Toelichting bij COM(2018)437 - Programma voor onderzoek en opleiding van Euratom voor de periode 2021-2025 ter aanvulling van Horizon Europa - het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie - Hoofdinhoud
Dit is een beperkte versie
U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.
dossier | COM(2018)437 - Programma voor onderzoek en opleiding van Euratom voor de periode 2021-2025 ter aanvulling van Horizon Europa - het ... |
---|---|
bron | COM(2018)437 |
datum | 07-06-2018 |
1.1.Motivering en doel van het voorstel
Dit voorstel maakt deel uit van het wetgevingspakket voor het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie "Horizon Europa", waarmee uitvoering moet worden gegeven aan het volgende financiële kader voor de lange termijn van de EU voor de periode 2021-2027, de prioriteiten van de agenda van de Commissie voor banen, groei, billijkheid en democratische verandering alsmede de algemene beleidsprioriteiten van de Commissie (Horizon Europa).
Het voorstel voor het Euratom-programma voor onderzoek en opleiding heeft betrekking op de belangrijke kwestie van de verschillende toepassingen van kernenergie in Europa. Het gebruik van kernenergie voor de opwekking van elektriciteit en voor andere doeleinden dan de opwekking van elektriciteit in het belang van de bevolking in Europa vraagt om langetermijninspanningen om de veiligheids- en beveiligingsrisico's te beperken en de ontwikkeling van veilige nucleaire technologieën en optimale stralingsbescherming te ondersteunen. Publiek en particulier onderzoek op nationaal niveau moet hierbij een belangrijke rol spelen. Het is de taak van Euratom om de bijdragen van de lidstaten aan te vullen door middel van een gemeenschapsgebaseerd programma voor onderzoek en opleiding.
In dit voorstel voor een Euratom-programma voor onderzoek en opleiding voor de periode 2021-2025 (hierna 'het programma' genoemd) verzoekt de Commissie de Raad zijn goedkeuring te hechten aan een vijfjarenprogramma 1 waarmee de belangrijkste onderzoeksactiviteiten van het huidige programma zullen worden voortgezet 2 , het onderzoek zal worden uitgebreid tot de toepassingen van ioniserende straling voor andere doeleinden dan de opwekking van elektriciteit alsmede verbeteringen op het gebied van onderwijs, opleiding en toegang tot de onderzoeksinfrastructuur zullen worden aangebracht. Het voorgestelde programma zal een aanvulling vormen op Horizon Europa, met gebruikmaking van dezelfde instrumenten en regels voor deelname. In het voorstel worden de begroting en een gemeenschappelijke reeks onderzoeksdoelstellingen voor zowel eigen acties 3 als acties onder contract 4 vastgelegd die in overeenstemming met de met de lidstaten overeengekomen werkprogramma's moeten worden uitgevoerd.
Het programma zal onderzoek naar stralingsbescherming in de context van zowel de opwekking van kernenergie als de toepassingen van ioniserende straling voor andere doeleinden dan de opwekking van elektriciteit ondersteunen. Laatstbedoeld onderzoek is bedoeld om de risico's van de blootstelling aan lage doses bij het gebruik van deze technologieën te verminderen. De medische sector heeft reeds van het onderzoek naar stralingsbescherming kunnen profiteren. Tevens zou dit onderzoek in aanzienlijke mate aan het algemeen belang ten goede kunnen komen in sectoren als industrie, landbouw, milieu en veiligheid. Een bepaling die horizontale activiteiten en synergieën met "Horizon Europa" mogelijk maakt, zal ook nuttig zijn voor verder onderzoek naar de toepassingen van straling voor andere doeleinden dan de opwekking van elektriciteit. Een van de doelstellingen van het programma is de nucleaire technologieën veiliger te maken door meer inzicht te krijgen in de veroudering van kernreactoren en door strategieën voor het beheer van ongevallen te verbeteren. Het programma zal eveneens het onderzoek op het gebied van het beoordelen en aantonen van de veiligheidsaspecten van toekomstige splijtingstechnologieën stimuleren voor zover dat noodzakelijk is om de expertise op het gebied van de nucleaire veiligheid in de Gemeenschap op peil te houden. Het snel toenemende gebruik van kernsplijtingstechnologieën wereldwijd maakt dit gebied van Euratom-onderzoek des te belangrijker. Het programma zal ook andere, even belangrijke taken omvatten: voortgang boeken wat mogelijke manieren voor het beheer en de berging van verbruikte splijtstof en radioactief afval betreft, en ondersteunen van de paraatheid voor noodsituaties waarbij straling vrijkomt.
