Toelichting bij COM(2018)358 - Richtlijn (EU) 2019/997 van de Raad van 18 juni 2019 tot vaststelling van een EU-noodreisdocument en tot intrekking van Besluit 96/409/GBVB

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

1. ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

Motivering en doel van het voorstel

Het recht op gelijke behandeling met betrekking tot consulaire bescherming is een van de specifieke rechten die de EU-burgers op grond van hun EU-burgerschap ontlenen aan de Verdragen. Een EU-burger die bijstand nodig heeft in een derde land waar geen ambassade of consulaat van zijn eigen lidstaat aanwezig is (en die dus 'niet-vertegenwoordigd' is 1 ), heeft het recht zich te wenden tot de ambassade of het consulaat van om het even welke andere lidstaat van de EU. De lidstaten moeten niet-vertegenwoordigde EU-burgers op dezelfde manier bijstaan als hun eigen onderdanen. Dit recht is verankerd in artikel 20, lid 2, onder c), en artikel 23 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) en in artikel 46 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie (hierna: 'het Handvest'). Dit recht is een uitdrukking van de solidariteit in de EU en is één van de praktische voordelen die verbonden zijn aan het EU-burgerschap. Het is een goed voorbeeld van hoe de EU dichter bij haar burgers kan worden gebracht – een streven dat de Commissie hoog in het vaandel draagt 2 .

Een vorm van bijstand aan niet-vertegenwoordigde burgers is de afgifte van noodreisdocumenten ("NRD's"). NRD's worden aan burgers afgegeven wanneer hun paspoort of reisdocument verloren, gestolen, vernietigd of tijdelijk niet beschikbaar is. In 1996 werd bij Besluit 96/409/GBVB 3 een uniform reisdocument voor noodgevallen ("EU-NRD") ingevoerd, dat door de lidstaten wordt afgegeven aan niet-vertegenwoordigde EU-burgers derde landen (landen buiten de EU).

De afgifte van NRD's is de meest voorkomende vorm van bijstand die door de lidstaten aan niet-vertegenwoordigde EU-burgers in nood in derde landen wordt verleend 4 , en is onmisbaar om deze burgers veilig naar huis te helpen terugkeren. De EU-burgers kunnen in dit verband in derde landen een beroep doen op de bescherming die voortvloeit uit hun status als EU-burger.

Twintig jaar na de invoering van het EU-NRD is de tijd gekomen om de voorschriften van Besluit 96/409/GBVB en het model voor het EU-NRD bij te werken. De recente wijzigingen van de EU-regels inzake consulaire bescherming zijn immers nog niet meegenomen in Besluit 96/409/GBVB en het EU-NRD in zijn huidige vorm is niet aangepast aan het huidige mondiale veiligheidsklimaat.

Een belangrijk punt van zorg is dat het huidige EU-NRD-model niet voldoende toekomstbestendig is. Het bevat geen van de verbeterde veiligheidskenmerken die inmiddels op het gebied van reisdocumenten zijn ingevoerd, en biedt onvoldoende bescherming tegen fraude en vervalsing. Dit heeft geleid tot versnippering bij het gebruik van het EU-NRD in de Unie. Sommige lidstaten hebben uit bezorgdheid over de veiligheidskenmerken van het uniforme EU-NRD-model besloten dit document niet meer te gebruiken.

Bovendien spoort Besluit 96/409/GBVB niet met Richtlijn (EU) 2015/637 van de Raad 5 . Deze richtlijn, die de lidstaten uiterlijk op 1 mei 2018 moesten omzetten, regelt de consulaire bescherming van niet-vertegenwoordigde burgers in het algemeen, en bevat dus ook voorschriften die van toepassing zijn op de afgifte van EU-NRD's. Tot slot heeft het uniforme EU-NRD-model enkele kenmerken (zoals het gebrek aan ruimte voor de vereiste doorreisvisa van derde landen) die acceptatie ervan door derde landen bemoeilijken.

