Toelichting bij JOIN(2016)49 - Internationale oceaangovernance: een agenda voor de toekomst van onze oceanen

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

EUROPESE COMMISSIE

1.

Brussel, 10.11.2016


JOIN(2016) 49 final

GEZAMENLIJKE MEDEDELING AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EN HET COMITÉ VAN DE REGIO’S

Internationale oceaangovernance: een agenda voor de toekomst van onze oceanen

{SWD(2016) 352 final}


2.

1. Oceanen, een wereldwijde uitdaging en prioriteit



Voor de Europese Unie en tal van landen overal ter wereld zijn de oceanen van cruciaal belang voor de toekomst. Ze bieden een ruim potentieel om groei, banen en innovatie te stimuleren. De output van de wereldwijde maritieme economie wordt op 1,3 biljoen euro geraamd en dat bedrag kan tegen 2030 meer dan verdubbelen 1 .

De oceanen spelen een belangrijke rol bij de regeling van het klimaatsysteem. Ze produceren de helft van onze zuurstof en absorberen een groot deel van de extra warmte van de aarde en ongeveer 25 % van de CO2-uitstoot 2 . Veel eilanden (waaronder kleine eilandstaten in ontwikkeling) en kuststaten zijn afhankelijk van zeerijkdommen en zijn gevoelig voor de mogelijke gevolgen van menselijke activiteiten op de instandhouding en het duurzame gebruik. De manier waarop we omgaan met de oceanen, is doorslaggevend. Sommige van de dringendste wereldwijde uitdagingen – zoals klimaatverandering, armoede, veilig, voedzaam en voldoende voedsel voor een bevolking die tegen 2050 naar schatting negen miljard koppen zal tellen – kunnen enkel doeltreffend worden aangepakt indien de oceanen op veilige, beveiligde, schone en duurzame wijze worden beheerd.

Onze oceanen worden bedreigd door overbevissing, klimaatverandering, verzuring, vervuiling en afnemende biodiversiteit. Zee- en kusteconomieën ontwikkelen zich overal ter wereld, maar hun succes hangt af van een verbeterde duurzaamheid. De toegang tot zeeroutes wordt soms bemoeilijkt door illegale activiteiten, toenemende piraterij, gewapende overvallen en andere vormen van misdaden op zee. Pogingen om territoriale of maritieme aanspraken te doen gelden buiten het kader van het VN-verdrag inzake het recht van de zee (UNCLOS) door middel van intimidatie, dwang of geweld kunnen een bedreiging vormen voor de regionale stabiliteit, maar ook voor de wereldeconomie. Om een duurzame, op regels gebaseerde governance mogelijk te maken, is het van cruciaal belang dat men op de hoogte is van illegale activiteiten op maritiem gebied.

Het blijft een hele uitdaging om over correcte en tijdige informatie over de toestand van de zeerijkdommen en de mariene ecosystemen te beschikken. Voor de technologische vooruitgang die noodzakelijk is voor de duurzame ontwikkeling van activiteiten op zee, is verbeterd onderzoek nodig.

Al deze uitdagingen zijn erkend op mondiaal niveau. Op de Rio+20-top hebben de staats- en regeringshoofden zich ertoe verbonden de oceanen en de mariene ecosystemen te beschermen en te herstellen, de zeerijkdommen op duurzame wijze te beheren overeenkomstig het internationaal recht, en werk te maken van de drie dimensies van duurzame ontwikkeling. De EU wil zich inzetten voor deze geïntegreerde benadering.

De instandhouding en het duurzame gebruik van de oceanen is een van de 17 duurzame-ontwikkelingsdoelstellingen (SDG 14) van de VN-agenda voor duurzame ontwikkeling 2030 en van een sterk onderling verweven agenda. Voor het eerst worden de instandhouding en het duurzame gebruik van de oceanen samen met de meest prangende duurzaamheidskwesties op de overkoepelende mondiale beleidsagenda aangepakt en verwerkt in verscheidene SDG's en streefcijfers 3 . De internationale gemeenschap moet deze verbintenissen nu omzetten in daden. De EU wil zich ten volle inzetten voor dit doel en voor de verwezenlijking ervan. De acties die zijn opgenomen in deze gezamenlijke mededeling vormen een integrerend bestanddeel van het antwoord van de EU op de agenda 2030. Het is ook een prioriteit in de integrale strategie voor buitenlands en veiligheidsbeleid 4 .


3.

1.1. Nood aan betere oceaangovernance



In het UNCLOS-verdrag wordt het gebruik van de oceanen en de zeerijkdommen geregeld. Dit verdrag wordt ondersteund door een kader van regionale en internationale instellingen en fora die verantwoordelijk zijn voor de verdere regulering van de sectorale activiteiten op zee 5 . Dit kader voorziet in een breed scala aan regels en beginselen, maar is nogal heterogeen en ongecoördineerd. Wereldwijd is men het er langzamerhand over eens dat het mariene milieu en de menselijke activiteiten op zee, met inbegrip van vanaf het land gestuurde activiteiten met gevolgen voor de oceanen, doeltreffender moeten worden beheerd om het hoofd te kunnen bieden aan de toenemende druk op de oceanen.

Uit een raadpleging van de Commissie 6 in 2015 bleek inderdaad dat het huidige kader het duurzame beheer van de oceanen niet kan waarborgen:

het kader is onvolledig en dient verder te worden ontwikkeld. Er blijven nog steeds grote juridische leemten, in het bijzonder betreffende de instandhouding en het duurzame gebruik van de mariene biodiversiteit in gebieden voorbij de grenzen van de nationale rechtsmacht (BBNJ). De Internationale Zeebodemautoriteit (ISA) is nog niet klaar met haar mijnbouwwetboek, waarin de nodige regels en procedures betreffende diepzeemijnbouw worden vastgesteld;

de overeengekomen regels en regelingen worden vaak niet doeltreffend uitgevoerd of worden niet op uniforme wijze gehandhaafd. We hebben nog een lange weg af te leggen om de wereldwijde doelstellingen te verwezenlijken, zoals het bereiken van de maximale duurzame opbrengst voor visserij tegen 2015 of de instandhouding van 10 % van de kust- en zeegebieden, met name via beschermde mariene zones tegen 2020 7 . Indien belangrijke zeeverdragen, zoals het Verdrag betreffende werk in de visserijsector van de Internationale Arbeidsorganisatie (ILO), niet tijdig worden geratificeerd, komt de inwerkingtreding ervan in het gedrang.

