Toelichting bij COM(2022)193 - Sluiting van de uitgebreide luchtvervoersovereenkomst tussen de lidstaten van ASEAN en de EU - Hoofdinhoud
Dit is een beperkte versie
U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.
dossier | COM(2022)193 - Sluiting van de uitgebreide luchtvervoersovereenkomst tussen de lidstaten van ASEAN en de EU. |
---|---|
bron | COM(2022)193 |
datum | 06-05-2022 |
• Motivering en doel van het voorstel
Op 6 mei 2022 heeft de Commissie een voorstel ingediend voor een besluit van de Raad houdende machtiging tot ondertekening, namens de Unie, van de uitgebreide luchtvervoersovereenkomst tussen de lidstaten van de Associatie van Zuidoost-Aziatische staten en de Europese Unie en haar lidstaten, onder voorbehoud van de sluiting van die overeenkomst.
Dit voorstel behelst de goedkeuring van de sluiting van de overeenkomst.
• Verenigbaarheid met bestaande bepalingen op het beleidsterrein
In haar luchtvaartstrategie voor Europa1 benadrukt de Commissie dat de EU “door de vaststelling van een ambitieus extern luchtvaartbeleid via onderhandelingen over uitgebreide luchtvaartovereenkomsten, met een duidelijke focus op groeimarkten, kan [...] bijdragen tot het verbeteren van de markttoegang en de investeringskansen voor de Europese luchtvaart op belangrijke overzeese markten, het vergroten van Europa’s internationale connectiviteit en het waarborgen van eerlijke en transparante marktvoorwaarden voor EU-luchtvaartmaatschappijen”.
In de mededeling van de Commissie “Strategie voor duurzame en slimme mobiliteit – Het Europees vervoer op het juiste spoor naar de toekomst” (COM(2020) 789 final) wordt opgeroepen om van de Unie een mondiale connectiviteitshub te maken. Zoals in de mededeling wordt uitgelegd, is het van essentieel belang om te zorgen voor “onvervalste internationale concurrentie, wederkerigheid en een gelijk speelveld” om die doelstelling te bereiken. Verder wordt in de mededeling aangekondigd dat “de Commissie voor alle vervoerswijzen ook de toepassing van de Europese technische, sociale, milieu- en concurrentienormen zal blijven promoten in […] haar betrekkingen met afzonderlijke derde landen” en dat de EU “de vervoersbetrekkingen zal blijven verdiepen, ook met belangrijke strategische partners […], en de banden met nieuwe internationale partners, zoals snelgroeiende en opkomende economieën, verder [zal] ontwikkelen”.
De lidstaten van de ASEAN behoren tot de snelst groeiende economieën ter wereld en vertegenwoordigen samen een markt van meer dan 650 miljoen mensen. Met 11,2 miljoen passagiers in 2019 vormt de ASEAN samen de 13e grootste luchtvaartpartner van de Unie, met een groot potentieel om nog verder te groeien. De huidige bilaterale luchtvaartovereenkomsten tussen lidstaten en afzonderlijke ASEAN-lidstaten voorzien in een zekere wederzijdse markttoegang, die echter van land tot land blijft verschillen. In die bilaterale overeenkomsten ontbreken bovendien adequate bepalingen over essentiële elementen inzake onder meer eerlijke mededinging, transparantie of sociale kwesties om misbruik binnen een geliberaliseerde markt tegen te gaan.
De overeenkomst focust ten aanzien van ASEAN op de doelstelling van de strategie voor duurzame en slimme mobiliteit om van de Unie een mondiale connectiviteitshub te maken.
Door de exploitatie van rechtstreekse verbindingen tussen de EU en de ASEAN te faciliteren, zal de overeenkomst tussen de EU en de ASEAN de afhankelijkheid van aansluitende vluchten via hubs in derde landen helpen verminderen. Dit komt niet alleen de luchtvaartmaatschappijen uit de Unie ten goede, maar verkleint ook de ecologische voetafdruk van afzonderlijke reizen tussen de EU en de ASEAN doordat vliegroutes korter worden en het aantal opstijg- en landingsbewegingen daalt. Dat spoort met de doelstellingen van de strategie voor duurzame en slimme mobiliteit en de mededeling van de Commissie over de Europese Green Deal (COM(2019) 640 final).
• Verenigbaarheid met andere beleidsterreinen van de Unie
De bepalingen van de overeenkomst hebben voorrang op de relevante bepalingen van de bestaande bilaterale overeenkomsten voor luchtdiensten tussen EU-lidstaten en individuele ASEAN-lidstaten. Het is echter toegestaan bestaande verkeersrechten die voortvloeien uit deze bilaterale overeenkomsten en waarin de onderhavige overeenkomst niet voorziet, verder te blijven uitoefenen voor zover dit geen aanleiding geeft tot discriminatie tussen de lidstaten en hun onderdanen.