1.

De Commissie gaat met dit voorstel in op het verzoek van de Raad om een voorstel

te doen voor de vervaardiging van een nieuw EU-NRD dat veiligheidskenmerken

2.

bevat die in overeenstemming zijn met de huidige praktijken, waarbij de in Besluit

96/409/GBVB 6 beschreven kenmerken worden geactualiseerd.

In haar actieplan van december 2016 7 over de beveiliging van documenten en haar mededeling uit 2016 8 (over de versterking van de veiligheid in een door mobiliteit gekenmerkte wereld door betere informatie-uitwisseling in de strijd tegen terrorisme en door sterkere buitengrenzen) gaat de Commissie in op reisdocumentfraude, beklemtoont zij de noodzaak van beveiligde reisdocumenten en belooft zij na te gaan hoe de veiligheidskenmerken van NRD's kunnen worden versterkt. In het verslag over het EU-burgerschap 2017 9 heeft de Commissie zich er bovendien toe verbonden na te gaan hoe de regels voor NRD's voor niet-vertegenwoordigde EU-burgers kunnen worden gemoderniseerd, onder meer op het gebied van de veiligheidskenmerken van het uniforme EU-NRD-model, om te waarborgen dat burgers daadwerkelijk hun recht op consulaire bescherming kunnen uitoefenen.

In zijn conclusies over het actieplan 10 en het verslag over het EU-burgerschap 2017 11 benadrukt de Raad het belang van beveiligde reis- en identiteitsdocumenten om het verschijnsel reisdocumentfraude te bestrijden en roept hij de Commissie op om te zorgen voor een passende follow-up.

In zijn resolutie over het verslag over het EU-burgerschap 2017 12 verzoekt het Europees Parlement de Commissie een voorstel in te dienen voor een nieuw, veiliger uniform EU-NRD.

Het werkprogramma van de Commissie voor 2018 13 omvat de herziening van het voorstel voor een richtlijn van de Raad ter vervanging van het besluit betreffende de opstelling van een noodreisdocument (Refit). In het kader van de herziening moet worden nagegaan hoe de regels inzake noodreisdocumenten voor niet-vertegenwoordigde EU-burgers moeten worden gemoderniseerd, onder meer op het gebied van de veiligheidskenmerken van het uniforme EU-model, om te waarborgen dat burgers daadwerkelijk hun recht op consulaire bescherming kunnen uitoefenen. Door de veiligheidskenmerken van het EU-NRD te verbeteren, zou het risico van vervalsing en namaak worden verminderd, wat zowel fraude met als misbruik van reisdocumenten zou tegengaan. Dit zou bevorderlijk zijn voor de strijd tegen terrorisme en georganiseerde criminaliteit.

Verenigbaarheid met bestaande bepalingen op het beleidsterrein

Iedere EU-burger heeft op het grondgebied van derde landen waar de lidstaat waarvan hij onderdaan is, niet vertegenwoordigd is, recht op consulaire bescherming van andere lidstaten, onder dezelfde voorwaarden als de onderdanen van die lidstaten.

De coördinatie- en samenwerkingsmaatregelen ter vergemakkelijking van de consulaire bescherming van niet-vertegenwoordigde burgers zijn in 2015 door de Raad vastgesteld in Richtlijn (EU) 2015/637. Richtlijn (EU) 2015/637 bevat algemene voorschriften inzake maatregelen ter vergemakkelijking van de consulaire bescherming van niet-vertegenwoordigde burgers. In artikel 9, onder f), is uitdrukkelijk bepaald dat de afgifte van noodreisdocumenten daar ook onder valt.

Het onderhavige voorstel heeft onder meer tot doel de specifieke regels die van toepassing zijn op EU-NRD's, volledig af te stemmen op Richtlijn (EU) 2015/637. Waar nodig worden de algemene regels van Richtlijn (EU) 2015/637 in het onderhavige voorstel gespecificeerd, bijvoorbeeld met betrekking tot samenwerking en coördinatie tussen de lidstaten bij het verwerken van een aanvraag voor een EU-NRD. De voorgestelde richtlijn laat de bij Richtlijn (EU) 2015/637 vastgestelde rechten onverlet.