er is te weinig coördinatie tussen internationale organisaties die verantwoordelijk zijn voor de oceanen. Hoewel de activiteiten op zee met elkaar verband houden, worden ze meestal per sector gereguleerd. Coördinatie tussen internationale organen die over de verschillende sectoren gaan, verloopt vaak 'ad hoc' of is soms zelfs onbestaande 8 . Organisaties en mechanismen die een cruciale rol zouden kunnen spelen om het overkoepelende kader te versterken, zoals UN-Oceans of de Intergouvernementele Oceanografische Commissie (IOC), hebben vaak beperkte bevoegdheden;

illegale en criminele activiteiten hebben aanzienlijke gevolgen voor de marktdeelnemers, het mariene milieu en de mensen die werkzaam zijn in de maritieme sector. De EU heeft haar eigen veiligheidskader verbeterd en internationale en regionale samenwerking op het gebied van beveiliging bevorderd, maar er moeten nog meer inspanningen worden geleverd om een einde te stellen aan onrechtmatige handelingen op zee. Het gebrek aan degelijk werk bij een aantal oceaangerelateerde activiteiten blijft zorgen baren. De arbeidsomstandigheden op vaartuigen die betrokken zijn bij illegale activiteiten, liggen soms ver onder de internationale normen of zijn zelfs onwettig, en zijn niet alleen rechtstreeks van invloed op de betrokken werknemers, maar ook op het vermogen van de sector om duurzaam te handelen;

er is meer coördinatie nodig tussen de interne en externe beleidsterreinen van de EU, zoals de EU-strategie voor het Oostzeegebied, de Synergie voor het Zwarte Zeegebied, de EU-strategie voor de Adriatische en Ionische regio, de Unie voor het Middellandse Zeegebied en de Noordelijke Dimensie;

de belanghebbenden (waaronder bedrijven, onderzoekers en organisaties uit het maatschappelijk middenveld) zouden meer moeten worden betrokken bij de voorbereiding en de uitvoering van het internationale regelgevingskader. Dit zou hen aanzetten tot een hoger niveau van naleving en tot het opstellen van aanvullende governanceregelingen, bv. vrijwillige verbintenissen en uitwisseling van beste praktijken. Oceaanbeheer dient te zijn gebaseerd op degelijk wetenschappelijk onderzoek en kennis.


4.

1.2. De rol van de EU



Om te waarborgen dat de zeeën op een veilige, beveiligde, schone en duurzame wijze worden beheerd, is er nood aan een coherente sectoroverschrijdende internationale benadering die op regels is gebaseerd. Een dergelijke benadering zal ook bijdragen tot resultaten voor EU-burgers op prioritaire gebieden als banen, groei, concurrentie, duurzaamheid, klimaatbestendigheid en vrede en veiligheid. Het bevorderen van een goede, op regels gebaseerde governance op zee zal helpen een betere situatie te creëren op het gebied van mensenrechten, vrijheid en democratie, een gelijk speelveld te creëren voor bedrijven, en de arbeidsomstandigheden wereldwijd te verbeteren. Dit strookt met de rol van de EU als sterke wereldspeler.

De EU is de geschikte instantie om vorm te geven aan internationale oceaangovernance gezien haar ervaring met de ontwikkeling van een duurzame benadering van oceaanbeheer, met name door middel van haar milieubeleid (in het bijzonder de kaderrichtlijn mariene strategie), het geïntegreerde maritieme beleid (in het bijzonder de richtlijn maritieme ruimtelijke planning), het hervormde gemeenschappelijke visserijbeleid, maatregelen tegen illegale, ongemelde en ongereglementeerde visserij (IOO-visserij) en het zeevervoersbeleid.

Voorts heeft de EU ook een reeks beveiligingsinstrumenten ontwikkeld om de koppeling tussen de interne en externe veiligheidsdimensie te versterken. De integrale strategie voor buitenlands en veiligheidsbeleid van de EU bevestigt dat een meer geïntegreerde benadering nodig is, waarbij de interne en externe aspecten van het beleid, de verschillende externe beleidsterreinen en het beleid van de lidstaten en van de EU meer op elkaar worden afgestemd. Er dienen synergieën te worden ontwikkeld met andere beleidsterreinen (bv. inzake cyberbeveiliging, cyberdefensie en de circulaire economie) en andere strategieën (bv. de maritieme veiligheidsstrategie van de EU (EUSMV) 9 en de daaraan gerelateerde regionale strategieën 10 ). Op deze manier zal de bijdrage van de EU aan de versterking van de oceaangovernance de doelstelling van wereldwijde maritieme groei en beveiliging ondersteunen.

De EU heeft de EUSMV ontwikkeld om problemen inzake maritieme veiligheid en beveiliging op doeltreffende en alomvattende wijze aan te pakken met behulp van daartoe relevante internationale, nationale en EU-instrumenten. De strategie dient te worden toegepast in samenhang met deze mededeling om sectoroverschrijdende samenwerking te bevorderen en om het groeipotentieel te vergroten. De EU blijft een actieve speler op het vlak van wereldwijde maritieme beveiliging, enerzijds voortbouwend op haar ervaring met het bestrijden van piraterij in het westelijke deel van de Indische Oceaan en van mensensmokkel en -handel op de Middellandse en de Zwarte Zee en de Oostzee en anderzijds zoekend naar nieuwe mogelijkheden in de Golf van Guinee 11 , de Zuid-Chinese Zee en de Straat van Malakka.

De EU werkt voor de governance van de oceanen samen met bilaterale, regionale en multilaterale partners overal ter wereld en de belangrijkste rechtsbron daarbij is UNCLOS. Zij heeft strategische partnerschappen en overeenkomsten gesloten met belangrijke internationale spelers en partners. Zij onderhoudt nauwe banden met verscheidene opkomende mogendheden. Zij is partij bij talrijke overeenkomsten en verdragen. Samen zijn de EU en haar lidstaten de grootste hulpverlener ter wereld.

De EU moet voortbouwen op bestaande overeenkomsten om de oceaangovernance te verbeteren en de coördinatie met internationale en regionale fora te versterken. De EU tracht actief om de samenwerking met haar buren inzake maritiem beleid en de zee-economie verder uit te bouwen, onder meer op basis van het Europees nabuurschapsbeleid (ENB), zowel met de oostelijke als de zuidelijke ENB-landen. Ze levert eveneens een belangrijke bijdrage aan de mondiale governance van arbeid in de sector zeevervoer en aan de wereldwijde strijd tegen dwangarbeid en mensenhandel.

De acties van de EU en van haar lidstaten dienen meer op elkaar te worden afgestemd over de grenzen van het externe en interne beleid heen. Samen kunnen zij de kans op een positieve verandering aanzienlijk vergroten. De EU moet zorgen voor samenhang tussen haar interne en externe beleid, overeenkomstig haar verbintenis voor een meer coherent beleid met het oog op duurzame ontwikkeling. De EU zou synergieën met andere EU-beleidsterreinen, met inbegrip van het ontwikkelingsbeleid en -strategieën zoals de EUSMV, moeten bevorderen.

Bovendien telt de EU negen ultraperifere gebieden. Gezien hun aandeel in de maritieme dimensie van de EU en hun ligging in de Atlantische en de Indische Oceaan zijn deze regio's belangrijke spelers die actief kunnen bijdragen aan een betere oceaangovernance.

Met het oog op veilige, beveiligde, schone en op duurzame wijze beheerde oceanen stellen de Commissie en de hoge vertegenwoordiger 14 reeksen van maatregelen voor op drie prioritaire actiegebieden:

verbeteren van het kader voor internationale oceaangovernance;

verminderen van de druk op de oceanen en de zeeën en creëren van de omstandigheden voor een duurzame blauwe economie; en

versterken van internationaal onderzoek en gegevens betreffende de oceanen.


5.

2. Verbeteren van het kader voor internationale oceaangovernance



Op basis van de eensgezindheid binnen de internationale gemeenschap over het feit dat het kader voor oceaangovernance moet worden versterkt, zullen de Commissie en de hoge vertegenwoordiger de volgende acties ondernemen:


6.

Actie 1: opvullen van de hiaten in het huidige kader voor internationale oceaangovernance



De Commissie en de hoge vertegenwoordiger zullen blijven samenwerken met de lidstaten en de internationale partners om de toepassing van de multilaterale instrumenten die zijn overeengekomen, maar nog niet ten uitvoer gelegd, te bevorderen. De Commissie en de hoge vertegenwoordiger zullen nog meer inspanningen leveren om de ondertekening, ratificering, omzetting en daadwerkelijke uitvoering van belangrijke wereldwijde instrumenten voor oceaangovernance, zoals UNCLOS en de reeds bestaande uitvoeringsovereenkomsten, te bevorderen.

