niet worden nagestreefd op basis van EU-streefwaarden voor een bepaalde doelstelling van het strategisch EU-kader voor Roma. Als gevolg daarvan kan de omvang van hun bijdrage aan de verwezenlijking van de doelstellingen van het strategisch EU-kader voor Roma niet nauwkeurig worden gemeten. Enkele lidstaten hebben geen streefwaarden vastgesteld (DE, DK, LU, NL en SE).
Sommige lidstaten met een kleinere Romabevolking hebben nationale streefwaarden vastgesteld die overeenkomen met de streefwaarden op EU-niveau (met name HR, maar ook EE, SI, FI en LT voor sommige doelstellingen), en de Commissie verwelkomt deze inspanningen. Afhankelijk van de nationale uitdagingen en contexten zouden meer lidstaten deze positieve voorbeelden kunnen volgen.
In het algemeen, en met name uit de NSKR’s die zijn ingediend door lidstaten met een grotere Romabevolking, blijkt dat er goede inspanningen zijn geleverd om streefwaarden vast te stellen die overeenkomen met de streefwaarden van het strategisch EU-kader voor Roma en om daarmee samenhangende planningsmaatregelen te nemen. Roemenië heeft echter geen nationale streefwaarden vastgesteld die overeenkomen met de doelstellingen van het strategisch EU-kader voor Roma. Het ontbreken van nationale streefwaarden voor het land met de grootste Romabevolking kan negatieve gevolgen hebben voor het collectieve vermogen van de lidstaten om de doelstellingen van het strategisch EU-kader voor Roma voor 2030 te verwezenlijken.
1.2 Status en rol van nationale contactpunten voor Roma (NCPR’s)
In het strategisch EU-kader voor Roma wordt aanbevolen dat de NSKR’s de NCPR’s ten minste zouden moeten voorzien van een adequaat mandaat, toereikende middelen, voldoende personeelscapaciteit en de benodigde institutionele autoriteit. Ook zouden de NSKR’s de NCPR’s in staat moeten stellen om acties op doeltreffende wijze te coördineren met sectorale ministeries en andere betrokken instanties, de uitvoering van Romagerelateerd beleid te monitoren en de samenwerking met maatschappelijke organisaties van Roma te versterken, onder meer via nationale Romaplatforms.
Hoewel de NCPR’s een belangrijke rol spelen in het vergemakkelijken van de samenwerking tussen de autoriteiten en het maatschappelijk middenveld en bij het bevorderen van de participatie van Roma, verschilt de reikwijdte van hun mandaten van lidstaat tot lidstaat. Over het geheel genomen hebben de nieuwe strategieën de NCPR’s niet versterkt met extra financiële en personele middelen, en hoewel enkele NCPR’s een breed mandaat hebben, beschikken ze nog steeds over beperkte capaciteit om hun coördinerende rol effectief uit te voeren.
In lidstaten met een grotere Romabevolking is in het strategisch EU-kader voor Roma aanbevolen om de rol en status van de NCPR’s te versterken met het oog op een doeltreffende coördinatie en mainstreaming van gelijkheid en inclusie van Roma tussen en binnen verschillende sectoren op regionaal en lokaal niveau. In het EU-kader is de lidstaten ook verzocht om de NCPR’s te betrekken bij de intergouvernementele programmering van de verdeling van EU-middelen voor Roma en bij het houden van toezicht op deze uitgaven, en om ervoor te zorgen dat beleidsmaatregelen en diensten van de overheid Roma effectief bereiken, met inbegrip van Roma die in afgelegen en plattelandsgebieden wonen.
De meeste lidstaten met een grotere Romabevolking hebben hun NCPR’s geëquipeerd met adequate mandaten en rollen voor de coördinatie van en samenwerking met ministeries om de NSKR’s, met inbegrip van de EU-middelen, uit te voeren. Slowakije, Spanje, Kroatië en Tsjechië zijn daar veelbelovende voorbeelden van. Maar zelfs in die lidstaten lijken de personele en financiële middelen van de NCPR’s niet te zijn verhoogd. Dit zou afbreuk kunnen doen aan hun vermogen om de uitvoering van NSKR’s grondig te monitoren en daarover verslag uit te brengen en aan hun betrokkenheid bij de ontwikkeling en monitoring van regulier beleid en reguliere programma’s. Sommige NCPR’s van andere lidstaten beschikken over zeer beperkte middelen en capaciteit.
In de aanbeveling van de Raad worden de lidstaten opgeroepen om zigeunerhaat en discriminatie te bestrijden en te voorkomen, onder meer door intimidatie, haatmisdrijven en haatdragende uitlatingen aan te pakken, zowel online als offline. In de aanbeveling worden de lidstaten ook verzocht om een alomvattend systeem voor steun aan slachtoffers te ontwikkelen en te bevorderen, het bewustzijn van zigeunerhaat te vergroten en meer bekendheid te geven aan de geschiedenis van de Roma, onder meer door de herinnering aan de holocaust van de Roma levend te houden door middel van verzoeningsprocessen in de samenleving.
Over het geheel genomen hebben de lidstaten aanzienlijke inspanningen geleverd om hun NSKR’s in overeenstemming te brengen met de aanbeveling van de Raad. De meeste lidstaten hebben maatregelen ontwikkeld om discriminatie, haatdragende uitlatingen, haatmisdrijven en, tot op zekere hoogte, zigeunerhaat te bestrijden. Deze maatregelen omvatten bewustmakings- en voorlichtingscampagnes voor het grote publiek, openbare instellingen en de media. Hoewel Hongarije in zijn analytische sectie verwijst naar zigeunerhaat, ontbreekt het in het Hongaarse NSKR aan expliciete maatregelen om zigeunerhaat te bestrijden. Bulgarije noemt de bestrijding van anti-Romasentimenten, maar de voorgestelde maatregelen zijn gericht tegen discriminatie in plaats van tegen zigeunerhaat. Bovendien zijn sommige maatregelen bedoeld om organen voor de bevordering van gelijke behandeling systematisch te betrekken bij maatregelen ten behoeve van de gelijkheid van Roma, om positieve narratieven over Roma te bevorderen en om Romarolmodellen voor het voetlicht te brengen. In sommige NSKR’s zijn maatregelen voorgesteld om intersectionele of meervoudige discriminatie aan te pakken, waaronder concrete acties om de specifieke uitdagingen waarmee Romavrouwen worden geconfronteerd aan te pakken.
Verschillende lidstaten hebben in hun NSKR maatregelen voor bewustmaking van de geschiedenis en de cultuur van de Roma opgenomen, zoals het faciliteren van een dialoog om onrecht uit het verleden te erkennen en het entameren van verzoeningsprocessen. Voorbeelden van maatregelen om de bekendheid met de geschiedenis en de cultuur van de Roma te vergroten zijn het ontwikkelen en invoeren van specifieke elementen in curricula en schoolboeken, het vieren van de Internationale Dag van de Roma (8 april) en het herdenken van de holocaust van de Roma (2 augustus). Deze dagen zijn in sommige lidstaten wettelijk erkend. Verschillende lidstaten financieren radio- en televisieprogramma’s en musea die zijn gewijd aan de geschiedenis en de cultuur van de Roma.
Hoewel de meeste lidstaten in hun NSKR het bestaan van racisme en discriminatie onderkennen, kan dit bewustzijn worden vertaald in nog krachtigere maatregelen om adequater te reageren op de uitdagingen die in sommige lidstaten zijn vastgesteld.
Enkele voorbeelden van veelbelovende praktijken zijn de toepassing van wettelijke instrumenten om discriminatie te bestrijden en haatdragende uitlatingen aan te pakken in Frankrijk en de vaststelling van een wet tegen zigeunerhaat 14 in Roemenië.
Informatie over begrotingstoewijzingen voor deze doelstelling, hetzij specifiek aan de NSKR’s, hetzij aan gerelateerde algemene programma’s, ontbreekt of is algemeen en vaag.
De oorlog van Rusland tegen Oekraïne heeft geleid tot aanzienlijke vluchtelingenstromen, waaronder ook van Oekraïense Roma 15 . De ontstane situatie heeft een reeks risico’s blootgelegd die deze bevolkingsgroep treffen, bijvoorbeeld op het gebied van ongelijke behandeling 16 . Hoewel de inspanningen die de lidstaten tot nu toe hebben geleverd om de situatie het hoofd te bieden worden erkend, moet er meer worden gedaan om tegemoet te komen aan de behoeften van Romavluchtelingen uit Oekraïne door optimaal gebruik te maken van de NSKR’s om hun gelijke toegang tot regulier(e) onderwijs, werkgelegenheid, huisvesting, gezondheidszorg en sociale zorg en andere essentiële diensten te waarborgen.
