Toelichting bij SEC(2011)1406 - Samenvatting van de effectbeoordeling

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

dossier SEC(2011)1406 - Samenvatting van de effectbeoordeling.
bron SEC(2011)1406 NLEN
datum 23-11-2011
52011SC1406

WERKDOCUMENT VAN DE DIENSTEN VAN DE COMMISSIE Samenvatting van de effectbeoordeling /* SEC/2011/1406 def. */


Inhoudsopgave

1.

1. Probleemstelling


Om tegemoet te komen aan de bezorgdheid over de groeiende dreiging van mondiale klimaatverandering als gevolg van de toenemende concentratie van broeikasgassen in de atmosfeer, plant en voert de EU een reeks beleidsmaatregelen en acties voor de matiging van de klimaatverandering uit. Het creëren van een stevig kader voor de bewaking, evaluatie, rapportage en controle van de uitstoot van broeikasgassen vormt een belangrijk onderdeel van dit proces, omdat het de EU in staat stelt op een meer doeltreffende manier toekomstige beleidsmaatregelen te ontwikkelen en uit te voeren, en om te beoordelen en te bewijzen dat ze haar verplichtingen nakomt.

Beschikking 280/2004/EG[1] ("beschikking betreffende het bewakingssysteem") betreffende een bewakingssysteem voor de uitstoot van broeikasgassen in de EU en voor de uitvoering van het Protocol van Kyoto en haar uitvoeringsbepalingen (Beschikking 2005/166/EG)[2] zijn de belangrijkste instrumenten voor de controle, rapportage en verificatie van broeikasgasemissies. Ze leggen de details vast voor de rapportage van antropogene emissies per bron en verwijderingen per put van broeikasgassen en voor de verstrekking van informatie betreffende nationale programma's ter vermindering van emissies, prognoses van broeikasgasemissies, en beleidsinitiatieven en maatregelen in overeenstemming met het Raamverdrag van de Verenigde Naties inzake klimaatverandering (UNFCCC).

Uit zes jaar ervaring met de uitvoering van Beschikking 280/2004 en haar uitvoeringsbepalingen, namelijk Beschikking 2005/166, en bijkomende ervaring bij internationale onderhandelingen en de uitvoering van verschillende UNFCCC-vereisten is gebleken dat op een aantal gebieden aanzienlijke verbeteringen mogelijk zijn. Bovendien is voor de noodzaak om onze acties ter verzachting van de klimaatverandering uit te breiden en onze nieuwe of toekomstige internationale en nationale verbintenissen na te komen, met inbegrip van de Europa 2020-strategie, de oprichting van een verbeterd bewakings- en rapportagesysteem vereist.

De problemen die met de herziening van de beschikking betreffende het bewakingssysteem in het bijzonder trachten te worden aangepakt, zijn de volgende:

§ Het bestaande bewakings- en rapportagesysteem is niet toereikend voor de uitvoering van nieuwe verplichtingen die uit nieuwe wetgeving voortvloeien.

Het klimaat- en energiepakket dat is overeengekomen tussen de Raad en het Europees Parlement en is vastgesteld door het Europees Parlement op 17 december 2008 introduceerde nieuwe verplichtingen met betrekking tot bewaking en rapportage voor de lidstaten, die moeten worden opgenomen in een wijziging van Beschikking 280/2004/EG om in werking te treden.

Er zijn onvoldoende gegevens beschikbaar op EU-niveau ter ondersteuning van de ontwikkeling en uitvoering van toekomstig beleid.

In een aantal gebieden/sectoren van groot belang voor de vermindering van de uitstoot van broeikasgassen en het nemen van maatregelen op EU-niveau, zijn er momenteel onvoldoende of niet voldoende nauwkeurige gegevens beschikbaar om de doeltreffende uitwerking en uitvoering van beleid mogelijk te maken en te ondersteunen. Dergelijke gebieden zijn: a) zeevervoer, b) luchtvaart, c) landgebruik, veranderingen in landgebruik en bosbouw (LULUCF) en d) aanpassing.

Het huidige bewakings- en rapportagesysteem houdt geen rekening met de meest recente internationale ontwikkelingen in het kader van het UNFCCC en kan niet garant staan voor de naleving van nieuwe internationale verbintenissen.

De EU heeft zich internationaal geëngageerd om op lange termijn aanzienlijke snelstartfinanciering en technologische ondersteuning op klimaatgebied aan ontwikkelingslanden te bieden. De transparantie en uitgebreidheid van het soort en de omvang van de geboden ondersteuning is van essentieel belang om de zichtbaarheid, het efficiënte aanbod en de geloofwaardigheid van de EU ten aanzien van onze internationale partners te verzekeren. De hierboven geïdentificeerde problemen hebben vaak geleid tot ernstige kritiek van andere landen dat de EU en haar lidstaten hun verbintenissen niet nakomen en deze moeten worden opgelost.

