Toelichting bij COM(2019)446 - Verdeling vangstmogelijkheden ikv protocol bij de visserijovereenkomst met Mauritanië voor periode van maximaal één jaar tot vaststelling vangstmogelijkheden & tegenprestatie

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

1. ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

De Raad heeft de Europese Commissie gemachtigd namens de Europese Unie te onderhandelen over de vernieuwing van de overeenkomst en het protocol tot vaststelling van de vangstmogelijkheden en de financiële tegenprestatie waarin is voorzien bij de Partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen de Europese Gemeenschap en de Islamitische Republiek Mauritanië.

In afwachting van de afronding van de onderhandelingen over de vernieuwing van de overeenkomst en het bijbehorende protocol heeft de Commissie namens de Europese Unie een overeenkomst uitonderhandeld in de vorm van een briefwisseling over de verlenging van het protocol tot vaststelling van de vangstmogelijkheden en de financiële tegenprestatie ter uitvoering van de overeenkomst voor een periode van ten hoogste één jaar (hierna de “briefwisseling” genoemd). Na afloop van de onderhandelingen is de briefwisseling op 4 september 2019 geparafeerd.

De briefwisseling moet ervoor zorgen dat de Europese Unie en de Islamitische Republiek Mauritanië hun samenwerking op het gebied van de bevordering van een duurzaam visserijbeleid en een verantwoorde exploitatie van de visbestanden in de Mauritaanse wateren kunnen voortzetten, en dat de vaartuigen van de Unie hun visserijactiviteiten in die wateren kunnen uitoefenen.

Het protocol voorziet in vangstmogelijkheden in de volgende categorieën:

–categorie 1 – vaartuigen voor de visserij op schaaldieren met uitzondering van langoesten en krabben: 5 000 ton en 25 vaartuigen;

–categorie 2 – trawlers (andere dan vriesvaartuigen) en vaartuigen voor de visserij met de grondbeug op zwarte heek: 6 000 ton en 6 vaartuigen;

–categorie 2 bis – (vries)trawlers voor de visserij op zwarte heek (zwarte heek: 3 500 ton, pijlinktvissen: 1 450 ton en inktvissen: 600 ton);

–categorie 3 – vaartuigen voor de visserij op andere demersale vissoorten dan zwarte heek met ander vistuig dan trawls: 3 000 ton en 6 vaartuigen;

–categorie 4 – vaartuigen voor de tonijnvisserij met de zegen: 12 500 ton (referentietonnage) en 25 vaartuigen;

–categorie 5 – vaartuigen voor de tonijnvisserij met de hengel en met de drijvende beug: 7 500 ton (referentietonnage) en 15 vaartuigen;

–categorie 6 – vriestrawlers voor de pelagische visserij: 225 000 ton (met een toegestane maximale overschrijding met ten hoogste 10 %) en 19 vaartuigen;

–categorie 7 – koelvaartuigen voor de pelagische visserij: 15 000 ton (in geval van benutting in mindering gebracht op het volume van categorie 6) en 2 vaartuigen.

Er dient te worden bepaald hoe de vangstmogelijkheden over de lidstaten moeten worden verdeeld. Op basis van het voorgaande stelt de Commissie voor dat de Raad zijn goedkeuring hecht aan het bijgevoegde voorstel voor een verordening.

2. RESULTATEN VAN DE RAADPLEGING VAN BELANGHEBBENDE PARTIJEN EN EFFECTBEOORDELING

De belanghebbende partijen zijn geraadpleegd in het kader van de evaluatie van het protocol voor de periode 2012-2014. Ook zijn in technische vergaderingen de deskundigen uit de lidstaten geraadpleegd. Uit deze raadplegingen is naar voren gekomen dat het van belang is de visserijovereenkomst met de Islamitische Republiek Mauritanië te vernieuwen en een visserijprotocol met dat land te sluiten.

3. JURIDISCHE ELEMENTEN VAN HET VOORSTEL

De gekozen rechtsgrondslag is het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, waar in artikel 43, lid 3, is bepaald dat de Raad op voorstel van de Commissie de verdeling van de vangstmogelijkheden vaststelt.

De onderhavige procedure loopt parallel aan de procedures in het kader van de besluiten van de Raad waarbij machtiging wordt verleend tot de ondertekening en voorlopige toepassing en de sluiting van de overeenkomst in de vorm van een briefwisseling over de verlenging van het protocol tot vaststelling van de vangstmogelijkheden en de financiële tegenprestatie ter uitvoering van de overeenkomst voor een periode van ten hoogste één jaar.

4. GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING

De financiële tegenprestatie bedraagt 61 625 000 EUR voor een periode van ten hoogste één jaar in verband met de verlenging, en wel op basis van:

a) totale toegestane vangsten van 259 550 ton voor de visserijcategorieën 1, 2, 2 bis, 3, 6 1 en 7 en een referentietonnage van 20 000 ton voor de visserijcategorieën 4 en 5 van het protocol, wat overeenstemt met een bedrag van 57 500 000 EUR per jaar voor de toegang, en

b) steun voor de ontwikkeling van het sectorale visserijbeleid van de Islamitische Republiek Mauritanië ten belope van 4 125 000 EUR per jaar. Deze steun is in overeenstemming met de doelstellingen van het nationale visserijbeleid van de Islamitische Republiek Mauritanië, en met name met de behoeften van het land aan steun op het gebied van wetenschappelijke en technische samenwerking, opleiding, visserijinspecties, milieubescherming en ontwikkelingsinfrastructuur.