2.2 Armoede en sociale uitsluiting terugdringen om de sociaal-economische kloof tussen Roma en de algemene bevolking te dichten
In de aanbeveling van de Raad worden de lidstaten opgeroepen om iets te doen aan het uiterst hoge percentage Roma voor wie armoede dreigt en aan de ernstige materiële en sociale deprivatie onder de Romabevolking.
Maatregelen die in het kader van deze doelstelling worden aanbevolen zijn het tegengaan van de intergenerationele overdracht van armoede en kinderarmoede en het verminderen van de sociale uitsluiting van Roma. Dit zal worden bereikt door hun toegang tot essentiële openbare diensten en sociale uitkeringen te verbeteren via coördinatie tussen relevante sectoren zoals onderwijs en werkgelegenheid.
Sommige lidstaten (BG, DE, EL, ES, HR, HU en SI) hebben het terugdringen van armoede en sociale uitsluiting opgenomen als een specifieke, op zichzelf staande doelstelling. Tsjechië heeft deze doelstelling niet opgenomen, maar heeft één streefwaarde vastgesteld die beantwoordt aan de streefwaarde op EU-niveau. Ook andere lidstaten hebben deze doelstelling niet in hun NSKR opgenomen, maar nemen maatregelen op om sociaal-economische inclusie te bevorderen en armoede te bestrijden in het kader van de bredere sectorale doelstellingen inzake werkgelegenheid, onderwijs, gezondheidszorg en huisvesting.
Maatregelen om de digitale kloof te dichten en de digitale inclusie van achtergestelde Romagemeenschappen te bevorderen, zijn specifiek opgenomen in slechts enkele NSKR’s, terwijl ze in andere zijn ingebed in het reguliere beleid van de lidstaat inzake sociale inclusie.
In sommige NSKR’s wordt verwezen naar de Europese kindergarantie 17 en de financieringsmogelijkheden van het Europees Sociaal Fonds Plus (ESF+) 18 voor het bestrijden van kinderarmoede, maar ontbreken specifieke gegevens over begrotingstoewijzingen.
Als veelbelovende praktijk heeft Griekenland ingezet op subsidies om energiearmoede te bestrijden en een “energiekaart” te verstrekken aan getroffen huishoudens, maar een uitgebreid pakket geïntegreerde diensten om het verschijnsel aan te pakken moet nog worden ontwikkeld. Hongarije biedt een ander voorbeeld van een veelbelovende praktijk, die erin bestaat om huishoudens advies en opleiding over het voorkomen van schulden te verstrekken.
2.3 Bevorderen van de participatie door empowerment, samenwerking en vertrouwen
In de aanbeveling van de Raad worden de lidstaten opgeroepen om waar passend de zinvolle participatie en raadpleging van Roma, waaronder van vrouwen, jongeren, ouderen en personen met een handicap, te vergroten om de gelijkheid en non-discriminatie van Roma doeltreffend te ondersteunen.
Om de raadpleging van maatschappelijke organisaties van Roma bij de herziening en ontwikkeling van overheidsbeleid te vergemakkelijken, is in de meeste NSKR’s de participatie van Roma opgenomen door ze te betrekken bij Romaspecifieke overleg- en adviesorganen van de overheid of organen voor etnische en nationale minderheden.
Sommige NSKR-maatregelen uit hoofde van deze doelstelling ondersteunen de capaciteitsopbouw en empowerment van maatschappelijke organisaties die opkomen voor de belangen van Roma, waaronder Romavrouwen en -jongeren. Deze maatregelen hebben ten doel om multifunctionele Romagemeenschapscentra in het leven te roepen of te versterken, waarin een verscheidenheid aan diensten kan worden aangeboden, zoals gezondheidszorg, vaardighedenverwerving door ouders, ondersteuning van de deelname aan onderwijs, lees- en schrijfonderwijs, deelname aan naschoolse activiteiten en begeleiding en ondersteuning bij de toegang tot werkgelegenheid.
Een klein aantal NSKR’s bevatten maatregelen om Romarolmodellen voor het voetlicht te brengen of acties voor de aanwerving van Roma in openbare instellingen. Hoewel in verschillende NSKR’s wordt gewezen op de noodzaak om de vertegenwoordiging van Roma te versterken en de capaciteit van Romaorganisaties op te bouwen, hebben slechts enkele lidstaten concrete maatregelen in die zin voorgesteld.
Een voorbeeld van een veelbelovende praktijk is te vinden in Spanje. Spanje heeft maatregelen voor capaciteitsopbouw in maatschappelijke organisaties en onder Romavrouwen en -jongeren vastgesteld om een betekenisvolle participatie en maatschappelijke betrokkenheid van deze groepen te waarborgen. Italië biedt een ander veelbelovend voorbeeld in de vorm van een nationaal Roma- en Sintiplatform en het Gemeenschapsforum. Andere voorbeelden van gestructureerde en regelmatige vormen van dialoog tussen belanghebbenden, zoals nationale Romaplatforms of andere raadplegingsprocessen, worden geboden door Estland, Letland en Oostenrijk.
3.SECTORALE DOELSTELLINGEN – VIER KERNGEBIEDEN
3.1 Verbeteren van de effectieve gelijke toegang tot hoogwaardig, inclusief regulier onderwijs
In de aanbeveling van de Raad worden de lidstaten opgeroepen te zorgen voor effectieve gelijke toegang tot en deelname aan alle vormen van onderwijs, van voor- en vroegschoolse educatie tot tertiair onderwijs, met inbegrip van tweedekansonderwijs, volwassenenonderwijs en een leven lang leren. In de aanbeveling worden de lidstaten ook opgeroepen om segregatie in het onderwijs te voorkomen en uit te bannen.
De maatregelen die de lidstaten in het kader van deze doelstelling beschrijven, omvatten een breed scala aan activiteiten op het gebied van toegang tot voor- en vroegschoolse educatie en opvang, vergemakkelijking van de toegang tot onderwijs, de verwerving van lees- en schrijfvaardigheden in de onderwijstaal, ondersteuning van Romakinderen om digitale vaardigheden te verwerven, maatregelen om leerlingen op school te houden en voortijdig schoolverlaten te voorkomen, en, tot op zekere hoogte, maatregelen om het opleidingsniveau en de succesvolle doorstroming van Romaleerlingen van verplicht naar niet-verplicht vervolgonderwijs te helpen verhogen.
In overeenstemming met de ambitieuzere verbintenissen die zijn voorgesteld in het strategisch EU-kader voor Roma hebben alle lidstaten met een grotere Romabevolking maatregelen opgenomen om segregatie te voorkomen en Romaleerlingen te laten overgaan van gesegregeerde scholen naar reguliere onderwijsinstellingen. In sommige gevallen (HU, RO en SK) lijken de voorgestelde maatregelen, die niet altijd systematisch zijn ontwikkeld op basis van een welomschreven uitgangsscenario en niet altijd vergezeld gaan van indicatoren en streefwaarden, echter onvoldoende te matchen met de omvang van de uitdagingen. Andere maatregelen bevorderen inclusiviteit op scholen en moeten discriminatie van Romakinderen tegengaan. In diverse NSKR’s wordt melding gemaakt van de ontwikkeling en het gebruik van lesmateriaal in het Romani.
De meeste NSKR’s bevatten onvoldoende maatregelen om de sociale mobiliteit van Romastudenten te vergroten en hen te helpen om met succes door te stromen van hoger secundair naar tertiair onderwijs. De NSKR’s gaan over het algemeen onvoldoende in op de manier waarop belemmeringen voor Romakinderen om naar de kleuterschool te gaan, waaronder in afgelegen, landelijke of gesegregeerde gebieden wonen, kunnen worden weggenomen. Ook worden in de NSKR’s geen adequate maatregelen voorgesteld ter ondersteuning van de baankansen voor Romaleerkrachten, -onderwijsassistenten en -bemiddelaars. In verschillende NSKR’s (AT, BG, DE, EL, ES, HR, HU, FI, IT, LT, PL en SI) worden maatregelen ter ondersteuning van onderwijs aan Romavolwassenen genoemd.