Bijkomende gegevens en informatie zijn nodig om de vooruitgang betreffende de doelstelling voor de beperking van emissies te controleren, in het bijzonder in het kader van de Europa 2020-strategie.

De Europa 2020-strategie, de nieuwe geïntegreerde economische beleidsstrategie voor groei en banen, omvat de Europese en nationale doelstellingen voor de beperking van emissies als belangrijkste doelstellingen.

Er is een gebrek vastgesteld aan transparantie, tijdige voltooiing, consistentie, volledigheid en vergelijkbaarheid van de informatie die momenteel wordt gerapporteerd in het kader van de beschikking betreffende het bewakingssysteem.

Het relatief grote aantal gevallen van niet-nakoming gedurende de afgelopen jaren wijst erop dat de transparantie, nauwkeurigheid, consistentie en efficiëntie van het bestaande bewakings- en rapportagesysteem kunnen worden verbeterd.

Uit ervaring is gebleken dat er dringend nood is aan vereenvoudiging en stroomlijning van de huidige rapportageverplichtingen.

De bij de uitvoering van de beschikking betreffende het bewakingssysteem opgedane ervaring heeft uitgewezen dat bepaalde rapportageverplichtingen niet het verwachte resultaat opleverden of dat de informatie niet werd gebruikt zoals verwacht. Bovendien is gebleken dat bepaalde koppelingen tussen verschillende rapportage-instrumenten kunnen worden versterkt.

2.

2. Analyse van de subsidiariteit


Artikel 192, lid 1, VWEU vormt de rechtsgrondslag voor dit wetgevingsvoorstel. Het wetgevingsvoorstel streeft een legitiem doel na binnen de werkingssfeer van artikel 191, lid 1, VWEU, namelijk de bestrijding van de klimaatverandering (matiging en aanpassing). Het doel van het wetgevingsvoorstel is een betere beschikbaarheid van informatie voor de beleids- en besluitvorming van de Unie en de coördinatie en consistentie van de rapportage van de EU en lidstaten in het kader van het UNFCCC. Dit doel kan niet worden nagestreefd met minder ingrijpende middelen dan het wetgevingsvoorstel. Maatregelen op nationaal niveau zouden de naleving van de internationaal overeengekomen verplichtingen onmogelijk maken en zouden ook niet voldoen bij het halen van de doelstellingen die zijn vastgesteld krachtens de beschikking inzake de verdeling van de inspanningen (406/2009/EG). Daarom moet de Unie de randvoorwaarden creëren voor de specifieke internationale en EU-verplichtingen door de vastlegging van een geharmoniseerd kader voor rapportage, in de mate van het mogelijke. Maatregelen op EU-niveau leveren ook duidelijke voordelen op in vergelijking met maatregelen op nationaal niveau op het vlak van doeltreffendheid.

3.

3. Doelstellingen van het EU-initiatief


De algemene doelstelling is om via tijdige en transparante, nauwkeurige, volledige, consistente, vergelijkbare rapportage op het niveau van de EU en de lidstaten:

(a) de EU en de lidstaten te steunen bij het nakomen van hun verplichtingen in het kader van het UNFCCC;

(b) de EU en de lidstaten te steunen bij het nakomen van hun nationale verplichtingen betreffende verzachtende en aanpassingsmaatregelen;

(c) de doeltreffende ontwikkeling en uitvoering van EU-beleidsinitiatieven te steunen.

4.

3.1 Specifieke en operationele doelstellingen


§ De uitvoering van de bewakings- en rapportageverplichtingen in het kader van de beschikking inzake de verdeling van de inspanningen en de gewijzigde EU-regeling voor de handel in emissierechten (EU ETS)

o Operationele doelstellingen:

§ een controle- en nalevingscyclus vaststellen in het kader van de beschikking inzake de verdeling van de inspanningen;

§ de rapportageverplichtingen voor het gebruik van de inkomsten uit veilingen zoals bepaald in de gewijzigde ETS-richtlijn opnemen;

§ Het huidige kader voor bewaking en rapportage uitbreiden zodat dit voldoet aan de noden van toekomstige Europese en internationale wetgeving

o Operationele doelstellingen:

§ bewakings- en rapportageverplichtingen voor zeevervoer vaststellen;

§ rapportageverplichtingen voor niet-CO2-effecten op het klimaat door luchtvaart vaststellen;

§ rapportageverplichtingen inzake aanpassing aan de klimaatverandering vaststellen;

§ aanvullende rapportageverplichtingen inzake LULUCF vaststellen;

§ Rapporten van de EU en de lidstaten over financiële en technologische ondersteuning aan ontwikkelingslanden uitbreiden, zodat deze aansluiten op internationale verbintenissen in het kader van het UNFCCC

o Operationele doelstelling: rapportageverplichtingen inzake financiële en technische ondersteuning aan ontwikkelingslanden vaststellen;

§ Consistentie van de rapportage in het kader van de beschikking betreffende het bewakingssysteem verbeteren met de rapportage via andere rechtsinstrumenten in de EU met betrekking tot luchtverontreinigende stoffen

o Operationele doelstelling: koppelingen maken met de rapportage over broeikasgasemissies in het kader van het EU ETS, de gerapporteerde informatie in het kader van het E-PRTR, de NEC-richtlijn en de verordening inzake gefluoreerde gassen;

§ Rapportage verbeteren rekening houdende met de uit de uitvoering in het verleden getrokken lering

o Operationele doelstellingen:

§ de rapportage over prognoses, beleidsinitiatieven en maatregelen verbeteren;

§ de opstelling van de nationale verslagen betreffende de inventarisatie verbeteren;

5.