Gezien de sterk toenemende inzet van kernsplijtingstechnologieën wereldwijd moet Euratom haar onderzoek naar de ontwikkeling van technieken ter ondersteuning van inspanningen op het gebied van nucleaire veiligheidscontroles, nucleaire veiligheid en non-proliferatie voortzetten.
Centraal in het programma staat ook de ontwikkeling van fusie-energie, een van de weinige mogelijke toekomstige opties voor de koolstofarme opwekking van basislastelektriciteit. Onderzoek naar de haalbaarheid van deze technologie is geboden met het oog op het welzijn van toekomstige generaties. Hoewel de aanleg van kernfusiecentrales die kunnen bijdragen tot het koolstofarm maken van de energiemix van de EU nog steeds toekomstmuziek is, is het programma gericht op de uitvoering van het Europees stappenplan inzake kernfusie, met het oog op het bereiken van de doelstelling van het produceren van elektriciteit via kernfusie. Dit omvat onder meer het aantonen van de haalbaarheid van kernfusie als energiebron door het exploiteren van bestaande en toekomstige kernfusie-installaties, met inbegrip van de ITER 5 , en het treffen van voorbereidingen voor toekomstige kernfusiecentrales door het ontwikkelen van ontwerpen, materialen en technologieën.
In het kader van de inspanningen voor de ontwikkeling van fusie-energie zal het programma de betrokkenheid en de rol van de industrie versterken, met bijzondere aandacht voor het vergemakkelijken van de kennisoverdracht van kernfusielaboratoria naar de industrie, die op een passend tijdstip de verantwoordelijkheid voor het ontwerp van de DEMO 6 op zich moet nemen.
Naast deze onderzoeksactiviteiten voorziet het voorstel in verder specifiek onderzoek naar de ontmanteling van nucleaire installaties. In het programma zal het onder meer gaan om het verbeteren van de vereiste vaardigheden, het uitwisselen van beste praktijken, het ontwikkelen van technieken en het medefinancieren van onderzoek naar gemeenschappelijke vraagstukken bij de nucleaire ontmanteling.
Wat de nucleaire expertise en excellentie in de Gemeenschap betreft, zullen de voorstellen voor de Euratom-verordening en Horizon Europa nucleaire onderzoekers thans de mogelijkheid bieden om deel te nemen aan onderwijs- en opleidingsprogramma's, zoals de Marie Skłodowska-Curie-acties. Dit zal helpen de vereiste vaardigheden binnen de Gemeenschap op peil te houden.
Wat de onderzoeksinfrastructuren betreft, biedt het voorstel financiële steun voor het opzetten en ter beschikking stellen van Europese en internationale onderzoeksinfrastructuren, waaronder die van het JRC, en voor het verlenen van passende toegang daartoe.
Dit voorstel zou op 1 januari 2021 van toepassing moeten worden. Het bestrijkt een Unie van 27 lidstaten, gezien de kennisgeving van het voornemen van het Verenigd Koninkrijk om zich terug te trekken uit de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie die de Europese Raad op 29 maart 2017 heeft ontvangen uit hoofde van artikel 50 van het Verdrag betreffende de Europese Unie, dat van toepassing is ingevolge artikel 106 bis van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie.
