Toelichting bij COM(2018)500 - Wijziging van Verordening (EU) 2017/1970 tot vaststelling, voor 2018, van de vangstmogelijkheden voor bepaalde visbestanden en groepen visbestanden in de Oostzee

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

1. ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

De Raad heeft bij Verordening (EU) 2017/1970 van de Raad de vangstmogelijkheden voor haring in de Botnische Golf (deelsectoren 30-31) voor 2018 vastgesteld op basis van en overeenkomstig het meerjarig beheersplan voor de Oostzee (Verordening (EU) 2016/1139). Het EU-quotum was vastgesteld op 84 599 ton, in overeenstemming met de visserijsterfte op de MDO-puntwaarde, d.i. 0,15 voor het respectieve deel van het bestand waarvoor door ICES een volledige analytische beoordeling is uitgevoerd.

In 2018 is de wijziging van Verordening (EU) 2016/1139 in werking getreden wat betreft de MDO-waarden voor het haringbestand in de Botnische Golf in overeenstemming met het meest recente advies van de Internationale Raad voor het onderzoek van de zee (ICES). De wijziging verhoogt de numerieke waarden van de MDO-bandbreedtes voor de visserijsterfte van 0,11-0,15 tot 0,15-0,21 en vormt de rechtsgrondslag voor de wijziging van de respectieve in Verordening (EU) 2017/1970 van de Raad vastgestelde vangstmogelijkheden.

Met dit voorstel wordt het EU-quotum voor haring in de Botnische Golf vastgesteld op 95 566 ton, een niveau dat overeenstemt met een visserijsterfte op de MDO-puntwaarde, zijnde 0,21.

2. RESULTATEN VAN DE RAADPLEGING VAN BELANGHEBBENDE PARTIJEN EN EFFECTBEOORDELING

Het onderwerp is door de betrokken lidstaten aan de orde gesteld en besproken tijdens de Raad Landbouw en Visserij van 9 en 10 oktober 2017. De Commissie heeft zich bereid getoond zo snel mogelijk de indiening van een passend voorstel te overwegen om de bandbreedtes voor haring in de Botnische Golf in het meerjarig beheersplan voor de Oostzee aan te passen, met het oog op de dienovereenkomstige wijziging van de respectieve vangstmogelijkheden in de Oostzee voor 2018.

De adviesraad voor de Oostzee heeft zijn standpunt op 15 januari 2018 ingediend bij de Commissie, en heeft daarin aangegeven dat het pleit voor een snelle wijziging van de vangstmogelijkheden in de Oostzee waarin het meest recente wetenschappelijke advies wordt weerspiegeld, na de goedkeuring van het gewijzigde meerjarig beheersplan voor de Oostzee. Voorts heeft de adviesraad verklaard dat tijdige wijzigingen van de vangstmogelijkheden in de Oostzee met betrekking tot het haringbestand in de Botnische Golf de nationale overheden in staat zouden stellen om de quota toe te wijzen aan hun vissers vóór de aanvang van het tonnaraseizoen in mei en op die manier verliezen of onderbrekingen te voorkomen.

3. JURIDISCHE ELEMENTEN VAN HET VOORSTEL

Voorgesteld wordt Verordening (EU) 2017/1970 van de Raad te wijzigen zoals hieronder uiteengezet.

De getallen in de tabel voor haring in de deelsectoren 30-31 (HER/30/31.) als vastgesteld in de bijlage bij Verordening (EU) 2017/1970 moeten worden verhoogd om de veranderingen in de visserijsterfte te weerspiegelen als vastgelegd in Verordening (EU) 2016/1139, zoals laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EU) 2018/YYYY.