4. Beleidsopties en effectbeoordeling


De wijziging van de beschikking betreffende het bewakingssysteem ondersteunt de uitvoering van vastgelegde EU-beleidslijnen en -verbintenissen, in het bijzonder de verbintenissen van de EU in het kader van het UNFCCC, de doelstellingen en wetgevende instrumenten in het kader van het klimaat- en energiepakket, en de uitvoering van de Europa 2020-strategie. Specifieke milieu-, sociale en economische effecten zijn al beoordeeld voor een groot aantal van de gebieden in kwestie toen het klimaat- en energiepakket met specifieke doelstellingen en beleidsinitiatieven werd vastgesteld[3]. De wijziging van de beschikking betreffende het bewakingssysteem en de uitvoeringsbepalingen dragen bij tot de milieuvoordelen die zijn geïdentificeerd in de effectbeoordelingen van deze instrumenten door te zorgen voor de nodige controle wat het behalen van de doelstellingen betreft.

6.

Milieueffecten


De beschikking betreffende het bewakingssysteem wordt herzien teneinde de milieuprestaties van de EU te vergroten:

a) door de beschikbaarheid van kwaliteitsvollere en volledigere gegevens en informatie (kwaliteit/volledigheid van gegevens) te garanderen,

7.

b) door te zorgen voor een betere naleving van nationale en internationale doelstellingen, verbintenissen en verplichtingen (naleving van nationale en/of internationale verbintenissen), en


c) door ervoor te zorgen dat verdere toekomstige beleidsmaatregelen op dit vlak kunnen worden ontworpen, uitgewerkt en uitgevoerd (uitwerking/uitvoering van verdere beleidsinitiatieven).

De milieueffecten zijn beoordeeld voor elk van de voorgestelde opties op basis van een combinatie van de drie bovenstaande criteria waar van toepassing (gebruikte classificaties: + of – wordt gebruikt voor respectievelijk positieve of negatieve effecten. = betekent geen effect, +/- beperkt effect, ++/-- matig effect, +++/--- groot effect).

De aspecten van naleving en vereenvoudiging werden ook specifiek beoordeeld. (Gebruikte classificaties met betrekking tot naleving: LL: lage waarschijnlijkheid, ML: matige waarschijnlijkheid, HL: hoge waarschijnlijkheid).

8.

Economische effecten


De beschikking betreffende het bewakingssysteem is een instrument waarmee nationale en internationale rapportageverplichtingen ten uitvoer worden gelegd. Dit zijn vereisten op nationaal niveau en daarom hebben de belangrijkste economische effecten die zijn gekoppeld aan de wijziging van de beschikking betreffende het bewakingssysteem betrekking op de administratieve lasten waarmee de overheidsinstanties op het niveau van de lidstaten geconfronteerd zouden worden zodra deze wijzigingen werden uitgevoerd.

9.

Overige effecten (sociaal, werkgelegenheid, industrie, MKB)


De voorgestelde opties hebben beperkte sociale effecten met betrekking tot de verstrekking van informatie aan het publiek; deze werden niet specifiek behandeld in de effectbeoordeling.

Er worden geen directe of indirecte rapportageverplichtingen opgelegd aan kleine of middelgrote ondernemingen (MKB) of de industrie via de beschikking betreffende het bewakingssysteem en de voornoemde beschikking heeft waarschijnlijk ook geen effecten op de werkgelegenheid; daarom werden dergelijke effecten niet verder onderzocht.

10.

4.1 Vastlegging van een EU-controle- en nalevingscyclus in het kader van de beschikking inzake de verdeling van de inspanningen


Optie 1: Geen interne controle op EU-niveau. Vertrouwen op de huidige UNFCCC-controle. ("geen beleidswijziging"). (Deze suboptie werd in een vroeg stadium afgewezen.)

Optie 2: Er wordt een interne controle van de inventarislijsten op Europees niveau uitgevoerd voor de vastlegging van de doelstellingen (eerste controle), terwijl de EU blijft vertrouwen op de controle van de inventarislijsten in het kader van het UNFCCC, zoals in de huidige beschikking betreffende het bewakingssysteem, voor de jaarlijkse nalevingscyclus in het kader van de beschikking inzake de verdeling van de inspanningen. (Deze suboptie werd in een vroeg stadium afgewezen.)