Verordening (EU) 2019/7122 inzake de bescherming van de mededinging in de luchtvaart waarborgt dat alle op grond van die verordening genomen maatregelen in overeenstemming zijn met de internationale verplichtingen, waaronder de verplichtingen uit hoofde van deze overeenkomst.
2. RECHTSGRONDSLAG, SUBSIDIARITEIT EN EVENREDIGHEID
• Rechtsgrondslag
Artikel 100, lid 2, in samenhang met artikel 218, lid 6, punt a), van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.
• Subsidiariteit (bij niet-exclusieve bevoegdheid)
De bepalingen van de overeenkomst hebben voorrang op de relevante bepalingen van de bestaande regelingen tussen lidstaten en afzonderlijke ASEAN-lidstaten. De overeenkomst creëert gelijke en uniforme voorwaarden voor markttoegang voor alle luchtvaartmaatschappijen van de Unie tegelijk en voert nieuwe regelingen in voor regelgevende samenwerking en convergentie tussen de Unie en de ASEAN-lidstaten op gebieden die van essentieel belang zijn voor de veilige, beveiligde en efficiënte exploitatie van luchtdiensten. Dergelijke overeenkomsten kunnen alleen op het niveau van de Unie tot stand worden gebracht.
De doelstellingen van het voorstel kunnen om de volgende redenen beter door een optreden van de Unie worden verwezenlijkt.
De overeenkomst waarborgt de gelijktijdige toepassing van haar bepalingen op de 27 lidstaten, zonder onderscheid en ten bate van alle EU-luchtvaartmaatschappijen, ongeacht hun land van herkomst. De overeenkomst bevat uitgebreide bepalingen inzake subsidies, concurrentieverstorende praktijken en transparantie en robuuste mechanismen voor de handhaving daarvan, hetgeen bijdraagt tot een gelijk speelveld voor luchtdiensten tussen de EU en de ASEAN-lidstaten, en tussen de EU en andere bestemmingen die via ASEAN-lidstaten worden geëxploiteerd. In geen enkele van de bestaande bilaterale overeenkomsten voor luchtdiensten van de lidstaten zijn vergelijkbare bepalingen opgenomen.
De overeenkomst garandeert voorts dat alle luchtvaartmaatschappijen uit de Unie toegang krijgen tot commerciële opportuniteiten, bijvoorbeeld op het gebied van grondafhandeling, codesharing, intermodaliteit en de mogelijkheid om vrij prijzen vast te stellen. Ze bevat ook bepalingen over sociale aangelegenheden die in overeenstemming zijn met de internationale handelsovereenkomsten van de Unie, waarbij de partijen zich ertoe verbinden hun sociaal en werkgelegenheidsbeleid te verbeteren overeenkomstig hun internationale verbintenissen, met name in het kader van de Internationale Arbeidsorganisatie (IAO). Tot slot, maar daarom niet minder belangrijk, wordt met de overeenkomst een kader gecreëerd voor samenwerking tussen de Unie en de ASEAN-lidstaten om de milieu-impact van de luchtvaart zoveel mogelijk te beperken en met name de aan de luchtvaart gerelateerde broeikasgasemissies aan te pakken. In geen enkele van de bestaande bilaterale overeenkomsten voor luchtdiensten van de lidstaten zijn vergelijkbare bepalingen opgenomen.
• Evenredigheid
De lidstaten blijven hun traditionele administratieve taken met betrekking tot internationaal luchtvervoer uitvoeren, maar in het kader van gemeenschappelijke regels die uniform worden toegepast.
• Keuze van het instrument
Internationale overeenkomst.
3. EVALUATIE, RAADPLEGING VAN BELANGHEBBENDEN EN EFFECTBEOORDELING
• Evaluatie van bestaande wetgeving en controle van de resultaatgerichtheid ervan
Niet van toepassing.
• Raadpleging van belanghebbenden
Niet van toepassing.
• Bijeenbrengen en benutten van deskundigheid
Niet van toepassing.
• Effectbeoordeling
Niet van toepassing.
• Resultaatgerichtheid en vereenvoudiging
Niet van toepassing.
• Grondrechten
Niet van toepassing.
4. GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING
Het voorstel heeft geen gevolgen voor de begroting van de Unie.
5. OVERIGE ELEMENTEN
• Uitvoeringsplanning en regelingen betreffende controle, evaluatie en rapportage
Niet van toepassing.
• Toelichtende stukken (bij richtlijnen)
Niet van toepassing.
• Artikelsgewijze toelichting
Artikel 1 voorziet in de goedkeuring van de overeenkomst namens de Unie.
Artikel 2 voorziet in de kennisgeving van de instemming van de Unie om door de overeenkomst gebonden te zijn.
Artikel 3 regelt de inwerkingtreding van het voorgestelde besluit.