Toelichting bij COM(2022)631 - Opschorting van een aantal bepalingen van Verordening 810/2009 ten aanzien van Senegal

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

1. ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

Motivering en doel van het voorstel

Krachtens artikel 25 bis, lid 2, van de Visumcode 1 dient de Commissie regelmatig, ten minste eens per jaar, de door een derde land verleende medewerking op het gebied van overname te beoordelen en verslag van haar beoordeling te doen aan de Raad.

Op basis van bovengenoemde beoordeling en rekening houdend met de stappen die de Commissie heeft ondernomen om het niveau van medewerking van het betrokken derde land op het gebied van overname te verbeteren, alsook met de algemene betrekkingen van de Unie met het betrokken derde land, kan de Commissie concluderen dat het betrokken derde land onvoldoende medewerking verleent en dat derhalve maatregelen noodzakelijk zijn. Indien dit het geval is, dient de Commissie overeenkomstig artikel 25 bis, lid 5, punt a), van de Visumcode bij de Raad een voorstel in te dienen voor een uitvoeringsbesluit tot opschorting van de toepassing van een aantal bepalingen van de Visumcode voor onderdanen van dat derde land. De Commissie dient te allen tijde inspanningen te blijven leveren om de samenwerking met het betrokken derde land te verbeteren.

• Senegal

De samenwerking met Senegal op het gebied van de overname van zijn onderdanen die illegaal op het grondgebied van de EU verblijven, is nog steeds onvoldoende, zoals blijkt uit het terugkeerpercentage (de verhouding tussen het aantal uitgevoerde en uitgevaardigde terugkeerbesluiten), dat is gedaald van 7,3 % in 2019 tot 3,2 % in 2020 – een van de laagste ter wereld – terwijl het aantal personen dat werd gelast om te vertrekken nog steeds hoog is (8 485 personen in 2020). Het terugkeerpercentage bedroeg in 2021 8 % en de lidstaten hebben de Commissie meegedeeld dat de samenwerking op het gebied van identificatie en afgifte van reisdocumenten aanzienlijk is verslechterd en het afgiftepercentage (de verhouding tussen het aantal door derde landen afgegeven reisdocumenten en het aantal door de lidstaten ingediende overnameverzoeken) voortdurend terugloopt.

Zo er al sprake is van samenwerking tussen de lidstaten en Senegal, is die in ieder geval onregelmatig. De meeste lidstaten staan voortdurend voor problemen bij het aangaan van een zinvolle dialoog met Senegal over overname.

In het kader van permanente beoordelingen door de Commissie op basis van betrouwbare gegevens die verstrekt zijn door de lidstaten en door de instellingen, organen en instanties van de Unie dan wel tijdens besprekingen in de relevante werkgroepen van de Raad en vergaderingen van deskundigengroepen, hebben de lidstaten melding gemaakt van verschillende obstakels die elke stap in het overname- en terugkeerproces belemmeren, variërend van de identificatie van Senegalese onderdanen tot de afgifte van reisdocumenten en de organisatie van terugkeeroperaties. De Senegalese autoriteiten reageren niet of zeer traag op verzoeken van de lidstaten om identificatie en aanvullende ad-hocverzoeken. Het identificatieproces is daardoor zeer omslachtig en leidt zelden tot de afgifte van reisdocumenten. Ook de afgifte van reisdocumenten aan personen van wie de Senegalese nationaliteit is bevestigd, is problematisch. In 2022 keerde niemand via een chartervlucht terug en tussen januari en medio september 2022 keerde in vergelijking met andere derde landen met een vergelijkbaar aantal zaken een zeer gering aantal personen terug.