De Commissie zal zich actief blijven inzetten voor de ontwikkeling van een juridisch bindend instrument in het kader van UNCLOS met betrekking tot de instandhouding en het duurzame gebruik van mariene biologische diversiteit in gebieden voorbij de grenzen van de nationale rechtsmacht. Zij zal internationale inspanningen ter bescherming van de mariene biodiversiteit in andere desbetreffende internationale fora, zoals het Verdrag inzake biologische diversiteit en de Overeenkomst inzake de internationale handel in bedreigde in het wild levende dier- en plantensoorten, blijven ondersteunen.

De Commissie en de hoge vertegenwoordiger zullen samen met de lidstaten en alle andere partijen, waaronder de internationale partners, de sector en organisaties uit het maatschappelijk middenveld, nagaan welke vrijwillige, niet-wetgevende en aanvullende stappen kunnen worden gezet om de oceaangovernance te ondersteunen.

- De Commissie en de hoge vertegenwoordiger zullen samenwerken met de lidstaten en de internationale partners om te zorgen voor de goedkeuring, ratificering en uitvoering van belangrijke wereldwijde instrumenten voor governance van de oceanen, zoals de geplande UNCLOS-uitvoeringsovereenkomst inzake BBNJ en het ILO-Verdrag betreffende werk in de visserijsector.

- De Commissie en de hoge vertegenwoordiger zullen internationale inspanningen ter bescherming van de mariene biodiversiteit in alle desbetreffende internationale instellingen blijven ondersteunen.

- Uiterlijk in 2018 zal de Commissie richtsnoeren opstellen inzake de opsporing en winning van natuurlijke rijkdommen op de zeebodem in onder nationale jurisdictie vallende gebieden, om kustlidstaten bij te staan om hun verplichting in het kader van UNCLOS, namelijk de bescherming en het behoud van het mariene milieu, na te komen.

- De Commissie en de hoge vertegenwoordiger zullen hun regionale initiatieven buiten de EU betreffende de duurzame ontwikkeling van zeegebieden voortzetten in samenwerking met alle desbetreffende regionale en internationale organisaties, evenals hun regionale strategieën, zoals die voor de Hoorn van Afrika en de Golf van Guinee, waarbij mariene en maritieme samenwerking worden erkend als instrument dat beveiliging kan waarborgen en dat kan zorgen voor duurzame ontwikkeling.


7.

Actie 2: bevorderen van regionaal visserijbeheer en samenwerking in belangrijke oceaangebieden om de hiaten op het gebied van regionale governance op te vullen



Regionale organisaties voor visserijbeheer (ROVB's) zijn de voornaamste internationale organisaties voor de instandhouding en het duurzame gebruik van grensoverschrijdende en over grote afstanden trekkende visbestanden. Cruciaal bij de actie van de EU in deze fora is om de prestaties van de ROVB's (bv. op het gebied van wetenschap, naleving, transparantie en besluitvorming) te verbeteren en regelmatig te evalueren.

Het grootste deel van de Centrale Noordelijke IJszee, een van de meest kwetsbare zeegebieden op onze planeet, valt niet onder internationale instandhoudings- of beheersregelingen. Overeenkomstig haar onlangs voorgestelde geïntegreerde beleid inzake het noordpoolgebied 12 moet de EU ernaar streven duurzame ontwikkeling in en om deze regio op basis van internationale samenwerking te waarborgen. Zij zal met name de oprichting van een ROVB/regeling inzake het noordpoolgebied ondersteunen en de bescherming van biodiversiteit bevorderen door de vaststelling van beschermde mariene zones.

Andere regionale EU-strategieën (bv. in de Golf van Guinee en de Hoorn van Afrika) moeten een belangrijk hulpmiddel zijn om de instandhouding en het beheer van visbestanden te verbeteren en moeten voorzien in een kader om IOO-visserij te bestrijden.

- Samen met haar internationale partners zal de Commissie ROVB's of regelingen creëren voor soorten en gebieden waarvoor nog niets bestaat. De EU zal met name een multilaterale overeenkomst ter voorkoming van niet-gereglementeerde visserij op volle zee in de Centrale Noordelijke IJszee ondersteunen tot een ROVB/regeling voorhanden is.

- De Commissie zal de opwaardering (uiterlijk in 2020) van de Visserijcommissie voor het centraal-oostelijke deel van de Atlantische Oceaan en de Visserijcommissie voor het centraal-westelijke deel van de Atlantische Oceaan ondersteunen. Zij zal eveneens regionale visserijorganen en initiatieven ter verbetering van de samenwerking tussen landen inzake kwesties als IOO-visserij ondersteunen.

- De Commissie zal verbeteringen aan de werking van bestaande organen voor regionaal visserijbeheer bevorderen, met name door regelmatige evaluaties van hun prestaties te ondersteunen.


8.

actie 3: de coördinatie en samenwerking tussen internationale organisaties verbeteren en partnerschappen voor oceaanbeheer op het getouw zetten



De EU moet bijdragen aan een betere coördinatie en samenwerking tussen internationale organisaties die bevoegd zijn voor de oceanen. Dat kan bijvoorbeeld aan de hand van memoranda van overeenstemming en samenwerkingsovereenkomsten ter verbetering van de coördinatie tussen organen die dezelfde of complementaire doelstellingen nastreven. De Commissie zal overwegen het zogenaamde Kobe-proces (voor tonijn-ROVB's) nieuw leven in te blazen en uit te breiden tot alle ROVB's. De EU zal ook de rol van multilaterale samenwerkingsmechanismen steunen, zoals UN-Oceans – met name in de context van de toetsing van haar mandaat in 2017 –, de IOC, de ISA en continentale en regionale organisaties die strategieën hebben ontwikkeld om de zeeën te beschermen en te waarderen.

De Commissie onderhoudt een bilaterale dialoog inzake maritieme zaken en visserij met belangrijke spelers op dat gebied, waaronder Australië, Canada, China, Japan, Nieuw-Zeeland en de Verenigde Staten. Zij is voornemens deze dialoog de komende vijf jaar te versterken om uiteindelijk tot 'oceaanpartnerschappen' te komen. Dat zal leiden tot een intensere samenwerking bij belangrijke onderdelen van de oceaangovernance, zoals de verwezenlijking van oceaangerelateerde duurzame-ontwikkelingsdoelstellingen, capaciteitsopbouw, bevordering van instandhouding en duurzame 'blauwe groei', maritiem onderzoek, internationaal visserijbeheer, fatsoenlijke arbeidsomstandigheden, de strijd tegen IOO-visserij en maritieme beveiliging.

-De Commissie en de hoge vertegenwoordiger zullen betere samenwerking en coördinatie tussen mondiale en regionale organisaties die bevoegd zijn voor de oceanen, ondersteunen, onder meer via bestaande of nieuwe kaders.

-De Commissie zal betere coördinatie tussen ROVB's en regionale zeeverdragen, alsmede samenwerking met wereldorganisaties ondersteunen 13 .

-De Commissie zal de wereldwijde inspanningen voor de bescherming van de mariene biodiversiteit in alle desbetreffende internationale instellingen ondersteunen, zoals de prioritaire maatregelen over de biodiversiteit van mariene en kustgebieden 14 die zijn vastgesteld tijdens de 12de vergadering van de Conferentie van de Partijen bij het Verdrag inzake biologische diversiteit en andere besluiten met betrekking tot de identificatie van ecologisch of biologisch gezien belangrijke mariene zones (Ecologically and Biologically Significant Marine Areas, EBSA's).