Veel NSKR’s zijn vaag over de op dit gebied toegewezen budgetten, waardoor het moeilijk is om de toereikendheid van de financiering te beoordelen of de potentiële effecten van de voorgestelde maatregelen te voorspellen.
Maatregelen om te voorkomen dat leerlingen voortijdig school verlaten, worden onvoldoende aangevuld met adequate maatregelen om Romaleerlingen die zijn gestopt opnieuw in het formele onderwijs te integreren. Enkele lidstaten (CZ, HR, IT, LV en SK) hebben maatregelen getroffen om verkeerde diagnoses en de onterechte plaatsing van Romaleerlingen in het speciaal onderwijs tegen te gaan en te voorkomen. Om de verwerving van digitale vaardigheden in het onderwijs en de toegang tot internet te verbeteren zijn meer maatregelen nodig. Daarnaast zijn er maatregelen nodig om de verstrekking van pc’s, laptops, tablets en lesmateriaal voor onderwijs op afstand te verbeteren en ervoor te zorgen dat die middelen ook armere gemeenschappen bereiken, en in het bijzonder Romakinderen in die gemeenschappen. Het risico van verdere digitale uitsluiting van Roma van onderwijs, zoals die zich heeft voorgedaan tijdens de COVID-19-pandemie, wordt in de NSKR’s onvoldoende aangepakt.
Veelbelovende praktijken op dit gebied zijn te zien in Nederland, dat een subsidie van 1 miljoen euro per jaar beschikbaar stelt om scholen met Romakinderen te ondersteunen. De Finse nationale adviesraad voor Roma-aangelegenheden beoordeelt de inhoud van educatief materiaal dat betrekking heeft op Roma en brengt richtsnoeren uit en doet voorstellen voor die inhoud. De Poolse regering stimuleert de lokale overheid om het aantal Romaschoolbemiddelaars verder te verhogen.
3.2 Verbeteren van de effectieve gelijke toegang tot hoogwaardige en duurzame werkgelegenheid
In de aanbeveling van de Raad worden de lidstaten opgeroepen om effectieve gelijke toegang voor Roma, met name jongeren, tot hoogwaardige en duurzame werkgelegenheid te bevorderen, onder meer door discriminatie te bestrijden, te voorkomen en uit te bannen en activeringsbeleid te voeren.
De meeste lidstaten onderkennen de werkgelegenheidskloof tussen Roma en de rest van de bevolking. In hun NSKR’s worden maatregelen voorgesteld om de inclusie van Roma te bevorderen door middel van programma’s voor jonge Roma die geen werk hebben en geen onderwijs, een opleiding of een stage volgen, met als doel om de vaardigheden en digitale geletterdheid van deze Roma te verbeteren en hen stages, leerlingplaatsen en beroepsopleidingen aan te bieden. Sommige lidstaten hebben maatregelen ontworpen die zijn gericht op het vergroten van de praktijkervaring om de overgang van onderwijs naar de arbeidsmarkt te vergemakkelijken.
Arbeidsmarktactiveringsmaatregelen, met een specifieke focus op jongeren, maken deel uit van het algemene beleid van de lidstaten ten aanzien van kansarme of gemarginaliseerde groepen. Enkele lidstaten hebben maatregelen ontwikkeld om Roma-zzp’ers en -ondernemers te ondersteunen.
De meeste NSKR’s bestrijden de genderkloof op de arbeidsmarkt via activeringsmaatregelen voor Romavrouwen of door het uitvoeren van studies naar de oorzaken van de lagere participatiegraad van Romavrouwen op de arbeidsmarkt. Slechts enkele lidstaten voorzien in maatregelen om potentiële werkgevers meer bewust te maken van non-discriminatie en diversiteit, en nog minder lidstaten hebben maatregelen opgenomen om werkgevers inzicht te geven in zigeunerhaat.
De meeste lidstaten met een grotere Romabevolking hebben omvattende algemene en gerichte maatregelen op regionaal en lokaal niveau voorgesteld om de integratie van Roma te bevorderen en discriminatie en zigeunerhaat aan te pakken als belemmeringen voor de toegang tot werk. Nationale fondsen, het ESF+, het EFRO 19 en het Fonds voor een rechtvaardige transitie 20 worden in verschillende NSKR’s genoemd als financieringsbronnen voor de uitvoering van voorgestelde maatregelen, zij het met betrekking tot reguliere initiatieven en zonder dat er details worden gegeven over de begrotingstoewijzingen voor Roma.
Een voorbeeld van een veelbelovende praktijk is het Bulgaarse algemene actieve arbeidsmarktbeleid voor werkloze jongeren (tot 29 jaar), waaronder ook Romajongeren. Litouwen biedt een ander voorbeeld in de vorm van maatregelen om ondernemerschap te bevorderen en te ondersteunen, ook voor kansarme groepen zoals Roma. België voert door het ESF gefinancierde “Roma@work”-projecten uit, waarin werkzoekende Roma worden begeleid door middel van opleiding en coaching.
3.3 Verbeteren van de gezondheid van Roma en van de toegang van Roma tot hoogwaardige gezondheidszorg en sociale dienstverlening
In de aanbeveling van de Raad worden de lidstaten opgeroepen te zorgen voor effectieve en onbelemmerde gelijke toegang tot hoogwaardige gezondheidszorg en sociale dienstverlening, met name voor de groepen die het meeste risico lopen of die in gemarginaliseerde, afgelegen plattelands- of gesegregeerde gebieden wonen.
De meeste lidstaten erkennen de specifieke uitdagingen bij het waarborgen van gelijke toegang van Roma tot gezondheidszorg. Sommige NSKR’s bevatten plannen om studies naar de gezondheidssituatie van de Romabevolking uit te voeren, met als doel om de kennis en capaciteit van de autoriteiten te vergroten, die daardoor beter gerichte maatregelen zullen kunnen ontwikkelen.
De meeste lidstaten richten zich op het opleiden van werknemers in de gezondheidszorg, veldwerkers en Romagezondheidsbemiddelaars en op bewustmakingscampagnes ter bevordering van een gezonde levensstijl en gezondheidszorg voor kinderen. Andere maatregelen behelzen directe outreach naar de Romagroepen die in nederzettingen wonen om hen mobiele gezondheidszorg aan te bieden.
Sommige lidstaten hebben maatregelen vastgesteld die specifiek zijn gericht op Romavrouwen, waarbij de nadruk ligt op reproductieve gezondheid. De behoeften van mensen met een handicap, ouderen, LHBTIQ-Roma en slachtoffers of potentiële slachtoffers van mensenhandel komen in slechts een klein aantal NSKR’s aan bod. Weinig lidstaten hebben maatregelen opgenomen om de levensverwachting van de Romabevolking te verhogen. In bijna de helft van de NSKR’s worden maatregelen voorgesteld om de gevolgen van de COVID-19-pandemie tegen te gaan, onder meer via vaccinatiebevorderende campagnes (BG, CZ, CY, EE, EL, ES, FR, HU, HR, IE, LV, RO en SK).
De meeste lidstaten met een grotere Romabevolking hebben gecombineerde algemene en gerichte maatregelen vastgesteld en maken melding van het bestaan van uitvoeringsplannen voor deze maatregelen op lokaal en regionaal niveau, hoewel die plannen in sommige gevallen niet heel goed zijn uitgewerkt. Deze lidstaten beschouwen discriminatie en zigeunerhaat als redenen die Roma weghouden uit de gezondheidszorg.
In verschillende NSKR’s wordt vermeld dat er financiering uit het ESF+ en het EFRO wordt gebruikt voor het bereiken van deze doelstelling, meestal voor algemene maatregelen om de toegang tot gezondheidszorg voor gemarginaliseerde groepen te verbeteren.
Voorbeelden van veelbelovende praktijken komen uit Portugal, dat gerichte maatregelen uitvoert om Romagezondheidsbemiddelaars op te leiden, en uit Cyprus, dat iedereen gemakkelijk toegankelijke, gratis toegang tot kinderartsen biedt.
3.4 Effectieve gelijke toegang tot adequate gedesegregeerde huisvesting en essentiële voorzieningen
In de aanbeveling van de Raad worden de lidstaten opgeroepen om te zorgen voor gelijke behandeling van Roma bij de toegang tot adequate gedesegregeerde huisvesting en essentiële voorzieningen, zoals water, sanitaire voorzieningen, energie, vervoer, financiële diensten en digitale communicatie, overeenkomstig beginsel 20 van de Europese pijler van sociale rechten 21 .