1.2.Verenigbaarheid met bestaande bepalingen op het beleidsterrein
Het programma borduurt verder op de belangrijkste doelstellingen van de onderzoeksactiviteiten van het Euratom-programma 2014-2020 7 , met bovengenoemde wijzigingen.
Het programma is tevens in overeenstemming met de voorstellen voor "Horizon Europa", aangezien het hier de enige EU- en Euratom-programma's ter ondersteuning van O&I en ter aanvulling van de nationale financiering betreft. De meeste bepalingen inzake uitvoering, evaluatie en governance zijn voor beide programma's dezelfde. De door het Euratom-programma ondersteunde onderzoeksgebieden zijn om zowel juridische redenen (afzonderlijke verdragen) als beheersmatige redenen (voorkomen van dubbel werk) niet in "Horizon Europa" opgenomen. Er zal evenwel meer nadruk komen te liggen op het ontwikkelen van synergieën met Horizon Europa.
1.3.Verenigbaarheid met andere beleidsterreinen van de Unie
Het voorstel is volledig consistent en verenigbaar met het bestaande EU-beleid. Dit initiatief werd uitgewerkt met inaanmerkingneming van de huidige prioriteiten van de Commissie 8 , het initiatief voor een resultaatgerichte begroting (wat betekent dat de uitgavenprogramma's van de EU een nog betere kosteneffectiviteit dan in het verleden moeten opleveren), de uitvoering van de integrale EU-strategie 9 en het voorstel van de Commissie voor het volgende financiële kader voor de lange termijn van de EU.
Inhoudsopgave
Het programma is ook in overeenstemming met het EU-beleid op het gebied van nucleaire en veiligheidsaspecten. Derhalve ondersteunt het de uitvoering van:
–Richtlijn 2009/71/Euratom van de Raad tot vaststelling van een communautair kader voor de nucleaire veiligheid van kerninstallaties 10 , zoals gewijzigd bij Richtlijn 2014/87/Euratom van de Raad 11 ;
–Richtlijn 2011/70/Euratom van de Raad tot vaststelling van een communautair kader voor een verantwoord en veilig beheer van verbruikte splijtstof en radioactief afval 12 ;
–Richtlijn 2013/59/Euratom van de Raad tot vaststelling van de basisnormen voor de bescherming tegen de gevaren verbonden aan de blootstelling aan ioniserende straling 13 ;
–hoofdstuk 7 van het Euratom-Verdrag, betreffende het stelsel van nucleaire veiligheidscontroles van de EU. Het programma draagt ook bij tot de agenda's en strategieën van de Gemeenschap inzake veiligheid 14 .
De acties van het programma moeten worden gebruikt om op evenredige wijze marktfalen of suboptimale investeringssituaties aan te pakken, zonder dat particuliere financiering wordt overlapt of verdrongen, en moeten een duidelijke Europese toegevoegde waarde hebben. Hierdoor wordt de samenhang tussen de acties van het programma en de staatssteunregels van de EU gewaarborgd en worden ongegronde verstoringen van de mededinging op de interne markt voorkomen.
2. RECHTSGRONDSLAG, SUBSIDIARITEIT EN EVENREDIGHEID
2.1.Rechtsgrondslag
Het Euratom-Verdrag bepaalt dat de Commissie er mede is belast het onderzoek op het gebied van de kernenergie in de lidstaten te bevorderen en te vergemakkelijken en het aan te vullen door het ten uitvoer brengen van het onderzoek- en onderwijsprogramma van de Gemeenschap (artikel 4). Dit programma dient met eenparigheid van stemmen door de Raad, op voorstel van de Commissie, te worden vastgesteld (artikel 7 van het Euratom-Verdrag).