-De Commissie zal de daadwerkelijke uitvoering van de besluiten die zijn genomen tijdens de 16de en 17de Conferentie van de Partijen bij CITES 15 waarborgen.

-De Commissie en de hoge vertegenwoordiger zullen multilaterale samenwerkingsmechanismen steunen, zoals UN-Oceans, in de context van de toetsing van haar mandaat en om de coördinerende rol ervan te versterken.

-De Commissie zal voorstellen oceaanpartnerschappen te ontwikkelen met belangrijke spelers op het gebied van de oceanen.


9.

Actie 4: capaciteitsopbouw



De Commissie en de hoge vertegenwoordiger zullen gebruikmaken van het externe-beleidskader, met inbegrip van ontwikkelingssamenwerking, om een betere oceaangovernance, instandhouding en herstel van de biodiversiteit, en duurzame blauwe economieën te bevorderen bij haar partners, waaronder internationale organisaties, en de daarvoor benodigde capaciteit op te bouwen.

De ontwikkeling van zeeën en kusten dient vanuit ecologisch oogpunt duurzaam en vanuit maatschappelijk oogpunt inclusief te zijn. Interactie en wisselwerking tussen sectoren en investeringen moeten duidelijk worden omschreven en verwoord.

De EU heeft een breed scala een bilaterale samenwerkings-, partnerschaps- en handelsovereenkomsten, waaronder ook partnerschapsovereenkomsten inzake duurzame visserij, in het kader waarvan zij de samenwerking voor maritieme kwesties (zoals blauwe groei, zee- en kustbeheer, arbeidsrechten en kwalificaties 16 , impact van klimaatverandering op de oceanen) kan versterken en de naleving van internationale verbintenissen kan ondersteunen.

Ook de uitbreiding van de mogelijkheden voor capaciteitsopbouw in aandachtsgebieden, zoals de Golf van Guinee, de Zuid-Atlantische Oceaan, Zuidoost-Azië en kleine eilandstaten in ontwikkeling, zal deel uitmaken van deze benadering.

De Commissie en de hoge vertegenwoordiger zullen middelen aantrekken ter ondersteuning van een betere planning voor een duurzame blauwe economie, met name in de context van de Unie voor het Middellandse Zeegebied (UMZ) en het Verdrag van Barcelona. Zij zullen de regionale dialoog via het UMZ-forum inzake blauwe economie bevorderen en de in dat kader overeengekomen maatregelen – waaronder verbeterde samenwerking inzake onderzoek op zee en innovatie via het BlueMED-initiatief – steunen.

- De Commissie en de hoge vertegenwoordiger zullen gebruikmaken van het extern-beleidskader, met inbegrip van het kader voor ontwikkelingssamenwerking, om een betere oceaangovernance en duurzame blauwe economieën te bevorderen bij belangrijke partners – met name in de Stille Oceaan, de Indische Oceaan en West-Afrika – en de daarvoor benodigde capaciteit op te bouwen.

- Voortbouwend op de bestaande ontwikkelingssamenwerking van de EU zullen de Commissie en de hoge vertegenwoordiger zich inzetten voor uitbreiding van de maritieme veiligheid, samen met andere landen en regionale organisaties, met name in de Golf van Guinee en de Indische Oceaan.

- In 2017 zullen de Commissie en de hoge vertegenwoordiger de ontwikkeling van een solide en op feiten gebaseerd ontwikkelingskader voor een blauwe economie ondersteunen.

- De Commissie en de hoge vertegenwoordiger zullen nagaan op welke manieren een betere governance van de oceanen kan worden bereikt via de verwezenlijking van de duurzame-ontwikkelingsdoelstellingen. Daarbij zal het bijvoorbeeld gaan om de uitbreiding van de mogelijkheden voor capaciteitsopbouw in aandachtsgebieden, zoals de Golf van Guinee en Zuidoost-Azië.

- Samen met de Internationale Maritieme Organisatie (IMO) zal de Commissie zich ook inzetten voor technische samenwerking met het oog op een betere toepassing en handhaving van de IMO-instrumenten.

- De Commissie zal middelen aantrekken ter ondersteuning van de uitbreiding van de ontwikkeling van een duurzame blauwe economie in de Middellandse Zee, in de context van de Unie voor het Middellandse Zeegebied en andere organisaties, zoals het Verdrag van Barcelona.


10.

Actie 5: de veiligheid en beveiliging van zeeën en oceanen garanderen



In de EUSMV worden heikele punten op het gebied van beveiliging in kaart gebracht, zoals piraterij, mensenhandel en -smokkel, wapen- en drugshandel en -smokkel, en wordt benadrukt dat samenwerking en informatie-uitwisseling tussen civiele en militaire autoriteiten noodzakelijk is. In de zoektocht naar wereldwijde oplossingen is een breder internationaal debat nodig in fora als de UN, de G7 en de G20, evenals partnerschappen op maat met andere landen en regionale organen (bv. de Afrikaanse Unie en ASEAN).

In het kader van EUSMV en van regionale strategieën (bv. Golf van Guinee en Hoorn van Afrika) zullen de Commissie en de hoge vertegenwoordiger, in samenwerking met de lidstaten, op bilateraal en multilateraal niveau samenwerken met niet-EU-landen en regionale organisaties om bedreigingen en risico's op het vlak van maritieme veiligheid terug te dringen en weg te werken, door intensiever te werken in de prioritaire actiegebieden 17 .

De nieuwe Europese grens- en kustwachtverordening 18 en de gewijzigde verordeningen inzake het Europees Agentschap voor maritieme veiligheid (EMSA) en het Europees Bureau voor visserijcontrole (EBVC) vormen de basis voor intensere samenwerking tussen EU-agentschappen die ondersteuning bieden aan de autoriteiten in de lidstaten die taken op het gebied van kustwacht uitvoeren, en met niet-EU-landen in de Europese zeegebieden. Ook zal de nadruk worden gelegd op nauwere samenwerking tussen nationale kustwachten om multifunctionele campagnes te verrichten, zoals bijvoorbeeld het opsporen van illegale lozingen in het kader van MARPOL 19 . In het kader van deze samenwerking voeren Frontex, EMSA en EBVC multifunctionele operaties uit, onder meer voor visserij-, grens- en migratiecontrole in het centrale Middellandse Zeegebied. Ter aanvulling op deze activiteiten zijn EU-strijdkrachten, bijgestaan door de NAVO, betrokken bij de bestrijding van mensensmokkel, de bescherming van schepen, de bestrijding van piraterij en het monitoren van visserijactiviteiten via de operaties SOPHIA en ATALANTA.

- In samenwerking met de lidstaten zullen de Commissie en de hoge vertegenwoordiger voortbouwen op de EUSMV om samen met andere landen bedreigingen en risico's op het vlak van maritieme veiligheid terug te dringen en weg te werken.

- De Commissie en de hoge vertegenwoordiger zullen zich inspannen voor een betere uitwisseling van informatie over sectoroverschrijdende maritieme bewaking tussen lidstaten, waarbij ook EMSA zal worden betrokken, en zij zullen daarbij onder meer de implementatie van de gemeenschappelijke gegevensuitwisselingsstructuur (CISE) ondersteunen. Daarnaast zullen zij ook werken aan een betere uitwisseling van informatie met niet-EU-landen, om zo internationale acties mogelijk te maken.

- De Commissie zal nagaan hoe interoperabiliteit van maritieme bewakingsstructuren als CISE kan worden vergemakkelijkt.