Verenigbaarheid met andere beleidsterreinen van de Unie

Beveiligde en betrouwbare documenten zijn een belangrijk onderdeel van het grensbeheer.

2. RECHTSGRONDSLAG, SUBSIDIARITEIT EN EVENREDIGHEID

Rechtsgrondslag

Net als Richtlijn (EU) 2015/637 inzake consulaire bescherming is dit voorstel gebaseerd op artikel 23 VWEU. Op grond van lid 2 van deze bepaling kan de Raad, volgens een bijzondere wetgevingsprocedure en na raadpleging van het Europees Parlement, richtlijnen aannemen tot vaststelling van coördinatie- en samenwerkingsmaatregelen die nodig zijn om de consulaire bescherming voor niet-vertegenwoordigde EU-burgers te vergemakkelijken. Deze bepaling is van toepassing op alle lidstaten.

Het voorstel heeft tot doel de maatregelen vast te stellen die nodig zijn om de consulaire bescherming te vergemakkelijken met betrekking tot de meest voorkomende vorm van consulaire bijstand aan niet-vertegenwoordigde burgers, namelijk de afgifte van noodreisdocumenten. Deze doelstelling moet worden bereikt door een gestandaardiseerde procedure vast te stellen voor samenwerking tussen de lidstaten met het oog op de afgifte van noodreisdocumenten in een uniform model gebaseerd op verbeterde veiligheidskenmerken. Zodoende worden de burgers in de gelegenheid gesteld hun recht op consulaire bescherming doeltreffender en in een beter beveiligde omgeving uit te oefenen.

Subsidiariteit (bij niet-exclusieve bevoegdheid)

De afgifte van EU-NRD's heeft een grensoverschrijdende dimensie, aangezien de lidstaat van afgifte zijn bescherming aanbiedt aan burgers van een andere lidstaat.

Het in Besluit 96/409/GBVB vastgelegde EU-NRD-model moet worden geactualiseerd. Wijzigingen van dit model mogen alleen door de Commissie worden voorgesteld. Een EU-NRD met geactualiseerde veiligheidskenmerken zal de veiligheid in de gehele EU ten goede komen, aangezien het gaat om documenten die de houder ervan in staat stellen de EU-grenzen te overschrijden. Het uniforme model zal herkenbaarder worden voor derde landen wanneer het frequenter wordt gebruikt en de veiligheidskenmerken ervan geharmoniseerd zijn. Deze doelstellingen kunnen niet door de lidstaten afzonderlijk worden verwezenlijkt.

Zonder een geactualiseerd uniform EU-NRD-model gaan de lidstaten zich wellicht steeds meer op nationale NRD's baseren om te voldoen aan hun Verdragsverplichting om consulaire bescherming aan niet-vertegenwoordigde EU-burgers te verlenen onder dezelfde voorwaarden als aan de eigen onderdanen. Hierdoor ontstaat het gevaar dat de lidstaten er elk hun eigen documenten en procedures op nahouden. Evenmin denkbeeldig is het gevaar van 'forum shopping' (het doelgericht aanvragen van een noodreisdocument bij een bepaalde lidstaat omdat de documenten van die lidstaat op grotere schaal erkend, goedkoper of gemakkelijker te verkrijgen zijn dan die van een andere lidstaat).

Evenredigheid

Krachtens artikel 5 van het Verdrag betreffende de Europese Unie mag het optreden van de Unie niet verder gaan dan wat nodig is om de doelstellingen van de Verdragen te verwezenlijken. De vorm die voor dit EU-optreden is gekozen, moet het mogelijk maken de doelstelling van het voorstel te verwezenlijken en het voorstel zo doeltreffend mogelijk ten uitvoer te leggen.