Diverse lidstaten hebben maatregelen opgenomen om de toegang tot essentiële diensten te verbeteren, met name de toegang tot stromend water, evenals, tot op zekere hoogte, maatregelen om ruimtelijke segregatie te voorkomen en uit te bannen. Weinig NSKR’s omvatten zowel algemene als gerichte maatregelen om de toegang tot sociale huisvesting te vergemakkelijken, terwijl in verschillende NSKR’s wordt voorgesteld om officiële procedures voor stadsvernieuwing en woningrenovatie uit te voeren, woningbezit aan te moedigen en te investeren in infrastructuur zoals elektriciteit, gas, stromend water, riolering en afvalbeheer, wegen en toegang tot vervoer.
Het belangrijke aspect van de bestrijding van discriminatie en zigeunerhaat, als belemmeringen voor de toegang tot huisvesting, wordt slechts door enkele lidstaten erkend en komt nog minder tot uiting in concrete maatregelen. In de meeste NSKR’s worden problemen als gedwongen uitzettingen, de onmogelijkheid voor Roma om een huis te kopen of een betaalbare huurwoning te krijgen, of het verminderen van de kloof tussen huishoudens met overvolle woningen en andere huishoudens, onvoldoende aangepakt.
De meeste lidstaten met een grotere Romabevolking (CZ, EL, ES, HU en SK) hebben in algemene zin desegregatie-initiatieven op lokaal niveau opgenomen, terwijl Bulgarije en Roemenië geen specifieke desegregatiemaatregelen hebben. Die desegregatie-initiatieven bestaan erin dat nieuwe ontwikkelingen die met overheidsmiddelen worden gefinancierd niet worden gesegregeerd, de aanwezigheid van Roma in woonwijken wordt gemonitord of de bredere gemeenschap wordt betrokken bij desegregatieprocessen door hen voor te bereiden op de opvang van Roma die uit gesegregeerde gebieden zijn weggetrokken.
Op dit gebied wordt in de meeste NSKR’s het gebruik van EU-financieringsprogramma’s gepland, maar worden daarin slechts bij wijze van uitzondering gegevens over de toewijzing van middelen verstrekt.
Voorbeelden van veelbelovende praktijken zijn te vinden in Duitsland, dat laat zien hoe lokale autoriteiten een Romaspecifieke aanpak kunnen opnemen in hun strategie voor toegang tot huisvesting, en in Frankrijk, dat tegen 2030 22 alle sloppenwijken wil hebben weggewerkt, ondersteund door doelstellingen en een tijdschema. Andere voorbeelden komen uit Slovenië, dat nederzettingen in kaart brengt en legaliseert om hun infrastructuur te verbeteren, en Zweden, dat richtsnoeren heeft opgesteld om verhuurders bewust te maken van de situatie van Roma op de woningmarkt en om discriminatie te bestrijden. Een ander voorbeeld van een veelbelovende praktijk bestaat uit het door de maatschappelijke organisatie Romodrom uitgevoerde “Huisvesting eerst”-project 23 in Tsjechië, waarmee de strijd wordt aangegaan tegen dakloosheid en woningnood van personen van Roma-afkomst die het slachtoffer van sociaal uitsluiting zijn of het risico daarop lopen.
In het strategisch EU-kader voor Roma is voorgesteld dat alle lidstaten de vaststelling van doelstellingen, het verzamelen, het monitoren en rapporteren van gegevens verbeteren en dat gegevens regelmatig worden verzameld als input voor de rapportage en monitoring. Alle lidstaten werden verzocht om, als minimumverbintenis in hun NSKR’s, nationale uitgangs- en streefwaarden vast te stellen die moeten worden nagestreefd om de EU-doelstellingen en -streefwaarden te realiseren, op basis van een brede behoefteanalyse. Voorts is in het strategisch EU-kader voor Roma voorgesteld dat de lidstaten als aanvullende verbintenis in hun NSKR’s nationale kwantitatieve en kwalitatieve streefwaarden voor alle zeven EU-doelstellingen en de bijbehorende streefwaarden opnemen, afhankelijk van de beschikbaarheid van gegevens en de nationale context en uitdagingen.
In oktober 2022 is de door het FRA uitgevoerde Roma-enquête 2020-2021 24 gepubliceerd. Deze enquête levert de uitgangswaarden op voor de situatie van Roma in acht EU-lidstaten 25 en twee kandidaat-lidstaten 26 . Op basis van deze gegevens zal de vooruitgang in de EU en de betrokken lidstaten worden gemonitord.
De meeste lidstaten hebben een door hun NCPR gecoördineerd monitoring- en rapportagemechanisme ingesteld, rekening houdend met de input van nationale Romaplatforms, maatschappelijke organisaties die zich inzetten voor Roma, ministeries, organen voor de bevordering van gelijke behandeling en nationale bureaus voor de statistiek. Deze monitoring- en rapportagemechanismen zullen ook profiteren van de bijdrage van het RCM.
In de NSKR’s van sommige lidstaten met een grotere Romabevolking (BG, CZ, EL, ES en HR) zijn nationale kwantitatieve streefwaarden voor de gelijkheid, inclusie en participatie van Roma vastgesteld als bijdrage aan de verwezenlijking van de kerndoelen voor de zeven doelstellingen van het strategisch EU-kader voor Roma. Slowakije heeft in reactie op het kader streefwaarden voor zes doelstellingen vastgesteld, uitgezonderd de horizontale doelstelling “Bestrijden van armoede en sociale uitsluiting”. Hongarije heeft expliciete nationale kwantitatieve streefwaarden opgenomen met betrekking tot de doelstellingen van het strategisch EU-kader voor Roma op het gebied van armoede, onderwijs en werkgelegenheid. Roemenië heeft geen nationale streefwaarden opgenomen voor de verwezenlijking van de kerndoelen van het strategisch EU-kader voor Roma.
Estland, Slovenië, Letland en Litouwen hebben voor een of meer doelstellingen nationale streefwaarden vastgesteld die overeenkomen met de kerndoelen van het kader.
Wat de gegevensverzameling betreft, hebben verschillende lidstaten verwezen naar de beschikbare gegevens van Eurostat, FRA-enquêtes en de nationale bureaus voor de statistiek. Tegelijkertijd hebben sommige lidstaten het gebrek aan uitgangs- en streefwaarden gerechtvaardigd door de wettelijke beperking op het verzamelen van gegevens over etniciteit.
Naar aanleiding van de aanbeveling van de Raad moeten de lidstaten zorgen voor de volledige openbaarmaking van nationale verslagen over gelijkheid, inclusie en participatie van Roma. In de meeste NSKR’s ontbreekt echter informatie over dit aspect.
In het strategisch EU-kader voor Roma en de aanbeveling van de Raad wordt gewezen op het belang van EU- en nationale financiering voor de gelijkheid, inclusie en participatie van Roma en worden de lidstaten verzocht om in hun nationale kaders uit te leggen op welke wijze nationale en EU-middelen en financiële instrumenten zullen worden ingezet. Veel lidstaten vermelden als financieringsbronnen een combinatie van nationale en EU-financiering, doorgaans in het kader van het cohesiebeleid van de EU, alsmede financiering van andere internationale donoren. Deze mix van financiering wordt gebruikt voor de uitvoering van de in de NSKR’s beschreven maatregelen en van maatregelen die Roma omvatten als onderdeel van reguliere programma’s op het gebied van onderwijs, werkgelegenheid, gezondheid en huisvesting.
In het strategisch EU-kader voor Roma en de aanbeveling van de Raad worden de lidstaten, met name de lidstaten met grotere uitdagingen en de lidstaten met een aanzienlijke Romabevolking, aangespoord om ten volle gebruik te maken van de financiering die beschikbaar is in het kader van het meerjarig financieel kader (MFK) 2021-2027 en NextGenerationEU voor Roma. Om dit mogelijk te maken, zijn de verordeningen voor de periode 2021-2027 aangescherpt en gestroomlijnd, bijvoorbeeld via de specifieke doelstelling van het ESF+ om de sociaal-economische integratie van gemarginaliseerde gemeenschappen, zoals Roma, te bevorderen, aanvullende EFRO-investeringen op dit gebied en de invoering van de bijbehorende thematische randvoorwaarden in de verordening gemeenschappelijke bepalingen 27 voor cohesiefondsen.