- Op basis van technologische ontwikkelingen op het vlak van satellietcommunicatie en gegevensanalyse en op basis van bestaande systemen voor het monitoren van activiteiten op zee zal de Commissie, in samenspraak met de hoge vertegenwoordiger, een proefproject opstarten om wereldwijd toezicht te houden op illegale visserij, trachten het maritiem omgevingsbewustzijn te verbeteren en nagaan wat de mogelijkheden zijn om het toezicht uit te breiden naar andere sectoren.


11.

3. De druk op de oceanen en de zeeën verminderen en de omstandigheden voor een duurzame blauwe economie creëren



Oceanen zijn van levensbelang. Om ze gezond te houden, zodat we ze als natuurlijke hulpbron kunnen blijven gebruiken, moet de oceaangovernance doeltreffender worden. Het optreden van de EU moet gericht zijn op klimaatverandering en de gevolgen ervan, verontreiniging van de zee en eutrofiëring, de instandhouding en het herstel van mariene ecosystemen en biodiversiteit, en het duurzame gebruik van mariene hulpbronnen.


12.

Actie 6: de COP21-overeenkomst ten uitvoer leggen en de schadelijke gevolgen van klimaatverandering voor de oceanen, kusten en ecosystemen beperken



De Commissie zal de rol van mariene en kustecosystemen bij het beperken van de gevolgen van klimaatverandering beschermen. In samenspraak met de hoge vertegenwoordiger streeft de Commissie ernaar om een brede politieke consensus te bereiken over de noodzaak om de natuurlijke blauwekoolstoffunctie van de oceanen te beschermen via samenwerking met de EU en internationale politieke spelers, in het kader van klimaatonderhandelingen en relevante internationale milieuverdragen.

De Commissie zal oceaangerelateerde acties op EU-niveau versterken teneinde het verdrag van Parijs inzake klimaatverandering ten uitvoer te leggen, bijvoorbeeld door de uitstoot van schepen te beperken en de ontwikkeling van toekomstige hernieuwbare energiebronnen te ondersteunen. In samenspraak met de hoge vertegenwoordiger zal de Commissie, samen met de lidstaten en internationale partners, ernaar streven dat dergelijke acties worden opgenomen in de nationale follow-up van de verbintenissen in het kader van het verdrag van Parijs. De Commissie is ook voorstander van een internationaal aanvaard actieplan voor de aanpak van de gevolgen van onder meer de stijgende zeespiegel en de opwarming en verzuring van de oceanen. Hierbij wordt het vijfde beoordelingsverslag van de Intergouvernementele Werkgroep inzake klimaatverandering en het toekomstige speciale verslag van deze werkgroep over klimaatverandering en de oceanen en de cryosfeer als uitgangspunt genomen.

-De Commissie zal intensiever samenwerken met internationale partners om overeenstemming te bereiken over gezamenlijke acties om mariene en kustecosystemen te beschermen en te herstellen.

-Uiterlijk in 2020 zal de Commissie het startschot geven voor internationale publiek-private partnerschappen die tot doel hebben 'groene blauwe infrastructuur' te herstellen, aan te passen of te ontwikkelen.

-In samenspraak met de hoge vertegenwoordiger zal de Commissie, samen met de lidstaten en internationale partners, ernaar streven dat oceaangerelateerde acties worden opgenomen in de nationale follow-up van de verbintenissen in het kader van het verdrag van Parijs. Ter gelegenheid van de inventarisatie krachtens het verdrag van Parijs kan een stand van zaken worden opgemaakt.

-De Commissie zal internationale acties voorstellen om de gevolgen van, onder meer, de opwarming van de oceanen, de stijging van het zeeniveau en de verzuring van het zeewater te bestrijden. Het netwerk voor groene diplomatie zal worden gebruikt om contacten te onderhouden met internationale partners.


13.

Actie 7: illegale visvangst bestrijden en het duurzame beheer van de voedselvoorraden van de oceanen wereldwijd versterken



De wereldwijde bestrijding van IOO-visserij is een prioriteit voor de EU. Ten minste 15 % van de mondiale visvangst, met een waarde van 8-19 miljard euro per jaar, is illegaal. De EU werkt samen met andere landen om hun regelingen voor visserijbeheer structureel te hervormen. Het is de bedoeling om deze actie in de komende 5 jaar te versterken. De Commissie streeft met name naar de versterking van multilaterale acties om IOO-visserij een halt toe te roepen door de instrumenten te versterken waarmee vaartuigen en onderdanen die betrokken zijn bij illegale praktijken kunnen worden opgespoord en geïdentificeerd, en door een grotere rol toe te kennen aan belangrijke internationale organisaties zoals Interpol.

De EU zal samenwerken met internationale partners, steun verlenen voor de opbouw van de technische en administratieve capaciteit voor de bestrijding van IOO-visserij, samenwerking tussen agentschappen bevorderen en de negatieve sociale gevolgen van deze praktijken beoordelen.

- De Commissie zal de acties tegen IOO-visserij versterken door de huidige systemen te verbeteren en steun te bieden aan de lidstaten bij het waarborgen van doeltreffende controles, via de ontwikkeling van elektronische instrumenten.

- In samenspraak met de hoge vertegenwoordiger zal de Commissie met derde landen samenwerken, onder meer op het gebied van capaciteitsopbouw en partnerschappen met het Europees Bureau voor visserijcontrole, ook met het oog op de tenuitvoerlegging van de Overeenkomst inzake havenstaatmaatregelen.

- De Commissie en de hoge vertegenwoordiger zullen gebruik maken van beschikbare EU-ontwikkelingsfinanciering om acties te ondersteunen die bijdragen tot het bestrijden van IOO-visserij.

- De Commissie zal samenwerken met niet-EU-landen via bilateraal overleg en formele processen (pre-identificatie, identificatie en opname) in het kader van de IOO-verordening.

- Tijdens bilateraal overleg en in regionale en internationale fora zullen de Commissie en de hoge vertegenwoordiger problemen in verband met IOO-visserij aanpakken, zoals dwangarbeid en andere vormen van arbeid die in strijd zijn met de mensenrechten.

- De EU zal zich inzetten voor multilaterale actie, zoals

de oprichting van een mondiaal vlootregister;

de toewijzing van een unieke vaartuigidentificator (IMO-nummer) aan commerciële vissersvaartuigen;

de vaststelling van richtsnoeren om vangstdocumentatieregelingen op te stellen en toe te passen (het mondiale vangstcertificaat); en

de versterking van de rol van Interpol bij de bestrijding van IOO-visserij.

- De Commissie zal het toezicht op de externe visserijvloot van de EU versterken, ongeacht waar deze actief is, in lijn met de voorgestelde verordening inzake het duurzame beheer van externe vissersvloten 20 .


14.

Actie 8: schadelijke visserijsubsidies verbieden



Visserijsubsidies die bijdragen tot overbevissing, overcapaciteit en IOO-visserij zijn al geruime tijd een bron van internationale bezorgdheid. Op de wereldtoppen inzake duurzame ontwikkeling van 2002 en 2012 is een oproep gedaan om deze subsidies stop te zetten. In de Agenda 2030 voor duurzame ontwikkeling is nu een termijn (2020) vastgesteld voor het stopzetten van dergelijke subsidies.

De internationale inspanningen om de overcapaciteit van en de overbevissing door de visserijvloten over de hele wereld te beperken en schadelijke subsidies stop te zetten, worden aangemoedigd. Hiermee wordt steun verleend aan de onderhandelingen in de WTO om subsidies die bijdragen tot overbevissing, overcapaciteit en IOO-visserij te verbieden.