2.2.Subsidiariteit
Het vraagstuk dat met het Euratom-programma wordt aangepakt is een EU-wijd vraagstuk, omdat kwesties inzake nucleaire veiligheid en beveiliging niet bij de grens ophouden en omdat de ontwikkeling van fusie-energie om onderzoeksinspanningen op zeer uitgebreide schaal vraagt. Hoewel slechts de helft van de lidstaten kerncentrales in het kader van de nationale energiemix exploiteert, zijn er veruit meer lidstaten die kernreactoren voor onderzoeksdoeleinden of voor de productie van radio-isotopen exploiteren. Aangezien een nucleair ongeval over de grenzen heen gevolgen voor verschillende lidstaten zou kunnen hebben, hebben alle EU-landen belang bij nucleaire veiligheid, ook wanneer zij zelf geen kernreactoren exploiteren.
Alle lidstaten maken gebruik van straling voor medische doeleinden en industriële toepassingen (landbouw, doorstraling van levensmiddelen, metrologie, enz.). Hoewel het betrekkelijke belang van de kwestie overal in de EU verschillend kan zijn, hebben alle lidstaten derhalve belang bij nucleaire veiligheid en stralingsbescherming, en produceren alle lidstaten uiteenlopende hoeveelheden radioactief afval die verwerkt en uiteindelijk geborgen moeten worden. De geharmoniseerde normen die zijn vastgelegd in de verschillende richtlijnen en de daarmee verband houdende onderzoeksimplicaties onderstrepen duidelijk de noodzaak van uniforme aanpak van technische en opleidingskwesties in de hele EU.
Hoewel nucleaire veiligheid een nationale verantwoordelijkheid is, helpen de eigen acties van het programma om in te spelen op bepaalde veiligheidsuitdagingen waarmee de EU wordt geconfronteerd en op de mondiale dimensies daarvan op het gebied van nucleaire detectie, nucleair forensisch onderzoek en de bijbehorende opleiding.
2.3.Evenredigheid
Er zullen maatregelen op EU-niveau worden genomen om het algemene onderzoeks- en innovatiekader te versterken en de onderzoeksinspanningen van de lidstaten te coördineren, zodat dubbel werk wordt voorkomen, op sleutelterreinen een kritische massa wordt bereikt en optimaal gebruik wordt gemaakt van overheidsmiddelen. Dergelijke maatregelen kunnen extra openbare en particuliere investeringen in onderzoek en innovatie genereren. Zij zijn tevens nodig ter ondersteuning van de beleidsvorming in de EU en ter verwezenlijking van de doelstellingen van het EU-beleid. De voorgestelde maatregelen gaan niet verder dan noodzakelijk is om de doelstellingen van de Gemeenschap te bereiken.
2.4.Keuze van het instrument
De rechtshandeling heeft de vorm van een verordening, aangezien daarbij rechten en verplichtingen voor de begunstigden in het leven worden geroepen die in al hun onderdelen verbindend en rechtstreeks toepasselijk zijn in alle EU-lidstaten en met het programma geassocieerde landen.
3. Evaluatie, raadpleging van belanghebbenden en effectbeoordeling
3.1.Evaluatie van bestaande wetgeving en controle van de resultaatgerichtheid ervan
In de tussentijdse evaluatie van het Euratom-programma 2014-2018 15 is geconcludeerd dat het programma van groot belang is wat alle bestreken activiteiten betreft, waaronder nucleaire veiligheid, beveiliging en veiligheidscontroles, beheer van radioactief afval, stralingsbescherming en fusie-energie. Wat de efficiëntie en doeltreffendheid van het programma betreft, is in de evaluatie een aantal gebieden aangewezen waar actie door de Commissie en/of de begunstigden is vereist. Er is geconcludeerd dat de volgende acties moeten worden ondernomen:
–ondersteuning blijven verlenen aan nucleair onderzoek, met de nadruk op nucleaire veiligheid, beveiliging en veiligheidscontroles, beheer van radioactief afval, stralingsbescherming en ontwikkeling van fusie-energie;
–samen met de begunstigden de organisatie en het beheer van de Europese gezamenlijke programma's op het gebied van kernenergie verder verbeteren;
–de Euratom-maatregelen op het gebied van onderwijs en opleiding voortzetten en intensiveren, teneinde relevante kennis en vaardigheden te ontwikkelen voor alle aspecten van nucleaire veiligheid en beveiliging alsmede stralingsbescherming;
–de synergieën tussen het Euratom-programma en andere thematische gebieden van het kaderprogramma van de Unie verder benutten ten behoeve van transversale aspecten zoals de medische toepassingen van straling, klimaatverandering, beveiliging en voorbereid zijn op noodgevallen alsmede de bijdrage aan nucleaire wetenschappen;
–de synergieën tussen de eigen acties en de acties onder contract in het kader van het Euratom-programma verder benutten.
