Toelichting bij COM(2019)543 - Intrekking van Beschikking 2009/417/EG betreffende het bestaan van een buitensporig tekort in Spanje

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

EUROPESE COMMISSIE

Brussel, 5.6.2019

COM(2019) 543 final

Aanbeveling voor een

BESLUIT VAN DE RAAD

tot intrekking van Beschikking 2009/417/EG betreffende het bestaan van een buitensporig tekort in Spanje


Aanbeveling voor een

BESLUIT VAN DE RAAD

tot intrekking van Beschikking 2009/417/EG betreffende het bestaan van een buitensporig tekort in Spanje

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 126, lid 12,

Gezien de aanbeveling van de Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

Op 27 april 2009 heeft de Raad, op aanbeveling van de Commissie, bij Beschikking 2009/417/EG 1 , overeenkomstig artikel 126, lid 6, van het Verdrag besloten dat er in Spanje een buitensporig tekort bestond. De Raad merkte op dat het voor 2008 meegedeelde overheidstekort 3,4 % van het bbp bedroeg, waarmee het boven de in het Verdrag vastgestelde referentiewaarde van 3 % van het bbp uitkwam. De bruto-overheidsschuld zou in 2008 naar verwachting 39,5 % van het bbp belopen.

Op diezelfde dag heeft de Raad, overeenkomstig artikel 126, lid 7, van het Verdrag en artikel 3, lid 4, van Verordening (EG) nr. 1467/97 2 , op aanbeveling van de Commissie een aanbeveling tot Spanje gericht waarin de lidstaat werd verzocht uiterlijk in 2012 een einde te maken aan de buitensporigtekortsituatie 3 .

Nadien heeft de Raad, op grond van artikel 126, lid 7, van het Verdrag, drie nieuwe aanbevelingen tot Spanje gericht (op 2 december 2009, 10 juli 2012 en 21 juni 2013), waarbij de termijn voor de correctie van het buitensporige tekort werd verlengd tot, respectievelijk, 2013, 2014 en 2016. In elk van die drie aanbevelingen was de Raad van oordeel dat Spanje effectieve actie had ondernomen, maar dat er zich onverwachte ongunstige economische gebeurtenissen met een ernstige negatieve weerslag op de openbare financiën hadden voorgedaan.

Op 12 juli 2016 heeft de Raad, op grond van artikel 126, lid 8, van het Verdrag, besloten dat Spanje geen effectief gevolg had gegeven aan de aanbeveling van de Raad van 21 juni 2013. Op 8 augustus 2016 heeft de Raad, op grond van artikel 126, lid 9, van het Verdrag, Spanje aangemaand maatregelen te treffen om het tekort te verminderen in de mate die nodig werd geacht om de buitensporigtekortsituatie te verhelpen. Bij dat besluit werd 2018 als nieuwe uiterste termijn voor de correctie van het buitensporige tekort vastgesteld. Ook had de Raad 15 oktober 2016 vastgesteld als uiterste datum om effectieve actie te ondernemen en verslag uit te brengen aan de Raad en de Commissie over het gevolg dat aan de aanmaning van de Raad is gegeven.

Op 16 november 2016 heeft de Commissie geconcludeerd dat Spanje effectief gevolg had gegeven aan het besluit van de Raad van 8 augustus 2016 op grond van artikel 126, lid 9, van het Verdrag.

Overeenkomstig artikel 4 van het aan de Verdragen gehechte protocol betreffende de procedure bij buitensporige tekorten verstrekt de Commissie de voor de toepassing van de procedure benodigde gegevens. In het kader van de toepassing van dat protocol dienen de lidstaten, overeenkomstig artikel 3 van Verordening (EG) nr. 479/2009 van de Raad 4 , tweemaal per jaar, namelijk vóór 1 april en vóór 1 oktober, kennis te geven van gegevens over het overheidstekort en de overheidsschuld en andere daarmee samenhangende variabelen. 

Op basis van de ter kennis gebrachte gegevens neemt de Raad een besluit over de intrekking van een besluit betreffende het bestaan van een buitensporig tekort. Bovendien mag een besluit betreffende het bestaan van een buitensporig tekort alleen worden ingetrokken als uit de prognoses van de Commissie blijkt dat het tekort gedurende de prognoseperiode de in het Verdrag vastgelegde referentiewaarde van 3 % van het bbp niet zal overschrijden 5 .

Uit de gegevens die de Commissie (Eurostat), overeenkomstig artikel 14 van Verordening (EG) nr. 479/2009, na de door Spanje in april 2019 gedane kennisgeving heeft verstrekt, uit het stabiliteitsprogramma 2019 en uit de voorjaarsprognoses 2019 van de Commissie blijkt dat de volgende conclusies gerechtvaardigd zijn:

–Nadat het overheidstekort in 2017 op 3,1 % van het bbp was uitgekomen, is het in 2018 teruggedrongen tot 2,5 % van het bbp. Vergeleken met de prognoses in het ontwerpbegrotingsplan 2019 dat in oktober 2018 is ingediend, is het tekort over 2018 0,2 procentpunt lager uitgekomen, dankzij een 0,3 procentpunt hogere ontvangstenquote waartegenover slechts een 0,1 procentpunt hogere uitgavenquote staat. Aan de ontvangstenzijde zijn zowel de ontvangsten uit de vennootschapsbelasting als de overige ontvangsten hoger uitgekomen, terwijl aan de uitgavenzijde de werknemersbeloningen iets hoger uitvielen. 