- De EU zal actief deelnemen aan multilaterale onderhandelingen in de WTO om uiterlijk in 2020 subsidies die bijdragen tot overbevissing, overcapaciteit en IOO-visserij te verbieden.


Actie 9: zwerfvuil op zee en 'plastic soep' bestrijden


Zwerfvuil op zee vormt een grote bedreiging voor onze oceanen. De Commissie heeft reeds maatregelen genomen om dit probleem bij de bron aan te pakken en zal deze maatregelen nog aanzienlijk versterken.

De Commissie zal maatregelen voorstellen om het ontstaan van afval in de productcyclus tot een minimum te beperken, gaande van de keuze van grondstoffen over productontwerp, productie, en consumptie tot recycling en verwijdering.

In het kader van het actieplan voor de kringloopeconomie zal de EU tegen 2017 een strategie voor kunststoffen voorstellen, waarin kwesties als recycleerbaarheid, biologische afbreekbaarheid, de aanwezigheid van gevaarlijke stoffen in bepaalde kunststoffen en zwerfvuil op zee aan bod komen, met een duidelijke internationale component tegen lekkage van kunststof in het milieu. Dit zal ertoe bijdragen dat zwerfvuil op stranden en verloren vistuig tegen 2020 met minstens 30 % zal afnemen. Het zal ook bijdragen tot de beperking van de hoeveelheid microplastics die in het mariene milieu terechtkomen, onder meer, voor zover nodig, door het gebruik ervan in producten te beperken.

Dit zal op zijn beurt bijdragen aan de tenuitvoerlegging van de Agenda 2030. In de strategie zal ook rekening worden gehouden met het mondiale karakter van het probleem en de noodzaak van collectieve maatregelen, met name in het kader van multilaterale milieuovereenkomsten. De strategie bevat mogelijkheden om de strijd tegen zwerfvuil op zee te stroomlijnen in het externe optreden en de ontwikkelingssamenwerking van de EU, teneinde een halt toe te roepen aan de stroom van plastic afval in de oceanen en, voor zover gerechtvaardigd vanuit milieuoogpunt en technisch haalbaar, deel te nemen aan goed gecoördineerde opruimingsacties.

- Als onderdeel van haar strategie voor een circulaire economie zal de Commissie in 2017 voorstellen doen voor een strategie voor kunststoffen waarin, naast de aanpak van zwerfvuil op zee, ook aandacht wordt besteed aan kwesties als recycleerbaarheid en bio-afbreekbaarheid.

- De Commissie zal bronnen van zwerfvuil op zee aanpakken, met inbegrip van de scheepvaart en de visserij, in het kader van de herziening van de richtlijn inzake havenontvangstvoorzieningen 21 en, indien nodig, aanvullende maatregelen op het gebied van visserij en aquacultuur nemen.

- De Commissie zal een bijdrage leveren aan de beoordeling van de doeltreffendheid van internationale, regionale en subregionale governancestrategieën en manieren om kunststofzwerfvuil op zee en microplastics aan te pakken, zoals gevraagd door de Milieuvergadering van de VN.

- De Commissie zal financiële steun verlenen, met name uit het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, om de capaciteit voor het verzamelen van zwerfvuil op zee en de beschikbaarheid van gegevens over concentraties van zwerfvuil op zee in de EU te verbeteren.

- De Commissie zal voorstellen het institutionele kader ter bestrijding van zwerfvuil op zee te versterken, bijvoorbeeld via een betere coördinatie van internationale inspanningen, het plan van de G7 om zwerfvuil op zee te bestrijden en het mondiale partnerschap inzake zwerfvuil op zee.

- De Commissie zal gevolg geven aan mondiale en regionale toezeggingen door actieplannen inzake zwerfvuil op zee op te stellen die focussen op RZV's in heel Europa.


15.

Actie 10: maritieme ruimtelijke planning bevorderen op mondiaal niveau



Het duurzame gebruik van de oceanen en hun biodiversiteit, met inbegrip van het bereiken van relevante duurzame-ontwikkelingsdoelstellingen, is afhankelijk van passende planning en beheer van menselijke activiteiten, zowel binnen als buiten gebieden onder nationale jurisdictie. Maritieme ruimtelijke planning kan ertoe leiden dat mariene gebruiksvormen in een maritieme ruimte doeltreffend worden georganiseerd, met inbegrip van de aanwijzing, het beheer en de onderlinge koppeling van beschermde mariene gebieden 22 . Het gebruik van maritieme ruimtelijke planning neemt wereldwijd toe en in het afgelopen decennium is een aanzienlijke hoeveelheid ervaring met beste praktijken opgedaan.

In 2017 zal de Commissie met alle betrokken actoren beginnen samenwerken om voorstellen op te stellen voor internationaal aanvaarde richtsnoeren om het gebruik van maritieme ruimtelijke planning en de daarmee verband houdende processen in partnerlanden en op internationaal niveau, met name in de VN, te bevorderen.

- In 2017 zal de Commissie beginnen werken aan voorstellen voor internationale richtsnoeren op het gebied van maritieme ruimtelijke planning.


Actie 11: de mondiale doelstelling verwezenlijken om 10 % van de mariene en kustgebieden in stand te houden en het doeltreffende beheer van beschermde mariene gebieden bevorderen


De toestand van de mariene biodiversiteit is zorgwekkend. Tropische koraalriffen hebben in de afgelopen 30 jaar meer dan de helft van hun koraal verloren. Momenteel is slechts 3,4 % van de zeeën en oceanen een beschermd marien gebied, wat aanzienlijk lager is dan de wereldwijd overeengekomen doelstelling van 10 % voor 2020. Het herstel en de bescherming van mariene ecosystemen levert voordelen op voor zowel het milieu als de economie. De uitbreiding van beschermde mariene gebieden tot 30 % kan tussen 2015 en 2050 tot 920 miljard USD opleveren 23 .

Diverse organisaties en fora houden zich bezig met verschillende soorten gebiedsgebaseerde beheersinstrumenten, overeenkomstig hun respectieve bevoegdheden 24 . Beschermde mariene gebieden zijn echter alleen doeltreffend als ze goed worden beheerd en een ecologisch coherent netwerk vormen. Het beheer van deze gebieden vereist adequate planning en menselijke en financiële middelen.

De Commissie zal bijdragen tot de doeltreffendheid van beschermde mariene gebieden in de hele wereld door de uitwisseling van beste praktijken te bevorderen en door steun te verlenen aan de inspanningen voor de totstandbrenging van samenhangende netwerken. De Commissie zal ook steun verlenen aan regionale en internationale samenwerking om op lange termijn duurzame financieringsmechanismen voor beschermde mariene gebieden te ontwikkelen 25 .

Een nieuwe uitvoeringsverordening in het kader van UNCLOS inzake de instandhouding en het duurzame gebruik van BBNJ zou de mondiale instandhoudingsdoelstelling van 10 % helpen bereiken en zou de beschermde mariene gebieden in volle zee aanzienlijk uitbreiden.

- De Commissie zal bijdragen tot de doeltreffendheid en de uitbreiding van beschermde mariene gebieden in de hele wereld door de uitwisseling van beste praktijken te bevorderen en door steun te verlenen aan de inspanningen voor de totstandbrenging van samenhangende netwerken.

- De Commissie zal ook steun verlenen aan regionale en internationale samenwerking om op lange termijn duurzame financieringsmechanismen voor beschermde mariene gebieden te ontwikkelen.