Deze randvoorwaarde vereist van de lidstaten dat zij middelen uittrekken voor deze gerichte doelstelling om een nationaal strategisch beleidskader voor de integratie van Roma te hebben. Dit omvat strenge vereisten in verband met monitoring, maatregelen tegen segregatie, mainstreaming van de integratie van Roma op regionaal en lokaal niveau, en nauwe samenwerking met maatschappelijke organisaties van Roma en andere belanghebbenden. De randvoorwaarden zullen gedurende de gehele programmeringsperiode voortdurend worden gemonitord. Indien de lidstaat de randvoorwaarden niet langer naleeft, wordt de terugbetaling van uitgaven geblokkeerd voor de overeenkomstige specifieke doelstelling. Bovendien moeten alle lidstaten in het kader van het ESF+ voldoen aan het vereiste inzake thematische concentratie van 25 % voor sociale inclusie, waarvan Roma een belangrijke doelgroep vormen.
De lidstaten moeten ervoor zorgen dat de beschikbare financiering Roma daadwerkelijk bereikt.
In de onderhandelingen over de partnerschapsovereenkomsten 2021-2027 en de EFRO- en ESF+-programma’s heeft de Commissie benadrukt dat de landspecifieke uitdagingen in verband met Roma naar behoren tot uiting moeten komen en moeten worden aangepakt in de komende programma’s en dat er maatregelen ter bevordering van de integratie van Roma en de toegang tot reguliere, niet-gesegregeerde infrastructuur en diensten moeten worden uitgevoerd.
Zestien lidstaten (BG, CZ, EE, EL, ES, FI, FR, HU, HR, IT, LU, PL, PT, RO, SK en SI) zijn voornemens om middelen in het kader van het ESF+ te reserveren voor gemarginaliseerde gemeenschappen, zoals Roma, voor een bedrag van in totaal ruim 1,8 miljard EUR 28 .
In overeenstemming met de Verordening tot instelling van de faciliteit voor herstel en veerkracht (RRF-verordening) 29 zullen hervormingen en investeringen die zijn opgenomen in de nationale herstel- en veerkrachtplannen naar verwachting bijdragen tot een doeltreffende aanpak van alle of een aanzienlijk aantal van de uitdagingen die zijn vastgesteld in de landspecifieke aanbevelingen die sinds 2019 30 in het kader van het Europees Semester tot de lidstaten zijn gericht. In het kader van het Semester hebben BG, CZ 31 , HU, RO en SK in de periode 2012-2019 regelmatig landspecifieke aanbevelingen met betrekking tot de inclusie van de Romabevolking ontvangen. In 2019 heeft de Raad landspecifieke aanbevelingen toegezonden aan BG, HU, RO en SK, die voornamelijk betrekking hadden op de behoefte aan inclusief en hoogwaardig onderwijs voor Romaleerlingen.
Andere investeringen en hervormingen hebben betrekking op de oprichting van jeugdcentra die de persoonlijke ontwikkeling van jongeren uit kwetsbare groepen, zoals Roma, willen bevorderen en het aanbieden van energie-efficiënte sociale huisvesting voor kwetsbare groepen. Over het geheel bezien omvatten de plannen een aanzienlijk aantal hervormingen en investeringen ter ondersteuning van sociale doelstellingen. In totaal hebben de lidstaten ongeveer 28 % van hun RRF-middelen besteed aan de ondersteuning van sociale doelstellingen, verspreid over vier categorieën: werkgelegenheid en vaardigheden, onderwijs en kinderopvang, gezondheid en langdurige zorg, en sociaal beleid 33 .
De lidstaten worden verzocht om optimaal gebruik te maken van deze financiering voor het ontwerpen en uitvoeren van maatregelen die beogen de toegang van gemarginaliseerde groepen zoals Roma tot regulier(e), niet-gesegregeerd(e) onderwijs, huisvesting, langdurige zorg en werkgelegenheid te verbeteren, hun sociale integratie te bevorderen en maatschappelijke organisaties die met gemarginaliseerde Romagemeenschappen werken te ondersteunen.
6.UITBREIDINGSLANDEN: KANDIDAAT-LIDSTATEN EN POTENTIËLE KANDIDAAT-LIDSTATEN VAN DE EU 34
De leiders van de Westelijke Balkan hebben in het kader van het Poznań-proces 35 blijk gegeven van hun krachtige inzet voor de integratie van Roma en zijn overeengekomen om hun NSKR’s/actieplannen in overeenstemming te brengen met het strategisch EU-kader voor Roma, reden waarom de Westelijke Balkan in deze beoordeling is opgenomen.
De doelstelling om zigeunerhaat te bestrijden is opgenomen in de NSKR’s van alle landen van de Westelijke Balkan. De nieuwe NSKR’s zijn opgesteld met deelname van het maatschappelijk middenveld. In alle NSKR’s van de partners van de Westelijke Balkan zijn nationale indicatoren en monitoringinstrumenten vastgesteld. De regelmatige gegevensverzameling, openbare rapportage en evaluatie moeten echter worden versterkt om een betrouwbare beoordeling van de vooruitgang te kunnen maken, waarbij de resultaten van de Westelijke Balkan-enquête als uitgangspunt voor de regio gelden.
Hoewel armoede en sociale uitsluiting van Roma wijdverspreid zijn in de regio, zijn de maatregelen die zijn voorgesteld om deze problemen aan te pakken onvoldoende gericht op meervoudige en structurele discriminatie (vrouwen, ouderen, kinderen, LHBTIQ- en staatloze Roma). De noodzaak om het mandaat en de administratieve capaciteit van de nationale contactpunten voor Roma te versterken en ervoor te zorgen dat zij rechtstreeks betrokken worden bij de programmering van en het toezicht op de besteding van EU-middelen, zoals onderstreept in het kader, wordt onvoldoende geadresseerd.
Wat de financiering betreft, wordt in de NSKR’s en actieplannen meer aandacht besteed aan het vaststellen van financieringsbehoeften en wordt verwezen naar toewijzingen uit nationale begrotingen. Niettemin is er een grote mate van afhankelijkheid van donorfinanciering. De aanzienlijke financiële steun van de Commissie via het instrument voor pretoetredingssteun (IPA) helpt regeringen en lokale overheden reeds om hun capaciteit te verbeteren en ondersteunt onderwijs, ondernemerschap, de legalisering van nederzettingen, en netwerken van maatschappelijke organisaties die zich inzetten voor Roma. Deze financiële steun zal zowel op nationaal als op regionaal niveau worden voortgezet en zal betrekking hebben op nieuwe prioritaire gebieden zoals de digitale ruimte.
Wat de sectorale doelstellingen van het strategisch EU-kader voor Roma betreft, is het verbeteren van de toegang tot onderwijs, werkgelegenheid en gezondheidszorg van hoge kwaliteit een strategische doelstelling in alle NSKR’s, zij het met verschillende mate van gedetailleerdheid. Werkgelegenheid van Romavrouwen en -jongeren en het verwerven van digitale vaardigheden krijgen onvoldoende aandacht. Gezondheidsmaatregelen voor kinderen, kwetsbare personen en slachtoffers van gendergerelateerd geweld worden slechts deels vermeld, terwijl het verbeteren van gezondheidsbemiddeling onvoldoende ter hand wordt genomen. Wat huisvesting betreft, hebben de landen van de Westelijke Balkan hun illegale/informele nederzettingen reeds in kaart gebracht. De NSKR’s bevatten verwijzingen naar toegang tot sociale huisvesting, maar gaan slechts gedeeltelijk in op zaken als het legaliseren en verbeteren van de infrastructuur in nederzettingen, het uitbannen van de praktijk van gedwongen uitzetting en maatregelen om dakloosheid van Roma aan te pakken. Over het algemeen ontwikkelt de situatie zich in de goede richting, maar in de loop van het decennium zullen verdere inspanningen nodig zijn.
Gelijkheid, inclusie en participatie van Roma en de geleidelijke aanpassing aan het strategisch EU-kader voor Roma zullen naar behoren tot stand moeten worden gebracht in Oekraïne en de Republiek Moldavië 36 , de twee nieuwe kandidaat-lidstaten van de EU, evenals in Georgië, als potentiële kandidaat-lidstaat. De in de adviezen van de Europese Commissie 37 vastgestelde prioriteiten omvatten reeds de noodzaak voor de drie landen om de rechten en het rechtskader van hun nationale minderheden en kwetsbare groepen te versterken.