Optie 3: Vaststelling van een 'beperkte' jaarlijkse controle- en nalevingscyclus op EU-niveau voor de uitvoering van de beschikking inzake de verdeling van de inspanningen en een uitgebreide eerste controle. (De jaarlijkse controle wordt uitgevoerd binnen een korter tijdsbestek met hoofdzakelijk automatische controleroutines aangevuld met een analyse van de vorige controlerapporten van het UNFCCC, gebaseerd op bestaande controles en procedures die momenteel worden uitgevoerd door het Europees Milieuagentschap (EMA) in het kader van de beschikking betreffende het bewakingssysteem). ("Beperkte controle")

Optie 4: Vaststelling van een uitgebreide jaarlijkse controle- en nalevingscyclus op EU-niveau voor de uitvoering van de beschikking inzake de verdeling van de inspanningen, in combinatie met een uitgebreide eerste controle. Deze controle wordt overgenomen na de UNFCCC-controle, maar binnen een korter tijdsbestek, zodat een beoordeling van de naleving tijdens het kalenderjaar mogelijk is. ("Uitgebreide controle")

|| Milieueffecten[4]| Administratieve lasten

Optie 3: Beperkte controle| +| € 15.000 - 30.000

Optie 4: Uitgebreide controle| +++| € 50.000 - 100.000

Er werd in de jaarlijkse rapportage-, controle- en nalevingscyclus ook rekening gehouden met subopties met betrekking tot de behandeling van herberekeningen voortvloeiend uit a) de normale jaarlijkse methodologische of gegevensverbeteringen in de inventarislijsten van broeikasgassen (geval 1), en b) een wijziging in de rapportageregels op internationaal niveau (geval 2).

11.

4.2 Integratie van de rapportageverplichtingen voor het gebruik van inkomsten uit veilingen in het kader van de gewijzigde richtlijn betreffende de handel in emissierechten


De gewijzigde richtlijn betreffende de handel in emissierechten bepaalt duidelijk dat de aanvullende rapportageverplichtingen met betrekking tot het gebruik van inkomsten uit de veiling van emissierechten worden gerapporteerd in de verslagen die worden ingediend in het kader van Beschikking nr. 280/2004/EG[5].

12.

4.3 Vaststelling van bewakings- en rapportageverplichtingen voor emissies van internationaal zeevervoer


Optie 1: Doorgaan met de huidige bewaking en rapportage van broeikasgasemissies van nationaal en internationaal zeevervoer in de inventarislijsten van broeikasgassen zonder het vastleggen van een basis voor verbeterde onderliggende gegevens ("geen beleidswijziging").

Optie 2: Vaststellen van gedetailleerde bewakings- en rapportageverplichtingen voor de lidstaten. (Deze optie zou de definitie van de basis voor bewaking, de criteria voor de toewijzing van emissierechten aan lidstaten en de administratieve bijzonderheden met betrekking tot de rapportage omvatten.) ("Gedetailleerde rapportageverplichtingen nu").

Optie 3: Vaststellen van de basis voor nieuwe bewakings- en rapportagerichtlijnen die ervoor zorgen dat de gedetailleerde bepalingen kunnen worden geïntegreerd in toekomstige wetgeving door comitéprocedures, zodra een maatregel wordt vastgesteld door de Internationale Maritieme Organisatie of de EU. ("Kader nu, details later").

|| Milieueffecten| Naleving| Administratieve lasten

Optie 1: geen beleidswijziging| - -| n.v.t.| n.v.t.

Optie 2: Gedetailleerde rapportageverplichtingen nu| +| ML| - - -

Optie 3: Kader nu, details later| + + +| HL| -

13.

4.4 Vaststelling van rapportageverplichtingen met betrekking tot de niet-CO2-effecten van de luchtvaart op het mondiale klimaat


Optie 1: Doorgaan met huidige rapportage van broeikasgasemissies van nationale en internationale luchtvaart in de inventarislijsten van broeikasgassen beperkt tot CO2-emissies ("geen beleidswijziging").

Optie 2: Vragen dat de lidstaten verslag uitbrengen over de niet-CO2-effecten op het klimaat van luchtvaart door de CO2-effecten te vermenigvuldigen met een vooraf bepaalde factor. (Deze factor zou worden gewijzigd door het Comité klimaatverandering in overeenstemming met de laatste wetenschappelijke resultaten.) ("Aanpak met vermenigvuldiger").

Optie 3: Vragen dat de lidstaten verslag uitbrengen over de niet-CO2-effecten op het klimaat van luchtvaart op basis van gedetailleerde modellen. ("Modelaanpak").