- De Commissie zal een twinning-project voor beschermde mariene gebieden uitvoeren om de uitwisseling van beste praktijken tussen en de capaciteitsopbouw in de Europese, Afrikaanse, Noord-Amerikaanse en Zuid-Amerikaanse beschermde mariene gebieden van de Atlantische Oceaan te vergemakkelijken.

- In het kader van de programma's Horizon 2020 en LIFE zal de Commissie financiering verstrekken voor marien onderzoek dat van essentieel belang is voor de oprichting van beschermde mariene gebieden en zal zij contacten onderhouden met internationale partners.


16.

4. Internationaal oceaanonderzoek en gegevens over de oceanen versterken



Goed gefundeerde wetenschappelijke kennis van de oceanen is essentieel om de meeste van de bovengenoemde acties tot een goed einde te brengen en ervoor te zorgen dat de hulpbronnen duurzaam worden gebruikt. Het vergt ook aanzienlijke investeringen in middelen en uitrusting. De voordelen voor de samenleving zijn maximaal als de kennis en gegevens worden gedeeld.

De EU en haar lidstaten hebben een goede staat van dienst wat betreft het financieren van marien en maritiem onderzoek en het verbeteren van de beschikbaarheid en interoperabiliteit van gegevens. Samenwerking met internationale partners, met inbegrip van het bundelen van middelen, is een noodzakelijke volgende stap om de kennisbasis tot stand te brengen die nodig is voor een doeltreffend beheer van de oceanen.


17.

Actie 12: een coherente EU-strategie voor oceaanobservatie, data en mariene dienstenrekeningen



Het Europees marien observatie- en datanetwerk (EMODnet) biedt onderzoekers, overheden, bedrijven en het maatschappelijk middenveld de mogelijkheid gegevens en gegevensproducten van meer dan 100 mariene onderzoeksinstituten op het gebied van bathymetrie, geologie, habitats, fysica, chemie en het mariene leven in de zeeën rond Europa te zoeken, te bekijken, te downloaden en te gebruiken.

Afstemming tussen de werkzaamheden van de EU en die van haar internationale partners zou de kennis die ten grondslag ligt aan de oceaangovernance aanzienlijk versterken, onder meer door het geïntegreerde systeem voor dienstenrekeningen voor geïntegreerd natuurlijk kapitaal en ecosysteemdiensten, dat in samenwerking met het Europees milieuagentschap en internationale partners wordt ontwikkeld, aanzienlijk te versterken.

- In 2018 zal de Commissie op basis van EMODnet een coherente oceaanobservatiestrategie voorstellen, in overeenstemming met het Tsukuba-communiqué van de G7 26 . Zij zal beoordelen of oceaanobservatienetwerken geschikt zijn voor het beoogde doel en zal nagaan tot welke economische, ecologische en maatschappelijke voordelen de verbetering van deze netwerken zal leiden.

- In het kader van dit verslag, dat gepland is voor 2018, zal de Commissie voorstellen hoe EMODnet kan worden afgestemd op andere nationale of regionale inspanningen voor het verzamelen van mariene gegevens, teneinde een internationaal netwerk van mariene gegevens op te zetten en te zorgen voor open toegang tot deze gegevens.


Actie 13: investeringen in 'blauwe' wetenschap en innovatie versterken


De EU en haar lidstaten besteden jaarlijks ongeveer 2 miljard euro aan marien onderzoek. Meer dan 260 miljoen daarvan is afkomstig uit het programma voor onderzoek en innovatie Horizon 2020. Het is van belang om dit ambitieniveau op peil te houden. Het specifieke aandachtsgebied 'blauwe groei' is gericht op sectoroverschrijdend marien en maritiem onderzoek en ondersteunt oceaangerelateerd beleid, onder meer op het gebied van visserij, energiewinning op zee en maritiem vervoer.

Steeds vaker coördineren of integreren de lidstaten hun onderzoeksprogramma’s om gemeenschappelijke problemen aan te pakken op EU-niveau (bijvoorbeeld via het gezamenlijke programmeringsinitiatief Gezonde en productieve zeeën en oceanen, de projecten Black Sea Horizon en EMBLAS) en op het niveau van zeebekkens (bijvoorbeeld via het BONUS-initiatief voor de Baltische Zee en het BLUEMED-initiatief voor de Middellandse Zee).

-In het kader van het initiatief Europese wetenschapscloud 27 zal de Commissie een proefproject betreffende een 'cloud voor blauwe wetenschap' opzetten en blijven investeren in marien onderzoek en mariene innovatie.

-De Commissie zal samenwerken met de G7-partners om het nieuwe G7-initiatief 'Toekomst van de oceanen' te steunen, teneinde onderzoek en observatie van zeeën en oceanen te verbeteren.


18.

Actie 14: Internationale partnerschappen voor oceaanonderzoek, -innovatie en -wetenschap



Het oceaanonderzoek en de oceaanwetenschap in de EU zouden in grote mate kunnen profiteren van samenwerking met instellingen buiten de EU. De uit 2013 daterende verklaring van Galway betreffende samenwerking tussen de EU, de VS en Canada op het gebied van onderzoek in de Atlantische Oceaan, was een beslissende stap voorwaarts. De Commissie zal de Verklaring van Galway blijven toepassen.

Om de vaardigheden die nodig zijn voor innovatie en concurrentievermogen te vergroten, zal de Commissie steun blijven verlenen aan een sectorgeleid partnerschap op het gebied van maritieme technologie in het kader van de Blauwdruk voor de sectorale samenwerking op het gebied van vaardigheden.

In navolging van de aanbeveling van de OESO om te streven naar meer internationale samenwerking op het gebied van maritieme wetenschap en technologie, zal zij ook nagaan wat de mogelijkheden zijn voor de oprichting van internationale netwerken voor de uitwisseling van ervaringen bij het promoten van innovatieve maritieme technologieën die naadloos aansluiten bij bestaande instrumenten.

-De Commissie zal partnerschappen voor marien onderzoek en mariene wetenschap oprichten met belangrijke partners, in het kader van bestaande overeenkomsten inzake wetenschap en technologie, in voorkomend geval met inbegrip van oceaanpartnerschappen en mondiale allianties waarbij zij is aangesloten, zoals het Belmontforum of de Groep voor aardobservatie.

-De Commissie zal haar inspanningen voor de oprichting van een alliantie voor onderzoek in de volledige Atlantische Oceaan opdrijven door te streven naar van versterkte kaders voor mariene samenwerking met belangrijke actoren in het zuidelijke deel van de Atlantische Oceaan.

-De Commissie zal verder werk maken van de opname van de zuidelijke mediterrane landen in het BLUEMED-initiatief. Zij zal ook haar betrokkenheid op het gebied van wetenschap, onderzoek en innovatie in de Zwarte Zee versterken in het kader van de Synergie voor het Zwarte Zeegebied.


19.

5. Conclusie



De EU draagt een grote verantwoordelijkheid ten aanzien van de oceanen en zeeën. Zij speelt een belangrijke rol als pleitbezorger van duurzame ontwikkeling, mondiale speler op het gebied van oceaangovernance en gebruiker van de rijkdommen van de oceanen. De EU moet haar inspanningen opvoeren om ervoor te zorgen dat de oceanen veilig, beveiligd, schoon en duurzaam worden beheerd, in het belang van de huidige en toekomstige generaties.