Dit voorstel verplicht de lidstaten ertoe het EU-NRD te gebruiken voor niet-vertegenwoordigde burgers buiten de EU die aan de voorwaarden voldoen. Het voorstel omvat de situaties die nu reeds vallen onder de wettelijke verplichting om consulaire bescherming te verlenen.

Voorgesteld wordt om de veiligheidskenmerken van het EU-NRD op het peil te brengen dat door de lidstaten en derde landen wordt verwacht. Hiervoor wordt gebruikgemaakt van de bestaande normen inzake het uniforme visummodel 14 . Doordat de EU-NRD's mogen worden opgesteld met materiaal dat reeds in de consulaten en ambassades van de lidstaten voorhanden is, blijft de behoefte aan nieuwe uitrusting en opleiding beperkt.

Keuze van het instrument

Overeenkomstig artikel 23, lid 2, VWEU is voor het voorstel het instrument van de richtlijn gekozen.

3. EVALUATIE, RAADPLEGING VAN BELANGHEBBENDEN EN EFFECTBEOORDELING

Evaluatie van bestaande wetgeving en controle van de resultaatgerichtheid ervan

Uit de evaluatie van Besluit 96/409/GBVB is gebleken dat de afgifte van EU-NRD's EU-burgers die zich in derde landen in een noodsituatie bevonden, daadwerkelijk heeft geholpen. Volgens de evaluatie vormen de EU-NRD's een tastbaar bewijs van de voordelen van het EU-burgerschap, en zullen ze naar verwachting ook in de toekomst relevant blijven.

Het rechtskader voor EU-NRD's moet echter worden aangepast om een aantal uitvoeringsproblemen die bij de evaluatie zijn geconstateerd, op te lossen. Deze aanpassingen moeten met name zorgen voor consistentie met Richtlijn (EU) 2015/637 en voor een verbetering van de veiligheidskenmerken van de EU-NRD's in het licht van de veranderende behoeften op het gebied van veiligheid. De belangrijkste problemen die bij de evaluatie zijn vastgesteld, houden verband met verschillen tussen de lidstaten wat de afgifte van NRD's betreft (niet alle lidstaten maken gebruik van het bij Besluit 96/409/GBVB vastgestelde model), mogelijke beperkte acceptatie, juridische onzekerheid, afdwingbaarheid en bezorgdheid over de beveiliging van het uniforme NRD-model. Het doel van dit voorstel is om de problemen op te lossen die bij de evaluatie van Besluit 96/409/GBVB zijn geconstateerd.

Raadpleging van belanghebbenden

Voor het raadplegingsproces is gebruikgemaakt van zowel instrumenten met een algemeen bereik (zoals publieksraadplegingen) als gerichte raadplegingen en enquêtes bij lidstaten en groepen belanghebbenden. Er is onder meer overleg gepleegd met bevoegde instanties van de lidstaten en van derde landen, missies van de lidstaten in derde landen, brancheorganisaties (zoals reisorganisatoren, luchtvaartmaatschappijen en verzekeringsmaatschappijen), burgers en burgergroeperingen, en deskundigen van de Europese Commissie, de Europese Dienst voor extern optreden en het secretariaat van de Raad. De standpunten van deze belanghebbenden zijn in aanmerking genomen bij het opstellen van dit voorstel.

Nadere informatie over de uitkomsten van de raadplegingsprocedure is te vinden in bijlage 2 van de effectbeoordeling bij dit voorstel.

Bijeenbrengen en gebruik van expertise

De Commissie heeft overeenkomstig het desbetreffende raamcontract opdracht gegeven voor een studie over de evaluatie van een bestaand EU-instrument inzake een Europees noodreisdocument en een effectbeoordeling.