–In het stabiliteitsprogramma voor 2019–2022, dat het Spaanse kabinet op 30 april 2019 heeft ingediend, wordt ervan uitgegaan dat het overheidstekort zal afnemen tot 2,0 % van het bbp in 2019 en dat het in 2020 verder zal dalen tot 1,1 % van het bbp. Volgens de voorjaarsprognoses 2019 van de Commissie bedraagt het tekort 2,3 % van het bbp in 2019 en 2,0 % van het bbp in 2020, waarmee het tijdens de prognoseperiode onder de in het Verdrag vastgestelde referentiewaarde van 3 % van het bbp zou blijven.

–Het structurele saldo, d.w.z. het overheidssaldo gecorrigeerd voor de conjunctuur en ongerekend eenmalige en andere tijdelijke maatregelen, is in 2017 en 2018 ongewijzigd gebleven. De cumulatieve verbetering van het structurele saldo sinds 2016 bedroeg 0,4 % van het bbp.

–De bruto-overheidsschuldquote is van 98,1 % in 2017 afgenomen tot 97,7 % in 2018, voornamelijk als gevolg van het schuldverlagende effect van de reële groei en de inflatie die het tegengestelde effect van rente-uitgaven meer dan gecompenseerd hebben, terwijl het primaire saldo nagenoeg nul is. In de voorjaarsprognoses 2019 van de Commissie wordt ermee gerekend dat de schuldquote afneemt tot 96,3 % in 2019 en 95,7 % in 2020, in hoofdzaak als gevolg van de hoge nominale groei die het effect van schuldverhogende stock-flowadjustments en rente-uitgaven teniet doet, terwijl het primaire saldo slechts licht verbetert.

Overeenkomstig artikel 126, lid 12, van het Verdrag moet een besluit van de Raad betreffende het bestaan van een buitensporig tekort worden ingetrokken indien de Raad van oordeel is dat het buitensporige tekort in de betrokken lidstaat is gecorrigeerd.

Volgens de Raad is het buitensporige tekort in Spanje gecorrigeerd en moet Beschikking 2009/417/EG derhalve worden ingetrokken. 

Met ingang van 2019, het jaar na de correctie van het buitensporige tekort, valt Spanje onder het preventieve deel van het stabiliteits- en groeipact en moet het in een passend tempo vooruitgang boeken in de richting van zijn middellangetermijndoelstelling voor de begroting, waarbij ook de uitgavenbenchmark in acht wordt genomen; tevens moet het land aan het schuldcriterium voldoen in overeenstemming met artikel 2, lid 1 bis, van Verordening (EG) nr. 1467/97,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Uit een algehele evaluatie volgt dat het buitensporige tekort in Spanje is gecorrigeerd.

Artikel 2

Beschikking 2009/417/EG wordt ingetrokken.

Artikel 3

Dit besluit is gericht tot het Koninkrijk Spanje.

Gedaan te Brussel,

   Voor de Raad

   De voorzitter

(1) Beschikking 2009/417/EG van de Raad van 27 april 2009 betreffende het bestaan van een buitensporig tekort in Spanje (PB L 135 van 30.5.2009, blz. 25).
(2) Verordening (EG) nr. 1467/97 van de Raad van 7 juli 1997 over de bespoediging en verduidelijking van de tenuitvoerlegging van de procedure bij buitensporige tekorten (PB L 209 van 2.8.1997, blz.

6).
(3) Alle documenten met betrekking tot de buitensporigtekortprocedure van Spanje zijn te vinden op: https://ec.europa.eu/info/business-economy-euro/economic-and-fiscal-policy-coordination/eu-economic-governance-monitoring-prevention-correction/stability-and-growth-pact/corrective-arm-excessive-deficit-procedure/ongoing-excessive-deficit-procedures/spain_en .
(4) Verordening (EG) nr. 479/2009 van de Raad van 25 mei 2009 betreffende de toepassing van het aan het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap gehechte Protocol betreffende de procedure bij buitensporige tekorten (PB L 145 van 10.6.2009, blz.

1).
(5) Overeenkomstig de specificaties inzake de uitvoering van het stabiliteits- en groeipact en de richtsnoeren inzake de vorm en de inhoud van stabiliteits- en convergentieprogramma's die op 15 mei 2017 zijn aangenomen door het Economisch en Financieel Comité, te raadplegen op: data.consilium.europa.eu/doc/document