De Commissie zal de voortgang nauwlettend volgen en de integratie van Roma in de Westelijke Balkan, Oekraïne, Moldavië, Georgië en Turkije financieel blijven ondersteunen, als onderdeel van hoofdstuk 23 van de uitbreidingsonderhandelingen, “Rechterlijke macht en grondrechten”.
Lidstaten met een aanzienlijke Romabevolking worden sterk aangemoedigd om hun ambitieniveau bij het aanpakken van de uitdagingen waarmee Roma op de vier sectorale gebieden worden geconfronteerd op te voeren, en om tegelijkertijd te zorgen voor een adequate transversale toepassing van de horizontale doelstellingen van bestrijding van zigeunerhaat, discriminatie, haatdragende uitlatingen en haatmisdrijven en armoede en bevordering van een zinvolle deelname van Roma aan de samenleving. De uitvoering van NSKR’s en de actieplannen moet zijn gebaseerd op deugdelijke uitgangswaarden, waaronder die van de Roma-enquête 2020-2021 van het FRA voor de geënquêteerde landen, en op voldoende ambitieuze doelstellingen die nauw zijn verbonden met de streefwaarden op EU-niveau van het strategisch EU-kader voor Roma. Het is belangrijk dat deze lidstaten een gecombineerde aanpak volgen die gelijkheid en inclusie van Roma zowel bevordert als mainstreamt.
De Commissie verzoekt de lidstaten die over een reeks beleidsmaatregelen voor inclusie beschikken om ervoor te zorgen dat het beleid en de programma’s voor sociale inclusie op doeltreffende wijze de Romabevolking bereiken, en om gerichte maatregelen te ontwikkelen die, voor zover nodig, de toegang van Roma tot de reguliere, niet-gesegregeerde infrastructuur en diensten bevorderen.
De Commissie stimuleert alle lidstaten die ook andere nationale strategieën voor het verminderen van ongelijkheid of het aanpakken van discriminatie aan het ontwikkelen of uitvoeren zijn, zoals actieplannen tegen racisme of actieplannen in het kader van de Europese kindergarantie, om te zorgen voor adequate mainstreaming van Roma-aangelegenheden en voor volledige complementariteit en afstemming op de maatregelen die in de NSKR’s zijn vastgelegd.
De lidstaten zijn het allemaal eens geworden over de EU-kerndoelen inzake werkgelegenheid, vaardigheden en armoede die zijn voorgesteld in het actieplan voor de Europese pijler van sociale rechten voor 2021 38 . De lidstaten hebben op deze gebieden nationale doelstellingen ontwikkeld die ten volle moeten worden benut om ervoor te zorgen dat niemand achterblijft.
De rol en de doeltreffendheid van NCPR’s zijn essentiële elementen voor de succesvolle uitvoering van de nationale strategische kaders voor Roma. Hoewel de meeste lidstaten hun NCPR’s hebben uitgerust met passende mandaten en coördinerende rollen met ministeries en andere verantwoordelijke autoriteiten, hebben de NCPR’s veelal onvoldoende extra financiële en personele middelen toegewezen gekregen, waardoor zij onvoldoende capaciteit hebben om hun coördinerende en toezichthoudende rol grondig uit te voeren. Voor zover relevant moeten de NCPR’s ook worden betrokken bij de programmering, uitvoering en monitoring (onder meer in monitoringcomités) van EFRO- en ESF+-programma’s, de herstel- en veerkrachtplannen en elk ander fonds van de Unie dat het streven naar gelijkheid en inclusie van Roma kan ondersteunen. De Commissie wijst er nogmaals op dat het belangrijk is dat de lidstaten hun NCPR’s verder versterken, zodat deze hun sleutelrol doeltreffend kunnen vervullen.
Zigeunerhaat
Het bestrijden en voorkomen van zigeunerhaat is een belangrijke doelstelling en een leidend beginsel van het strategisch EU-kader voor Roma en de aanbeveling van de Raad. In veel NSKR’s wordt het belang van de bestrijding van de verschillende vormen van expressie en manifestatie ervan erkend, waaronder anti-Romaracisme, discriminatie, vooroordelen, stereotypen en stigmatisering, evenals haatdragende uitlatingen en haatmisdrijven.
In de beschrijvingen van nationale contexten en uitdagingen van veel lidstaten wordt zigeunerhaat genoemd. De meeste lidstaten met een grotere Romabevolking hebben doelstellingen en maatregelen vastgesteld om dit verschijnsel te bestrijden, zij het in verschillende mate en met uiteenlopende ambitieniveaus, die niet voldoende aansluiten bij de omvang van het probleem. De Commissie roept de lidstaten op om hun inspanningen op dit gebied te intensiveren en spoort de lidstaten die geen plannen hebben om dit probleem aan te pakken aan om dat nu te doen.
Segregatie in onderwijs en huisvesting
Streefwaarden en indicatoren
Het vaststellen van nauwkeurig gekwantificeerde nationale streefwaarden, gekoppeld aan indicatoren en uitgangswaarden, is van cruciaal belang voor het monitoren van de vooruitgang bij het bereiken van de doelstellingen van het strategisch EU-kader voor Roma. Daarbij kan de Roma-enquête 2020-2021 van het FRA dienen als uitgangspunt voor de geënquêteerde landen. Het is belangrijk dat deze lidstaten een gecombineerde aanpak volgen die gelijkheid en inclusie van Roma zowel bevordert als mainstreamt.
De Commissie moedigt alle lidstaten voorts aan om hun NSKR’s te evalueren en zo nodig te herzien om specifieke kwantitatieve doelstellingen te ontwikkelen die de EU zullen helpen om de doelstellingen van het strategisch EU-kader voor Roma tegen 2030 collectief te bereiken.
Mainstreaming
In veel NSKR’s worden maatregelen beschreven die verband houden met algemene beleidslijnen en programma’s voor sociale inclusie. In die maatregelen ontbreekt het echter vaak aan details over de wijze waarop en de mate waarin Roma ervan kunnen profiteren. Hoewel inspanningen nodig zijn om de integratie van Roma te bevorderen via algemene beleidslijnen en programma’s, moeten de lidstaten ervoor zorgen dat wordt voorkomen dat Roma-aangelegenheden over het hoofd worden gezien of slechts oppervlakkig in het beleid worden verwerkt. De NCPR’s moeten hierbij worden betrokken en in staat worden gesteld om een sectoroverschrijdende coördinerende rol op zich te nemen.
Participatie
De lidstaten moeten zorgen voor en aantonen dat Roma daadwerkelijk en zinvol deelnemen in alle stadia van de uitvoering van hun NSKR en de EU-financieringsprogramma’s op nationaal, regionaal en lokaal niveau, alsook aan de monitoring van en rapportage over het NSKR. Samenwerking in dit verband kan worden bereikt door de betrokkenheid van de nationale Romaplatforms of daaraan gelijkwaardige raadplegings- en participatieprocessen te versterken.
8.ONDERSTEUNING DOOR DE EUROPESE COMMISSIE
De Commissie zal de handhaving en toepassing van de richtlijn inzake rassengelijkheid 39 , de richtlijn slachtofferrechten 40 en het kaderbesluit van de Raad inzake de bestrijding van racisme en vreemdelingenhaat blijven monitoren en zal zo nodig inbreukprocedures inleiden om wijzigingen in de nationale wetgeving en het nationale beleid tot stand te brengen. De Commissie zal het institutionele kader voor de bestrijding van discriminatie versterken door een wetgevingsvoorstel inzake normen voor organen voor de bevordering van gelijke behandeling in te dienen.
2)Mainstreaming van gelijkheid van Roma in EU-beleidsinitiatieven en reserveren van EU-middelen voor Roma
De Commissie zal ervoor zorgen dat de bestrijding van rassen- of etnische discriminatie wordt geïntegreerd in EU-beleid, -wetgeving en -financieringsprogramma’s die cohesie, inclusie en participatie bevorderen. De Commissie zal de uitvoering van beleid dat relevant is voor de gelijkheid, inclusie en participatie van Roma monitoren, ook in het kader van het Europees Semester.
De lidstaten zullen worden ondersteund, financieel en in de vorm van coördinatiemaatregelen, bij het verder ontwikkelen en uitvoeren van hun nationale Romakaders. Ook zal steun worden verleend in de vorm van bijstand uit het instrument voor technische ondersteuning 41 . Daarnaast zal capaciteitsopbouw worden aangeboden, met name via het FRA, voor de ontwikkeling van robuuste monitoring- en evaluatiesystemen en het verzamelen van gegevens over gelijkheid ten behoeve van de beleidsvorming en de uitvoering van de nationale Romakaders. De NCPR's zullen worden geholpen bij het vergroten van hun kennis en capaciteit om toezicht te houden op en verslag uit te brengen over de uitvoering van hun nationale Romakader en om op hun nationale situatie toegesneden indicatoren te ontwikkelen.