Optie 4: Vaststelling van nieuwe rapportageverplichtingen voor de niet-CO2-effecten van luchtvaart voor de lidstaten op basis van een tweesporensysteem. (Bij deze optie brengen de lidstaten die meer dan 3 % van de totale CO2-emissies van de EU van luchtvaart hebben gerapporteerd verslag uit over de niet-CO2-effecten van luchtvaart op basis van gedetailleerde modellen. (Momenteel zou dit gelden voor Frankrijk, Duitsland, Italië, Nederland, Spanje en het Verenigd Koninkrijk, die samen verantwoordelijk zijn voor ca. 80 % van de CO2-emissies.) Alle andere lidstaten zouden verslag kunnen uitbrengen aan de hand van gedetailleerde modellen; indien dat niet haalbaar is, kunnen ze de aanpak met een vermenigvuldiger gebruiken ("Trapsgewijze aanpak").

|| Milieueffecten| Naleving| Administratieve lasten

Optie 1: geen beleidswijziging| -| =| =

Optie 2: aanpak met vermenigvuldiger| +| HL| € 24.000

Optie 3: modelaanpak| ++| LL| € 6,75 miljoen

Optie 4: trapsgewijze aanpak| +++| ML| € 1,52 miljoen

14.

4.5 Vaststelling van rapportageverplichtingen betreffende aanpassing aan de klimaatverandering


Optie 1: Doorgaan met de huidige rapportage over de effecten van de klimaatverandering, kwetsbaarheid en aanpassing in de nationale verslagen van de lidstaten in het kader van het UNFCCC en deze informatie gebruiken voor EU-doeleinden ("geen beleidswijziging").

Optie 2: Vragen dat de lidstaten jaarlijks uitgebreid rapporteren over hun maatregelen met betrekking tot de effecten op klimaatverandering, kwetsbaarheid en aanpassing. (Deze optie zou onder andere de vastgestelde en geschatte effecten per sector, de beoordeling van de belangrijkste kwetsbaarheden per regio en per sector, de bestaande nationale en/of regionale aanpassingsstrategie en uitgevoerde en geplande maatregelen, informatie over strategieën en over bilaterale en multilaterale projecten betreffende aanpassing en het respectieve toegekende budget omvatten.) ("Uitgebreide rapportage").

Optie 3: Vragen dat de lidstaten jaarlijks verslag uitbrengen over hun uitgevoerde en geplande nationale maatregelen met betrekking tot de aanpassing aan de klimaatverandering. Bij deze optie zou een indicatieve lijst met te rapporteren informatie worden verstrekt. ("Rapportage over acties").

|| Milieueffecten| Naleving| Administratieve lasten

Optie 1: geen beleidswijziging| -| =| =

Optie 2: uitgebreide rapportage| +++| LL| € 1 tot 2,24 miljoen

Optie 3: rappportage over acties| ++| HL| € 120.000

15.

4.6 Vaststelling van aanvullende rapportageverplichtingen betreffende LULUCF


Optie 1: Doorgaan met de huidige rapportage over landgebruik, veranderingen in landgebruik en bosbouw ("geen beleidswijziging").

Optie 2: Vaststellen van gewijzigde rapportageverplichtingen betreffende LULUCF-activiteiten, op basis van informatie van de lopende internationale onderhandelingen (en als aanvulling op bestaande rapportageverplichtingen), in de volgende gebieden ("Gedetailleerde verplichtingen nu"):[6]

§ verplichte raming en rapportage van emissies en verwijderingen van bosbeheeractiviteiten

§ raming en rapportage van gegevens over emissies uit de groep van geoogste houtproducten (verplicht)

§ raming en rapportage van emissies en verwijderingen uit bevochtiging en drooglegging[7] (vrijwillig)

§ raming en rapportage van emissies en verwijderingen behoudens overmacht[8] (vrijwillig)

§ bijwerken van referentieniveauwaarden van bosbeheer op basis van nieuwe gegevens of methodologische verbeteringen.

Optie 3: Vaststelling van de basis voor nieuwe rapportageverplichtingen die ervoor zorgen dat de gedetailleerde bepalingen kunnen worden geïntegreerd in toekomstige wetgeving, zodra toepasselijke maatregelen zijn vastgelegd op Europees of internationaal niveau. (Dit betekent in feite dat de werkingssfeer van rapportage zou worden bepaald door de medebeslissingsprocedure van wetgeving over de rol van LULUCF in de verbintenissen van de EU ter vermindering van de broeikasgasemissies, terwijl de technische bijzonderheden zouden worden vastgelegd via gedelegeerde handelingen ("comitéprocedures") binnen het overeengekomen kader door het Europees Parlement en de Raad.) ("Kader nu, details later").

|| Milieueffecten| Naleving| Administratieve lasten

Optie 1: geen beleidswijziging| - - -| =| =

Optie 2: gedetailleerde verplichtingen nu| + +| ML| € 610.000 tot € 710.000

Optie 3: kader nu, details later| + + +| HL| < € 610.000 tot € 710.000

16.

