Toelichting bij COM(2017)126 - Wijziging van Verordening (EU) 2017/127 wat bepaalde vangstmogelijkheden betreft

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

1. ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

Motivering en doel van het voorstel

Bij Verordening (EU) 2017/127 van de Raad zijn voor 2017 voor sommige visbestanden en groepen visbestanden de vangstmogelijkheden vastgesteld welke in de Uniewateren en, voor vaartuigen van de Unie, in bepaalde wateren buiten de Unie van toepassing zijn. Deze vangstmogelijkheden worden doorgaans meerdere keren gewijzigd gedurende de periode waarin zij van kracht zijn.

Samenhang met de huidige bepalingen op dit beleidsgebied

De voorgestelde maatregelen zijn opgesteld overeenkomstig de doelstellingen en de voorschriften van het gemeenschappelijk visserijbeleid en zijn in overeenstemming met het beleid van de Unie inzake duurzame ontwikkeling.

Samenhang met andere beleidsgebieden van de Unie

De voorgestelde maatregelen zijn in overeenstemming met andere beleidsgebieden van de Unie, met name op het vlak van milieu.

2. RECHTSGRONDSLAG, SUBSIDIARITEIT EN EVENREDIGHEID

Rechtsgrondslag

De rechtsgrondslag van dit voorstel is artikel 43, lid 3, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.

De verplichting van de Unie om de levende aquatische rijkdommen op duurzame wijze te exploiteren, vloeit voort uit de verplichtingen die zijn vastgelegd in artikel 2 van de nieuwe basisverordening voor het GVB.

Subsidiariteit (bij niet-exclusieve bevoegdheid)

Het voorstel valt onder de exclusieve bevoegdheid van de Unie als bedoeld in artikel 3, lid 1, onder d), van het Verdrag. Het subsidiariteitsbeginsel is derhalve niet van toepassing.

Evenredigheid

Het voorstel is om de volgende reden in overeenstemming met het evenredigheidsbeginsel: het GVB is een gemeenschappelijk beleid. Krachtens artikel 43, lid 3, van het Verdrag moet de Raad maatregelen vaststellen voor de vaststelling en verdeling van de vangstmogelijkheden.

Keuze van het instrument

Voorgesteld instrument: verordening.

3. RESULTATEN VAN EX-POSTEVALUATIES, RAADPLEGINGEN VAN BELANGHEBBENDEN EN EFFECTBEOORDELINGEN

Ex-postevaluaties/geschiktheidscontroles van bestaande wetgeving

Niet van toepassing.

Raadplegingen van belanghebbenden

In het voorstel wordt rekening gehouden met de feedback van belanghebbenden, adviesraden, nationale overheidsdiensten, vissersorganisaties en niet-gouvernementele organisaties.

Bijeenbrengen en benutten van deskundigheid

Het voorstel is gebaseerd op wetenschappelijk advies van de Internationale Raad voor het onderzoek van de zee (ICES) en het Wetenschappelijk, Technisch en Economisch Comité voor de visserij (WTECV).

Effectbeoordeling

De werkingssfeer van de verordening inzake vangstmogelijkheden wordt omschreven in artikel 43, lid 3, van het Verdrag.

Gezonde regelgeving en vereenvoudiging

Niet van toepassing.

Grondrechten

Niet van toepassing.

4. GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING

De voorgestelde maatregelen hebben geen gevolgen voor de begroting.

5. OVERIGE ELEMENTEN

Toelichting bij de specifieke bepalingen van het voorstel

Het voorstel beoogt de wijziging van Verordening (EU) 2017/127 zoals hieronder beschreven.

Zandspiering is een kortlevende soort waarvoor het wetenschappelijke advies in de tweede helft van februari beschikbaar komt, terwijl de visserij al in april van start gaat. In Verordening (EU) 2017/127 van de Raad is de totale toegestane vangst (TAC) op nul vastgesteld. Deze vangstbeperkingen moeten derhalve worden gewijzigd overeenkomstig het meest recente wetenschappelijke advies van de ICES.

De Inter-Amerikaanse Commissie voor tropische tonijn (Inter-American Tropical Tuna Commission – IATTC) heeft maatregelen goedgekeurd voor geelvintonijn, grootoogtonijn en gestreepte tonijn in het IATTC-verdragsgebied. Die maatregelen moeten in Unierecht worden omgezet.

In overeenstemming met de procedure in de overeenkomst en het protocol inzake visserijbetrekkingen met Groenland heeft de gemengde commissie voor 2017 de vangstmogelijkheden voor lodde in Groenlandse wateren vastgesteld. Derhalve moeten deze vangstmogelijkheden in de onderhavige verordening worden opgenomen.

De Regionale Organisatie voor het visserijbeheer in het zuidelijke deel van de Stille Oceaan (SPRFMO) heeft in 2017, op haar vijfde jaarvergadering, een TAC voor Chileense horsmakreel vastgesteld. Die TAC moet in de verordening worden opgenomen.

Na overleg met de Faeröer is besloten een groter aantal vergunningen te verlenen aan op makreel vissende vaartuigen: aan Unievaartuigen die actief zijn in de Faeröerse wateren en aan Faeröerse vaartuigen die actief zijn in de Uniewateren.

Bepaalde rapporteringscodes moeten worden gewijzigd zodat de vangsten correct kunnen worden gemeld.