In de effectbeoordeling wordt nader uiteengezet hoe in dit voorstel op deze kwesties wordt ingegaan.
3.2.Raadpleging van belanghebbenden
De diensten van de Commissie hebben de volgende raadplegingen gehouden: een algemene raadpleging over het meerjarig financieel kader (MFK) en het hoofdstuk 'Concurrentievermogen', inclusief onderzoek (januari-maart 2018), een gerichte raadpleging over sommige activiteiten in het kader van het programma op basis van een vragenlijst op internet (januari-februari 2018) en een workshop met belanghebbenden uit de onderzoekswereld die op 21 februari 2018 in Brussel heeft plaatsgevonden. In de raadplegingen zijn de sleutelterreinen aan bod gekomen die voor de effectbeoordeling van belang zijn, waaronder relevantie, doeltreffendheid, efficiëntie, uitvoering en Europese toegevoegde waarde. Meerdere belanghebbenden uit de onderzoekswereld hebben tevens bij de Commissie standpuntnota's over verschillende aspecten van het Euratom-onderzoek ingediend. In de effectbeoordeling wordt een overzicht gegeven van de ontvangen reacties en de wijze waarop hiermee in het voorstel rekening is gehouden.
3.3.Bijeenbrengen en gebruik van expertise
Bij de opstelling van haar voorstel heeft de Commissie zich gebaseerd op input en de expertise van een aantal bronnen. In 2017 heeft het Wetenschappelijk en Technisch Comité van Euratom (WTC) een advies uitgebracht over het toekomstige Euratom-programma en hebben twee onafhankelijke deskundigengroepen een verslag opgesteld betreffende de tussentijdse evaluatie van de eigen acties en de acties onder contract die zijn uitgevoerd in het kader van het Euratom-programma 2014-2018 16 . In 2016 heeft een afzonderlijk panel van deskundigen een tussentijdse evaluatie uitgevoerd van het Europese gezamenlijke onderzoeksprogramma op het gebied van kernfusie, zoals geïmplementeerd door het EUROfusion-consortium. In de effectbeoordeling worden nadere bijzonderheden vermeld over de beoordeling door de deskundigen en de wijze waarop hiermee in het voorstel rekening is gehouden.
3.4.Effectbeoordeling
Dit voorstel is onderbouwd met een effectbeoordeling waarover de Raad voor regelgevingstoetsing een positief advies heeft uitgebracht.
In de effectbeoordeling bij dit voorstel ligt de nadruk op de resultaten van de tussentijdse evaluatie van het Euratom-programma en de raadpleging van de belanghebbenden. In de effectbeoordeling wordt vermeld welke wijzigingen van het voorwerp, de doelstellingen en de uitvoeringsmethode van het programma nodig zijn en wordt rekening gehouden met de nieuwe horizontale doelstellingen van het MFK (flexibiliteit; nadruk op prestatie, coherentie en synergieën; vereenvoudiging). Zij voldoet aan de vereisten van het Financieel Reglement wat betreft de uitvoering van een evaluatie vooraf van de voorgestelde verordening van de Raad tot vaststelling van het Euratom-programma voor onderzoek en opleiding voor de periode 2021-2025.