Sinds 2015 zijn de pogingen van de EU om de samenwerking op EU-niveau te formaliseren, ondanks verschillende politieke en technische contacten op hoog niveau, niet succesvol. De EU heeft Senegal, op politiek en technisch niveau, onder meer tijdens de gezamenlijke missie van de commissarissen onder leiding van de voorzitter van de Commissie naar Senegal in februari 2022 en de technische missie van de diensten van de Commissie in juni 2022, duidelijk gewezen op de noodzaak om de samenwerking bij de overname van eigen onderdanen die geen recht hebben om in de EU te verblijven, te verbeteren. Dit heeft tot nu toe echter niet de verwachte vooruitgang opgeleverd.

Gelet op het bovenstaande, het gebrek aan verbetering ondanks de stappen die de Commissie tot dusver op politiek niveau (gezamenlijke missie van de commissarissen onder leiding van de voorzitter van de Commissie naar Senegal in februari 2022) en technisch niveau (de technische missie van de diensten van de Commissie in juni 2022) heeft gezet om de samenwerking op het gebied van overname te verbeteren, en de algemene betrekkingen van de EU met Senegal, wordt de samenwerking van Senegal met de EU op het gebied van overname onvoldoende bevonden en actie nodig geacht.

• De algemene betrekkingen van de EU met Senegal

Senegal is een belangrijke partner in West-Afrika, aangezien het een stabiele democratie is in een instabiele regio en een centrale rol speelt op het gebied van veiligheid en migratie. Er is sprake geweest van een zekere bereidheid om, met hulp van de EU, te gaan samenwerken teneinde migrantensmokkel te bestrijden en iets te doen aan het grote aantal migranten uit Senegal dat naar de Canarische Eilanden vertrekt (van de personen die irregulier naar de Canarische Eilanden migreren, maken Senegalese onderdanen sinds september 2022 de op één na grootste groep uit). Senegal is momenteel voorzitter van de Afrikaanse Unie.

Het indicatieve meerjarenprogramma voor Senegal voor de periode 2021-2023 2 is goed voor 222 miljoen euro.

In 2019 werd een partnerschapsovereenkomst inzake duurzame visserij 3 met de EU ondertekend.

Als lid van de Economische Gemeenschap van West-Afrikaanse Staten (Ecowas) is Senegal partij bij de EPO (economische partnerschapsovereenkomst) 4 met de EU. Het land is partij bij de Overeenkomst van Cotonou 5 , waarin, net als in de nieuwe overeenkomst die de EU heeft uitonderhandeld met de landen van Cotonou en die de Overeenkomst van Cotonou binnenkort zal vervangen, wordt verklaard dat elke staat zich ertoe verbindt akkoord te gaan met de terugkeer en overname van zijn onderdanen die geen recht hebben om op het grondgebied van een lidstaat te verblijven.

• De visummaatregelen

1.

Reikwijdte van de maatregelen


Het uitvoeringsbesluit van de Raad dient de toepassing van een aantal bepalingen van de Visumcode tijdelijk op te schorten voor Senegalese onderdanen. De opschorting mag echter niet gelden voor de familieleden van (mobiele) EU-burgers die onder Richtlijn 2004/38/EG 6 vallen en voor de familieleden van onderdanen van derde landen die krachtens een overeenkomst tussen de Unie en haar lidstaten enerzijds en het betrokken derde land anderzijds een recht van vrij verkeer genieten dat gelijkwaardig is aan het recht van burgers van de Unie.

2.

Inhoud van de visummaatregelen


Dat Senegal onvoldoende medewerking verleent aan overname, rechtvaardigt de tijdelijke opschorting van alle artikelen die worden genoemd in artikel 25 bis, lid 5, punt a), van de Visumcode: opschorting van de mogelijkheid om de in artikel 14, lid 6, bedoelde aanvragers vrijstelling te verlenen van de eisen inzake de door hen te verstrekken bewijsstukken, opschorting van de algemene behandelingstermijn van vijftien kalenderdagen van artikel 23, lid 1, (wat ook betekent dat de regel die enkel in individuele gevallen de verlenging van deze periode tot ten hoogste 45 kalenderdagen toestaat, niet wordt toegepast, waardoor 45 dagen de standaard behandelingsperiode wordt), opschorting van de afgifte van meervoudige inreisvisa overeenkomstig artikel 24, leden 2 en 2 quater, en opschorting van de facultatieve vrijstelling van betaling van visumleges voor houders van diplomatieke en dienstpaspoorten overeenkomstig artikel 16, lid 5, punt b).