4.7 Vaststelling van rapportageverplichtingen betreffende financiële en technologische ondersteuning aan ontwikkelingslanden


Optie 1: Doorgaan met de huidige rapportage van financiële en technologische ondersteuning aan ontwikkelingslanden aan de hand van nationale verslagen van de lidstaten in het kader van het UNFCC zonder afzonderlijke rapportageverplichtingen op EU-niveau ("geen beleidswijziging").

Optie 2: Vragen dat de lidstaten om de twee jaar vrijwillig verslag uitbrengen over financiële en technologische ondersteuning op basis van de nationale richtsnoeren inzake communicatie ("Vrijwillige rapportage").

Optie 3: Vragen dat de lidstaten jaarlijks via gestroomlijnde formaten verslag uitbrengen over de financiële en technologische ondersteuning aan ontwikkelingslanden op basis van de bestaande nationale richtsnoeren inzake communicatie, maar meer uitgebreide informatie vragen over technologieprogramma's en het gebruik van methodieken die zijn ontwikkeld binnen de EU voor rapportering over financiële ondersteuning en indicatoren voor geldstromen van de OESO-commissie voor ontwikkelingsbijstand ("Uitgebreide rapportage").

|| Milieueffecten| Naleving| Administratieve lasten

Optie 1: geen beleidswijziging| - - -| =| =

Optie 2: vrijwillige rapportage| +| ML| € 65.000

Optie 3: uitgebreide rapportage| +++| ML| € 195.000

17.

4.8 Verbetering van de consistentie met andere rechtsinstrumenten in de EU betreffende luchtverontreinigende stoffen


Optie 1: Afzonderlijk vaststellen van rapportageverplichtingen in het kader van de beschikking betreffende het bewakingssysteem en andere rechtsinstrumenten en de rapportage onder verschillende instrumenten niet stroomlijnen ("geen beleidswijziging").

Optie 2: Vaststellen van rapportageverplichtingen betreffende de consistentie van informatie tussen de rapportage in het kader van de beschikking betreffende het bewakingssysteem in het kader van de EU ETS, de E-PRTR, de NEC-richtlijn en de verordening inzake gefluoreerde gassen en verslag uitbrengen over de kwaliteitsevaluatie-/kwaliteitsborgingscontroles uitgevoerd om consistentie tussen de verschillende rechtsinstrumenten (met inbegrip van ETS-emissies) te verzekeren ("Rapporteren over consistentie").

Optie 3: Vaststellen van verplichtingen dat de bestaande nationale inventarisatiesystemen van de lidstaten worden gewijzigd om toegang tot gegevens afkomstig van andere rapportage-instrumenten (bv. ETS, EPRTR, NEC) mogelijk te maken en bijgevolg dat inventarisgegevens ook beschikbaar worden gemaakt voor rapportage via andere rapportage-instrumenten ("Wijziging van nationaal systeem").

Optie 4: Vaststellen van verplichtingen om de gegevens die zijn gerapporteerd via andere instrumenten, zoals EU ETS, EPRTR, de verordening inzake gefluoreerde gassen, de NEC-richtlijn, direct te gebruiken door de gerapporteerde gegevens over verontreinigende stoffen af te stemmen door het verzoenen van de splitsing, inhoud, procedures, middelen en formaten die ze gebruiken/definiëren. (Deze suboptie werd al in een vroeg stadium afgewezen.)

|| Milieueffecten| Vereenvoudiging| Naleving| Administratieve lasten

Optie 1: geen beleidswijziging| -| - -| =| Potentiële kosten als gebrek aan kwaliteitsevaluatie/kwaliteitsborging wordt vastgesteld bij UNFCCC-controle

Optie 2: rapporteren over consistentie| + +| ++| HL| € 525.000 (niet met inbegrip van vereenvoudigingsvoordelen)

Optie 3: wijziging van nationaal systeem| + + +| +++| HL| € 380.000

18.

4.9 Verbetering van rapportage rekening houdende met de uit de uitvoering in het verleden getrokken lering


Optie 1: Behouden van bestaande richtsnoeren voor rapportage in het kader van de beschikking betreffende het bewakingssysteem en de uitvoeringsbepalingen en vertrouwen op methodologische richtsnoeren die zijn vastgesteld in het kader van het UNFCCC. Wijzigingen van de richtsnoeren voor rapportage in het kader van het UNFCCC nastreven (geen beleidswijziging").

Optie 2: Jaarlijkse rapporten vragen en het type informatie/gegevens en/of de relevante formaten van de rapporten verder specificeren ("Formaten stroomlijnen").

Optie 3: Verder vaststellen van methodologische richtsnoeren voor de effecten van beleidsinitiatieven en maatregelen en de opstelling van prognoses inzake broeikasgasemissies ("Methodieken harmoniseren").