3.5.Vereenvoudiging
Het programma zal worden uitgevoerd met behulp van de instrumenten en voorschriften inzake deelname die van toepassing zijn op het kaderprogramma Horizon Europa. De in Horizon Europa voorgestelde vereenvoudigingsmaatregelen zullen gelden voor de aanvragers en de begunstigden in het kader van het Euratom-programma. De voorgestelde voorschriften zullen naar verwachting de administratieve lasten verder beperken en de door de lopende programma's nagestreefde vereenvoudiging voortzetten, waarbij in voorkomend geval de continuïteit moet worden gewaarborgd. Het programma zal verder worden vereenvoudigd in die zin dat het één lijst met doelstellingen voor eigen acties en acties onder contract zal voorstellen. De te verwachten gevolgen voor de vereenvoudiging en de administratieve lasten worden in de effectbeoordeling verder uitgewerkt.
3.6.Grondrechten
Deze verordening eerbiedigt de grondrechten en neemt de in het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie erkende beginselen in acht.
4. Gevolgen voor de begroting
De begroting voor dit voorstel gaat uit van lopende prijzen. Het financieel memorandum bij het voorstel vermeldt de gevolgen op het vlak van de begroting en de personele en administratieve middelen.
5. Overige aspecten
5.1.Uitvoeringsplanning en regelingen betreffende controle, evaluatie en rapportage
Het programma zal worden uitgevoerd door de diensten van de Commissie. Wanneer zij dit passend acht, kan de Commissie evenwel overeenkomstig artikel 10 van het Euratom-Verdrag besluiten de uitvoering van bepaalde delen van het programma te delegeren aan lidstaten, personen of ondernemingen, alsmede aan derde staten, aan internationale organisaties of aan onderdanen van derde staten.
Evaluaties zullen worden uitgevoerd overeenkomstig de punten 22 en 23 van het Interinstitutioneel Akkoord van 13 april 2016 17 , waarin de drie instellingen hebben bevestigd dat evaluaties van bestaande wetgeving en bestaand beleid de basis moeten vormen voor effectbeoordelingen van opties voor verdere acties. In het kader van de evaluaties zullen de praktische gevolgen van het programma worden beoordeeld aan de hand van de indicatoren/streefdoelen van het programma alsmede van een gedetailleerde analyse van de mate waarin het programma kan worden geacht relevant, doeltreffend en doelmatig te zijn, voldoende Europese toegevoegde waarde oplevert en coherent is met andere beleidsmaatregelen van de EU. Aan de hand van opgedane nuttige ervaring zullen eventuele tekortkomingen/problemen in kaart worden gebracht en zal worden nagegaan of er mogelijkheden zijn om de acties of de resultaten ervan verder te verbeteren en om de exploitatie/impact ervan te helpen maximaliseren.
Het samen met Horizon Europa toegepaste monitoring- en evaluatiesysteem voorziet in belangrijke effecttrajecten, die zullen helpen bij de verslaglegging over de vooruitgang die wordt geboekt bij de verwezenlijking van de doelstellingen van het programma. Deze worden ingedeeld in vier complementaire effectcategorieën (wetenschappelijke, sociale, innovatieve en beleidseffecten), die de aard van de investeringen in onderzoek en innovatie weerspiegelen. Voor elke effectcategorie zal aan de hand van indicatoren verslag worden gedaan over de vorderingen op de korte, middellange en lange termijn. Eigen acties en acties onder contract zullen worden onderworpen aan een gemeenschappelijke tussentijdse evaluatie.
