Toelichting bij COM(2017)51 - Sluiting van de in Kigali goedgekeurde overeenkomst tot wijziging van het Protocol van Montreal betreffende stoffen die de ozonlaag afbreken - Hoofdinhoud
Dit is een beperkte versie
U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.
dossier | COM(2017)51 - Sluiting van de in Kigali goedgekeurde overeenkomst tot wijziging van het Protocol van Montreal betreffende stoffen die de ... |
---|---|
bron | COM(2017)51 |
datum | 02-02-2017 |
• Motivering en doel van het voorstel
Het voorstel betreft een besluit van de Raad dat moet worden goedgekeurd overeenkomstig artikel 218, lid 6, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU), betreffende de sluiting, namens de Europese Unie, van de wijziging van Kigali van het Protocol van Montreal betreffende stoffen die de ozonlaag afbreken. De Europese Unie had het Verdrag van Wenen ter bescherming van de ozonlaag, het Protocol van Montreal en de vier voorafgaande wijzigingen van het Protocol goedgekeurd 1 .
Tijdens de 28e vergadering van de Partijen bij het Protocol van Montreal, die plaatsvond van 10 tot en met 15 oktober 2016 in Kigali, Rwanda, is de tekst goedgekeurd van een wijziging waarin een stapsgewijze verlaging van de productie en consumptie van fluorkoolwaterstoffen (HFK's) wordt toegevoegd aan de beheersingsmaatregelen van het Protocol van Montreal om de bijdrage van deze stof tot de klimaatverandering te verminderen. Hoewel zij de ozonlaag niet afbreken, zijn deze broeikasgassen hoofdzakelijk ingevoerd ter vervanging van de ozonlaag afbrekende stoffen die uit hoofde van het Protocol van Montreal geleidelijk zijn uitgefaseerd.
De wijziging van Kigali zal in werking treden op 1 januari 2019, mits ten minste 20 partijen hun akte van bekrachtiging hebben ingediend. Om de verbintenis van de Europese Unie aan de wijziging te onderstrepen en ontwikkelingslanden aan te moedigen vroegtijdig actie te ondernemen, moet er echter worden overwogen de wijziging vroegtijdig goed te keuren, mede gezien de intentie van andere belangrijke partijen om zo spoedig mogelijk te bekrachtigen.
• Verenigbaarheid met bestaande bepalingen op het beleidsterrein
Met de vaststelling van Verordening (EU) nr. 517/2014 betreffende gefluoreerde broeikasgassen in 2014 is de Europese Unie vooruitgelopen op de uitfasering van HFK's die nu is overeengekomen in het kader van het Protocol van Montreal. Met de uitvoering van de uitfasering in de EU is begonnen door middel van bevriezing in 2015 en een eerste stap in de verlaging in 2016. De bestaande handhavingsmechanismen garanderen dat de Europese Unie haar verplichtingen uit hoofde van het Protocol van Montreal naleeft tot en met 2030, wanneer de laatste stap in de verlaging uit hoofde van de huidige verordening van toepassing is. Het tijdschema voor de verlaging na 2030 moet worden vastgesteld op basis van een evaluatie waarmee wordt begonnen in 2022 krachtens artikel 21, lid 2, van Verordening (EU) nr. 517/2014.
• Verenigbaarheid met andere beleidsterreinen van de Unie
In het beleidskader voor klimaat en energie 2030 voor de EU is een ambitieuze doelstelling voor de gehele economie vastgesteld om de eigen broeikasgasemissies in 2030 met ten minste 40 % te hebben verminderd, evenals doelstellingen op het gebied van hernieuwbare energie en energie-efficiëntie. De uitvoering van het beleidskader voor klimaat en energie 2030 is een prioriteit in het kader van de follow-up van de Overeenkomst van Parijs. Aangezien wordt erkend dat de technologieën die worden gebruikt voor de vervanging van HFK's met het oog op het nastreven van de doelstellingen van de wijziging van Kigali ten minste even energie-efficiënt zijn als de technologie die wordt vervangen, is de uitfasering van HFK's in overeenstemming met het energiebeleid. Daarnaast zal het herontwerp van koel- en klimaatregelingssystemen ten gevolge van de noodzakelijke vervanging van de koelmiddelen er naar verwachting toe leiden dat de energie-efficiëntie aanzienlijk wordt verbeterd, en dus positief bijdragen tot het verwezenlijken van de doelstellingen.
2. RECHTSGRONDSLAG, SUBSIDIARITEIT EN EVENREDIGHEID
Het voorstel berust op artikel 192, lid 1, in combinatie met artikel 218, lid 6, VWEU. In artikel 218 VWEU is de procedure vastgelegd voor het onderhandelen over en het sluiten van overeenkomsten tussen de Europese Unie en derde landen of internationale organisaties. Op grond van lid 6 moet de Raad, op voorstel van de Commissie als onderhandelaar, een besluit vaststellen waarbij machtiging wordt verleend tot sluiting van een overeenkomst namens de Europese Unie.
Overeenkomstig artikel 191 en artikel 192, lid 1, VWEU moet de Europese Unie bijdragen tot het nastreven van onder meer de volgende doelstellingen: behoud, bescherming en verbetering van de kwaliteit van het milieu; bevordering op internationaal vlak van maatregelen om het hoofd te bieden aan regionale of mondiale milieuproblemen, en in het bijzonder de bestrijding van de klimaatverandering.
De voorgenomen uitfasering van HFK’s wordt ten uitvoer gelegd bij Verordening (EU) nr. 517/2014; deze zal in een later stadium moeten worden herzien om ervoor te zorgen dat na 2030 aan de wijziging van Kigali wordt voldaan. Dit kan alleen worden verwezenlijkt door middel van EU-wetgeving. Tot 2030, het laatste jaar waarvoor in de verordening een stap voor de verlaging is vastgelegd, gaat de uitfaseringsregeling verder dan de toekomstige beheersingsmaatregelen uit hoofde van het Protocol van Montreal. Er was een volledige effectbeoordeling uitgevoerd. In dit stadium worden geen wijzigingen van de verordening voorgenomen die van invloed kunnen zijn op ondernemingen.