Optie 4: Vragen dat een nationaal systeem voor rapportage over prognoses, beleidsinitiatieven en maatregelen [9] wordt vastgesteld (met vergelijkbare basisprincipes als voor de opstelling van inventarislijsten van broeikasgassen) ("Nationaal systeem vaststellen").

|| Milieueffecten| Naleving| Vereenvoudiging| Administratieve lasten

Optie 1: geen beleidswijziging| =| =| - - -|

Optie 2: formaten stroomlijnen| ++| HL| + +| € 980.000 - € 1,3 miljoen

Optie 3: methodieken harmoniseren| +++| LL| -| Hoger dan voor optie 2

Optie 4: nationaal systeem vaststellen| +++| ML| + + +| 290.000

19.

5. Vergelijking van de opties


Het hoofddoel van de beschikking betreffende het bewakingssysteem bestaat in het steunen van de EU en haar lidstaten bij het nakomen van hun nationale en internationale verbintenissen en doelstellingen en de ontwikkeling van toekomstig beleid door het garanderen van transparante, nauwkeurige, consistente, vergelijkbare en volledige rapportering. Het voorkeursscenario zorgt ervoor dat deze doelstellingen op een efficiënte en doeltreffende manier worden behaald. De algemene administratieve lasten die zijn gekoppeld aan het voorkeursscenario liggen in het bereik van € 4 tot 5 miljoen voor de EU-27.

Gezien de onzekerheden die verbonden zijn aan een toekomstige klimaatregeling, voorziet het voorkeursscenario in de vaststelling van een controleprocedure van de gegevens over broeikasgasemissies die zijn ingediend door de lidstaten op EU-niveau opdat de naleving van de doelstellingen inzake de verdeling van de inspanningen wordt beoordeeld op een uitgebreide, transparante, geloofwaardige en tijdige manier zoals bepaald in het klimaat- en energiepakket. Met betrekking tot de rapportage over emissies van internationaal zeevervoer en de LULUCF-sector waar beleidsbesprekingen, zowel nationaal als internationaal, aan de gang zijn, wordt een voorzichtige aanpak gevolgd door ervoor te zorgen dat de beschikking betreffende het bewakingssysteem een gepast kader voorziet voor de vaststelling van gedetailleerde rapportageverplichtingen in een latere fase wanneer concrete beleidsresultaten worden bereikt (nationaal of internationaal). Op deze manier wordt coherentie met een toekomstig beleidskader verzekerd en worden dubbele inspanningen voorkomen, terwijl dit de EU ook in staat stelt om de gedetailleerde verplichtingen op de meest efficiënte manier uit te voeren. Met betrekking tot de niet-CO2-effecten op het klimaat van luchtvaart zorgt men opnieuw voor samenhang met bestaande nationale beleidsinitiatieven door rekening te houden met de effecten. Het voorstel dat is opgenomen in de ontwerpverordening betreffende de niet-CO2 -effecten op het klimaat van luchtvaart, waarbij de Commissie die effecten tweejaarlijks moet beoordelen op basis van de laatst beschikbare emissiegegevens en wetenschappelijke vorderingen, verschilt van die welke is onderzocht in de effectbeoordeling en weerspiegelt de nuttige input die door andere diensten van Commissie is ontvangen tijdens de overlegprocedure tussen de verschillende diensten. Dit nieuwe voorstel werd opgenomen in de ontwerpverordening, omdat geacht werd dat dit voor coherentie met het bestaande beleid van de Unie zou zorgen en gelijkwaardige voordelen met een aanzienlijk lagere administratieve lasten zou opleveren. Betreffende financiële en technologische ondersteuning is de voorkeursoptie van uitgebreide rapportage op basis van algemene methoden opnieuw coherent met de verplichting van de EU voor de verstrekking van transparante en volledige informatie over de financiële en technologische ondersteuning die zij biedt aan ontwikkelingslanden, met beperkte lasten als resultaat. Betreffende aanpassing helpt de jaarlijkse rapportage over aanpassingsmaatregelen bij het verder definiëren van een aanpassingsstrategie voor de EU en ondersteunt deze ook het clearinghouse-mechanisme van de EU. Dit is een efficiënte optie, omdat deze gepaard gaat met beperkte administratieve lasten en er ook voor zorgt dat de EU beter in staat is haar internationale rapportageverplichtingen na te komen. Ten slotte voorziet het voorkeursscenario ook in de uitbreiding van het bestaande nationale systeem in de lidstaten betreffende rapportage over prognoses en beleidsinitiatieven en maatregelen, en consistentie met andere rechtsinstrumenten betreffende luchtverontreinigende stoffen. Dit is een efficiënte stap vooruit, omdat deze, ondanks de bijbehorende lasten, op lange termijn leidt tot een betere naleving, vereenvoudiging van de inspanningen en een uiteindelijke kostenverlaging. Het voorkeursscenario omvat ook betere voorzieningen voor kwaliteitsevaluatie/kwaliteitsborging en de introductie van gestroomlijnde rapportageformaten en richtsnoeren voor een betere kwaliteit en volledigheid van de verstrekte gegevens en de vereenvoudiging van bestaande verplichtingen zonder buitensporige administratieve lasten.

20.