Effectbeoordeling

De effectbeoordeling die dit voorstel schraagt, heeft een gunstig advies gekregen van de Raad voor regelgevingstoetsing (RSB), met een aantal suggesties voor verbetering 15 . De volgende beleidsopties zijn erin beoordeeld: handhaving van de status quo, enkel vaststelling van niet-bindende maatregelen, intrekking van Besluit 96/409/GBVB en afschaffing van de EU-NRD's, vaststelling van nieuwe wetgeving om EU-NRD's verplicht te stellen voor alle EU-burgers, vaststelling van nieuwe wetgeving voor de invoering van een EU-NRD met betere veiligheidskenmerken, en vaststelling van nieuwe wetgeving voor de invoering van een EU-NRD met biometrische gegevens.

Handhaving van de status-quo en afschaffing van de EU-NRD's werden als ontoereikende en inefficiënte methoden beschouwd om de doelstellingen te bereiken. Het verplicht stellen van het EU-NRD voor alle EU-burgers werd onevenredig geacht. Softe, niet-bindende maatregelen zouden op zich evenmin volstaan, maar zouden de tenuitvoerlegging van de uiteindelijk gekozen optie moeten flankeren.

Wat de twee opties die nieuwe wetgeving vereisen betreft (invoering van een EU-NRD met betere veiligheidskenmerken en invoering van een EU-NRD met biometrische gegevens), ging de voorkeur uit naar de eerste, voornamelijk om redenen van kosteneffectiviteit en evenredigheid. Voor de eerste optie kan immers gebruik worden gemaakt van bestaande apparatuur voor het drukken van het uniforme visummodel, terwijl voor de tweede optie materiaal nodig is waarmee biometrische informatie kan worden gedrukt. Dit zou waarschijnlijk aanzienlijke kosten voor de lidstaten en de burgers met zich meebrengen.

Van de voorkeursoptie worden voordelen op verschillende gebieden verwacht. Niet-vertegenwoordigde EU-burgers in nood zouden van het consulaat van om het even welke lidstaat een EU-NRD kunnen krijgen volgens een gestroomlijnde procedure op basis van Richtlijn (EU) 2015/637. Bovendien zouden zij in meer situaties dan in het huidige EU-NRD-besluit worden omschreven, recht hebben op een EU-NRD. Voorts zou er meer duidelijkheid komen wat de procedures en termijnen voor afgifte betreft.

Verbetering van de veiligheidskenmerken van het nieuwe EU-NRD zou zowel de lidstaten als de EU voordeel opleveren. Derde landen zullen waarschijnlijk meer geneigd zijn het nieuwe document te aanvaarden en de vaststelling van geavanceerde normen voor machineleesbaarheid zou de verwerking aan de grenzen moeten vergemakkelijken. Betere erkenning door derde landen zou niet-vertegenwoordigde burgers de kosten van extra hotelovernachtingen en alternatieve reisplannen besparen. Een beter beveiligd, meertalig en op EU-niveau gemaakt EU-NRD-model kan ook een kosteneffectief alternatief vormen voor lidstaten die overwegen hun verouderde nationale NRD's te vervangen. Tot slot zou deze aanpak de Commissie in staat stellen de nieuwe wetgeving inzake EU-NRD's te handhaven en toezicht te houden op de uitvoering ervan.

Resultaatgerichtheid en vereenvoudiging

Het initiatief is opgenomen in het werkprogramma van de Commissie voor 2018, onder de initiatieven in het kader van het programma voor gezonde en resultaatgerichte regelgeving (Refit) die betrekking hebben op een op wederzijds vertrouwen gebaseerde ruimte van recht en grondrechten 16 . De Commissie heeft in dit verband gekeken naar mogelijkheden om de lasten te vereenvoudigen en te verminderen.