De Commissie zal optimaal gebruikmaken van de NCPR-vergaderingen om gevolg te geven aan de bevindingen van deze mededeling.
De Commissie zal de uitvoering van verschillende programma’s en projecten ondersteunen, zoals HERO 42 , dat proefprojecten mogelijk maakt om de toegang tot huisvesting en werkgelegenheid voor kwetsbare Romagezinnen te verbeteren, en de voorbereidende actie 2021-2025 van het RCM voor capaciteitsopbouw van maatschappelijke organisaties die zich inzetten voor Roma om de uitvoering van NSKR’s te monitoren. Andere projecten zijn gericht op toegang tot onderwijs of op capaciteitsopbouw voor beleidsvorming, zoals de gezamenlijke programma’s Inschool en Romact van de EU en de Raad van Europa 43 .
De nationale contactpunten voor Roma en de nationale Romaplatforms zullen steun ontvangen via specifieke oproepen van de Commissie in het kader van het programma “Burgers, gelijkheid, rechten en waarden” (CERV) 44 . Het CERV-programma ondersteunt ook projecten ter bestrijding van racisme, zigeunerhaat en discriminatie, en projecten voor de herdenking van de Holocaust via de Europese herdenkingsoproepen van het programma 45 .
De Commissie zal de samenwerking tussen de lidstaten ter bevordering van gelijke toegang tot hoogwaardig onderwijs voor iedereen vergemakkelijken via de Europese onderwijsruimte en het actieplan voor digitaal onderwijs 46 , alsmede via het ESF+. De Commissie zal het wederzijds leren over de bestrijding van discriminatie in en door middel van onderwijs blijven faciliteren in het kader van haar werkgroep inzake gelijkheid en waarden van het strategisch kader voor de Europese onderwijsruimte.
De Commissie zal Roma-aangelegenheden verder integreren in alle relevante activiteiten in het kader van de strategieën ter uitvoering van de programma’s Unie van gelijkheid 47 , Erasmus+ 48 en het Europees Solidariteitskorps 49 . De Commissie zal in het kader van het EU4Health-programma 50 middelen uittrekken om ziekten te helpen voorkomen en vaccinaties te vergemakkelijken, en om mechanismen te ontwikkelen voor het geven van een betere respons op gezondheidsgerelateerde crises, onder meer onder de Romabevolking. Via de klimaat- en infrastructuurfondsen 51 zullen projecten streven naar de inclusie van personen met een handicap en personen die het risico lopen op armoede en sociale uitsluiting, met inbegrip van Roma, en betaalbare sociale huisvesting bevorderen.
Bij de uitvoering van EU-fondsen, waaronder programma’s van het Europees Sociaal Fonds Plus (ESF+), zal de Commissie met de lidstaten samenwerken om ervoor te zorgen dat tegemoet wordt gekomen aan de behoeften van Roma door middel van een gecombineerde aanpak van algemene en gerichte maatregelen, en zal zij de uitwisseling van beste praktijken en richtsnoeren voor de lidstaten inzake desegregatie in onderwijs en huisvesting bevorderen.
3)EU-maatregelen en -steun ter bevordering van de participatie, integratie en diversiteit van Roma
Zoals gebruikelijk zal de Commissie samenwerken met de lidstaat die het voorzitterschap van de Raad van de EU bekleedt om de gelijkheid, inclusie en participatie van Roma hoog op de politieke agenda te houden.
De Commissie zal haar werkzaamheden ter bevordering van transnationale partnerschappen, wederzijds leren en de uitwisseling van knowhow en veelbelovende praktijken voortzetten door steun te verlenen aan: i) het netwerk van nationale contactpunten voor Roma, ii) de organisatie van het Europees platform voor de integratie van Roma, iii) de uitvoering van het RCM-project, iv) samenwerking met het Europees netwerk van nationale organen voor de bevordering van gelijke behandeling (Equinet) en het EURoma-netwerk.
De Commissie zal ook haar samenwerking en partnerschap met het Europees Parlement en met maatschappelijke organisaties van Roma voortzetten met het oog op de viering van de Internationale Dag van de Roma.
De Commissie zal diversiteit en inclusiviteit bevorderen via het programma Creatief Europa 52 , en de integratie van Roma op het werk via het EU-platform van diversiteitshandvesten 53 . De nieuwe HR-strategie 54 voor de Commissie zal de diversiteit van haar personeel helpen vergroten en ernaar streven om meer stagiairs en personeel uit ondervertegenwoordigde groepen en etnische minderheden aan te trekken. Via haar Kenniscentrum voor participatieve en deliberatieve democratie 55 biedt de Commissie ook inzicht in de ontwikkeling van inclusieve burgerbetrokkenheidsexercities die kunnen bijdragen tot inclusieve politieke en lokale participatie van Roma in Europa.
In aansluiting op haar toezegging om positieve verhalen en Romarolmodellen te bevorderen en zigeunerhaat, stereotypering, anti-Romaretoriek en haatdragende uitlatingen te bestrijden, zal de Commissie haar werkzaamheden op dit gebied voortzetten via de groep op hoog niveau voor de bestrijding van haatdragende uitlatingen en haatmisdrijven en door middel van samenwerking en gezamenlijke werkzaamheden met de Raad van Europa via het komende project Equirom 56 .
De belangrijkste doelstellingen, streefwaarden en maatregelen die zijn opgenomen in het strategisch EU-kader voor Roma en de aanbeveling van de Raad komen in verschillende mate tot uiting in de nationale strategische kaders voor Roma (NSKR’s). Om ervoor te zorgen dat via de NSKR’s tussen nu en 2030 de gewenste veranderingen tot stand worden gebracht, moeten sterke partnerschappen worden ontwikkeld en onderhouden tussen alle belanghebbenden, zodat er doeltreffend kan worden gereageerd op landspecifieke uitdagingen, de voortgang grondig kan worden gemonitord en de NSKR’s zo nodig kunnen worden aangepast en bijgewerkt. De Commissie zal op EU-niveau blijven werken aan volledige steun voor deze werkzaamheden.
De Commissie verzoekt de lidstaten om optimaal gebruik te maken van haar beoordeling, bevindingen en richtsnoeren voor verbetering, en om uiterlijk in juni 2023 verslag uit te brengen over hun vorderingen, overeenkomstig de aanbeveling van de Raad. In de volgende mededeling van de Commissie zullen de eerste verslagen van de lidstaten over de uitvoering van hun NSKR’s en de vooruitgang die zij hebben geboekt bij de verwezenlijking van de streefwaarden voor 2030, worden beoordeeld.
Het FRA heeft toegezegd om in 2024 een nieuwe Roma-enquête uit te voeren. De bevindingen zullen, samen met de tweejaarlijkse rapportage van de lidstaten, de lidstaten en de Commissie beter in staat stellen om de vooruitgang te meten bij het verwezenlijken van de doelstellingen van het strategisch EU-kader voor Roma voor 2030. De Commissie zal nauw samenwerken met het FRA bij het meten van deze vooruitgang.
(1)
COM(2020) 620 – Strategisch EU-kader voor gelijkheid, inclusie en participatie van de Roma.
(2)
Verslag inzake de evaluatie van het EU-kader voor de nationale strategieën voor integratie van de Roma tot 2020, COM(2018) 785 final.
(3)
Aanbeveling van de Raad van 12 maart 2021 inzake gelijkheid, inclusie en participatie van de Roma (2021/C 93/01) .
(4)
Ontwikkeld door het Bureau van de Europese Unie voor de grondrechten (FRA) in samenwerking met de nationale contactpunten voor Roma (NCPR’s), de nationale bureaus voor de statistiek en de Commissie.
(5)
Onder een nationaal strategisch kader voor Roma wordt verstaan: nationale Romastrategieën en/of geïntegreerde beleidspakketten die binnen een bredere sociaal-economische context relevant zijn voor de gelijkheid, integratie en participatie van Roma.
(6)
Bulgarije, Griekenland, Hongarije, Roemenië, Slowakije, Spanje en Tsjechië.