3.

Toepassingstermijn van de visummaatregelen


De Visumcode bepaalt dat de visummaatregelen tijdelijk van toepassing moeten zijn, maar schrijft niet voor dat in het uitvoeringsbesluit een specifieke toepassingstermijn moet worden vermeld. Overeenkomstig artikel 25 bis, lid 6, moet de Commissie de vooruitgang bij de samenwerking op het gebied van overname echter voortdurend beoordelen aan de hand van de in artikel 25 bis, lid 2, opgenomen indicatoren, onder meer wat betreft de bijstand bij het identificeren van personen die illegaal op het grondgebied van de lidstaten verblijven, de tijdige afgifte van reisdocumenten en de organisatie van terugkeeroperaties. De Commissie zal er verslag over uitbrengen of de door het betrokken derde land verleende medewerking op het gebied van overname aanzienlijk en duurzaam is verbeterd, en kan, mede in het licht van de algemene betrekkingen van de Unie met dat derde land, bij de Raad een voorstel indienen tot intrekking of wijziging van het uitvoeringsbesluit. Als de overeenkomstig het uitvoeringsbesluit toegepaste maatregelen daarentegen ondoeltreffend blijken te zijn, dient te worden overwogen om de tweede fase van het mechanisme te doen ingaan (overeenkomstig artikel 25 bis, lid 5, punt b)).

Voorts zal de Commissie krachtens artikel 25 bis, lid 7, uiterlijk zes maanden na de inwerkingtreding van het uitvoeringsbesluit verslag uitbrengen aan het Europees Parlement en de Raad over de vorderingen in de door het betrokken derde land verleende medewerking op het gebied van overname.

Verenigbaarheid met bestaande bepalingen op het beleidsterrein

Het voorgestelde besluit is consistent met de Visumcode, die een reeks geharmoniseerde regels bevat van het gemeenschappelijk visumbeleid inzake de procedures en voorwaarden vastgesteld voor de afgifte van visa voor een voorgenomen verblijf op het grondgebied van de lidstaten van ten hoogste 90 dagen binnen een periode van 180 dagen.

Verenigbaarheid met andere beleidsterreinen van de Unie

De EU streeft naar een brede aanpak van migratie en gedwongen ontheemding, die gebaseerd is op gemeenschappelijke waarden en verantwoordelijkheden. Het nieuwe migratie- en asielpact voorziet in de ontwikkeling en verdieping van brede en evenwichtige partnerschappen die op elke specifieke situatie zijn toegesneden en alle relevante aspecten van samenwerking bevorderen:

– bescherming bieden aan personen die deze nodig hebben en gastlanden en -gemeenschappen ondersteunen;

– economische kansen scheppen en de achterliggende oorzaken van irreguliere migratie en gedwongen ontheemding aanpakken;

– partners ondersteunen met het oog op de versterking van migratiegovernance en -beheer;

– samenwerking stimuleren op het gebied van terugkeer en overname;

– legale mogelijkheden ontwikkelen om naar Europa te komen.

De samenwerking tussen de lidstaten en derde landen op het gebied van overname van illegaal verblijvende onderdanen van derde landen is een belangrijk element van dit beleid. Om dit soort brede partnerschappen te versterken en te waarborgen dat derde landen volledig meewerken, heeft de Europese Raad de EU opgeroepen alle beschikbare instrumenten aan te wenden, waaronder maatregelen op het gebied van ontwikkelingssamenwerking, handel en visumbeleid 7 .

2. RECHTSGRONDSLAG, SUBSIDIARITEIT EN EVENREDIGHEID

Rechtsgrondslag

Verordening (EG) nr. 810/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 tot vaststelling van een gemeenschappelijke visumcode (Visumcode), artikel 25 bis, lid 5, punt a).