Het voorstel moet de procedure voor de afgifte van EU-NRD's stroomlijnen en daardoor de lasten verlichten voor overheidsinstanties en voor burgers die zich in een noodsituatie bevinden omdat ze hun reisdocumenten kwijt zijn. Aangezien het EU-NRD kan worden gebruikt om het grondgebied van de EU binnen te komen, wordt voorgesteld de veiligheidskenmerken ervan te verbeteren aan de hand van de apparatuur en de expertise die voorhanden zijn voor de visumsticker. Dankzij een betere acceptatie door derde landen en een vlottere verwerking aan de EU-buitengrenzen kan een uniform, meer beveiligd EU-NRD de kosten en het ongemak voor burgers en bedrijven (zoals luchtvaartmaatschappijen) beperken.

De jaarlijkse besparingen voor burgers als gevolg van de vereenvoudiging worden geraamd op 93 000 EUR. Vanwege het gebrek aan betrouwbare gegevens zijn de potentiële besparingen voor het bedrijfsleven en de grensinstanties niet gekwantificeerd.

Grondrechten

Met dit voorstel wordt uitvoering gegeven aan het in artikel 46 van het Handvest verankerde fundamentele recht van EU-burgers op diplomatieke en consulaire bescherming.

Het voorstel houdt tevens verband met artikel 7 (over de eerbiediging van het privé-leven) en artikel 8 (over de bescherming van persoonsgegevens) van het Handvest. De verwerking van persoonsgegevens van burgers, met inbegrip van het verzamelen van, de toegang tot en het gebruik van persoonsgegevens, raakt het in het Handvest vastgelegde recht op privacy en recht op bescherming van persoonsgegevens. Aantasting van die grondrechten moet gerechtvaardigd zijn 17 .

Met betrekking tot het recht op bescherming van persoonsgegevens, en gegevensbescherming met inbegrip van gegevensbeveiliging, zijn de desbetreffende EU-regels 18 van toepassing. Het ligt niet de bedoeling af te wijken van de regeling voor gegevensbescherming. De lidstaten moeten in voorkomend geval duidelijke regels, voorwaarden en waarborgen toepassen in overeenstemming met de EU-regels inzake gegevensbescherming. In het initiatief is geen rechtsgrondslag vastgelegd voor de opslag van in het kader van het initiatief verzamelde gegevens, noch voor het gebruik van deze gegevens voor andere doeleinden dan het verifiëren van de identiteit van de aanvrager, het drukken van de EU-NRD-sticker en het vergemakkelijken van de reis van de betrokken persoon. Opslag van gegevens in dat verband moet voldoen aan de regels inzake gegevensbescherming die zijn vastgesteld in Verordening (EU) 2016/679. Er gelden passende waarborgen voor zowel het verplicht opnemen van de persoonsgegevens van de aanvrager, inclusief gezichtsopname, op de sticker, als het doorzenden van deze gegevens aan de lidstaat waarvan de aanvrager onderdaan is, met het oog op de verificatie van de identiteit van de aanvrager.

4. GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING

Het voorstel heeft geen gevolgen voor de begroting van de EU.

5. OVERIGE ELEMENTEN

Uitvoeringsplanning en regelingen betreffende controle, evaluatie en rapportage

Gezien het beperkte aantal EU-NRD's dat door lidstaten wordt afgegeven, is het van belang het toezicht op de uitvoering van het voorstel realistisch aan te pakken en de nationale instanties niet te overbelasten. De lidstaten wordt gevraagd om jaarlijks bij de Commissie informatie over een beperkt aantal belangrijke indicatoren in te dienen. Zo nodig kan worden besloten aanvullende informatie te verzamelen. Na vijf jaar voert de Commissie een evaluatie van de tenuitvoerlegging van de richtlijn uit.

Artikelsgewijze toelichting

Hoofdstuk I (artikelen 1 en 2) beschrijft het voorwerp van het voorstel en bevat een aantal definities. In het voorstel wordt vastgesteld onder welke voorwaarden en volgens welke procedure niet-vertegenwoordigde burgers een EU-NRD kunnen verkrijgen, en wordt een uniform model voor dergelijke documenten vastgelegd. Onder 'niet-vertegenwoordigde burger' wordt hetzelfde verstaan als in Richtlijn (EU) 2015/637.