5.2.Artikelsgewijze toelichting
–structuur van de specifieke doelstellingen (artikel 3 en bijlage I): de basishandeling voorziet in één enkele reeks specifieke doelstellingen voor zowel eigen acties als acties onder contract. Dit zal de Commissie de mogelijkheid bieden bij de opstelling van werkprogramma's een combinatie van instrumenten en middelen voor te stellen, zoals haar eigen onderzoeksinfrastructuur en de kennisbasis van het JRC. Met deze aanpak moet een van de horizontale doelstellingen van het MFK worden bereikt: vereenvoudiging en totstandbrenging van synergieën;
–herziening van de specifieke doelstellingen (artikel 3 en bijlage I):
·vermindering van het aantal specifieke doelstellingen van 13 in het programma 2014-2018 tot vier, voor zowel eigen acties als acties onder contract;
·invoering van een specifieke doelstelling inzake ondersteuning van het EU-beleid op het gebied van nucleaire veiligheid, beveiliging en veiligheidscontroles;
·definitie van de onderzoekssteun voor ontmanteling: subsidiabel zijn onder meer onderzoek ten behoeve van de ontwikkeling en evaluatie van technologieën voor de ontmanteling van kerninstallaties en technologieën voor milieuherstel alsmede de uitwisseling van goede praktijken en kennis. De nadruk op ontmanteling weerspiegelt de toenemende vraag naar dergelijke diensten en knoopt aan bij het beginsel van milieuherstel en de definitieve stillegging van een groot aantal kernreactoren;
·herziening van de omvang van het onderzoek naar stralingsbescherming, bedoeld om bij te dragen tot het veilige gebruik van kernwetenschappelijke en technologische toepassingen van ioniserende straling, met inbegrip van een beveiligd en veilig aanbod en gebruik van radio-isotopen. Medische, industriële, wetenschappelijke en ruimtetoepassingen zijn enkele van de mogelijkheden;
·één specifieke doelstelling voor het onderzoek op het gebied van kernfusie, die de verschuiving naar het ontwerp van toekomstige kernfusiecentrales weerspiegelt. De nieuwe doelstelling voor onderzoek op het gebied van kernfusie combineert drie specifieke doelstellingen van het huidige programma;
·één specifieke doelstelling voor alle maatregelen die nodig zijn voor het op peil houden en het verder ontwikkelen van expertise en excellentie in de EU. Hieronder vallen onder meer onderwijs- en opleidingsmaatregelen, ondersteuning van mobiliteit, toegang tot onderzoeksinfrastructuur, overdracht van technologie alsmede kennisbeheer en -verspreiding (het huidige programma heeft afzonderlijke doelstellingen voor deze maatregelen).
–openstelling van de "Marie Skłodowska-Curie-acties (MSCA)" voor nucleaire onderzoekers: op grond van de voorgestelde nieuwe bepalingen voor Horizon Europa en het Euratom-programma kunnen studenten en onderzoekers op nucleair gebied in aanmerking voor Marie Skłodowska-Curie-acties. Door gebruik te maken van een beproefd instrument ter ondersteuning van onderwijs en opleiding in Europa moet het nieuwe programma beantwoorden aan een van de horizontale doelstellingen van het MFK: totstandbrenging van synergieën tussen investeringsinstrumenten;
–wettelijke bepalingen ter stimulering van synergieën tussen het Euratom-programma en Horizon Europa (bijlage 1 bij de basishandeling voor Horizon Europa): beide basishandelingen zullen voorzien in synergieën, waarvan de nadere bijzonderheden in overleg met de lidstaten zullen worden vastgelegd in de werkprogramma's.
Net zoals bij de vorige programma's het geval was, zullen voor het nieuwe Euratom-programma excellentie, impact alsmede kwaliteit en efficiëntie van de uitvoering de toekenningscriteria zijn.
De regels van Horizon Europa voor deelname en verspreiding van resultaten zullen tevens op het Euratom-programma van toepassing zijn.
Bij de uitvoering van het programma zal de Commissie worden bijgestaan door een comité (zie artikel 16) in de zin van Verordening (EU) nr. 182/2011. Het comité komt bijeen in twee samenstellingen (kernsplijting en kernfusie), afhankelijk van het te bespreken onderwerp.