6. Monitoring en evaluatie


Aangezien alle beleidsopties betrekking hebben op de bewakings- en rapportageverplichtingen zullen de volledigheid, transparantie en naleving van de resulterende rapporten van de nationale en internationale verplichtingen zelf aantonen of de vastgestelde doelstellingen werden behaald met de gewijzigde beschikking betreffende het bewakingssysteem.

Een reeks specifieke indicatoren die overeenstemmen met de algemene, specifieke en operationele doelstellingen die zijn vastgesteld in deze effectbeoordeling worden ook gebruikt om de prestaties van de beschikking betreffende het bewakingssysteem te controleren en evalueren. Deze indicatoren richten zich onder andere op de mate waarin de resulterende rapporten en gegevens voldoen aan de vastgestelde richtlijnen en/of richtsnoeren, de tijdige voltooiing en volledigheid ervan en de geïdentificeerde gevallen van niet-nakoming.

De rapporten die zijn opgesteld in het kader van de beschikking betreffende het bewakingssysteem worden verder jaarlijks, om de twee jaar en/of om de vier jaar beoordeeld op Europees en/of internationaal niveau.

De actoren die traditioneel op EU-niveau betrokken zijn bij de controle en evaluatie, behalve het DG CLIMA, zijn het EMA, het JRC en Eurostat. Dezelfde actoren blijven in de toekomst bijstand verlenen bij deze opdracht.

De resultaten van zowel de Europese als de internationale beoordeling, behalve op het gebied van naleving, zullen ook verder worden gebruikt om verbeteringsmaatregelen en capaciteitsopbouwactiviteiten op het niveau van de EU en de lidstaten op de meest doeltreffende manier uit te voeren.

[1] PB L 49 van 19.2.2004, blz. 1.

[2] Beschikking 2005/166/EG van de Commissie van 10 februari 2005 tot vaststelling van regels voor de uitvoering van Beschikking nr. 280/2004/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende een bewakingssysteem voor de uitstoot van broeikasgassen in de Gemeenschap en de uitvoering van het Protocol van Kyoto (PB L 55 van 1.3.2005, blz. 57).

[3] De effectbeoordeling is opgenomen in het werkdocument van de diensten van de Commissie over het effectbeoordelingsdocument bij het pakket uitvoeringsmaatregelen voor de EU-doelstellingen inzake klimaatverandering en hernieuwbare energie voor 2020 (SEC (2008) 85/3) en de bijlage daarbij SEC (2008) 85) Vol II.

[4] Gebruikte classificaties: + of – wordt gebruikt voor respectievelijk positieve of negatieve effecten. = betekent geen effect, +/- beperkt effect, ++/-- matig effect, +++/--- groot effect.

[5] Het gebruik van de rapporten die zijn ingediend in het kader van Beschikking nr. 280/2004/EG voor de rapportage van de inkomsten uit veilingen is niet specifiek voorzien voor de toewijzingen van de luchtvaartsector in artikel 3 quater, lid 4; niettemin zal dit omwille van de consistentie dienovereenkomstig toch worden toegepast.

[6] De gedetailleerde elementen zijn gebaseerd op een ontwerpbeschikking in het kader van het Protocol van Kyoto.

[7] 'Bevochtiging en afwatering' is een systeem van praktijken voor bevochtiging en afwatering op land met organische bodem met een minimumoppervlakte van 1 hectare. De activiteit is van toepassing op alle percelen die zijn afgewaterd en/of bevochtigd sinds 1990 en die niet onder een andere, in deze bijlage genoemde activiteit vallen, waarbij afwatering de directe door de mens veroorzaakte verlaging van de grondwaterspiegel en bevochtiging de directe door de mens veroorzaakte gedeeltelijke of totale omkering van afwatering is.

[8] Gebeurtenissen buiten de macht van en niet in belangrijke mate beïnvloed door het land met inbegrip van een bewijs dat geen verandering in landgebruik is opgetreden op percelen onderworpen aan gebeurtenissen van overmacht, een bewijs dat de gebeurtenissen buiten de macht van de partij hebben plaatsgevonden, een bewijs van de inspanningen geleverd om de percelen onderworpen aan gebeurtenissen van overmacht te saneren, een bewijs dat emissies gekoppeld aan opruimingskap niet werden uitgesloten.

[9] De doelstelling van het nationale systeem, zoals bekend in het kader van het Protocol van Kyoto, is te zorgen voor de vaststelling van een jaarlijkse inventaris van broeikasgassen, die voldoet aan de kwaliteitscriteria voor de inventarissen, en de rapportage daarvan aan het secretariaat van het Raamverdrag van de Verenigde Naties inzake klimaatverandering (UNFCCC) en de Commissie van de Europese Unie. Het nationale systeem produceert de emissie- en achtergrondgegevens van de inventaris. Hieronder vallen ook de archivering van de in emissieberekeningen gebruikte gegevens, de publicatie van de resultaten, deelname aan inventarisonderzoeken en het kwaliteitsbeheer van de inventaris.