Subsidiariteit (bij niet-exclusieve bevoegdheid)

n.v.t.

Evenredigheid

De voorgestelde maatregelen, die ten doel hebben Senegal ertoe te bewegen beter mee te werken aan de overname van zijn illegaal verblijvende onderdanen, staan in verhouding tot het daarmee nagestreefde doeleinde. De maatregelen hebben betrekking op bepaalde aspecten van de procedure voor de afgifte van visa en de hoogte van de leges, maar houden geen beperking in van de mogelijkheid van aanvragers om een visum aan te vragen of te krijgen. Voorts zijn bepaalde categorieën personen uitgesloten van het toepassingsgebied van dit besluit.

3. EVALUATIE, RAADPLEGING VAN BELANGHEBBENDEN EN EFFECTBEOORDELING

Evaluatie van bestaande wetgeving en controle van de resultaatgerichtheid ervan

N.v.t.

Raadpleging van belanghebbenden

N.v.t.

Bijeenbrengen en gebruik van expertise

N.v.t.

Effectbeoordeling

N.v.t.

Resultaatgerichtheid en vereenvoudiging

N.v.t.

Grondrechten

De voorgestelde maatregelen houden geen beperking in van de mogelijkheid van de aanvrager om een visum aan te vragen of te krijgen en eerbiedigen diens grondrechten, met name dat van eerbiediging van het familie- en gezinsleven.

4. GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING

N.v.t.

5. OVERIGE ELEMENTEN

Uitvoeringsplanning en regelingen betreffende controle, evaluatie en rapportage

N.v.t.

Toelichtende stukken (bij richtlijnen)

N.v.t.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 1 verduidelijkt het toepassingsgebied van het voorgestelde uitvoeringsbesluit. In de leden 1 en 2 wordt gespecificeerd dat het alleen van toepassing is op onderdanen van Senegal die visumplichtig zijn, en niet op onderdanen die op grond van artikel 4 of artikel 6 van Verordening (EU) 2018/1806 daarvan zijn vrijgesteld.

In lid 3 worden visumaanvragers die familielid zijn van een burger van de Unie op wie Richtlijn 2004/38/EG van toepassing is en familieleden van een onderdaan van een derde land die een recht van vrij verkeer geniet dat gelijkwaardig is aan dat van de burgers van de Unie op grond van een overeenkomst tussen de Unie en haar lidstaten, enerzijds, en een derde land, anderzijds, van het toepassingsgebied van het voorgestelde besluit uitgesloten.

Lid 4 bepaalt dat het voorgestelde besluit de internationale verplichtingen van de lidstaten onverlet laat.

Artikel 2 bepaalt dat de toepassing van de volgende elementen van de Visumcode tijdelijk wordt opgeschort voor onderdanen van Senegal die onder het toepassingsgebied van het voorgestelde besluit vallen:

–de mogelijkheid voor de lidstaten om vrijstelling te verlenen van het vereiste een volledige reeks bewijsstukken over te leggen. Dit betekent dat alle aanvragers bij elke aanvraag een volledige reeks bewijsstukken zullen moeten overleggen waaruit blijkt dat aan de inreisvoorwaarden van de Schengengrenscode is voldaan;

–de mogelijkheid voor de lidstaten om houders van een diplomatiek of dienstpaspoort vrij te stellen van betaling van visumleges. Op deze categorie aanvragers zullen de standaardvisumleges van 80 EUR van toepassing zijn;

–de standaardbehandelingstermijn van 15 dagen voor het nemen van een beslissing over een aanvraag. Dit betekent dat de lidstaten 45 dagen zullen hebben om over aanvragen te beslissen;

–de regels voor de afgifte van meervoudige visa. Dit betekent dat in beginsel alleen visa voor één binnenkomst zullen worden afgegeven.

Artikel 3 bevat de lijst van adressaten van het voorgestelde besluit, d.w.z. de betrokken lidstaten.