De Commissie en de hoge vertegenwoordiger zijn vast voornemens de oceaangovernance te verbeteren, waarbij zij de nadruk zullen leggen op de hierboven uiteengezette prioritaire gebieden. Daarbij zullen zij synergieën aanmoedigen tussen het beleid en de strategieën van de EU die een betere oceaangovernance kunnen ondersteunen, bijvoorbeeld door de maritieme beveiliging te verbeteren en duurzame ontwikkeling te stimuleren.

Zij zullen samen met de lidstaten, internationale organisaties, regionale organisaties en partners, regionale organisaties en belanghebbenden werk maken van de voorgestelde acties en nagaan hoe de internationale oceaangovernance verder kan worden versterkt. In samenspraak met de hoge vertegenwoordiger zal de Commissie een EU-belanghebbendenforum opzetten dat gewijd is aan de wereldzeeën en oceanen. Zij zal de follow-up van dit initiatief ondersteunen en regelmatig overleg plegen over de inspanningen van de EU om de internationale oceaangovernance te verbeteren. De eerste bijeenkomst van het forum zal plaatsvinden in 2017.

De Commissie en de hoge vertegenwoordiger zullen regelmatig verslag uitbrengen over de voortgang van de hierboven uiteengezette acties, voor het eerst twee jaar na de vaststelling van deze mededeling.

(1) The ocean economy in 2030, OESO Publishing, Parijs (2016).
(2) Climate change 2014 – Impacts, adaptation and vulnerability, vijfde evaluatierapport van WGII van IPCC (Intergouvernementele Werkgroep inzake klimaatverandering), hoofdstuk 6.
(3) De oceanen en kusten zijn niet alleen onderwerp van SDG 14 (oceanen), maar eveneens van een aantal andere SDG's, waaronder armoedebestrijding (SDG 1), voedselzekerheid en duurzame landbouw (SDG 2), gezondheid (SDG 3), schoon water en sanitaire voorzieningen (SDG 6), moderne energie (SDG 7), groei en werkgelegenheid (SDG 8), klimaat (SDG 13), ecosystemen en biodiversiteit (SDG 15) en partnerschappen (SDG 17).
(4) Gedeelde visie, gemeenschappelijke actie: Een sterker Europa – Een mondiale strategie van de Europese Unie voor buitenlands en veiligheidsbeleid (28 juni 2016).
(5) Bijvoorbeeld IMO voor scheepvaart, ISA voor diepzeemijnbouw, FAO en ROVB's voor visserij, UNEP, [multilaterale milieuovereenkomsten,] regionale zeeverdragen en andere multilaterale milieuovereenkomsten voor de instandhouding en het duurzame gebruik van het mariene milieu en IOC (Intergouvernementele Oceanografische Commissie) van UNESCO voor wetenschappelijk onderzoek op zee. UNCLOS voorziet eveneens in een gerechtelijk mechanisme voor de verplichte vreedzame beslechting van geschillen over de interpretatie of toepassing van het verdrag: het Internationaal Hof voor het Recht van de Zee.
(6) ec.europa.eu/dgs/maritimeaffairs_fisheries
(7) De VN-agenda voor duurzame ontwikkeling 2030, SDG 14.5 en het strategische plan 2011-2010, Aichi-biodiversiteitsdoelstelling 11.
(8) Bv. Verdrag inzake biologische diversiteit/Internationale Maritieme Organisatie, Voedsel- en Landbouworganisatie van de Verenigde Naties (FAO)/regionale organisaties voor visserijbeheer/Overeenkomst inzake de internationale handel in bedreigde in het wild levende dier- en plantensoorten /Verdrag inzake biologische diversiteit.
(9)

Maritieme veiligheidsstrategie van de Europese Unie, 11205/14, vastgesteld door de Raad Algemene Zaken op 24 juni 2014.

(10) Strategie van de EU betreffende de Golf van Guinee, vastgesteld door de Raad Buitenlandse Zaken op 17 maart 2014; Strategisch kader van de EU voor de Hoorn van Afrika, vastgesteld door de Raad Buitenlandse Zaken op 14 november 2011.
(11) In de Golf van Guinee (van Senegal tot Angola) heeft de EU in 2014 een strategie en in 2015 een actieplan ontwikkeld volgens de 'alomvattende benadering', ter ondersteuning van het door Afrika geleide initiatief van het proces van Yaoundé dat de staatshoofden van West- en Centraal-Afrika in juni 2013 hebben vastgesteld.
(12) Gezamenlijke mededeling over Een geïntegreerd EU-beleid voor het noordpoolgebied, JOIN(2016) 21 final.
(13) bv. Internationale Zeebodemautoriteit; Overeenkomst inzake de internationale handel in bedreigde in het wild levende dier- en plantensoorten, Milieuprogramma van de Verenigde Naties, Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling en Wereldhandelsorganisatie.
(14)

CBD COP XII/23;

www.cbd.int/decision/cop/default.shtml?id=13386.">https://www.cbd.int/decision/cop/default.shtml?id=13386.

(15) https://cites.org/eng/res/index.php.
(16) O.a. via het Internationaal Verdrag betreffende de normen inzake opleiding, diplomering en wachtdienst van personeel van vissersschepen, 1995 (STCW-F-Verdrag).
(17) Dit omvat: werken aan een gecoördineerde benadering van maritieme-beveiligingskwesties in internationale fora (bv. VN, G7 en G20) en via dialoog op hoog niveau; versterken en steunen van regionale antwoorden van de EU op maritiem gebied (bv. de operatie 'Atalanta' ter bestrijding van de piraterij in de Stille Oceaan en operatie Sophia van EUNAVFOR MED in de Middellandse Zee om netwerken van mensensmokkel en -handel op te rollen); capaciteitsopbouw op het gebied van maritieme beveiliging, samen met niet-EU-landen en regionale organisaties.
(18) Verordening (EU) 2016/1624 betreffende de Europese grens- en kustwacht, tot wijziging van Verordening (EU) 2016/399 van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 863/2007 van het Europees Parlement en de Raad, Verordening (EG) nr. 2007/2004 van de Raad en Besluit 2005/267/EG van de Raad.
(19) Internationaal Verdrag ter voorkoming van verontreiniging door schepen; MARPOL 73/78.
(20) COM(2015) 636 final.
(21) Richtlijn 2000/59/EG van het Europees Parlement en de Raad van 27 november 2000 betreffende havenontvangstvoorzieningen voor scheepsafval en ladingresiduen.
(22) De EU-richtlijn inzake maritieme ruimtelijke planning uit 2014, de mededeling uit 2008 over een Europese benadering van maritieme ruimtelijke planning en de UNESCO-richtsnoeren over maritieme ruimtelijke planning bevatten een aantal elementen die de ontwikkeling van maritieme ruimtelijke planning ondersteunen.
(23) OESO. The ocean economy in 2030, OESO Publishing, Parijs (2016).
(24) ROVB’s, RZV's (Verdrag voor de bescherming van het mariene milieu in het noordoostelijk deel van de Atlantische Oceaan - OSPAR-verdrag) met betrekking tot beschermde mariene gebieden, de IMO over Bijzonder Kwestbare Zeegebieden (PSSA); besprekingen over beschermde mariene gebieden in ABNJ's maken deel uit van de BBNJ-onderhandelingen.
(25) Onder meer via door de Europese Unie gefinancierde projecten, zoals het EP-proefproject inzake trans-Atlantische samenwerking inzake beschermde mariene gebieden.
(26) www.japan.go.jp/g7/_userdata/common/data">www.japan.go.jp/g7/_userdata/common/data
(27) Mededeling over Een strategie voor een digitale eengemaakte markt voor Europa, COM(2015) 192 final van 6.5.2015.