(7)
Albanië, Bosnië en Herzegovina, Noord-Macedonië, Montenegro, Servië en Kosovo (deze benaming laat de standpunten over de status onverlet en is in overeenstemming met Resolutie 1244/1999 van de VN-Veiligheidsraad en het advies van het Internationaal Gerechtshof over de onafhankelijkheidsverklaring van Kosovo), die in het kader van het Poznań-proces zijn overeengekomen om hun nationale strategische kaders/actieplannen voor Roma op te nemen in de in NSKR’s/actieplannen van het EU-kader voor Roma.
(8)
Voorbereidende actie 2021-2025 – Roma Civil Monitoring: Versterking van de capaciteit en betrokkenheid van het maatschappelijk middenveld van en voor Roma bij beleidscontrole en -evaluatie . Participatie en betrokkenheid van het maatschappelijk middenveld vormen samen een belangrijk element van het EU-kader voor Roma. Maatschappelijke organisaties van en voor Roma waren al betrokken bij eerdere uitvoeringsbeoordelingen.
(9)
Zie de bijlage, die een tabel met een overzicht van de ingediende NSKR’s bevat.
(10)
Generieke reguliere maatregelen ter bevordering van sociale inclusie en non-discriminatie.
(11)
Malta heeft geen nationaal strategisch kader voor Roma ontwikkeld, aangezien er op zijn grondgebied voor zover bekend geen Romabevolking aanwezig is.
(12)
De gedetailleerde beoordeling is te vinden in het aanhangsel van het eerste deel van het SWD.
(13)
Een overzicht van de situatie met betrekking tot de streefwaarden per lidstaat voor alle doelstellingen is te vinden in het aanhangsel van het eerste deel van het SWD.
(14)
Wet 2/2021 houdende maatregelen ter voorkoming en bestrijding van zigeunerhaat .
(15)
Volgens de officiële volkstelling van 2001 zijn er 47 917 Oekraïense Roma. Andere schattingen, zoals die van de Raad van Europa, komen tot een veel hoger cijfer.
(16)
The Russian war of aggression against Ukraine – The broad fundamental rights impact in the EU .
(17)
Europese kindergarantie .
(18)
Europees Sociaal Fonds Plus – ESF+ in partnerschap.
(19)
Europees Fonds voor regionale ontwikkeling .
(20)
Fonds voor een rechtvaardige transitie .
(21)
Europese pijler van sociale rechten .
(22)
Plan van Frankrijk om voor 2030 alle sloppenwijken te ontruimen .
(23)
https://romodrom.cz/en/our-activities/housing/housing-first/
(24)
FRA-enquête 2020-2021: Roma in 10 European countries – Main results .
(25)
Griekenland, Hongarije, Italië, Kroatië, Portugal, Roemenië, Spanje en Tsjechië.
(26)
Noord-Macedonië en Servië.
(27)
Verordening (EU) 2021/1060 van het Europees Parlement en de Raad van 24 juni 2021 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds Plus, het Cohesiefonds, het Fonds voor een rechtvaardige transitie en het Europees Fonds voor maritieme zaken, visserij en aquacultuur en de financiële regels voor die fondsen en voor het Fonds voor asiel, migratie en integratie, het Fonds voor interne veiligheid en het Instrument voor financiële steun voor grensbeheer en visumbeleid.
(28)
Dit bedrag moet worden opgevat als een schatting en is berekend op basis van de informatie die de lidstaten per 21 november 2022 officieel hebben ingediend. Definitieve cijfers zullen pas beschikbaar zijn wanneer alle programma’s zijn goedgekeurd.
(29)
Verordening (EU) 2021/241 van het Europees Parlement en de Raad van 12 februari 2021 tot instelling van de herstel- en veerkrachtfaciliteit .
(30)
In de nationale herstel- en veerkrachtplannen moet opvolging worden gegeven aan de landspecifieke aanbevelingen die sinds 2019 zijn gedaan, wat voor de meeste lidstaten betrekking heeft op de landspecifieke aanbevelingen van 2019 en 2020, aangezien de meeste plannen in 2021 zijn goedgekeurd. De Semestercyclus van 2022 had een sobere inslag, en de landspecifieke aanbevelingen hadden alleen betrekking op uitstaande en nieuw opkomende prioriteiten die in goedgekeurde herstel- en veerkrachtplannen niet werden behandeld. Als gevolg daarvan ontving in 2022 alleen HU (waarvan het herstel- en veerkrachtplan op 15 december 2022 is goedgekeurd) een landspecifieke aanbeveling over Roma. In 2019 heeft de Raad landspecifieke aanbevelingen gericht tot BG, HU, RO en SK, voornamelijk over de behoefte aan inclusief en hoogwaardig onderwijs voor Romaleerlingen.
(31)
CZ heeft tot 2016 landspecifieke aanbevelingen over de inclusie van de Romabevolking ontvangen.
(32)
www.consilium.europa.eu/nl/press/press-releases+of+written+procedure+on+aid+to+Ukraine%2c+minimum+tax%2c+Hungary%u2019s+recovery+plan+and+the+conditionality+mechanism">Resultaat schriftelijke procedure inzake het herstelplan van Hongarije .
(33)
Scorebord voor herstel en veerkracht .
(34)
Turkije wordt door de onderhavige beoordeling niet bestreken omdat het geen nationale Romastrategie heeft. In juni 2022 heeft de Europese Raad, naar aanleiding van adviezen van de Europese Commissie, Oekraïne, Moldavië en Georgië, een Europees perspectief gegeven, terwijl Oekraïne en Moldavië ook de status van kandidaat-lidstaat hebben gekregen. Vanwege de recente aard van deze besluiten is geen van deze drie landen in de beoordeling opgenomen, ook al hebben Oekraïne en de Republiek Moldavië nationale Romastrategieën.
(35)
Resultaat van de Top van Sofia van 6 november 2020, Verklaring van Poznań van de partners van de Westelijke Balkan over de integratie van Roma in het kader van het uitbreidingsproces van de EU.
(36)
Advies van de Commissie van juni 2022 over aanbevelingen inzake de Roma, met inbegrip van Moldavië .
(37)
Adviezen van de Europese Commissie over de verzoeken om toetreding tot de EU .
(38)
Hoofddoelstellingen van het actieplan voor de Europese pijler van sociale rechten voor 2030 .
(39)
Richtlijn 2000/43/EG van de Raad van 29 juni 2000 houdende toepassing van het beginsel van gelijke behandeling van personen ongeacht ras of etnische afstamming .
(40)
Richtlijn 2012/29/EU van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van minimumnormen voor de rechten, de ondersteuning en de bescherming van slachtoffers van strafbare feiten, en ter vervanging van Kaderbesluit 2001/220/JBZ .
(41)
Instrument voor technische ondersteuning .
(42)
www.european-microfinance.org/call">EU-proefproject HERO
(43)
Gezamenlijke programma’s van de EU en de Raad van Europa: toegang tot onderwijs Inschool , en capaciteitsopbouw voor beleidsvorming www.coe-romact.org/">Romact ; een project van REDI Economic Development S.A ondersteunt het ondernemerschap van Roma in vier landen, met steun van het Europees Investeringsfonds (EIF).
(44)
Programma “Burgers, gelijkheid, rechten en waarden” .
(45)
Oproep tot het indienen van voorstellen inzake Europese herdenkingen .
(46)
Europese onderwijsruimte , focusthema’s: Verbetering van de kwaliteit van en gelijke kansen in onderwijs en opleiding en actieplan voor digitaal onderwijs .
(47)
Unie van gelijkheid: Het eerste jaar van acties en resultaten .
(48)
Erasmus+ – EU-programma voor onderwijs, opleiding, jeugd en sport.
(49)
Europees Solidariteitskorps .
(50)
EU4Health-programma .
(51)
www.eif.org/InvestEU">InvestEU – klimaat- en infrastructuurfondsen .
(52)
Programma Creatief Europa .
(53)
EU-platform van diversiteitshandvesten – het platform biedt plaats aan bestaande Europese diversiteitshandvesten (momenteel 26) om ervaringen en goede praktijken uit te wisselen en te delen.
(54)
HR-strategie voor de Commissie.
(55)
Kenniscentrum voor participatieve en deliberatieve democratie .
(56)
Gelijkheid en vrijwaring van discriminatie voor Roma (Equirom) is een project dat zal worden uitgevoerd door de Raad van Europa met financiering uit de CERV-2021-COEU-1-oproep tot het indienen van voorstellen.