Hoofdstuk II beschrijft in artikel 3 de voorwaarden voor afgifte van een EU-NRD. Generaliter moet een EU-NRD worden afgegeven om niet-vertegenwoordigde burgers van wie het paspoort of reisdocument om verschillende redenen niet beschikbaar is, in staat te stellen een enkele reis te maken naar de lidstaat waarvan zij onderdaan zijn of waar zij verblijven. Het document moet worden afgegeven nadat de bijstandverlenende lidstaat de lidstaat waarvan de burger onderdaan is, heeft geraadpleegd.

Artikel 4 beschrijft de procedure voor afgifte van een EU-NRD, met inbegrip van het overleg tussen de lidstaat die bijstand aan de niet-vertegenwoordigde burger verleent en de lidstaat waarvan die burger onderdaan is, alsmede de toepasselijke termijnen. Artikel 4 voorziet ook in uitzonderingen in naar behoren gemotiveerde gevallen of in crisissituaties. Voorts bevat het artikel een aantal beveiligingsmaatregelen.

Artikel 5 bepaalt dat de geldigheidsduur van een EU-NRD niet veel langer mag zijn dan de voor de terugreis vereiste minimumperiode.

Artikel 6 geeft de lidstaten de mogelijkheid om gunstiger bepalingen vast te stellen of te behouden, voor zover deze verenigbaar zijn met de richtlijn.

Krachtens artikel 7 kunnen de lidstaten ook in een aantal andere situaties een EU-NRD afgeven. Buiten aan niet-vertegenwoordigde EU-burgers in derde landen kunnen de lidstaten bijvoorbeeld een EU-NRD afgeven aan begeleidende familieleden, hun eigen burgers of ingezetenen, en vertegenwoordigde EU-burgers van een andere lidstaat. De lidstaten kunnen ook besluiten om EU-NRD's af te geven binnen de EU.

Hoofdstuk III, artikel 8, bevat een beschrijving van het uniforme EU-NRD-model, bestaande uit een standaardformulier en een standaardsticker. De relevante gegevens over de toekomstige houder van het EU-NRD worden gedrukt op de sticker, die vervolgens op het formulier wordt aangebracht.

Artikel 9 gaat in op de procedure voor het uitvaardigen van aanvullende technische specificaties voor EU-NRD's. Deze specificaties kunnen zo nodig geheim zijn.

Artikel 10 betreft de organisaties van de lidstaten die de verantwoordelijkheid dragen voor het drukken van EU-NRD's. Deze organisaties moeten aan de Commissie en de andere lidstaten worden meegedeeld.

Artikel 11 bevat regels over het comité dat de Commissie bij de uitvoering van de richtlijn moet bijstaan.

Artikel 12 geeft de delegaties van de Unie in derde landen de opdracht derde landen in kennis te stellen van het uniforme EU-NRD-model en hun exemplaren ervan te bezorgen.

Hoofdstuk IV bevat een aantal slotbepalingen.

In artikel 13 wordt het kader voor gegevensbescherming gespecificeerd.

Artikel 14 geeft de lidstaten opdracht toezicht op de toepassing van de richtlijn te houden en de Commissie jaarlijks informatie te verstrekken.

Krachtens artikel 15 moet de Commissie een evaluatie van de richtlijn uitvoeren en een verslag met de belangrijkste bevindingen voorleggen aan het Europees Parlement en de Raad.

Bij artikel 16 wordt Besluit 96/409/GBVB ingetrokken.

In artikel 17 wordt de uiterste datum bepaald waarop de lidstaten de richtlijn in nationaal recht moeten omzetten.

Artikel 18 bepaalt dat de richtlijn in werking treedt op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

In artikel 19 is vastgelegd dat de richtlijn tot alle lidstaten is gericht.

De bijlagen I en II bevatten de specificaties voor het uniforme EU-NRD-formulier en de bijbehorende sticker.